Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2011/0225(NLE)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0385/2013

Ingediende teksten :

A7-0385/2013

Debatten :

Stemmingen :

PV 11/12/2013 - 4.23
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2013)0574

Aangenomen teksten
PDF 414kWORD 124k
Woensdag 11 december 2013 - Straatsburg
Systeem voor de registratie van vervoerders van radioactief materiaal ***I
P7_TA(2013)0574A7-0385/2013
Resolutie
 Geconsolideerde tekst

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 11 december 2013 over het voorstel voor een verordening van de Raad tot invoering van een communautair systeem voor de registratie van vervoerders van radioactief materiaal (COM(2012)0561 – C7-0320/2012 – 2011/0225(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2012)0561),

–  gezien de artikelen 31 en 32 van het Verdrag van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C7‑0320/2012),

–  gezien het advies van de Commissie juridische zaken over de voorgestelde rechtsgrond,

–  gezien artikel 294, lid 3, en artikel 91 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien het standpunt van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 22 februari 2012(1),

–  gezien de artikelen 55 en 37 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0385/2013),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 293, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie dienovereenkomstig te wijzigen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie.

(1) PB C 143 van 22.5.2012, blz. 110.


Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 11 december 2013 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. .../2014 van het Europees Parlement en de Raad tot invoering van een communautair systeem voor de registratie van vervoerders van radioactief materiaal [Am. 1]
P7_TC1-COD(2011)0225

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de betreffende de werking van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie Unie, en met name de tweede alinea van artikel 31 en artikel 32 91, [Am. 2]

Gezien het voorstel van de Europese Commissie, opgesteld na advies van een door het Wetenschappelijk en Technisch Comité aangewezen groep van personen, [Am. 3]

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(1),

Gezien het advies van het Europees Parlement Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure(2), [Am. 4]

Overwegende hetgeen volgt:

(1)  Krachtens artikel 33 moeten de lidstaten de passende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vaststellen om de basisnormen voor de bescherming van de gezondheid van de bevolking en de werknemers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren te doen naleven.

(2)  De basisnormen voor de bescherming van de gezondheid van de bevolking en de werknemers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren zijn vastgesteld bij Richtlijn 96/29/Euratom van de Raad(3). Die richtlijn is van toepassing op alle handelingen die het risico inhouden van ioniserende straling afkomstig van kunstmatige of natuurlijke stralingsbronnen, inclusief het vervoer van dergelijke stralingsbronnen.

(3)  Om de naleving van de basisnormen voor de bescherming van de gezondheid te waarborgen, moet worden vastgesteld welke personen, organisaties of ondernemingen door de bevoegde instanties van de lidstaten moeten worden gecontroleerd. Te dien einde zijn de lidstaten krachtens Richtlijn 96/29/Euratom ertoe verplicht bepaalde handelingen die risico's ten gevolge van ioniserende straling met zich meebrengen, aan een stelsel van melding en voorafgaande vergunning te onderwerpen of bepaalde handelingen te verbieden.

(4)  Aangezien vervoer de enige handeling is die frequent van grensoverschrijdende aard is, kan van vervoerders van radioactief materiaal geëist worden dat zij de eisen in acht nemen die verband houden met de meldings‑ en vergunningsystemen welke gelden in verscheidene lidstaten. Bij deze verordening worden de meldings‑ en vergunnings­systemen van de onderscheiden lidstaten vervangen door één registratie­systeem dat geldig is in de gehele Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (hierna "de Gemeenschap" genoemd).

(4 bis)  Er moet voor een doeltreffende en geharmoniseerde uitvoering van deze verordening worden gezorgd door de vaststelling van gemeenschappelijke criteria die de lidstaten moeten toepassen bij het afgeven van certificaten van registratie van vervoerders en door het invoeren van een mechanisme om haalbare en verplichte informatie met andere lidstaten uit te wisselen met het oog op het toezicht op de vervoerders, de controle op de naleving en een doeltreffende reactie op noodsituaties. [Am. 5]

(5)  Voor vervoerders over zee en in de lucht bestaat een dergelijk registratie‑ en certificatiesysteem al. Krachtens Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad(4) moeten luchtvaartondernemingen in het bezit zijn van een specifiek certificaat van luchtvaartexploitant voor het vervoer van gevaarlijke goederen. Wat vervoer over zee betreft, is bij Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad(5) een communautair monitoring‑ en informatiesysteem voor de zeescheepvaart ingevoerd. De door de burgerluchtvaartautoriteiten afgegeven certificaten en het rapporteringssysteem voor zeeschepen worden geacht op afdoende wijze de meldings‑ en vergunningsverplichtingen van Richtlijn 96/29/Euratom ten uitvoer te leggen. Een registratie van lucht‑ en zeevervoerders in het kader van deze verordening is derhalve niet noodzakelijk om het voor de lidstaten mogelijk te maken de naleving van de basisnormen bij deze vervoerstakken te waarborgen.

