Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2012/0060(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0454/2013

Ingediende teksten :

A7-0454/2013

Debatten :

PV 14/01/2014 - 10
CRE 14/01/2014 - 10

Stemmingen :

PV 15/01/2014 - 10.11
CRE 15/01/2014 - 10.11
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2014)0027

Aangenomen teksten
PDF 510kWORD 337k
Woensdag 15 januari 2014 - Straatsburg
Toegang van goederen en diensten uit derde landen tot de aanbestedingsmarkten ***I
P7_TA(2014)0027A7-0454/2013

Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 15 januari 2014 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad over toegang van goederen en diensten uit derde landen tot de interne aanbestedingsmarkt van de Unie en procedures tot ondersteuning van onderhandelingen over toegang van goederen en diensten uit de Unie tot de aanbestedingsmarkten van derde landen (COM(2012)0124 – C7-0084/2012 – 2012/0060(COD))(1)

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Door de Commissie voorgestelde tekst   Amendement
Amendement 1
Voorstel voor een verordening
Titel 1
Voorstel voor een
Voorstel voor een
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
over toegang van goederen en diensten uit derde landen tot de interne aanbestedingsmarkt van de Unie en procedures tot ondersteuning van onderhandelingen over toegang van goederen en diensten uit de Unie tot de aanbestedingsmarkten van derde landen
over toegang van goederen en diensten uit derde landen tot de interne aanbestedings- en concessiemarkt van de Unie en procedures tot ondersteuning van onderhandelingen over toegang van goederen en diensten uit de Unie tot de aanbestedingsmarkten en de concessies van derde landen
(Voor de EER relevante tekst)
(Voor de EER relevante tekst)
Amendement 2
Voorstel voor een verordening
Visum 3 bis (nieuw)
—  gezien de herziene aanbestedingsrichtlijnen (2011/0438(COD), 2011/0439(COD) en 2011/0437(COD));
Amendement 3
Voorstel voor een verordening
Visum 3 ter (nieuw)
gezien de herziene plurilaterale overeenkomst inzake overheidsopdrachten (Government Procurement Agreement – GPA),
Amendement 4
Voorstel voor een verordening
Overweging 1
(1)   Volgens artikel 21 van het Verdrag betreffende de Europese Unie bepaalt en voert de Unie een gemeenschappelijk beleid en optreden en beijvert zij zich voor een hoge mate van samenwerking op alle gebieden van de internationale betrekkingen, om met name de integratie van alle landen in de wereldeconomie te stimuleren, onder meer door het geleidelijk wegwerken van belemmeringen van de internationale handel.
(1)   Volgens artikel 21 van het Verdrag betreffende de Europese Unie bepaalt en voert de Unie een gemeenschappelijk beleid en optreden en beijvert zij zich voor een hoge mate van samenwerking op alle gebieden van de internationale betrekkingen, om met name haar waarden, fundamentele belangen, veiligheid, onafhankelijkheid en integriteit te beschermen en om de integratie van alle landen in de wereldeconomie te stimuleren, onder meer door het geleidelijk wegwerken van belemmeringen van de internationale handel.
Amendement 86
Voorstel voor een verordening
Overweging 4 bis (nieuw)
(4 bis)  De herziene plurilaterale overeenkomst inzake overheidsopdrachten (Government Procurement Agreement – GPA) van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) voorziet slechts in beperkte markttoegang voor ondernemingen uit de Unie tot de aanbestedingsmarkten van derde landen en is slechts van toepassing op een beperkt aantal WTO-leden die partij zijn bij de GPA. De herziene GPA is door de Unie in december 2013 geratificeerd.
Amendement 5
Voorstel voor een verordening
Overweging 5
(5)   In het kader van de Wereldhandelsorganisatie en door middel van haar bilaterale betrekkingen is de Unie een pleitbezorger van een ambitieuze openstelling van de internationale aanbestedingsmarkten van de Unie en haar handelspartners, in een geest van wederkerigheid en wederzijds voordeel.
(5)   In het kader van de Wereldhandelsorganisatie en door middel van haar bilaterale betrekkingen is de Unie een pleitbezorger van een ambitieuze openstelling van de internationale aanbestedings- en concessiemarkten van de Unie en haar handelspartners, in een geest van wederkerigheid en wederzijds voordeel.
Amendement 6
Voorstel voor een verordening
Overweging 5 bis (nieuw)
(5 bis)  Aanbestedingen vormen een belangrijk onderdeel van het bbp van de Unie en moeten dan ook gebruikt worden om het potentieel voor innovatie en industriële productie in de Unie te versterken. Met het oog op een duurzame beleidsstrategie voor de bedrijfswereld in de Unie, moeten oneerlijke inschrijvingen die goederen en/of diensten bevatten die afkomstig zijn van buiten de Unie, dan ook worden uitgesloten. Tegelijkertijd moeten wederkerigheid en eerlijke mededingingsvoorwaarden bij de toegang tot de markt voor ondernemingen uit de Unie worden verzekerd.
Amendement 7
Voorstel voor een verordening
Overweging 5 ter (nieuw)
(5 ter)  Het handelsbeleid van de Unie dient bij te dragen tot de vermindering van de armoede in de wereld door de nadruk te leggen op verbetering van de arbeidsomstandigheden, van de arbeids- en gezondheidsbescherming en van de grondrechten.
Amendement 8
Voorstel voor een verordening
Overweging 6
(6)   Vele derde landen zijn weigerachtig om hun aanbestedingsmarkten voor internationale concurrentie open te stellen of om hun markten verder open te stellen dan reeds het geval was. Bijgevolg krijgen ondernemers uit de Unie bij heel wat handelspartners van de Unie te maken met restrictieve praktijken in het gunnen van overheidsopdrachten. Deze restrictieve praktijken leiden tot verlies van belangrijke handelsmogelijkheden.
(6)   Vele derde landen zijn weigerachtig om hun aanbestedings- en concessiemarkten voor internationale concurrentie open te stellen of om hun markten verder open te stellen dan reeds het geval was. Bijgevolg krijgen ondernemers uit de Unie bij heel wat handelspartners van de Unie te maken met restrictieve praktijken in het gunnen van overheidsopdrachten. Deze restrictieve praktijken leiden tot verlies van belangrijke handelsmogelijkheden.
Amendement 87
Voorstel voor een verordening
Overweging 7
(7)  Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten10 en Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten11 bevatten slechts enkele bepalingen die betrekking hebben op de externe dimensie van het aanbestedingsbeleid van de Unie, met name de artikelen 58 en 59 van Richtlijn 2004/17/EG. Deze bepalingen hebben echter een beperkt toepassingsgebied en worden door een gebrek aan richtsnoeren nauwelijks toegepast door aanbestedende diensten.
(7)  Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten10 en Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten11 bevatten slechts enkele bepalingen die betrekking hebben op de externe dimensie van het aanbestedingsbeleid van de Unie, met name de artikelen 58 en 59 van Richtlijn 2004/17/EG. Deze bepalingen hadden echter een beperkt toepassingsgebied en werden door een gebrek aan richtsnoeren nauwelijks toegepast door aanbestedende diensten en moeten daarom worden vervangen door bepalingen die beknopter en beter toepasbaar zijn..
__________________
__________________
10 PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1.
10 PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1.
11 PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114.
11 PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114.
Amendement 88
Voorstel voor een verordening
Overweging 7 bis (nieuw)
(7 bis)  Markttoegang voor inschrijvers uit derde landen tot de aanbestedingsmarkten van de Unie wordt verleend overeenkomstig de Richtlijnen 2014/.../EU12, 2014/.../EU13 en 2014/.../EU14 van het Europees Parlement en de Raad;
__________________
12 Richtlijn 2014/…/EU van het Europees Parlement en de Raad van … inzake overheidsopdrachten (PB L…).
13 Richtlijn 2014/…/EU van het Europees Parlement en de Raad van … inzake overheidsopdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (PB L …).
14 Richtlijn 2014/…/EU van het Europees Parlement en de Raad van … betreffende de gunning van concessieopdrachten (PB L…).
Amendement 9
Voorstel voor een verordening
Overweging 8
(8)   Overeenkomstig artikel 207 VWEU moet de gemeenschappelijke handelspolitiek op het gebied van overheidsopdrachten gegrond worden op eenvormige beginselen.
(8)   Overeenkomstig artikel 207 VWEU moet de gemeenschappelijke handelspolitiek op het gebied van overheidsopdrachten en concessies gegrond worden op eenvormige beginselen.
