Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2013/2980(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B7-0561/2013

Debatten :

PV 12/12/2013 - 17.1
CRE 12/12/2013 - 17.1

Stemmingen :

PV 12/12/2013 - 18.1

Aangenomen teksten :

P7_TA(2013)0602

Aangenomen teksten
PDF 146kWORD 64k
Donderdag 12 december 2013 - Straatsburg
Situatie in de Centraal-Afrikaanse Republiek
P7_TA(2013)0602RC-B7-0561/2013

Resolutie van het Europees Parlement van 12 december 2013 over de situatie in de Centraal-Afrikaanse Republiek (2013/2980(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien zijn resoluties van 17 januari 2013(1) en 12 september 2013(2) over de situatie in de Centraal-Afrikaanse Republiek,

–  gezien de Resoluties van de VN-Veiligheidsraad 2088(2013) van 24 januari 2013, 2121(2013) van 10 oktober 2013, en 2127(2013) van 5 december 2013,

–  gezien het rapport van de secretaris-generaal van de VN van 15 november 2013, en het verslag van Abou Moussa, vertegenwoordiger van de secretaris-generaal en hoofd van het regionale bureau van de Verenigde Naties voor Centraal Afrika,

–  gezien de oproep tot hulpverlening die de Centraal-Afrikaanse premier Nicolas Tiangaye vanaf de tribune van de Verenigde Naties aan de internationale gemeenschap heeft gericht,

–  gezien de brief van 20 november 2013 waarin de Centraal-Afrikaanse autoriteiten vragen dat de MISCA door Franse troepen zal worden ondersteund,

–  gezien de briefing aan de Veiligheidsraad op 25 november 2013 door de the UN adjunct-secretaris-generaal van de VN Jan Eliasson over de situatie in de Centraal-Afrikaanse Republiek,

–  gezien de verklaringen van 21 december 2012, 1 en 11 januari 2013, 25 maart 2013, 21 april 2013, 27 augustus 2013, en 5 december 2013 van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid over de Centraal-Afrikaanse Republiek,

–  gezien de verklaringen van 21 december 2012 over het opnieuw oplaaien van het conflict in de Centraal-Afrikaanse Republiek en van 10 september 2013 over de verergering van de crisis in de Centraal-Afrikaanse Republiek door de EU-Commissaris voor humanitaire hulp en burgerbescherming,

–  gezien de herziene Overeenkomst van Cotonou,

–  gezien de oprichting in mei 2013 van een internationale contactgroep inzake de Centraal-Afrikaanse Republiek die de regionale, continentale en internationale acties moet coördineren om een duurzame oplossing te vinden voor de steeds terugkerende problemen van het land,

–  gezien de vergadering van de internationale contactgroep van 3 mei 2013 in Brazzaville (Republiek Congo) waar het stappenplan voor de overgang werd goedgekeurd en een bijzonder fonds werd opgericht om de CAR bij te staan,

–  gezien de verklaring van de internationale contactgroep over de CAR in haar derde vergadering te Bangui op 8 november 2013,

–  gezien het Statuut van Rome van 1998 van het Internationaal Strafhof (ICC), dat door de CAR in 2001 werd geratificeerd,

–  gezien het Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake de rechten van het kind inzake de betrokkenheid van kinderen bij gewapende conflicten, dat is ondertekend door de CAR,

–  gezien de persverklaring van 13 november 2013 van de Raad voor Vrede en Veiligheid van de Afrikaanse Unie over de situatie in de CAR,

–  gezien het nieuwe operatieplan dat de Raad voor Vrede en Veiligheid van de Afrikaanse Unie op 10 oktober 2013 heeft vastgesteld,

–  gezien het communiqué van 13 november 2013, waarin de Raad voor Vrede en Veiligheid van de AU zich verheugd betoont over de voorgenomen versterking van het Franse contingent voor een betere ondersteuning van de MISCA,

–  gezien de resolutie van de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU van 19 juni 2013 over de Centraal-Afrikaanse Republiek,

–  gezien de verklaring van 27 november 2013 van de covoorzitters van de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU in Addis Ababa (Ethiopië),