(6)  Vervoerders van radioactief materiaal zijn onderworpen aan een aantal eisen van de wetgeving van de Unie en van Euratom en van andere internationale wetgevings­instrumenten. De voorschriften van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA) met betrekking tot het veilig vervoer van radioactief materiaal (TS-R-1) en de per vervoerstak geldende voorschriften voor het vervoer van gevaarlijke goederen blijven rechtstreeks gelden of worden, wat het vervoer over de weg, per spoor of over de binnenwateren betreft, door de lidstaten ten uitvoer gelegd in het kader van Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad(6). Het bepaalde in die richtlijn laat echter de toepassing van andere bepalingen op het gebied van de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de desbetreffende werknemers en op het gebied van milieubescherming onverlet.

(6 bis)  Teneinde rekening te houden met mogelijke risico’s in verband met de veiligheidsnormen voor de bescherming van de omgeving en de gezondheid van de werknemers en de bevolking, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden verleend om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen met betrekking tot het vaststellen van gemeenschappelijke criteria waaraan vervoerders van radioactief materiaal moeten voldoen om een certificaat van registratie te verkrijgen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet bij de voorbereiding en het opstellen van gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig, gelijktijdig en op passende wijze aan het Europees Parlement en aan de Raad worden toegezonden. [Am. 60]

(7)  Teneinde uniforme voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van deze verordening te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden verleend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad(7),

(7 bis)  Gezien de algemene doelstelling om de lasten van de regelgeving voor het bedrijfsleven te verminderen, moet het economische effect van deze verordening op de vele kleine bedrijven die binnen het grondgebied van een enkele lidstaat radioactief materiaal vervoeren, verder door de Commissie worden gevolgd. [Am. 7]

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

1.  Bij deze verordening wordt een communautair systeem voor de vergunning en registratie van vervoerders van radioactief materiaal ingesteld dat de taak van de lidstaten vergemakkelijkt om te waarborgen dat de bij op basis van de bepalingen van Richtlijn 2008/68/EG en Richtlijn 96/29/Euratom vastgestelde basisnormen voor de bescherming van de gezondheid van de bevolking en de werknemers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren in acht worden genomen. [Am. 8]

2.  Deze verordening is van toepassing op elke vervoerder die radioactief materiaal vervoert binnen de Gemeenschap, over de weg, per spoor of over de binnenwateren, van een derde land naar de Gemeenschap en van de Gemeenschap naar derde landen. Zij geldt niet voor vervoerders die radioactief materiaal vervoeren door de lucht en over zee. [Am. 9]

2 bis.  Deze verordening is van toepassing onverminderd nationale bepalingen ter bescherming van het vervoer van radioactief materiaal tegen diefstal, sabotage of andere kwaadaardige handelingen. [Am. 10]

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

(a)  "vervoerder", elke persoon, organisatie of openbare onderneming die zorgt voor het vervoer van radioactief materiaal met ongeacht welk vervoermiddel in de Gemeenschap, inclusief vervoerders die vervoer verrichten voor derden en vervoerders die dat doen voor eigen rekening; [Am. 11]

(b)  "bevoegde instantie", elke instantie die door de lidstaten wordt aangewezen om taken overeenkomstig deze verordening uit te voeren;

(b bis)  "gemeenschappelijke criteria", een reeks veiligheidsnormen gebaseerd op de model verordeningen voor het vervoer van gevaarlijke goederen (de Europese Overeenkomst betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR), de Reglementen betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen per spoor (RID) en de Europese Overeenkomst inzake het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (ADN)), Richtlijn 96/29/Euratom en Richtlijn 2008/68/EG, waaraan vervoerders van radioactief materiaal moeten voldoen om een certificaat van registratie te verkrijgen; [Am. 12]

(c)  "vervoer", alle vervoersoperaties die worden verricht door de vervoerder van de plaats van verzending naar de plaats van bestemming, inclusief het laden, de opslag bij doorvoer en het lossen van het radioactief materiaal; [Am. 13]

(d)  "radioactief materiaal", elk materiaal dat radionucliden bevat waarbij zowel de activiteits­concentratie als de totale activiteit in de zending de in de punten 402–407 van de IAEA-voorschriften voor het veilig vervoer van radioactief materiaal (Safety Requirements nr. TS-R-1, 2009, Wenen) gespecificeerde waarden overschrijdt als bedoeld in de model verordeningen voor het vervoer van gevaarlijke goederen (ADR, RID en ADN) die door de lidstaten ten uitvoer worden gelegd overeenkomstig Richtlijn 2008/68/EG; [Am. 14]

(e)  "gevaarlijke goederen met grote gevolgen - radioactief materiaal", radioactief materiaal dat potentieel accidenteel kan vrijkomen of in een terroristisch incident kan worden misbruikt en dat als gevolg daarvan ernstige gevolgen kan hebben, zoals een groot aantal slachtoffers of massale verwoestingen zoals omschreven in Aanhangsel A.9. van de Nuclear Security Series nr. 9 "Security in the Transport of Radioactive material" van de IAEA, Wenen 2008; [Am. 15]