Amendement 10
Voorstel voor een verordening
Overweging 9
(9)   Ter wille van de rechtszekerheid voor ondernemers en aanbestedende diensten van de Unie en van derde landen moeten de internationale verbintenissen inzake markttoegang die de Unie ten aanzien van derde landen is aangegaan op het gebied van overheidsopdrachten, hun weerslag krijgen in de rechtsorde van de EU en moet worden gezorgd voor de daadwerkelijke toepassing daarvan. De Commissie moet richtsnoeren uitvaardigen voor de toepassing van de bestaande internationale verbintenissen inzake markttoegang van de Europese Unie. Deze richtsnoeren moeten regelmatig worden bijgewerkt en moeten gemakkelijk te gebruiken informatie bevatten.
(9)   Ter wille van de rechtszekerheid voor ondernemers en aanbestedende diensten van de Unie en van derde landen moeten de internationale verbintenissen inzake markttoegang die de Unie ten aanzien van derde landen is aangegaan op het gebied van overheidsopdrachten en concessies, hun weerslag krijgen in de rechtsorde van de EU en moet worden gezorgd voor de daadwerkelijke toepassing daarvan. De Commissie moet richtsnoeren uitvaardigen voor de toepassing van de bestaande internationale verbintenissen inzake markttoegang van de Europese Unie. Deze richtsnoeren moeten regelmatig worden bijgewerkt en moeten gemakkelijk te gebruiken informatie bevatten.
Amendement 11
Voorstel voor een verordening
Overweging 9 bis (nieuw)
(9 bis)  De Commissie moet erop toezien dat zij geen programma’s financiert waarbij de gunning en uitvoering van internationale overheidsopdrachten indruisen tegen de in de aanbestedingsrichtlijnen (2011/0438(COD), 2011/0439(COD) en 2011/0437(COD)) vastgestelde beginselen.
Amendement 12
Voorstel voor een verordening
Overweging 10
(10)   Ter verbetering van de toegang van Europese ondernemers tot de aanbestedingsmarkten van een aantal derde landen die door restrictieve maatregelen op het gebied van overheidsopdrachten worden beschermd, en ter vrijwaring van gelijke concurrentievoorwaarden binnen de Europese eengemaakte markt moet de behandeling van goederen en diensten uit derde landen die niet onder de internationale verbintenissen van de Unie vallen, worden geharmoniseerd in de Europese Unie.
(10)   Ter verbetering van de toegang van Europese ondernemers tot de aanbestedings- en concessiemarkten van een aantal derde landen die door restrictieve maatregelen op het gebied van overheidsopdrachten worden beschermd, en ter vrijwaring van gelijke concurrentievoorwaarden binnen de Europese eengemaakte markt moet de behandeling van goederen en diensten uit derde landen die niet onder de internationale verbintenissen van de Unie vallen, worden geharmoniseerd in de Europese Unie.
Amendement 13
Voorstel voor een verordening
Overweging 11
(11)   Met dit doel moeten oorsprongsregels worden vastgesteld zodat aanbestedende diensten weten of goederen en diensten onder internationale verbintenissen van de Europese Unie vallen. De oorsprong van een goed moet worden vastgesteld overeenkomstig de artikelen 22 tot en met 26 van Verordening (EG) nr. 2913/1992 van het Europees Parlement en de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek12. Volgens deze verordening moeten goederen worden geacht goederen van de Unie te zijn wanneer zij geheel en al zijn verkregen in de Unie. Goederen bij de vervaardiging waarvan een of meer derde landen zijn betrokken, zijn van oorsprong uit het land waar, in een daartoe ingerichte onderneming, de laatste ingrijpende en economisch verantwoorde bewerking of bewerking heeft plaatsgevonden die hetzij tot de fabricage van een nieuw product heeft geleid, hetzij een belangrijk fabricagestadium vertegenwoordigt. De oorsprong van een dienst moet worden vastgesteld op basis van de oorsprong van de natuurlijke of rechtspersoon die de dienst verstrekt. De in overweging 9 vermelde richtsnoeren moeten gewijd zijn aan de praktische toepassing van de oorsprongsregels.
(11)   Met dit doel moeten oorsprongsregels worden vastgesteld zodat aanbestedende diensten weten of goederen en diensten onder internationale verbintenissen van de Europese Unie vallen. De oorsprong van een goed moet worden vastgesteld overeenkomstig de artikelen 59 tot en met 63 van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad, met inbegrip van de aanvullende bepalingen die krachtens artikel 65 daarvan moeten worden aangenomen. Volgens deze verordening moeten goederen worden geacht goederen van de Unie te zijn wanneer zij geheel en al zijn verkregen in de Unie. Goederen bij de vervaardiging waarvan een of meer derde landen zijn betrokken, zijn van oorsprong uit het land waar, in een daartoe ingerichte onderneming, de laatste ingrijpende en economisch verantwoorde bewerking of bewerking heeft plaatsgevonden die hetzij tot de fabricage van een nieuw product heeft geleid, hetzij een belangrijk fabricagestadium vertegenwoordigt. De oorsprong van een dienst moet worden vastgesteld op basis van de oorsprong van de natuurlijke of rechtspersoon die de dienst verstrekt. De vaststelling van de oorsprong van een dienst moet gebeuren overeenkomstig de principes van de Algemene Overeenkomst inzake de handel in diensten (General Agreement on Trade in Services, GATS) van de WTO. De bepalingen betreffende de oorsprongsregels voor diensten moeten voorkomen dat de beperkingen van de toegang tot de aanbestedingsmarkt van de Unie worden omzeild door de oprichting van brievenbusmaatschappijen. De in overweging 9 vermelde richtsnoeren moeten gewijd zijn aan de praktische toepassing van de oorsprongsregels.
_____________
12PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1
Amendementen 14 en 89
Voorstel voor een verordening
Overweging 12
(12)   De Commissie moet beoordelen of zij haar goedkeuring kan verlenen ingeval aanbestedende diensten in de zin van Richtlijnen [2004/17/EG, 2004/18/EG en Richtlijn […] van het Europees Parlement en de Raad van […] betreffende de gunning van concessieopdrachten13] voor opdrachten met een geraamde waarde van 5 000 000 EUR of meer niet onder door de Europese Unie aangegane internationale verbintenissen vallende goederen en diensten uitsluiten van procedures voor de gunning van opdrachten voor goederen en diensten.
(12)   Als de Commissie een extern onderzoek van aanbestedingen overeenkomstig instelt om te bepalen of een gebrek aan wezenlijke wederkerigheid kan worden vastgesteld met betrekking tot de toegang tot de aanbestedingsmarkten van derde landen, moet de Commissie beoordelen of zij haar goedkeuring kan verlenen ingeval aanbestedende diensten in de zin van Richtlijnen [2004/17/EG, 2004/18/EG en Richtlijn […] van het Europees Parlement en de Raad van […] betreffende de gunning van concessieopdrachten13] voor procedures voor de gunning van opdrachten of concessies met een geraamde waarde van 5 000 000 EUR of meer niet onder door de Europese Unie aangegane internationale verbintenissen vallende goederen en diensten uitsluiten van procedures voor de gunning van opdrachten voor goederen en diensten. Dit geldt niet voor procedures voor de gunning van opdrachten voor goederen en diensten die van oorsprong zijn uit de landen van de Europese Economische Ruimte, overeenkomstig de definitie van de toepasselijke oorsprongsregels, opdrachten voor goederen en diensten die van oorsprong zijn uit de landen die vallen onder de "alles-behalve-wapens"-regeling, die zijn opgelijst in bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 978/2012 van het Europees Parlement en de Raad1, of opdrachten voor goederen en diensten die van oorsprong zijn uit ontwikkelingslanden die kwetsbaar worden geacht als gevolg van onvoldoende diversificatie en integratie in het internationale handelssysteem, zoals bepaald in bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 978/2012.
________________
________________
13 PB L….
13 PB L….
13bis Verordening (EU) nr. 978/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad (PB L 303 van 31.10.2012, blz. 1).
Amendementen 15 en 90
Voorstel voor een verordening
Overweging 13
(13)   Ter wille van de transparantie zijn aanbestedende diensten die voornemens zijn overeenkomstig deze verordening gebruik te maken van hun bevoegdheid om van procedures voor de gunning van overheidsopdrachten inschrijvingen uit te sluiten die goederen en diensten bevatten van buiten de Europese Unie, waarbij de waarde van de niet onder internationale verbintenissen vallende goederen of diensten meer dan 50% vormt van de totale waarde van deze goederen of diensten, verplicht de ondernemers daarvan op de hoogte brengen in de aankondiging van de opdracht in het Publicatieblad van de Europese Unie.