–  gezien de conclusies van de Raad van de EU van 21 oktober 2013 over de Centraal-Afrikaanse Republiek,

–  gezien artikel 122, lid 5, en artikel 110, lid 4, van zijn Reglement,

Geweld

A.  overwegende dat sinds het uitbreken van de gevechten in de CAR tegen het einde van 2012, en de overname van de macht van voormalig President François Bozizé door Séléka-rebellen in maart 2013, de CAR in complete chaos is gestort, als gevolg waarvan er ernstig gebrek bestaat aan voedsel en medicijnen;

B.  overwegende dat elementen van de Séléka-coalitie sinds zij na hun militaire overwinning van 24 maart 2013 aan de macht zijn gekomen, zich steeds vaker schuldig maken aan machtsmisbruik, verkrachtingen, misdaden, fysiek geweld, diefstal, plundering en andere schendingen van de mensenrechten, zowel in de hoofdstad als in de provincie, en aan iedere vorm van controle ontsnappen; overwegende dat er steeds meer kindsoldaten worden ingezet, en het seksueel geweld toeneemt;

C.  overwegende dat ook andere gewapende groepen zich aan misbruik en mishandeling schuldig maken, waarvan sommige beweren aanhangers te zijn van voormalig President Bozizé;

D.  overwegende dat sinds 5 december 2013, binnen een tijdsbestek van 72 uur, 400 mensen in Bangui om het leven zijn gekomen;

E.  overwegende dat de oorlog dreigt te ontaarden in een godsdienstoorlog, zoals blijkt uit de benarde positie waarin christelijke gemeenschappen zijn terechtgekomen, en dat ondanks de gemeenschappelijke pogingen van religieuze leiders om een interconfessionele oorlog te voorkomen en de traditionele vreedzame co-existentie tussen de verschillende religies en gemeenschappen te bewaren, de situatie uit de hand dreigt te lopen tenzij adequaat wordt opgetreden;

F.  overwegende dat het gevaar bestaat dat de hele regio wordt aangestoken, want als de CAR een vrijhaven wordt voor terroristen, drugsmokkelaars, jihadisten en bandieten, zullen de buurlanden daar eveneens onder te lijden hebben; overwegende dat de Kameroense autoriteiten de grens met de CAR tijdelijk hebben gesloten nadat Séléka-rebellen de grensstad Toktoyo hadden aangevallen en een Kameroense grenswacht gedood;

G.  overwegende dat dit geweld wordt begaan door groepen die met moderne wapens, waaronder ook zware wapens, zijn uitgerust;

H.  overwegende dat gewapende conflicten zich steeds vaker zelf kunnen financieren, omdat rebellengroepen, criminele netwerken, huurlingen en rovende elites steeds vaker de hand weten te leggen op natuurlijke rijkdommen voor financiering van militaire activiteiten;

I.  overwegende dat de voorlopige nationale autoriteiten niet in staat zijn de daders van het geweld in het gareel te krijgen en aan hun plicht om de bevolking te beschermen te beantwoorden;

J.  overwegende dat de gewelddaden die in de CAR worden begaan, een onverwijld optreden rechtvaardigen om de risico’s tegen te gaan van massale misdaden die de bevolking in Centraal-Afrika en de stabiliteit van andere landen in de regio bedreigen;

K.  overwegende dat de situatie in de CAR een klimaat dreigt op te leveren waarin transnationale criminele activiteiten maar al te goed kunnen gedijen (passage uit resolutie van de VN-Veiligheidsraad);

Veiligheid

L.  overwegende dat de inzet van een troepenmacht van 1.300 man door de ECCAS (Economische Gemeenschap van Centraal-Afrikaanse staten ) in de CAR, niet heeft kunnen beletten dat het land naar volledige wetteloosheid afglijdt;

M.  overwegende dat de VN-Veiligheidsraad in zijn unaniem aangenomen resolutie 2127(2013) toestemming heeft gegeven voor een zwaarder militair optreden van Franse en Afrikaanse troepen voor herstel van de veiligheid en bescherming van de burgerbevolking in de CAR, een wapenembargo heeft opgelegd en de Verenigde Naties heeft gevraagd om een eventuele vredeshandhavingsmissie;