(f)  "vrijgesteld collo", elk collo waarin de toegestane radioactieve inhoud de activiteitsniveaus niet overschrijdt welke zijn vastgelegd in tabel V van afdeling IV van de IAEA-voorschriften voor het veilig vervoer van dat radioactief materiaal, Safety requirements nr. TS-R-1, 2009, Wenen, of, bij het vervoer per post, één tiende van deze grenswaarden, en dat is gelabeld als UN nr. 2908, 2909, 2910 of 2911 bevat dat voldoet aan de criteria voor colli die geclassificeerd zijn als "vrijgesteld collo" als bedoeld in de model verordeningen voor het vervoer van gevaarlijke goederen (ADR, RID en ADN) die door de lidstaten ten uitvoer worden gelegd overeenkomstig Richtlijn 2008/68/EG; [Am. 16]

(g)  "splijtbaar materiaal", uraan-233, uraan-235, plutonium-239 en plutonium-241 of elke combinatie van deze radionucliden.

Artikel 3

Algemene bepalingen

1.  Vervoerders van radioactief materiaal moeten beschikken over een geldig registratienummer dat is verkregen overeenkomstig artikel 5. Bedoelde registratie stelt de vervoerder in de gelegenheid vervoersoperaties uit te voeren in de gehele Europese Unie.

2.  Afzonderlijke vervoersoperaties gaan vergezeld van een afschrift van het registratiecertificaat van de vervoerder of van de vergunning of registratie, verkregen overeenkomstig de toepasselijke nationale procedures in het geval van het in lid 3 bedoelde vervoer. [Am. 17]

3.  Een houder van overeenkomstig Richtlijn 96/29/Euratom uitgereikte geldige vergunningen of registraties voor de hantering van radioactief materiaal of voor het gebruik van apparatuur die radioactief materiaal of radioactieve bronnen bevat, mag dit materiaal of deze bronnen vervoeren zonder registratie overeenkomstig deze verordening wanneer het vervoer is opgenomen in de vergunningen of registraties voor alle lidstaten waarin het vervoer plaatsvindt. [Am. 18]

4.  Nationale meldings‑ en vergunningseisen die bovenop de bij deze verordening vastgestelde eisen komen, mogen gelden, maar niet uitsluitend, voor de vervoerders van het volgende materiaal:

(a)  splijtbaar materiaal, met uitzondering van natuurlijk uraan of verarmd uraan dat uitsluitend in een thermische reactor is bestraald;

(b)  gevaarlijke goederen met grote gevolgen - radioactief materiaal. [Am. 52]

5.  Er wordt geen registratie vereist voor vervoerders die uitsluitend vrijgestelde colli vervoeren.

5 bis.  Elk transport van radioactief materiaal voldoet aan de door de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (UNECE) vastgestelde internationale regels en normen voor gevaarlijke en vervuilende goederen, alsmede de desbetreffende ADR, RID en ADN, overeenkomstig de definitie in Richtlijn 2008/68/EG. [Am. 19]

5 ter.  Bij de indiening van zijn registratieverzoek toont de aanvrager aan te beschikken over de financiële capaciteit om schade te vergoeden en te herstellen in geval van een ongeval waarvoor zijn transport aansprakelijk is, met inachtneming van het principe "de vervuiler betaalt". [Am. 53]

5 quater.  Het is verboden radioactief materiaal te vervoeren bij een transport van explosief materiaal. [Am. 54]

Artikel 4

Elektronisch systeem voor de registratie van vervoerders (ESRV)

1.  Voor het toezicht op en de monitoring van het vervoer de registratie van vervoerders van radioactief materiaal wordt door de Commissie een elektronisch systeem voor de registratie van vervoerders (ESRV) ingesteld, en bijgehouden en gewaarborgd. De Commissie omschrijft de informatie die in het systeem moet worden opgenomen, alsook technische specificaties en vereisten voor het ESRV. Om misinterpretatie te voorkomen moeten die specificaties volledig en ondubbelzinnig zijn. [Am. 20]

1 bis.  Het ESRV moet vóór de inwerkingtreding van deze verordening veilig, robuust en volledig operationeel zijn. Bovendien moet er een mechanisme voor informatie-uitwisseling tussen de bevoegde instanties en het ESRV worden opgezet om ten minste het grensoverschrijdende vervoer te vergemakkelijken; [Am. 21]

2.  Het ESRV waarborgt een beperkte en beveiligde toegang voor de bevoegde instanties van de lidstaten, voor de geregistreerde vervoerders en voor aanvragers van een registratie, overeenkomstig de desbetreffende voorschriften inzake de bescherming van persoonsgegevens als met name neergelegd bij Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad(8). De bevoegde instanties hebben toegang tot alle beschikbare gegevens. Het ESRV maakt de lijst van geregistreerde vervoerders openbaar. [Am. 22]

3.  De Commissie is niet bevoegde autoriteiten van de lidstaten zijn verantwoordelijk voor de inhoud en nauwkeurigheid van de informatie die via het ESRV wordt ingediend, die nauwkeurig moet zijn en tijdig en op transparante wijze moet worden verstrekt. [Am. 23]