(13)   Ter wille van de transparantie zijn aanbestedende diensten die voornemens zijn overeenkomstig deze verordening gebruik te maken van hun bevoegdheid om van procedures voor de gunning van overheidsopdrachten of concessies inschrijvingen uit te sluiten die goederen en diensten bevatten van buiten de Europese Unie, waarbij de waarde van de niet onder internationale verbintenissen vallende goederen of diensten meer dan 50% vormt van de totale waarde van deze goederen of diensten, verplicht de ondernemers daarvan op de hoogte brengen in het inleidende gedeelte van de "technische specificaties" of van het "beschrijvende document" als bedoeld in artikel 2, lid 1, punt 15, van Richtlijn [2014/…/EU] inzake overheidsopdrachten en artikel 2, punt 15, van Richtlijn [2014/…/EU] inzake overheidsopdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten, of in het inleidende gedeelte van de "technische en functionele vereisten" als bedoeld in artikel 2, lid 13, van Richtlijn [2014/…/EU] betreffende de gunning van concessieopdrachten.
Amendement 16
Voorstel voor een verordening
Overweging 15
(15)   Voor opdrachten met een geraamde waarde van 5 000 000 EUR of meer moet de Commissie de voorgenomen uitsluiting goedkeuren indien de internationale overeenkomst inzake markttoegang op het gebied van aanbestedingen tussen de Unie en het land vanwaar de goederen en/of diensten afkomstig zijn, voor de goederen en/of diensten waarvoor uitsluiting wordt voorgesteld, uitdrukkelijk voorbehoud inzake markttoegang bevat zoals door de Unie is aangegaan. Wanneer er geen overeenkomst van die aard bestaat, moet de Commissie de uitsluiting goedkeuren indien het derde land restrictieve maatregelen op het gebied van aanbestedingen handhaaft die leiden tot een gebrek aan wezenlijke wederkerigheid in openstelling van de markt tussen de Unie en het betrokken derde land. Er bestaat een vermoeden van gebrek aan wezenlijke wederkerigheid wanneer de restrictieve maatregelen op het gebied van aanbestedingen aanleiding geven tot ernstige en herhaaldelijke discriminatie van ondernemers, goederen en diensten uit de EU.
(15)   Voor opdrachten en concessies met een geraamde waarde van 5 000 000 EUR of meer moet de Commissie de voorgenomen uitsluiting goedkeuren indien de internationale overeenkomst inzake markttoegang op het gebied van aanbestedingen en concessies tussen de Unie en het land vanwaar de goederen en/of diensten afkomstig zijn, voor de goederen en/of diensten waarvoor uitsluiting wordt voorgesteld, uitdrukkelijk voorbehoud inzake markttoegang bevat zoals door de Unie is aangegaan. Wanneer er geen overeenkomst van die aard bestaat, moet de Commissie de uitsluiting goedkeuren indien het derde land restrictieve maatregelen op het gebied van aanbestedingen of het gunnen van concessies handhaaft die leiden tot een gebrek aan wezenlijke wederkerigheid in openstelling van de markt tussen de Unie en het betrokken derde land. Er bestaat een vermoeden van gebrek aan wezenlijke wederkerigheid wanneer de restrictieve maatregelen op het gebied van aanbestedingen of het gunnen van concessies aanleiding geven tot ernstige en herhaaldelijke discriminatie van ondernemers, goederen en diensten uit de EU of als de niet-naleving van de internationale arbeidsrechtelijke voorschriften in bijlage XI bij Richtlijn […] (2014) inzake overheidsopdrachten en bijlage XIV bij Richtlijn […] (2014) inzake overheidsopdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten door overheidsinstanties geleid heeft tot ernstige moeilijkheden voor Europese ondernemingen, die deze bij de Commissie hebben gemeld, bij hun pogingen om de gunning van opdrachten en concessies in derde landen in de wacht te slepen.
Amendement 17
Voorstel voor een verordening
Overweging 16
(16)   Bij de beoordeling van dit gebrek aan wezenlijke wederkerigheid moet de Commissie onderzoeken in welke mate de aanbestedingswetgeving van het betrokken land in overeenstemming met de internationale normen op het gebied van overheidsopdrachten transparantie waarborgt en discriminatie ten aanzien van goederen, diensten en ondernemers van de Unie verhindert. Daarnaast moet zij onderzoeken in welke mate overheden en/of individuele aanbestedende diensten discriminerende praktijken ten aanzien van goederen, diensten en ondernemers van de Unie handhaven of invoeren.
(16)   Bij de beoordeling van dit gebrek aan wezenlijke wederkerigheid moet de Commissie onderzoeken in welke mate de aanbestedings- en concessiewetgeving van het betrokken land in overeenstemming met de internationale normen op het gebied van overheidsopdrachten en concessies transparantie waarborgt en discriminatie ten aanzien van goederen, diensten en ondernemers van de Unie verhindert. Daarnaast moet zij onderzoeken in welke mate overheden en/of individuele aanbestedende diensten discriminerende praktijken ten aanzien van goederen, diensten en ondernemers van de Unie handhaven of invoeren of in welke mate de niet-naleving van de internationale arbeidsrechtelijke voorschriften in bijlage XI bij Richtlijn […] (2014) inzake overheidsopdrachten en bijlage XIV bij Richtlijn […] (2014) inzake overheidsopdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten door overheidsinstanties geleid heeft tot ernstige moeilijkheden voor Europese ondernemingen, die deze bij de Commissie hebben gemeld, bij hun pogingen om de gunning van opdrachten en concessies in derde landen in de wacht te slepen.
Amendement 18
Voorstel voor een verordening
Overweging 16 bis (nieuw)
(16 bis)  Bij de beoordeling van inschrijvingen die goederen en/of diensten omvatten die afkomstig zijn van buiten de Unie, moeten de aanbestedende diensten en de Commissie waarborgen dat de criteria van eerlijke handel en de werknemersrechten en milieunormen in de zin van artikel 15, lid 2, van en bijlage 11 bij de Richtlijn betreffende aanbestedingen […] (2014) XXX worden nageleefd.
Amendement 19
Voorstel voor een verordening
Overweging 17
(17)  De Commissie moet kunnen voorkomen dat een voorgenomen uitsluiting mogelijk negatieve gevolgen heeft voor lopende handelsbesprekingen met het betrokken land. Wanneer een land met de Unie inhoudelijke onderhandelingen is aangegaan over markttoegang op het gebied van overheidsopdrachten en de Commissie van oordeel is dat er redelijke vooruitzichten bestaan om de restrictieve praktijken inzake overheidsopdrachten in de nabije toekomst te kunnen wegwerken, moet zij dan ook een uitvoeringshandeling kunnen aannemen om te bepalen dat de goederen en diensten uit dat land voor een termijn van één jaar niet mogen worden uitgesloten van procedures voor de gunning van overheidsopdrachten.
(17)  De Commissie moet kunnen voorkomen dat een voorgenomen uitsluiting mogelijk negatieve gevolgen heeft voor lopende handelsbesprekingen met het betrokken land. Wanneer een land met de Unie inhoudelijke onderhandelingen is aangegaan over markttoegang op het gebied van overheidsopdrachten en/of concessies en de Commissie van oordeel is dat er redelijke vooruitzichten bestaan om de restrictieve praktijken inzake overheidsopdrachten en/of concessies in de nabije toekomst te kunnen wegwerken, moet zij dan ook een uitvoeringshandeling kunnen aannemen om te bepalen dat de goederen en diensten uit dat land voor een termijn van één jaar niet mogen worden uitgesloten van procedures voor de gunning van overheidsopdrachten of concessies.
Amendement 20
Voorstel voor een verordening
Overweging 18
(18)   Aangezien de toegang van goederen en diensten uit derde landen tot de aanbestedingsmarkt van de Unie binnen het toepassingsgebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek valt, mogen de lidstaten of de aanbestedende diensten daarvan de toegang van goederen en diensten uit derde landen tot hun aanbestedingsprocedures niet beperken op enige andere wijze dan met de maatregelen waarin deze verordening voorziet.
(18)   Aangezien de toegang van goederen en diensten uit derde landen tot de aanbestedings- en concessiemarkt van de Unie binnen het toepassingsgebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek valt, mogen de lidstaten of de aanbestedende diensten daarvan de toegang van goederen en diensten uit derde landen tot hun aanbestedingsprocedures niet beperken op enige andere wijze dan met de maatregelen waarin deze verordening of de relevante wetgeving van de Unie voorziet.
Amendement 21
Voorstel voor een verordening
Overweging 19
(19)   Gelet op de grotere moeilijkheden die aanbestedende diensten ondervinden bij het beoordelen van de verklaringen van de inschrijvers, in het geval van inschrijvingen met goederen en/of diensten van buiten de Europese Unie waarbij de waarde van de niet onder internationale verbintenissen vallende goederen of diensten meer bedraagt dan 50% van de totale waarde van deze goederen of diensten, moet worden gezorgd voor meer transparantie in de behandeling van abnormaal lage inschrijvingen. Naast de regels waarin artikel 69 van de richtlijn inzake overheidsopdrachten en artikel 79 van de richtlijn inzake overheidsopdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten voorzien, moet de aanbestedende dienst die voornemens is een dergelijke abnormaal lage inschrijving te aanvaarden, de andere inschrijvers daarvan schriftelijk in kennis stellen met vermelding van de redenen voor het abnormaal lage niveau van de aangerekende prijs of kosten. Op die manier kunnen deze inschrijvers bijdragen tot een juistere beoordeling van de capaciteit van de geselecteerde inschrijver om de opdracht te volbrengen volgens de in de aanbestedingsdocumenten omschreven voorwaarden. Deze aanvullende informatie zal dus leiden tot een verbetering van de concurrentie op de Europese aanbestedingsmarkt.