N.  overwegende dat generaal Jean-Marie Michel Mokoko (Congo) op 26 november 2013 werd benoemd tot speciale vertegenwoordiger van de Afrikaanse Unie in de Centraal-Afrikaanse Republiek en tot commandant van de Afrikaanse troepenmacht die in het land wordt ingezet (MISCA);

O.  overwegende dat de MISCA voor een periode van twaalf maanden inzetbaar is, met een verlengingsclausule van zes maanden , en tot taak heeft de burgerbevolking te beschermen, de orde en veiligheid te herstellen, het land te stabiliseren en de toezending van humanitaire hulp vlot te laten verlopen;

P.  overwegende dat de inzet van een ‘vredeshandhavingsmissie’ van de VN zoals door de AU aangevraagd, en mogelijk gemaakt door resolutie 2127 van de VN-Veiligheidsraad, de financiële houdbaarheid van de operatie mogelijk zou maken;

Q.  overwegende dat een dergelijke VN-operatie, wil deze effectief zijn, volgens het rapport van de VN-secretaris-generaal 6.000 tot 9.000 blauwhelmen zou vergen ;

Mensenrechten

R.  overwegende dat het wegvallen van de openbare orde en veiligheid in de CAR een humanitaire ramp teweeg brengt en tevens een grote bedreiging vormt voor de regionale veiligheid;

S.  overwegende dat een half miljoen mensen, op een bevolking van 4,6 miljoen, op de vlucht zijn geslagen voor de moordpartijen op burgers, het platbranden van huizen en de vernietiging van elementaire infrastructuur;

T.  overwegende dat de openbare aanklager van het gerechtshof van Bangui op 4 september 2013 10 jaar gevangenisstraf heeft geëist tegen de 24 voormalige Séléka-rebellen in het eerste proces tegen de plegers van wandaden in de CAR;

U.  overwegende dat talloze daders van mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden niet zijn vervolgd; overwegende dat dit de idee van straffeloosheid en nog meer misdadig optreden aanmoedigt;

Humanitaire situatie

V.  overwegende dat de recente Emergency Food Security Assessment (EFSA) aan het licht bracht dat 484 000 mensen in het land bloot staan aan voedselonzekerheid;

W.  overwegende dat humanitaire organisaties wegens onveiligheid en onvoldoende middelen in verhouding tot de omvang van de crisis, alleen in de steden kunnen werken;

X.  overwegende dat 70% van de kinderen wegens de instabiele situatie wegblijven van school;

Y.  overwegende dat de Europese Unie de geregelde politieke dialoog met de CAR voortzet en de belangrijkste donor blijft van het land na haar humanitaire hulp met 8 miljoen euro te tot 20 miljoen euro hebben verhoogd; overwegende dat deze EU-hulp niet kan volstaan en dat andere internationale partners ook verplichtingen moeten aangaan;

Ontwikkeling

Z.  overwegende dat de complexiteit van de crisis vraagt om een alomvattende en samenhangende respons, integraal en multidimensioneel, want alleen een militaire interventie kan de problemen niet oplossen;

AA.  overwegende dat het zaak is een brede en holistische benadering aan te houden waarbij rekening wordt gehouden met de onderlinge verwevenheid tussen het beheer in de CAR over de natuurlijke hulpbronnen, en vraagstukken van vrede, veiligheid en ontwikkeling, met het oog op een blijvende oplossing;

AB.  overwegende dat aanzienlijke internationale economische hulp noodzakelijk is;

AC.  overwegende dat het Kimberley-proces besloten heeft de CAR te schorsen;

AD.  overwegende dat de EU ondanks de onzekere situatie in de CAR de ontwikkelingssamenwerking nooit heeft opgeschort en de belangrijkste donor is gebleven van humanitaire hulp; dat de EU op 5 december 2013 50 miljoen euro heeft aangeboden aan de internationale ondersteuningsmissie onder Afrikaanse leiding in de CAR, als bijdrage aan de stabilisering van het land en de bescherming van de lokale bevolking, en ook om de voorwaarden te scheppen waaronder humanitaire hulp kan worden geboden en hervorming van de veiligheids- en defensiesector mogelijk wordt;