Artikel 5

Registratieprocedure

1.  Een vervoerder vraagt overeenkomstig lid 3 via het ESRV een registratie aan bij de in lid 3 bedoelde bevoegde autoriteit. [Am. 24]

De vervoerder die een aanvraag wil indienen, doet dit door het in bijlage I gegeven elektronisch aanvraagformulier in te vullen en toe te zenden. Er moeten te allen tijde richtsnoeren met contactgegevens en informatie over de manier waarop het meldpunt of de bevoegde instantie kunnen worden bereikt online beschikbaar zijn om de aanvrager te assisteren. [Am. 25]

Er geldt na ...(9) een overgangsperiode van één jaar om alle vervoerders in staat te stellen een aanvraag in te dienen en een registratiecertificaat te verkrijgen overeenkomstig deze verordening. Gedurende deze overgangsperiode gelden de bepalingen van Richtlijn 96/29/Euratom en Richtlijn 2008/68/EG. [Am. 26]

2.  Nadat het aanvraagformulier is ingevuld en verzonden, ontvangt de aanvrager een automatische ontvangstbevestiging samen met een aanvraagnummer. De bevoegde autoriteit ontvangt dezelfde ontvangstbevestiging. De Commissie is verantwoordelijk voor de naleving van de bepalingen van lid 3 van dit artikel. Als een aanvraag wordt afgewezen wordt de aanvrager hiervan in kennis gesteld met vermelding van de redenen waarom de aanvraag is afgewezen. [Am. 27]

3.  Wanneer de aanvrager in één of meer lidstaten is gevestigd, wordt de aanvraag behandeld door de bevoegde instantie van de lidstaat waar het hoofdkantoor van de aanvrager is gevestigd.

Wanneer de aanvrager in een derde land is gevestigd, wordt de aanvraag behandeld door de bevoegde instantie van de lidstaat waarnaar de vervoerder voornemens is voor het eerst het grondgebied van de Unie te binnen te komen.

De bevoegde instantie van de lidstaat die het eerste certificaat van registratie van de vervoerder heeft uitgereikt, reikt ook een nieuw certificaat uit in het geval van wijziging van de gegevens overeenkomstig artikel 6.

4.  Binnen een periode van acht weken na toezending van de ontvangstbevestiging reikt de bevoegde instantie een certificaat van registratie van vervoerder uit wanneer zij oordeelt dat de verstrekte informatie volledig is en in overeenstemming is met de toepasselijke eisen van deze verordening, alsook met Richtlijn 96/29/Euratom en Richtlijn 2008/68/EG en dat de aanvrager voldoet aan de vereisten van de gemeenschappelijke criteria. [Am. 28]

5.  Het certificaat van registratie van vervoerder bevat de in bijlage II bedoelde informatie en wordt via het ESRV uitgereikt in de vorm van een gestandaardiseerd registratiecertificaat.

Een afschrift van het certificaat van registratie van vervoerder wordt automatisch via het ESRV verstrekt aan alle de bevoegde instanties van de alle lidstaten waarin de vervoerder voornemens is zijn activiteit uit te voeren. [Am. 29]

6.  De bevoegde autoriteit verzoekt de aanvrager zo nodig om binnen drie weken na ontvangst van diens aanvraag, de nodige correcties aan te brengen of aanvullende informatie te verschaffen. Wanneer de bevoegde instantie weigert een certificaat van registratie van vervoerder uit te reiken op grond van het feit dat de in de aanvraag verstrekte informatie onvolledig is of niet in overeenstemming is met de geldende eisen, stuurt zij de aanvrager een schriftelijk antwoord binnen acht weken na toezending van de ontvangstbevestiging. Voorafgaand aan een dergelijke weigering verzoekt de bevoegde instantie de aanvrager om zijn aanvraag te corrigeren of aan te vullen binnen een termijn van drie weken na de ontvangst van dit bezoek. De bevoegde instantie verstrekt een verklaring met de redenen voor de weigering. [Am. 30]

Een afschrift van de weigering en van de verklaring met de redenen voor de weigering wordt via het ESRV automatisch toegezonden aan alle de bevoegde instanties van de alle lidstaten waarin de desbetreffende vervoerder voornemens is zijn activiteit uit te voeren. [Am. 31]

7.  In geval van een weigering om een certificaat van registratie van vervoerder uit te reiken, kan de aanvrager tegen deze beslissing beroep aantekenen overeenkomstig de geldende nationale wettelijke voorschriften.

8.  Een geldig certificaat van registratie wordt erkend door alle lidstaten.

9.  Het certificaat van registratie van vervoerder is geldig voor een periode van vijf jaar en kan op aanvraag van de vervoerder worden verlengd.