(19)   Gelet op de grotere moeilijkheden die aanbestedende diensten ondervinden bij het beoordelen van de verklaringen van de inschrijvers, in het geval van inschrijvingen met goederen en/of diensten van buiten de Europese Unie waarbij de waarde van de niet onder internationale verbintenissen vallende goederen of diensten meer bedraagt dan 50% van de totale waarde van deze goederen of diensten, moet worden gezorgd voor meer transparantie in de behandeling van abnormaal lage inschrijvingen. Inschrijvingen die abnormaal laag worden bevonden in verhouding tot de werken, leveringen of diensten, kunnen gebaseerd zijn op technisch, economisch of juridisch ondeugdelijke veronderstellingen of praktijken. Naast de regels waarin artikel 69 van Richtlijn 2014/XXX/EU van het Europees Parlement en de Raad13 bis en artikel 79 van Richtlijn 2014/XXX/EU van het Europees Parlement en de Raad13 ter voorzien, moet de aanbestedende dienst die voornemens is een dergelijke abnormaal lage inschrijving te aanvaarden, de andere inschrijvers daarvan schriftelijk in kennis stellen met vermelding van de redenen voor het abnormaal lage niveau van de aangerekende prijs of kosten. Indien de inschrijver niet voldoende uitleg kan verschaffen, moet de aanbestedende dienst het recht hebben de inschrijving af te wijzen. Op die manier kunnen deze inschrijvers bijdragen tot een juistere beoordeling van de capaciteit van de geselecteerde inschrijver om de opdracht te volbrengen volgens de in de aanbestedingsdocumenten omschreven voorwaarden. Deze aanvullende informatie zal dus leiden tot een verbetering van de concurrentie op de Europese aanbestedingsmarkt.
_________________
13 bis Richtlijn 2014/XXX/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake overheidsopdrachten (PB XXX) (2011/0438(COD)).
13 ter Richtlijn 2014/XXX/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake overheidsopdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (PB XXX) (2011/0439(COD)).
Amendementen 22 en 91
Voorstel voor een verordening
Overweging 20
(20)   De Commissie moet te allen tijde op eigen initiatief dan wel op verzoek van belanghebbende partijen of een lidstaat een extern aanbestedingsonderzoek kunnen verrichten naar de restrictieve praktijken op het gebied van overheidsopdrachten waaraan een derde land zich schuldig zou hebben gemaakt. Daarbij moet in het bijzonder rekening worden gehouden met het feit dat de Commissie overeenkomstig artikel 6, lid 2, van deze verordening een aantal voorgenomen uitsluitingen betreffende een derde land heeft goedgekeurd. Dergelijke onderzoeksprocedures kunnen plaatsvinden onverminderd Verordening (EG) nr. 3286/94 van de Raad van 22 december 1994 tot vaststelling van communautaire procedures op het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek met het oog op de handhaving van de rechten die de Gemeenschap ontleent aan internationale regelingen voor het handelsverkeer, in het bijzonder die welke onder auspiciën van de Wereldhandelsorganisatie werden vastgesteld14.
(20)   De Commissie moet te allen tijde op eigen initiatief dan wel op verzoek van belanghebbende partijen of een lidstaat een extern aanbestedingsonderzoek kunnen verrichten naar de restrictieve praktijken op het gebied van overheidsopdrachten en concessies waaraan een derde land zich schuldig zou hebben gemaakt. Bij haar besluit een externe onderzoeksprocedure te starten houdt zij rekening met het aantal verzoeken dat door aanbestedende diensten of lidstaten is ingediend. Dergelijke onderzoeksprocedures kunnen plaatsvinden onverminderd Verordening (EG) nr. 3286/94 van de Raad van 22 december 1994 tot vaststelling van communautaire procedures op het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek met het oog op de handhaving van de rechten die de Gemeenschap ontleent aan internationale regelingen voor het handelsverkeer, in het bijzonder die welke onder auspiciën van de Wereldhandelsorganisatie werden vastgesteld14.
________________
________________
14.PB L 349 van 31.12.1994
14.PB L 349 van 31.12.1994
Amendement 23
Voorstel voor een verordening
Overweging 21
(21)   Wanneer de Commissie op basis van de haar ter beschikking staande informatie redenen heeft om aan te nemen dat een derde land een restrictieve praktijk op het gebied van overheidsopdrachten heeft ingevoerd of handhaaft, moet zij een onderzoek kunnen instellen. Indien het bestaan van een restrictieve praktijk op het gebied van overheidsopdrachten in een derde land wordt bevestigd, moet de Commissie het betrokken land uitnodigen besprekingen aan te knopen om de kansen voor ondernemers, goederen en diensten bij inschrijvingen voor overheidsopdrachten in dat land te verbeteren.
(21)   Wanneer de Commissie op basis van de haar ter beschikking staande informatie redenen heeft om aan te nemen dat een derde land een restrictieve praktijk op het gebied van overheidsopdrachten en concessies heeft ingevoerd of handhaaft, moet zij een onderzoek kunnen instellen. Indien het bestaan van een restrictieve praktijk op het gebied van overheidsopdrachten in een derde land wordt bevestigd, moet de Commissie het betrokken land uitnodigen besprekingen aan te knopen om de kansen voor ondernemers, goederen en diensten bij inschrijvingen voor overheidsopdrachten in dat land te verbeteren.
Amendement 24
Voorstel voor een verordening
Overweging 22
(22)   Indien de besprekingen met het betrokken land er niet toe leiden dat de kansen van Europese ondernemers, goederen en diensten bij inschrijvingen voor overheidsopdrachten in voldoende mate verbeteren, moet de Commissie passende restrictieve maatregelen nemen.
(22)   Indien de besprekingen met het betrokken land er niet binnen een redelijke tijdsspanne toe leiden dat de kansen van Europese ondernemers, goederen en diensten bij inschrijvingen voor overheidsopdrachten in voldoende mate verbeteren of de remediërende/correctieve maatregelen van het betrokken derde land niet toereikend worden geacht, moet de Commissie passende restrictieve maatregelen nemen.
Amendement 25
Voorstel voor een verordening
Overweging 23
(23)   Deze maatregelen kunnen inhouden dat een aantal goederen en diensten uit derde landen van aanbestedingsprocedures in de Europese Unie moeten worden uitgesloten of dat op de prijs van inschrijvingen voor goederen of diensten uit dat land een verplichte toeslag moet worden toegepast. Om te voorkomen dat deze maatregelen worden omzeild, kan het ook noodzakelijk zijn een aantal in de Europese Unie gevestigde rechtspersonen die onder buitenlandse controle staan of in buitenlands bezit zijn, uit te sluiten wanneer deze geen zelfstandige bedrijfsactiviteiten uitoefenen waardoor zij een rechtstreekse en daadwerkelijke band met de economie van een betrokken lidstaat hebben. De passende maatregelen mogen niet onevenredig zijn ten opzichte van de restrictieve praktijken op het gebied van overheidsopdrachten waar zij een antwoord op vormen.
(23)   Deze maatregelen kunnen inhouden dat een aantal goederen en diensten uit derde landen van aanbestedingsprocedures of procedures voor de gunning van concessies in de Europese Unie moeten worden uitgesloten of dat op de prijs van inschrijvingen voor goederen of diensten uit dat land een verplichte toeslag moet worden toegepast. Om te voorkomen dat deze maatregelen worden omzeild, kan het ook noodzakelijk zijn een aantal in de Europese Unie gevestigde rechtspersonen die onder buitenlandse controle staan of in buitenlands bezit zijn, uit te sluiten wanneer deze geen zelfstandige bedrijfsactiviteiten uitoefenen waardoor zij een rechtstreekse en daadwerkelijke band met de economie van een betrokken lidstaat hebben. De passende maatregelen mogen niet onevenredig zijn ten opzichte van de restrictieve praktijken op het gebied van overheidsopdrachten waar zij een antwoord op vormen en dienen te worden toegepast gedurende een periode van maximum vijf jaar die verlengd kan worden met nog eens vijf jaar.