Geweld

1.  veroordeelt ten zeerste de ernstige schendingen van de humanitaire wetgeving en de wijdverspreide schendingen van de mensenrechtenwetgeving, met name door voormalige Sékéla en militiagroepen, waaronder lynchpartijen, standrechtelijke executies, gedwongen verdwijningen, willekeurige arrestaties en detenties, marteling, seksueel en gendergerelateerd geweld en ronselen van kindsoldaten; uit zijn grote bezorgdheid over de nieuwe spiraal van geweld en wedergeweld die de CAR in zijn greep heeft en die dreigt te ontaarden in een onbeheersbare situatie waarin de meest zware misdaden worden begaan die het internationale recht kent, zoals oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid ; is evenzeer bezorgd over het mogelijke overloopeffect, waardoor de hele regio dreigt te worden gedestabiliseerd;

2.  betuigt nogmaals zijn diepe bezorgdheid over de situatie in de CAR, gekenmerkt als deze is door wegvallen van recht en orde, afwezigheid van rechtsstatelijkheid en door sektarisch geweld; veroordeelt het recente geweld, dat de meest basale diensten in het land nog verder heeft geërodeerd en dat de al ernstige humanitaire situatie waarin de gehele bevolking zich bevindt nog heeft verergerd;

3.  verwelkomt in dit verband het besluit van de VN-Veiligheidsraad tot een wapenembargo tegen de CAR;

Veiligheid

4.  is verheugd over de aanneming van Resolutie 2127 (2013) van de VN-Veiligheidsraad op grond van hoofdstuk VII van het Handvest van de Verenigde Naties en verzoekt om een snelle invoering om de bevolking van de CAR verder geweld en onveiligheid te besparen;

5.  is ingenomen met de snelle inzet van Franse legertroepen op grond van de door de VN-Veiligheidsraad gegeven toestemming en hun inspanningen gericht op de beëindiging van het geweld, de bescherming van de burgerbevolking en de ontwapening van de milities;

6.  brengt hulde aan de nagedachtenis van twee Franse soldaten, deel uitmakend van de Afrikaanse troepen, die zijn gedood op de eerste dag van hun missie ter bescherming van de burgerbevolking van de CAR;

7.  is ingenomen met de bestaande internationale inspanningen om de orde te herstellen, met inbegrip van de versterking van Micopax-vredesmacht van de Ceeac en zijn gedaantewisseling in de vredesmacht van de internationale ondersteuningsmissie ten behoeve van de Centraal-Afrikaanse Republiek (Misca), onder de verantwoordelijkheid van de Afrikaanse Unie;

8.  verzoekt de internationale gemeenschap om financiële middelen, troepen en alle andere noodzakelijke bijdragen te leveren voor het vergroten van de aanwezigheid van de voornamelijk Afrikaanse internationale veiligheidsmacht en de uitvoering van zijn mandaat te verzekeren; is in dit verband ingenomen met de 50 miljoen EUR die de EU ter beschikking heeft gesteld ter ondersteuning van de internationale ondersteuningsmissie onder Afrikaanse leiding ten behoeve van de CAR;

9.  betreurt het langzame tempo waarmee de vredeshandhavingsoperatie van de VN tot stand is gebracht en de tijd die de Veiligheidsraad nodig heeft gehad om een mandaat af te geven op grond van hoofdstuk VII van het Handvest van de Verenigde Naties;

10.  is voorts van mening dat de aanpak van de gevolgen van de conflicten noodzakelijk is , met name door middel van hervorming van de strijdkrachten en veiligheidstroepen, demilitarisatie, de demobilisering en de re-integratie van ex-strijders, in overeenstemming met resolutie 2121 (2013) van de VN-Veiligheidsraad, de repatriëring van vluchtelingen, de terugkeer van binnenlandse ontheemden naar hun woningen, en de uitvoering van levensvatbare ontwikkelingsprogramma's;