9 bis.  De bevoegde instantie bewaart alle historische gegevens van alle aanvragers om de traceerbaarheid te waarborgen, voor een betere monitoring te zorgen en fraude te voorkomen. [Am. 32]

Artikel 6

Wijziging van de gegevens

1.  De vervoerder is verantwoordelijk voor het waarborgen van de nauwkeurigheid van de in het aanvraag­formulier verstrekte gegevens voor de aanvraag bij het ESRV van een registratie van vervoerder binnen de Gemeenschap. Om die reden moet een aanvrager zijn eigen gegevens gemakkelijk kunnen bijwerken zonder al te veel administratieve rompslomp. [Am. 33]

1 bis.  De bevoegde autoriteit die het certificaat heeft verstrekt moet erop toezien, via inspecties, dat de geregistreerde vervoerder gedurende de periode dat het certificaat geldig is, blijft voldoen aan de vereisten van deze verordening. [Am. 34]

2.  Bij een wijziging van de gegevens in deel A van het aanvraagformulier voor registratie van vervoerder binnen de Gemeenschap, dient de desbetreffende vervoerder een aanvraag voor een nieuw certificaat in.

2 bis.  Om een gelijke behandeling van alle aanvragers te waarborgen, moeten de bevoegde instanties ervoor zorgen dat de criteria voor de afgifte van het registratiecertificaat identiek zijn en consistent met de definities van de IAEA en dat de registratieprocedure geharmoniseerd is. [Am. 35]

Artikel 7

Waarborgen van de naleving

1.  Wanneer een vervoerder de eisen van deze verordening niet naleeft, neemt de bevoegde instantie van de lidstaat waar de inbreuk is ontdekt, handhavings­maatregelen binnen het rechtskader van die lidstaat, zoals schriftelijke aanmaningen, opleidings‑ en voorlichtingsmaatregelen, schorsing, intrekking of wijziging van de registratie, dan wel gerechtelijke vervolging, naargelang de veiligheidsbetekenis van de inbreuk en de staat van dienst op nalevingsgebied van de vervoerder.

De handhavingsmaatregelen worden onmiddellijk gemeld aan de lidstaat die het certificaat heeft verstrekt. Uiterlijk binnen vier weken wijzigt of verlengt deze lidstaat de registratie of trekt hij deze in. Het besluit wordt via het ESRV toegezonden aan de bevoegde autoriteiten van alle lidstaten. [Am. 36]

1 bis.  Naargelang de veiligheidsimpact van de inbreuk en de staat van dienst op nalevingsgebied van de vervoerder kan de lidstaat waar de inbreuk is ontdekt, de registratie van de vervoerder opschorten.

De opschorting wordt onmiddellijk gemeld aan de lidstaat die het certificaat heeft verstrekt. Uiterlijk binnen vier weken wijzigt of verlengt deze lidstaat de registratie of trekt hij deze in. Het besluit wordt via het ESRV toegezonden aan de bevoegde autoriteiten van alle lidstaten. [Am. 37]

2.  De bevoegde instantie van de lidstaat waar de inbreuk is ontdekt, deelt de vervoerder en de bevoegde instanties van de alle lidstaten waarin/waarnaar de vervoerder voornemens was radioactief materiaal te vervoeren en de Commissie , de informatie mede over de genomen handhavingsmaatregelen, alsmede een verklaring met de redenen waarom deze maatregelen genomen zijn. Wanneer de vervoerder de in lid 1 bedoelde handhavingsmaatregelen niet naleeft, trekt de bevoegde instantie van de lidstaat waar het hoofdkantoor van de vervoerder gevestigd is of, wanneer de vervoerder in een derde land gevestigd is, de bevoegde instantie van de lidstaat op het grondgebied waarvan de vervoerder voornemens was voor het eerst de Gemeenschap binnen te komen, de registratie in. [Am. 38]

3.  De bevoegde instantie stelt de vervoerder en de andere betrokken bevoegde instanties in kennis van de intrekking van de registratie, samen met een verklaring met de redenen daarvoor. [Am. 39]

3 bis.  Alle gevallen van inbreuk worden doorgegeven aan de Commissie en het ESRV. [Am. 40]

Artikel 8

Bevoegde instanties en nationaal meldpunt

1.  De lidstaten wijzen een bevoegde instantie en een nationaal meldpunt voor het vervoer de registratie van vervoerders van radioactief materiaal aan. Die informatie moet vermeld staan op de registratiepagina van de aanvrager. [Am. 41]

Uiterlijk een maand na de inwerkingtreding van deze verordening zenden de lidstaten de Commissie de namen, adressen en alle nodige informatie voor snelle communicatie met de bevoegde instanties en met het nationale meldpunt voor het vervoer van radioactief materiaal toe, alsook elke daaropvolgende wijziging van dergelijke gegevens.

De Commissie stelt alle bevoegde instanties in kennis van deze informatie en van elke wijziging daarvan via het ESRV en zij maakt deze informatie en elke wijziging daarvan bekend aan het publiek via internet. [Am. 42]

2.  De informatie betreffende de nationale regels voor stralingsbescherming die van toepassing zijn op het vervoer van radioactief materiaal, is via de nationale meldpunten gemakkelijk toegankelijk voor vervoerders. [Am. 43]

3.  Op verzoek van een vervoerder verstrekken het meldpunt en de bevoegde instantie van de desbetreffende lidstaat volledige informatie inzake de voorschriften voor het vervoer van radioactief materiaal op het grondgebied van de lidstaat in kwestie.

Die informatie is gemakkelijk op afstand en met gebruikmaking van elektronische middelen toegankelijk en wordt goed bij de tijd gehouden.