Amendement 26
Voorstel voor een verordening
Overweging 24 bis (nieuw)
(24 bis)  Het is ook noodzakelijk dat aanbestedende diensten, om terdege rekening te houden met de sociale, milieu- en arbeidsvoorschriften, passende maatregelen treffen om te waarborgen dat de verplichtingen op grond van de sociale, milieu- en arbeidswetgeving die van toepassing zijn op de plek waar de werken worden uitgevoerd en de verplichtingen die voortvloeien uit internationale verplichtingen, wetten, voorschriften, decreten en besluiten, zowel op nationaal als op EU-niveau, en uit collectieve overeenkomsten, worden nagekomen.
Amendement 27
Voorstel voor een verordening
Overweging 26
(26)   Gelet op het algemene beleid van de Unie met betrekking tot de minst ontwikkelde landen, zoals onder meer bepaald bij Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad van 22 juli 2008 betreffende de toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties voor de periode vanaf 1 januari 2009, is het aangewezen goederen en diensten uit deze landen gelijk te stellen met goederen en diensten van de Unie.
(26)   Gelet op de algemene beleidsdoelstelling van de Unie om de economische groei van ontwikkelingslanden en hun integratie in de mondiale waardeketen te ondersteunen, die de basis vormt voor de instelling door de Unie van een stelsel van algemene tariefpreferenties, dat is gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 978/2012 van de Raad, is het aangewezen goederen en diensten uit minst ontwikkelde landen die vallen onder de "alles-behalve-wapens"-regeling, alsmede goederen en diensten uit ontwikkelingslanden die kwetsbaar worden geacht als gevolg van onvoldoende diversificatie en integratie in het internationale handelssysteem, zoals respectievelijk bepaald in de bijlagen IV en VII bij Verordening (EU) nr. 978/2012, gelijk te stellen met goederen en diensten van de Unie.
Amendement 28
Voorstel voor een verordening
Overweging 27
(27)   Om in de rechtsorde van de Europese Unie rekening te houden met internationale verbintenissen inzake markttoegang die na de vaststelling van deze verordening zijn gesloten, moet de Commissie overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie worden gemachtigd handelingen vast te stellen tot wijziging van de lijst van internationale overeenkomsten die als bijlage bij deze verordening is gevoegd. Het is bijzonder belangrijk dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden een passende raadpleging houdt, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op passende wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad.
(27)   Om in de rechtsorde van de Europese Unie rekening te houden met internationale verbintenissen inzake markttoegang die na de vaststelling van deze verordening zijn gesloten op het gebied van aanbestedingen en concessies, moet de Commissie overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie worden gemachtigd handelingen vast te stellen tot wijziging van de lijst van internationale overeenkomsten die als bijlage bij deze verordening is gevoegd. Het is bijzonder belangrijk dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden een passende raadpleging houdt, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op passende wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad.
Amendement 29
Voorstel voor een verordening
Overweging 30
(30)  De Commissie zal ten minste om de drie jaar verslag uitbrengen over de toepassing van deze verordening.
(30)  De Commissie zal ten minste om de drie jaar verslag uitbrengen over de toepassing van deze verordening. In dit verslag moet de Commissie een beoordeling maken van de werking van deze verordening, alsmede van de vooruitgang die is geboekt met betrekking tot het realiseren van wederkerigheid wat de openstelling van de aanbestedingsmarkten betreft. Samen met het tweede verslag over de toepassing van deze verordening, dat uiterlijk zes jaar na de inwerkingtreding van deze verordening moet worden ingediend, moet de Commissie een voorstel indienen om deze verordening te verbeteren of de redenen opgeven waarom volgens haar geen wijzigingen in deze verordening nodig zijn. Als de Commissie geen voorstel indient, noch de redenen opgeeft waarom geen wijzigingen in deze verordening nodig zijn, mag de verordening niet langer van toepassing zijn.
Amendement 30
Voorstel voor een verordening
Overweging 31
(31)   Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel is het ter verwezenlijking van de basisdoelstelling van invoering van een gemeenschappelijk buitenlands beleid op het gebied van aanbestedingen noodzakelijk en passend dat regels worden vastgesteld over de behandeling van niet onder internationale verbintenissen van de Europese Unie vallende goederen en diensten. Deze verordening over de toegang van ondernemers, goederen en diensten uit derde landen gaat overeenkomstig artikel 5, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie niet verder dan wat noodzakelijk is om de nagestreefde doelstellingen te verwezenlijken,
(31)   Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel is het ter verwezenlijking van de basisdoelstelling van invoering van een gemeenschappelijk buitenlands beleid op het gebied van aanbestedingen en concessies noodzakelijk en passend dat regels worden vastgesteld over de behandeling van niet onder internationale verbintenissen van de Europese Unie vallende goederen en diensten. Deze verordening over de toegang van ondernemers, goederen en diensten uit derde landen gaat overeenkomstig artikel 5, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie niet verder dan wat noodzakelijk is om de nagestreefde doelstellingen te verwezenlijken,
Amendement 31
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 - lid 1
1.  Bij deze verordening worden regels vastgesteld over de toegang van goederen en diensten uit derde landen tot de gunning, door aanbestedende diensten van de Unie, van opdrachten voor de uitvoering van werken of een werk, de levering van goederen en de verrichting van diensten en worden procedures vastgesteld voor de ondersteuning van onderhandelingen over toegang van goederen en diensten van de Unie tot de aanbestedingsmarkten van derde landen.
1.  Bij deze verordening worden regels vastgesteld over de toegang van goederen en diensten uit derde landen tot de gunning, door aanbestedende diensten van de Unie, van opdrachten voor de uitvoering van werken of een werk, de levering van goederen en de verrichting van diensten en worden procedures vastgesteld voor de ondersteuning van onderhandelingen over toegang van goederen en diensten van de Unie tot de aanbestedingsmarkten van derde landen. De lidstaten of hun aanbestedende diensten mogen de toegang van goederen en diensten uit derde landen tot hun aanbestedingsprocedures alleen beperken met maatregelen waarin in deze verordening of de relevante wetgeving van de Unie is voorzien.
Amendement 93
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – lid 2 – alinea 2
Deze verordening is van toepassing op de gunning van opdrachten wanneer de goederen of diensten wordt aangekocht voor overheidsdoeleinden en niet met het oog op commerciële wederverkoop of met het oog op gebruik bij de vervaardiging van goederen of het gebruik bij dienstverlening voor commerciële verkoop.
Deze verordening is van toepassing op de gunning van opdrachten wanneer de goederen of diensten worden aangekocht voor overheidsdoeleinden en op de gunning van concessies voor werken of diensten geleverd voor overheidsdoeleinden en niet met het oog op commerciële wederverkoop of met het oog op gebruik bij de vervaardiging van goederen of het gebruik bij dienstverlening voor commerciële verkoop
Amendement 33
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 - lid 1 - letter a
(a)   een ‘leverancier’ is een natuurlijke of rechtspersoon die goederen op de markt aanbiedt;
(a)   een ‘ondernemer’ is een natuurlijke of rechtspersoon of een overheidsinstantie of een groep van zulke personen en/of instanties die de uitvoering van werken of een werk, de levering van producten of de verrichting van diensten op de markt aanbiedt;
Amendement 34
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 - lid 1 - letter b
(b)   een ‘dienstverlener’ is een natuurlijke of rechtspersoon die de uitvoering van werken of een werk, of diensten op de markt aanbiedt;
(b)   een "inschrijver" is een ondernemer die een inschrijving heeft ingediend;
Amendement 35
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 - lid 1 - letter d
d)   ‘onder internationale verbintenissen vallende goederen of diensten’ zijn goederen of diensten die van oorsprong zijn uit een land waarmee de Unie een internationale overeenkomst heeft gesloten op het gebied van overheidsopdrachten, met inbegrip van verbintenissen inzake markttoegang, en waarop de desbetreffende overeenkomst van toepassing is. Bijlage I bij deze verordening bevat een lijst van toepasselijke overeenkomsten;
d)   ‘onder internationale verbintenissen vallende goederen of diensten’ zijn goederen of diensten die van oorsprong zijn uit een land waarmee de Unie een internationale overeenkomst heeft gesloten op het gebied van overheidsopdrachten en concessies, met inbegrip van verbintenissen inzake markttoegang, en waarop de desbetreffende overeenkomst van toepassing is. Bijlage I bij deze verordening bevat een lijst van toepasselijke overeenkomsten;
(Deze wijziging geldt voor de gehele wetgevingstekst (er wordt een verwijzing naar concessies toegevoegd bij alle vermeldingen van overheidsopdrachten); bij aanneming van de verordening moet deze wijziging in de gehele tekst worden doorgevoerd.)
