Wijziging van bepaalde verordeningen in verband met het gemeenschappelijke handelsbeleid wat betreft de verlening van gedelegeerde en uitvoeringsbevoegdheden voor de vaststelling van bepaalde maatregelen ***II
Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 12 december 2013 betreffende het standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van bepaalde verordeningen in verband met het gemeenschappelijke handelsbeleid wat betreft de verlening van gedelegeerde en uitvoeringsbevoegdheden voor de vaststelling van bepaalde maatregelen (13284/1/2013 – C7-0408/2013 – 2011/0153(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: tweede lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het standpunt van de Raad in eerste lezing (13284/1/2013 – C7‑0408/2013),
– gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt(1) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0349),
– gezien artikel 294, lid 7, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien artikel 72 van zijn Reglement,
– gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie internationale handel (A7-0419/2013),
1. hecht zijn goedkeuring aan het standpunt van de Raad in eerste lezing;
2. hecht zijn goedkeuring aan de verklaring die als bijlage bij onderhavige resolutie is gevoegd;
3. neemt kennis van de verklaringen van de Commissie die als bijlage bij onderhavige resolutie zijn gevoegd;
4. constateert dat het besluit is vastgesteld overeenkomstig het standpunt van de Raad;
5. verzoekt zijn Voorzitter het besluit samen met de voorzitter van de Raad overeenkomstig artikel 297, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te ondertekenen;
6. verzoekt zijn secretaris-generaal het besluit te ondertekenen nadat is nagegaan of alle procedures naar behoren zijn uitgevoerd, en samen met de secretaris-generaal van de Raad zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, tezamen met alle aan deze resolutie gehechte verklaringen;
7. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Gezamenlijke verklaring over Verordening (EEG) nr. 3030/93 en Verordening (EG) nr. 517/94
Er wordt nota van genomen dat de procedures als bedoeld in artikel 2, lid 6, artikel 6, lid 2, de artikelen 8 en 10, artikel 13, lid 3, artikel 15, leden 3, 4 en 5, en artikel 19 van Verordening (EEG) nr. 3030/93, artikel 4, lid 3, van bijlage IV bij Verordening (EEG) nr. 3030/93, en artikel 2, artikel 3, leden 1 en 3, van bijlage VII bij Verordening (EEG) nr. 3030/93, en artikel 3, lid 3, artikel 5, lid 2, artikel 12, lid 3, en de artikelen 13 en 28 van Verordening (EG) nr. 517/94, worden omgezet in procedures voor het vaststellen van gedelegeerde handelingen. Er wordt op gewezen dat een aantal van die artikelen besluitvormingsprocedures voor de vaststelling van vrijwaringsmaatregelen op het gebied van handelsbescherming betreffen.
Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie zijn van oordeel dat vrijwaringsmaatregelen als uitvoeringsmaatregelen moeten worden behandeld. Bij wijze van uitzondering nemen, in het geval van de specifieke hierboven genoemde bestaande verordeningen, de maatregelen de vorm aan van gedelegeerde handelingen aangezien de invoering van een vrijwaringsmaatregel de vorm aanneemt van een wijziging van de desbetreffende bijlagen bij de basisverordeningen. Dit vloeit voort uit de bijzondere structuur die kenmerkend is voor de hierboven genoemde bestaande verordeningen en zal derhalve niet als precedent worden gebruikt bij de opstelling van handelsbeschermingsinstrumenten en andere vrijwaringsmaatregelen in de toekomst.
Verklaring van de Commissie over codificatie
De vaststelling van Verordening (EU) nr. 37/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van bepaalde verordeningen in verband met het gemeenschappelijke handelsbeleid wat betreft de procedures voor de vaststelling van bepaalde maatregelen en van Verordening (EU) nr. 38/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van bepaalde verordeningen in verband met het gemeenschappelijke handelsbeleid wat betreft de verlening van gedelegeerde bevoegdheden en uitvoeringsbevoegdheden voor de vaststelling van bepaalde maatregelen zal tot een aanzienlijk aantal wijzigingen van de betrokken wetgevingshandelingen leiden. Ter verbetering van de leesbaarheid van de betrokken handelingen zal de Commissie zo spoedig mogelijk na de aanneming van beide verordeningen en ten laatste op 1 juni 2014, een codificatie ervan voorstellen.
Verklaring van de Commissie over gedelegeerde handelingen
In het kader van Verordening (EU) nr. 37/2014 van het Europees Parlement en de Raad van tot wijziging van bepaalde verordeningen in verband met het gemeenschappelijke handelsbeleid wat betreft de procedures voor de vaststelling van bepaalde maatregelen+ en van Verordening (EU) nr. 38/2014 van het Europees Parlement en de Raad van tot wijziging van bepaalde verordeningen in verband met het gemeenschappelijke handelsbeleid wat betreft de verlening van gedelegeerde bevoegdheden en uitvoeringsbevoegdheden voor de vaststelling van bepaalde maatregelen, herinnert de Commissie aan haar toezegging in punt 15 van de kaderovereenkomst over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Commissie, namelijk dat zij in het kader van de opstelling van gedelegeerde handelingen het Parlement alle informatie en documentatie over haar bijeenkomsten met nationale deskundigen zal verstrekken.