De meldpunten en de bevoegde instanties antwoorden zo snel mogelijk op elk verzoek om informatie en stellen, in gevallen waarin dit verzoek gebrekkig of ongegrond is, de indiener van het verzoek om informatie daarvan onverwijld binnen twee weken in kennis. [Am. 44]

Artikel 9

Samenwerking tussen de bevoegde instanties

De bevoegde instanties van de lidstaten werken samen met het oog op de harmonisatie van hun voorwaarden voor uitreiking van een registratie en een geharmoniseerde toepassing en handhaving van deze verordening.

Wanneer er binnen een lidstaat meer dan één bevoegde instantie is, onderhouden deze contact met elkaar en werken zij nauw samen op basis van juridische of formele overeenkomsten waarin de bevoegdheden van elk van hen worden omschreven. Zij communiceren met elkaar en verstrekken elkaar, het nationale meldpunt en de andere gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties met verwante bevoegdheden alle nodige informatie.

Artikel 9 bis

Gedelegeerde handelingen

De Commissie stelt gedelegeerde handelingen vast in overeenstemming met artikel 9 bis ter bepaling van de in artikel 2, onder b bis, bedoelde gemeenschappelijke criteria. [Am. 58]

Artikel 9 ter

Uitoefening van de delegatie

1.  De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.  De bevoegdheid tot vaststelling van de gedelegeerde handelingen bedoeld in artikel 9 bis wordt aan de Commissie verleend voor een periode van vijf jaar vanaf 1 januari 2014.

3.  Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 9 bis bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Een besluit tot intrekking maakt een einde aan de in dat besluit genoemde bevoegdheidsdelegatie. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.  Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis.

5.  Een overeenkomstig artikel 9 bis vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd. [Am. 59]

Artikel 10

Uitvoering

De Commissie stelt uitvoeringsbesluiten vast tot instelling van het in artikel 4 beschreven elektronisch systeem voor de registratie van vervoerders (ESRV).

Die uitvoeringsbesluiten worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 11, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure.

Artikel 11

Raadgevend comité

1.  De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dit comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2.  Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 4 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

3.  Het comité adviseert de Commissie en staat haar bij bij de uitvoering van haar taken in het kader van deze verordening.

4.  Het comité wordt samengesteld uit door de lidstaten en door de Commissie aangewezen deskundigen en wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie.

Artikel 11 bis

Evaluatie

De Commissie evalueert deze verordening voor…(10) om de doelmatigheid ervan te beoordelen en stelt zo nodig verdere maatregelen voor om ervoor te zorgen dat radioactief materiaal binnen de Gemeenschap en uit derde landen veilig wordt vervoerd. [Am. 47]

Artikel 12

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Bij de toepassing van deze verordening zal rekening worden gehouden met de beschikbaarheid van een gevalideerd en operationeel registratiesysteem. [Am. 49]

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te ...,

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De voorzitter De voorzitter

BIJLAGE I

AANVRAAGFORMULIER VOOR REGISTRATIE VAN VERVOERDER BINNEN DE GEMEENSCHAP

GELIEVE DEZE AANVRAAG UITSLUITEND TE VERZENDEN MET GEBRUIKMAKING VAN DE BEVEILIGDE WEBSITE VAN HET ELEKTRONISCH SYSTEEM VOOR DE REGISTRATIE VAN VERVOERDERS (ESRV) VAN DE EUROPESE COMMISSIE

WANNEER OM EEN WIJZIGING VAN DE INFORMATIE IN DEEL A WORDT VERZOCHT, IS EEN NIEUWE REGISTRATIE VEREIST. De vervoerder moet ervoor zorgen dat de via dit systeem in het aanvraag­formulier verstrekte gegevens voor de aanvraag van een registratie van vervoerder binnen de Gemeenschap nauwkeurig blijft.

De in dit aanvraagformulier verstrekte informatie wordt behandeld door de Europese Commissie overeenkomstig het bepaalde in Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad.

 NIEUW CERTIFICAAT VAN REGISTRATIE

 WIJZIGING VAN EEN BESTAANDE REGISTRATIE

 VERNIEUWING VAN EEN BESTAANDE REGISTRATIE

Nummer(s) van het certificaat van registratie:

Verklaar meer in detail waarom om wijziging van een bestaande registratie wordt verzocht.