Amendement 39
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 - lid 1 - letter g bis (nieuw)
(g bis)  "gebrek aan wezenlijke wederkerigheid": het bestaan van om het even welke wetgevende, regulerende of administratieve maatregel, procedure of praktijk die wordt vastgesteld of uitgevoerd door overheidsinstanties of individuele aanbestedende diensten in een derde land, waardoor de toegang tot de aanbestedings- of concessiemarkten wordt beperkt, in het bijzonder door een gebrek aan transparantie in vergelijking met de internationale normen en door discriminerende wetgevingsbepalingen en administratieve praktijken, met als gevolg een ernstige en wederkerende discriminerende behandeling van ondernemers, goederen of diensten uit de Unie.
Er bestaat ook een vermoeden van gebrek aan wezenlijke wederkerigheid wanneer de niet-naleving van de internationale arbeidsrechtelijke voorschriften in bijlage XI bij Richtlijn […] (2014) inzake overheidsopdrachten en bijlage XIV bij Richtlijn […] (2014) inzake overheidsopdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten door overheidsinstanties geleid heeft tot moeilijkheden voor Europese ondernemingen, die deze bij de Commissie hebben gemeld, bij hun pogingen om de gunning van opdrachten en concessies in derde landen in de wacht te slepen.
Amendement 36
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 - lid 2 - letter b
(b)  “ondernemer”: een term die zowel de begrippen leverancier als dienstverlener dekt;
Schrappen
Amendement 37
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 - lid 2 - letter c
c)  “inschrijver”: een ondernemer die een inschrijving heeft ingediend;
Schrappen
Amendement 38
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 - lid 2 - letter e
e)   een “verplichte prijstoeslag”: een verplichting voor aanbestedende diensten om behoudens bepaalde uitzonderingen de prijs te verhogen van diensten en/of goederen uit bepaalde derde landen waarvoor in aanbestedingsprocedures een offerte is ingediend.
e)   een “verplichte prijstoeslag”: een verplichting voor aanbestedende diensten om behoudens bepaalde uitzonderingen de prijs te verhogen van diensten en/of goederen uit bepaalde derde landen waarvoor in aanbestedingsprocedures of procedures voor het gunnen van concessies een offerte is ingediend.
(Deze wijziging geldt voor de gehele wetgevingstekst (er wordt een verwijzing naar "procedures voor het gunnen van concessies" toegevoegd bij alle vermeldingen van "aanbestedingsprocedures", zowel in het enkelvoud als in het meervoud); bij aanneming van dit amendement moet deze wijziging in de gehele tekst worden doorgevoerd.)
Amendement 40
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 - lid 1
1.   De oorsprong van een goed wordt vastgesteld overeenkomstig de artikelen 22 tot en met 26 van Verordening (EG) nr. 2913/1992 van het Europees Parlement en de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek18.
1.   De oorsprong van een goed wordt vastgesteld overeenkomstig de artikelen 59 tot en met 63 van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad, met inbegrip van de aanvullende bepalingen die krachtens artikel 65 hiervan moeten worden aangenomen.
__________________
18 PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.
Amendement 41
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 2 – alinea 1 – inleidende formule
De oorsprong van een dienst wordt vastgesteld op basis van de oorsprong van de natuurlijke of rechtspersoon die de dienst verleent. De oorsprong van de dienstverlener wordt geacht te zijn:
De oorsprong van een dienst wordt vastgesteld op basis van de oorsprong van de natuurlijke of rechtspersoon die de dienst verleent. De oorsprong van de ondernemer die de dienst verricht wordt geacht te zijn:
Amendement 42
Voorstel voor een verordening
Artikel 4
Behandeling van onder internationale verbintenissen vallende goederen en diensten
Behandeling van onder internationale verbintenissen vallende goederen en diensten
Bij de gunning van opdrachten voor de uitvoering van werken en/of een werk, de levering van goederen of de verrichting van diensten behandelen aanbestedende diensten onder internationale verbintenissen vallende goederen en diensten op dezelfde wijze als goederen en diensten die van oorsprong uit de Europese Unie zijn.
Bij de gunning van opdrachten voor de uitvoering van werken en/of een werk, de levering van goederen of de verrichting van diensten of de gunning van concessies voor werken of diensten behandelen aanbestedende diensten onder internationale verbintenissen vallende goederen en diensten op dezelfde wijze als goederen en diensten die van oorsprong uit de Unie zijn.
Goederen of diensten die van oorsprong zijn uit de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 732/2008 vermelde minst ontwikkelde landen, worden behandeld als onder internationale verbintenissen vallende goederen en diensten.
Goederen of diensten die van oorsprong zijn uit de in bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 978/2012 van het Europees Parlement en de Raad vermelde minst ontwikkelde landen of uit ontwikkelingslanden die kwetsbaar worden geacht als gevolg van onvoldoende diversificatie en integratie in het internationale handelssysteem en de wereldeconomie, zoals bepaald in bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 978/2012, worden behandeld als onder internationale verbintenissen vallende goederen en diensten.
Amendement 43
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 - lid 1
1.   Op verzoek van aanbestedende diensten beoordeelt de Commissie of zij voor opdrachten met een geraamde waarde van 5 000 000 EUR of meer exclusief belasting over de toegevoegde waarde (btw) haar goedkeuring kan verlenen aan de uitsluiting van procedures voor de gunning van opdrachten die goederen en diensten van buiten de Unie bevatten waarbij de waarde van de niet onder internationale verbintenissen vallende goederen en diensten meer bedraagt dan 50% van de totale waarde van de goederen en diensten die de inschrijving vormen, en dit onder de volgende voorwaarden.
1.   Als de Commissie een extern onderzoek van aanbestedingen overeenkomstig artikel 8 instelt, beoordeelt zij, op verzoek van aanbestedende diensten en na bekendmaking van de aankondiging in het Publicatieblad van de Europese Unie, of zij voor opdrachten met een geraamde waarde van 5 000 000 EUR of meer exclusief belasting over de toegevoegde waarde (btw) haar goedkeuring kan verlenen aan de uitsluiting van procedures voor de gunning van opdrachten die goederen en diensten van buiten de Unie bevatten waarbij de waarde van de niet onder internationale verbintenissen vallende goederen en diensten meer bedraagt dan 50% van de totale waarde van de goederen en diensten die de inschrijving vormen, en dit onder de volgende voorwaarden.
Amendement 44
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 2 – alinea 1
Wanneer aanbestedende diensten voornemens zijn op grond van lid 1 te verzoeken om uitsluiting van inschrijving van aanbestedingsprocedures, vermelden zij dit in de aankondiging van de opdracht die zij bekendmaken overeenkomstig artikel 35 van Richtlijn 2004/18/EG of artikel 42 van Richtlijn 2004/17/EG of artikel 26 van de richtlijn betreffende de gunning van concessieopdrachten.
Wanneer aanbestedende diensten voornemens zijn op grond van lid 1 te verzoeken om uitsluiting van inschrijving van aanbestedingsprocedures, vermelden zij dit duidelijk in het inleidende gedeelte van de "technische specificaties" of van het "beschrijvende document" als bedoeld in artikel 2, lid 15, van Richtlijn [2014/…/EU] inzake overheidsopdrachten en van Richtlijn [2014/…/EU] inzake overheidsopdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten, of in het inleidende gedeelte van de "technische en functionele vereisten" als bedoeld in artikel 2, lid 13, van Richtlijn [2014/…/EU] betreffende de gunning van concessieopdrachten.
Amendement 45
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 2 – alinea 3
Wanneer aanbestedende diensten inschrijvingen ontvangen die aan de voorwaarden van lid 1 voldoen, waarvoor zij om die reden verzoeken om uitsluiting, stellen zij de Commissie daarvan in kennis. Tijdens de kennisgevingsprocedure kan de aanbestedende dienst zijn onderzoek van de inschrijvingen voortzetten.
Wanneer aanbestedende diensten inschrijvingen ontvangen die aan de voorwaarden van lid 1 voldoen, waarvoor zij om die reden verzoeken om uitsluiting, stellen zij de Commissie daar binnen acht kalenderdagen van in kennis. Tijdens de kennisgevingsprocedure kan de aanbestedende dienst zijn onderzoek van de inschrijvingen voortzetten.
Amendement 46
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 2 – alinea 4 – letter b
(b)   een beschrijving van het onderwerp van de opdracht;
(b)   een beschrijving van het onderwerp van de opdracht of de concessie;
Amendement 47
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 2 – alinea 4 – letter d bis (nieuw)
(d bis)  indien van toepassing, alle andere informatie die de Commissie nuttig acht.
Amendement 48
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 2 – alinea 5
De Commissie kan de aanbestedende dienst verzoeken om aanvullende informatie.
Schrappen
Amendement 49
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 2 – alinea 6
Deze informatie wordt verstrekt binnen acht werkdagen, te rekenen vanaf de eerste werkdag volgend op de datum waarop de aanbestedende dienst het verzoek om aanvullende informatie ontvangt. Indien de Commissie binnen deze termijn geen informatie ontvangt, wordt de in lid 3 vastgestelde termijn opgeschort tot de Commissie de gevraagde informatie ontvangt.