11.  verzoekt de Raad van de Europese Unie de mogelijkheid te onderzoeken voor opleidingen en steun aan de Internationale door Afrikaanse staten geleide steunmissie (Afism), zoals dat is gebeurd voor de missie van de Afrikaanse Unie in Somalië (Amisom), teneinde de capaciteit van de Afrikaanse troepenmacht te vergroten om de planning en de uitvoering van veiligheidsoperaties onder eigen hoede te nemen;

12.  merkt op dat de recente crises in Mali en de CAR de noodzaak aantonen om het Afrikaanse continent te voorzien van een adequate continentale veiligheidscapaciteit; verzoekt in dit verband de EU en haar lidstaten hun steun te verhogen aan de effectieve totstandbrenging van de in juni 2013 ingestelde Afrikaanse capaciteit voor onmiddellijk optreden ten behoeve van crisisbeheersing (CARIC), die onmisbaar is voor de snelle inzet van de parate Afrikaanse troepenmacht (ASF);

13.  spreekt de wens uit van een versterking van de regionale samenwerking in de strijd tegen het zogeheten Lord's Resistance Army;

Mensenrechten

14.  benadrukt dat plegers van ernstige schendingen van de mensenrechten of het internationale humanitaire recht niet ongestraft mogen blijven; verzoekt dat de plegers van dergelijke daden worden gemeld, geïdentificeerd, vervolgd en gestraft overeenkomstig nationaal en internationaal strafrecht; wijst er in dit verband op dat de situatie in de CAR al bij het Internationaal Strafhof aanhangig is gemaakt en dat volgens het statuut van het hof er geen verjaringstermijn geldt voor genocide, misdrijven tegen de menselijkheid of oorlogsmisdrijven, en is ingenomen met de verklaring van de aanklager van het CPI op 7 augustus 2013;

15.  vraagt om maatregelen die zo spoedig mogelijk worden genomen om het geweld tegen vrouwen en meisjes te bestrijden, hun bescherming te verzekeren en de straffeloosheid van plegers van dergelijke misdrijven te beëindigen;

16.  is in het bijzonder ingenomen met de instelling door de VN-Veiligheidsraad van een onderzoekscommissie om meldingen over schendingen door alle partijen in de CAR van internationaal humanitair recht en grondrechten sinds januari 2013, na te trekken; vraagt alle partijen volledig met deze commissie samen te werken teneinde ervoor te zorgen dat de plegers van deze afschuwelijke daden ter verantwoording worden geroepen;

17.  spoort aan tot volledige samenwerking met het Sanctiecomité dat bij resolutie 2127 (2013) van de VN-Veiligheidsraad is ingesteld;

18.  dringt er bij de autoriteiten van de CAR op aan de verplichtingen na te komen die zijn verankerd in het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof, dat hun land heeft ondertekend;

19.  verzoekt om de handhaving van nationale en internationale verplichtingen met betrekking tot het verbod op rekrutering en gebruik van kinderen voor legers en gewapende groepen;

Humanitaire situatie

20.  is verheugd over de totstandbrenging op 9 december van een humanitaire luchtbrug van de EU, door ECHO-flights – de humanitaire luchtvervoersdienst – , teneinde de internationale inspanningen te vergroten voor de stabilisatie van de situatie in de CAR door humanitaire hulp aan de meest behoeftigen te verzorgen; prijst de inspanningen van de externe dienst en de Commissaris voor humanitaire hulp voor de snelle reactie in deze situatie;

21.  vraagt de internationale gemeenschap de CAR bovenaan zijn agenda te houden en dit kwetsbare land te steunen; benadrukt in dit verband dat de humanitaire gemeenschap haar verplichtingen tegenover de CAR nakomt, ondanks de huidige politieke en veiligheidssituatie, en voldoende middelen toewijst voor een antwoord op de medische en humanitaire crisis die het land ondergaat; is bezorgd over de beperkte toegang van humanitaire hulp en veroordeelt de aanvallen op humanitaire hulpverleners; roept alle partijen in het conflict op, en in het bijzonder de Séléka-coalitie, om veilige en ongehinderde toegang voor humanitaire en noodhulporganisaties mogelijk te maken;