1.  GEGEVENS OVER DE AANVRAGER:

DEEL A

DEEL B

1.  Naam, functie, volledig adres, telefoonnummer (vast en mobiel) en e-mailadres van de bevoegde vertegenwoordiger van de organisatie van de vervoerder (de persoon die gemachtigd is om namens de organisatie van de vervoerder verbintenissen aan te gaan):

2.  Naam, functie, volledig adres, telefoonnummer (vast en mobiel) en e-mailadres van de persoon waarmee de bevoegde instanties contact kunnen opnemen inzake technische/administratieve kwesties (persoon die verantwoordelijk is voor de naleving van de voorschriften voor de door het vervoersbedrijf ontplooide activiteiten):

3.  Naam, functie en volledig adres, telefoonnummer (vast en mobiel) en e-mailadres van de veiligheidsadviseur (uitsluitend voor vervoer over land en indien verschillend van 1 of 2):

4.  Naam, functie en volledig adres, telefoonnummer (vast en mobiel) en e-mailadres van de persoon die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het stralingsbeschermingsprogramma, indien verschillend van 1 of 2 of 3: [Am. 50]

NAAM ONDERNEMING:

VOLLEDIG ADRES:

NATIONAAL REGISTRATIENUMMER:

2.  AARD VAN HET VERVOER:

DEEL A

DEEL B

 WEG

 SPOORWEG

 BINNENWATEREN

1 Aantal personen betrokken bij en opgeleid voor vervoer (informatie)

 1 t/m 5

 5 t/m 10

 10 t/m 20

 >20

2 Sector van vervoersactiviteit: algemene beschrijving van de aard van de te ondernemen vervoersactiviteiten (informatie)

 medisch gebruik

 industrieel gebruik, gebruik voor niet-destructieve beproeving, onderzoek

 gebruik in de splijtstofkringloop

 afval

 gevaarlijke goederen met grote gevolgen - radioactief materiaal

3.  GEOGRAFISCHE DEKKING

Gelieve in onderstaande lijst de lidstaten aan te kruisen waarnaar wordt voorgenomen radioactief materiaal te vervoeren en selecteer de aard van de activiteit

Geef, wanneer ook activiteiten worden ontplooid in andere lidstaten dan die waarin de registratieaanvraag is ingediend, nadere gegevens voor elk land, d.w.z. uitsluitend doorvoer, dan wel voornaamste laad‑/losplaatsen binnen een specifiek land, frequentie:

DEEL A

DEEL B

België

Bulgarije

Tsjechië

Denemarken

Duitsland

Estland

Ierland

Griekenland

Spanje

Frankrijk

Italië

Cyprus

Letland

Litouwen

Luxemburg

Hongarije

Malta

Nederland

Oostenrijk

Polen

Portugal

Roemenië

Slovenië

Slowakije

Finland

Zweden

Verenigd Koninkrijk

 doorvoer

 lossen

 laden

voornaamste laadplaatsen:

voornaamste losplaatsen:

frequentie:

 dagelijks

 wekelijks

 maandelijks

 minder frequent

4.  TYPE COLLO

Registratie is vereist voor:

DEEL A

TYPE COLLO – Indeling overeenkomstig TS-R-1

DEEL B: geraamd aantal colli/jaar

UN 2908 RADIOACTIEF MATERIAAL, VRIJGESTELD COLLO — LEGE VERPAKKING

UN 2909 RADIOACTIEF MATERIAAL, VRIJGESTELD COLLO — VOORWERPEN VERVAARDIGD VAN NATUURLIJK URAAN of VERARMD URAAN of NATUURLIJK THORIUM

UN 2910 RADIOACTIEF MATERIAAL, VRIJGESTELD COLLO — BEPERKTE HOEVEELHEID MATERIAAL

UN 2911 RADIOACTIEF MATERIAAL, VRIJGESTELD COLLO — INSTRUMENTEN of VOORWERPEN

UN 2912 RADIOACTIEF MATERIAAL, GERINGE SPECIFIEKE ACTIVITEIT (LSA-I), niet splijtbaar of splijtbaar vrijgesteld

UN 2913 RADIOACTIEF MATERIAAL, VOORWERPEN MET BESMETTING AAN HET OPPERVLAK (SCO-I of SCO-II), niet splijtbaar of splijtbaar vrijgesteld

UN 2915 RADIOACTIEF MATERIAAL, TYPE A-COLLO, niet in speciale toestand, niet splijtbaar of splijtbaar vrijgesteld

UN 2916 RADIOACTIEF MATERIAAL, TYPE B(U)-COLLO, niet splijtbaar of splijtbaar vrijgesteld

UN 2917 RADIOACTIEF MATERIAAL, TYPE B(M)-COLLO, niet splijtbaar of splijtbaar vrijgesteld

UN 2919 RADIOACTIEF MATERIAAL, VERVOERD OP GROND VAN SPECIALE REGELING, niet splijtbaar of splijtbaar vrijgesteld

UN 2977 RADIOACTIEF MATERIAAL, URAANHEXAFLUORIDE, SPLIJTBAAR

UN 2978 RADIOACTIEF MATERIAAL, URAANHEXAFLUORIDE, niet splijtbaar of splijtbaar vrijgesteld

UN 3321 RADIOACTIEF MATERIAAL, GERINGE SPECIFIEKE ACTIVITEIT (LSA-II), niet splijtbaar of splijtbaar vrijgesteld

UN 3322 RADIOACTIEF MATERIAAL, GERINGE SPECIFIEKE ACTIVITEIT (LSA-III), niet splijtbaar of splijtbaar vrijgesteld

UN 3323 RADIOACTIEF MATERIAAL, TYPE C-COLLO, niet splijtbaar of splijtbaar vrijgesteld