Deze informatie wordt verstrekt binnen acht kalenderdagen, te rekenen vanaf de eerste kalenderdag volgend op de datum waarop de aanbestedende dienst het verzoek om aanvullende informatie ontvangt. Indien de Commissie binnen deze termijn geen informatie ontvangt, wordt de in lid 3 vastgestelde termijn opgeschort tot de Commissie de gevraagde informatie ontvangt.
Amendement 50
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 - lid 3
3.   Voor de in lid 1 bedoelde opdrachten neemt de Commissie een uitvoeringshandeling met betrekking tot de goedkeuring van de voorgenomen uitsluiting binnen een termijn van twee maanden, te rekenen vanaf de eerste werkdag volgend op de datum waarop zij de kennisgeving ontvangt. Deze uitvoeringshandelingen worden aangenomen volgens de in artikel 17, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. Deze termijn kan in naar behoren gemotiveerde gevallen eenmaal worden verlengd met maximaal twee maanden, met name wanneer de gegevens in de kennisgeving of in de daarbij aangehechte documenten onvolledig of onjuist zijn of wanneer de vermelde feiten belangrijke wijzigingen hebben ondergaan. Indien de Commissie na afloop van deze termijn van twee maanden of van de verlengde termijn geen besluit tot goedkeuring of afwijzing van de uitsluiting heeft aangenomen, wordt de uitsluiting geacht te zijn afgewezen door de Commissie.
3.   Wanneer de Commissie voor de goederen en/of diensten waarvoor uitsluiting wordt voorgesteld, vaststelt dat er sprake is van een gebrek aan wezenlijke wederkerigheid als gedefinieerd in artikel 2, lid 1, onder g bis), neemt zij een uitvoeringshandeling aan met betrekking tot de goedkeuring van de uitsluiting van de inschrijvingen waarop het onderzoek betrekking heeft, volgens de in artikel 17, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. De uitvoeringshandeling wordt aangenomen binnen een periode van een maand die ingaat op de eerste kalenderdag na het in lid 1 bedoelde verzoek. Deze termijn kan in naar behoren gemotiveerde gevallen eenmaal worden verlengd met maximaal een maand, met name wanneer de gegevens in de kennisgeving of in de daarbij aangehechte documenten onvolledig of onjuist zijn of wanneer de vermelde feiten belangrijke wijzigingen hebben ondergaan. Indien de Commissie na afloop van deze termijn van een maand of van de verlengde termijn geen besluit tot goedkeuring of afwijzing van de uitsluiting heeft aangenomen, wordt de uitsluiting geacht te zijn afgewezen door de Commissie.
Deze uitsluiting is een tijdelijke maatregel in afwachting van de voltooiing van het in artikel 8 bedoelde extern onderzoek van aanbestedingen, de uitkomst van de in artikel 9 vastgestelde overlegprocedure en, in voorkomend geval, de goedkeuring van eventuele maatregelen tot beperking van de toegang van niet onder internationale verbintenissen vallende goederen en diensten tot de markt voor overheidsopdrachten van de Unie, overeenkomstig artikel 10.
Amendement 51
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 4 – alinea 1 – letter b
(b)   wanneer er geen overeenkomst als bedoeld onder a) bestaat en het derde land restrictieve maatregelen op het gebied van overheidsopdrachten handhaaft die leiden tot een gebrek aan wezenlijke wederkerigheid in openstelling van de markt tussen de Unie en het betrokken derde land.
(b)   wanneer er geen overeenkomst als bedoeld onder a) bestaat en het derde land restrictieve maatregelen op het gebied van overheidsopdrachten of de gunning van concessies handhaaft die leiden tot een gebrek aan wezenlijke wederkerigheid in openstelling van de markt tussen de Unie en het betrokken derde land, met name wanneer deze restrictieve maatregelen het industriebeleid van de Unie schaden.
Amendement 52
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 4 – alinea 2
Voor de toepassing van punt b) wordt gebrek aan wezenlijke wederkerigheid vermoed wanneer de restrictieve maatregelen op het gebied van overheidsopdrachten aanleiding geven tot ernstige en herhaaldelijke discriminatie van ondernemers, goederen en diensten uit de EU.
Schrappen
Amendement 53
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 - lid 5
5.  Bij de beoordeling van het gebrek aan wezenlijke wederkerigheid onderzoekt de Commissie:
Schrappen
(a)  in welke mate de aanbestedingswetgeving van het betrokken land in overeenstemming met de internationale normen op het gebied van overheidsopdrachten transparantie waarborgt en discriminatie ten aanzien van goederen, diensten en ondernemers uit de Unie verhindert;
(b)  in welke mate overheden en/of individuele aanbestedende diensten discriminerende praktijken ten aanzien van goederen, diensten en ondernemers uit de Unie invoeren of handhaven.
Amendement 92
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 - lid 7
7.  Aanbestedende diensten die overeenkomstig lid 1 inschrijvingen hebben uitgesloten, vermelden dit in de aankondiging van gegunde opdracht die zij overeenkomstig artikel 35 van Richtlijn 2004/18/EG, artikel 42 van Richtlijn 2004/17/EG of artikel 27 van de richtlijn betreffende de gunning van concessieopdrachten bekendmaken. De Commissie neemt uitvoeringshandelingen aan tot vaststelling van de standaardformulieren voor aankondigingen van gegunde opdrachten. Deze uitvoeringshandelingen worden aangenomen volgens de in artikel 17, lid 3, bedoelde raadplegingsprocedure.
7.  Indien inschrijvingen zijn uitgesloten overeenkomstig lid 3 vermelden de aanbestedende diensten dit, inclusief de redenen voor uitsluiting, in de aankondiging van gegunde opdracht die zij overeenkomstig artikel 35 van Richtlijn 2004/18/EG, artikel 42 van Richtlijn 2004/17/EG of artikel 27 van de richtlijn betreffende de gunning van concessieopdrachten bekendmaken. De Commissie neemt uitvoeringshandelingen aan tot vaststelling van de standaardformulieren voor aankondigingen van gegunde opdrachten. Deze uitvoeringshandelingen worden aangenomen volgens de in artikel 17, lid 3, bedoelde raadplegingsprocedure.
Amendement 55
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 - lid 8
8.  Lid 1 is niet van toepassing wanneer de Commissie een uitvoeringshandeling heeft aangenomen betreffende de tijdelijke toegang van goederen en diensten van een land dat inhoudelijke onderhandelingen met de Unie is aangegaan als bedoeld in artikel 9, lid 4.
8.  Lid 1 mag niet worden toegepast wanneer de Commissie een uitvoeringshandeling heeft aangenomen betreffende de tijdelijke toegang van goederen en diensten van een land dat onderhandelingen met de Unie is aangegaan als bedoeld in artikel 9, lid 4. De Commissie motiveert haar besluit hierover op behoorlijk wijze tegenover de aanbestedende dienst die het verzoek heeft ingediend.
Amendement 56
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 - alinea 1
Wanneer de aanbestedende dienst krachtens artikel 69 van de richtlijn inzake overheidsopdrachten en artikel 79 van de richtlijn inzake overheidsopdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten voornemens is na onderzoek van de toelichting van de inschrijver een abnormaal lage inschrijving te aanvaarden die goederen en diensten van buiten de Unie bevat, waarbij de waarde van de niet onder internationale verbintenissen vallende goederen of diensten meer bedraagt dan 50% van de totale waarde van de goederen of diensten die de inschrijving vormen, stelt hij de andere inschrijvers daarvan schriftelijk in kennis met vermelding van de redenen voor het abnormaal lage niveau van de aangerekende prijs of kosten.
Wanneer de aanbestedende dienst krachtens artikel 69 van de richtlijn inzake overheidsopdrachten en artikel 79 van de richtlijn inzake overheidsopdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten voornemens is na onderzoek van de toelichting van de inschrijver een abnormaal lage inschrijving te aanvaarden die goederen en diensten van buiten de Unie bevat, waarbij de waarde van de niet onder internationale verbintenissen vallende goederen of diensten meer bedraagt dan 50% van de totale waarde van de goederen of diensten die de inschrijving vormen, stelt hij de andere inschrijvers daarvan schriftelijk in kennis met vermelding van de redenen voor het abnormaal lage niveau van de aangerekende prijs of kosten. De lidstaten nemen passende maatregelen om te waarborgen dat de ondernemers bij de uitvoering van de overheidsopdrachten voldoen aan de toepasselijke verplichtingen op het gebied van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht uit hoofde van de Uniewetgeving, nationale wetten of collectieve arbeidsovereenkomsten of uit hoofde van de in bijlage XI bij Richtlijn […] 2013 inzake overheidsopdrachten vermelde bepalingen van internationaal milieu-, sociaal en arbeidsrecht.