22.  is verheugd over de verhoogde steun van de EU om de humanitaire crisis in de CAR aan te pakken, en dringt er bij de EU en haar lidstaten op aan, als grootste donoren, hun werkzaamheden nog meer te coördineren met de overige donoren en de internationale instellingen om op adequate wijze te kunnen voldoen aan de dringende humanitaire behoeften en zo het lijden van de bevolking van de CAR te verzachten;

Ontwikkeling

23.  vraagt de internationale contactgroep inzake de CAR, het land te voorzien van de nodige financiële hulp voor een levensvatbare economische ontwikkeling, het herstel van een werkend overheidsapparaat en van functionerende diensten en voor het tot stand brengen van werkende democratische instellingen die in staat zijn om burgers bescherming te bieden;

24.  benadrukt dat een allesomvattende politieke oplossing, met inbegrip van een eerlijke verdeling van de inkomsten via de overheidsbegroting, van vitaal belang is om een oplossing voor de crisis te vinden en de weg te effenen naar een duurzame ontwikkeling van de regio;

25.  veroordeelt de illegale exploitatie van natuurlijke hulpbronnen in de CAR;

26.  is van oordeel dat transparantie en publieke controle in de mijnbouwsector cruciaal zijn voor een efficiënt mijnbouwbeheer en voor het openbaar maken van de activiteiten en de opbrengsten van de mijnbouw- en exportbedrijven;

27.  vraagt om het treffen van maatregelen met de ondersteuning van de internationale gemeenschap, om de inspanningen voor de oplossing van de politieke crisis te verhogen en een rechtssysteem en een overheidsinfrastructuur op te bouwen, waarbij grote prioriteit wordt gegeven aan het herstel van elementaire diensten op het gebied van justitie, gezondheidszorg en onderwijs; vraagt om maatregelen die het recht op onderwijs waarborgen en bevorderen en aan de regering om haar inspanningen te verhogen ten aanzien van de uitvoering van het actieplan inzake onderwijs voor iedereen;

28.  veroordeelt de vernietiging van de natuurlijke rijkdommen, met name de stroperij (resolutie van de VN-Veiligheidsraad);

Het politieke proces;

29.  bevestigt opnieuw zijn steun voor de onafhankelijkheid, eenheid en territoriale integriteit van de CAR;

30.  vraagt de autoriteiten van de CAR de overeenkomsten betreffende de politieke overgang zonder vertraging uit te voeren teneinde verkiezingen en de terugkeer naar een constitutioneel bestel in 2015 mogelijk te maken;

31.  herhaalt zijn steun aan de eerste minister, Nicolas Tiangaye, die de steun heeft van de internationale gemeenschap;

32.  vraagt om het herstel van het ambtenarenapparaat van de CAR teneinde geloofwaardige en onomstreden landelijke opiniepeilingen te organiseren om het land verder op de weg naar democratie te leiden; stelt vast dat, ondanks de inspanningen van de eerste minister Tiangaye, de structuren en de controle van de staat zodanig zijn verzwakt dat er nog maar weinig van over is gebleven; spoort aan tot de deelname van maatschappelijke organisaties in de discussies over de toekomst van de CAR;

33.  dringt erop aan dat de overgangsregering de volledige deelname van vrouwen aan alle stadia van het proces (resolutie van de VN-Veiligheidsraad) waarborgt;

34.  is verheugd dat de Verenigde Naties zich verbinden het beheer van de overgang van nabij te volgen;

o
o   o

35.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter / hoge vertegenwoordiger Catherine Ashton, de VN-Veiligheidsraad, de secretaris-generaal van de VN, de instellingen van de Afrikaanse Unie, de Economische Gemeenschap van Centraal-Afrikaanse Staten (Eccas), de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU en de EU-lidstaten, en de Nationale Overgangsraad van de Centraal-Afrikaanse Republiek.

(1) Aangenomen teksten, P7_TA(2013)0033.
(2) Aangenomen teksten, P7_TA(2013)0389.

Juridische mededeling - Privacybeleid