UN 3324 RADIOACTIEF MATERIAAL, GERINGE SPECIFIEKE ACTIVITEIT (LSA-II), SPLIJTBAAR

UN 3325 RADIOACTIEF MATERIAAL, GERINGE SPECIFIEKE ACTIVITEIT (LSA-III), SPLIJTBAAR

UN 3326 RADIOACTIEF MATERIAAL, VOORWERPEN MET BESMETTING AAN HET OPPERVLAK (SCO-I of SCO-II), SPLIJTBAAR

UN 3327 RADIOACTIEF MATERIAAL, TYPE A-COLLO, SPLIJTBAAR, niet in speciale toestand

UN 3328 RADIOACTIEF MATERIAAL, TYPE B(U)-COLLO, SPLIJTBAAR

UN 3329 RADIOACTIEF MATERIAAL, TYPE B(M)-COLLO, SPLIJTBAAR

UN 3330 RADIOACTIEF MATERIAAL, TYPE C-COLLO, SPLIJTBAAR

UN 3331 RADIOACTIEF MATERIAAL, VERVOERD OP GROND VAN SPECIALE REGELING, SPLIJTBAAR

UN 3332 RADIOACTIEF MATERIAAL, TYPE A-COLLO, IN SPECIALE TOESTAND, niet splijtbaar of splijtbaar vrijgesteld

UN 3333 RADIOACTIEF MATERIAAL, TYPE A-COLLO, IN SPECIALE TOESTAND, SPLIJTBAAR

5.  STRALINGSBESCHERMINGSPROGRAMMA (SBP)

DEEL A:

 Door dit vakje aan te kruisen:

verklaar ik dat wij beschikken over een SBP dat volledig ten uitvoer is gelegd en strikt wordt toegepast

DEEL B:

Referentienummer en datum van het document waarin het SBP beschreven is

Upload van het SBP

6.  KWALITEITSBORGINGSPROGRAMMA (KBP)

Dit KBP is beschikbaar voor inspectie door de bevoegde instantie (overeenkomstig artikel 1.7.3 van de ADR (Overeenkomst Internationaal vervoer gevaarlijke goederen over de weg))

DEEL A:

Door dit vakje aan te kruisen:

verklaar ik dat wij beschikken over een KBP dat volledig ten uitvoer is gelegd en strikt wordt toegepast

DEEL B:

Referentienummer en datum van het document

7.  Verklaring

 Ik, de vervoerder, verklaar hierbij dat ik voldoe aan alle ter zake dienende internationale, communautaire en nationale voorschriften met betrekking tot het vervoer van radioactief materiaal.

 Ik, de vervoerder, verklaar hierbij dat de in dit formulier vervatte informatie correct is.

Datum ……….. Naam ………..…….. Handtekening ………

BIJLAGE II

ELEKTRONISCH CERTIFICAAT VAN REGISTRATIE VAN VERVOERDER VAN RADIOACTIEF MATERIAAL

OPMERKING:

ELK VERVOER DAT VALT ONDER HET TOEPASSINGSGEBIED VAN DEZE VERORDENING GAAT VERGEZELD VAN EEN AFSCHRIFT VAN DIT CERTIFICAAT VAN REGISTRATIE.

Dit certificaat van registratie wordt uitgereikt overeenkomstig Verordening (Euratom) xxxxx / ddd.mm.jjjj van de Raad.

Dit certificaat stelt de vervoerder niet vrij van de naleving van andere toepasselijke voorschriften.

1)  REFERENTIENUMMER VAN DE REGISTRATIE: BE/ xxxx / dd-mm-jjjj

2)  NAAM VAN DE BEVOEGDE INSTANTIE / HET LAND:

3)  NAAM & ADRES VAN DE ONDERNEMING

4)  WIJZE VAN VERVOER:

 WEG

 SPOORWEG

 BINNENWATEREN

7)  LIDSTATEN waarin het certificaat geldig is

8)  TYPE COLLO – UN-NUMMER (zie bijlage 1- zelfde formaat)

9)  DATUM

ELEKTRONISCHE HANDTEKENING

GELDIGHEIDSPERIODE: DATUM + 5 jaar

(1)PB C 143 van 22.5.2012, blz. 110.
(2)Standpunt van het Europees Parlement van 11 december 2013.
(3)Richtlijn van de Raad van 13 mei 1996 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming van de gezondheid der bevolking en der werkers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren (PB L 159 van 29.6.1996, blz. 1).
(4)Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad van 16 december 1991 inzake de harmonisatie van technische voorschriften en administratieve procedures op het gebied van de burgerluchtvaart (PB L 373 van 31.12.1991, blz. 4).
(5)Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende de invoering van een communautair monitoring en informatiesysteem voor de zeescheepvaart en tot intrekking van Richtlijn 93/75/EEG van de Raad (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 10).
(6)Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land (PB L 260 van 30.9.2008, blz. 13).
(7) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(8)PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.
(9) PB: gelieve de datum in te voegen : datum van inwerkingtreding van deze verordening.
(10) PB: gelieve de datum in te voegen : twee jaar na de inwerkingtreding van deze verordening.

Juridische mededeling - Privacybeleid