Amendement 57
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 - alinea 2
Een aanbestedende dienst kan besluiten bepaalde informatie niet vrij te geven indien de openbaarmaking daarvan rechtshandhaving in de weg zou staan, in strijd zou zijn met het openbaar belang, afbreuk zou doen aan rechtmatige commerciële belangen van particuliere of overheidsbedrijven of een eerlijke concurrentie tussen hen zou belemmeren.
Na door de aanbestedende dienst in kennis te zijn gesteld van dier voornemen om een abnormaal lage inschrijving te aanvaarden, krijgen de overige inschrijvers de mogelijkheid om binnen een redelijk tijdsbestek relevante informatie aan de aanbestedende dienst te verstrekken zodat deze een besluit tot aanvaarding kan nemen met volledige kennis van eventuele factoren die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van de abnormaal lage aangerekende prijs of kosten.
Amendement 58
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – lid 1 – alinea 1
Wanneer de Commissie dit in het belang van de Unie acht, kan zij te allen tijde op eigen initiatief dan welk op verzoek van belanghebbende partijen of een lidstaat een extern onderzoek van aanbestedingen instellen naar beweerde restrictieve maatregelen op het gebied van overheidsopdrachten.
De Commissie kan te allen tijde op eigen initiatief dan wel op verzoek van belanghebbende partijen, een aanbestedende dienst of een lidstaat een extern onderzoek van aanbestedingen instellen naar beweerde restrictieve maatregelen op het gebied van overheidsopdrachten. Bij haar besluit een extern onderzoek van aanbestedingen in te stellen houdt de Commissie rekening met het aantal verzoeken dat door aanbestedende diensten of lidstaten is ingediend. Als de Commissie de instelling van een onderzoek afwijst, motiveert zij haar besluit op behoorlijk wijze tegenover de lidstaat, de belanghebbende partij of de aanbestedende dienst die het verzoek heeft ingediend.
Amendement 59
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – lid 1 – alinea 2
De Commissie zal in het bijzonder rekening houden met de vraag of er overeenkomstig artikel 6, lid 3, van deze verordening een aantal voorgenomen uitsluitingen zijn goedgekeurd.
Schrappen
Amendement 60
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 - lid 2
2.   Het in lid 1 bedoelde onderzoek wordt gevoerd op basis van de in artikel 6 vastgestelde criteria.
2.   Het in lid 1 bedoelde onderzoek wordt gevoerd op basis van de in artikel 2, lid 1, onder g bis), vastgestelde criteria.
Amendement 61
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 - lid 3
3.   De beoordeling van de Commissie met betrekking tot de handhaving van restrictieve maatregelen op het gebied van overheidsopdrachten door het betrokken derde land wordt verricht op basis van de door belanghebbenden partijen en lidstaten verstrekte informatie en/of het feitenmateriaal dat de Commissie in haar onderzoek heeft verzameld, en wordt binnen een termijn van negen maanden na de opening van het onderzoek voltooid. In naar behoren gemotiveerde gevallen kan deze termijn worden verlengd met drie maanden.
3.   De beoordeling van de Commissie met betrekking tot de handhaving van restrictieve maatregelen op het gebied van overheidsopdrachten door het betrokken derde land wordt verricht op basis van de door belanghebbende partijen en lidstaten verstrekte informatie en/of het feitenmateriaal dat de Commissie in haar onderzoek en haar regelmatige verslagen over de in derde landen bestaande handelsbelemmeringen heeft verzameld, en wordt binnen een termijn van drie maanden na de opening van het onderzoek voltooid. In naar behoren gemotiveerde gevallen kan deze termijn worden verlengd met een maand.
Bij haar beoordeling houdt de Commissie rekening met de verzoeken om een onderzoek overeenkomstig artikel 6, lid 1, die door aanbestedende diensten worden ingediend na de instelling van de in dit artikel vastgestelde procedure.
Amendement 62
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – lid 3 – alinea 1
Wanneer het betrokken land na de opening van de besprekingen bevredigende remediërende/correctieve maatregelen neemt, maar zonder nieuwe verbintenissen inzake markttoegang aan te gaan, kan de Commissie de besprekingen opschorten of beëindigen.
Wanneer het betrokken land na de opening van de besprekingen bevredigende remediërende/correctieve maatregelen neemt, maar zonder nieuwe verbintenissen inzake markttoegang aan te gaan, kan de Commissie de besprekingen opschorten of beëindigen, of het betrokken land verzoeken om overeenkomstig artikel 9, lid 4, onderhandelingen te starten.
Amendement 63
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – lid 3 – alinea 3 – inleidende formule
Wanneer de remediërende/correctieve maatregelen door het betrokken derde land worden ingetrokken of opgeschort of niet naar behoren ten uitvoer worden gelegd, kan de Commissie:
Wanneer de remediërende/correctieve maatregelen door het betrokken derde land worden ingetrokken of opgeschort of niet naar behoren ten uitvoer worden gelegd, treedt de Commissie op overeenkomstig artikel 10 en neemt zij uitvoeringshandelingen aan om de toegang van goederen en diensten uit het derde land te beperken.
Amendement 64
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – lid 3 – alinea 3 – punt i
i)  de besprekingen met het betrokken derde land hervatten of opnieuw openen, en/of
Schrappen
Amendement 65
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – lid 3 – alinea 3 – punt ii
ii)  overeenkomstig artikel 10 optreden en uitvoeringshandelingen aannemen tot beperking van de toegang van goederen en diensten uit het derde land.
Schrappen
Amendement 66
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 - lid 4
4.  Wanneer na de opening van besprekingen blijkt dat de meest geschikte wijze om een einde te maken aan een restrictieve praktijk op het gebied van overheidsopdrachten de sluiting van een internationale overeenkomst is, worden overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 207 en 218 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie onderhandelingen gevoerd. Indien het land met de Europese Unie inhoudelijke onderhandelingen is aangegaan met betrekking tot markttoegang op het gebied van overheidsopdrachten, kan de Commissie een uitvoeringshandeling aannemen waarbij wordt bepaald dat goederen en diensten uit dat land niet van de gunning van overheidsopdrachten kunnen worden uitgesloten overeenkomstig artikel 6.
4.  Wanneer na de opening van besprekingen blijkt dat de meest geschikte wijze om een einde te maken aan een restrictieve praktijk op het gebied van overheidsopdrachten de sluiting van een internationale overeenkomst is, worden overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 207 en 218 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie onderhandelingen gevoerd. Indien het land met de Europese Unie onderhandelingen is aangegaan met betrekking tot markttoegang op het gebied van overheidsopdrachten, kan de Commissie een uitvoeringshandeling aannemen waarbij wordt bepaald dat goederen en diensten uit dat land niet van de gunning van overheidsopdrachten kunnen worden uitgesloten overeenkomstig artikel 6. De Commissie motiveert haar besluit hierover op behoorlijk wijze tegenover de lidstaat, de belanghebbende partij of de aanbestedende dienst die het verzoek heeft ingediend.
Amendement 67
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – lid 5 – alinea 1 -inleidende formule
De Commissie kan de besprekingen beëindigen indien het betrokken land internationale verbintenissen aangaat die met de Unie zijn overeengekomen in een van de volgende situaties:
De Commissie kan de besprekingen beëindigen indien het betrokken land met de Unie of op internationaal niveau de volgende maatregelen heeft genomen:
Amendement 68
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – lid 5 – alinea 1 – letter a bis (nieuw)
a bis)  er zijn met de Europese Unie internationale verbintenissen overeengekomen in een van de volgende situaties:
Amendement 69
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – lid 5 – alinea 1 – letter c
c)   uitbreiding van de verbintenissen inzake markttoegang die het land is aangegaan uit hoofde van de WTO-overeenkomst inzake overheidsopdrachten of uit hoofde van een bilaterale overeenkomst die in dit kader met de Unie is gesloten.
c)   uitbreiding van de verbintenissen inzake markttoegang die het land is aangegaan uit hoofde van de WTO-overeenkomst inzake overheidsopdrachten of uit hoofde van een bilaterale overeenkomst die in dit kader met de Unie is gesloten, en
Amendement 70
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – lid 5 – alinea 1 – letter b bis (nieuw)
b bis)  correctieve maatregelen die door het betrokken land zijn genomen.
Amendement 71
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 - lid 6
6.   Ingeval de besprekingen met het derde land niet tot bevredigende resultaten leiden binnen een termijn van 15 maanden vanaf de dag waarop de besprekingen met het derde land zijn aangevangen, beëindigt de Commissie de besprekingen en overweegt zij overeenkomstig artikel 10 op te treden door middel van uitvoeringshandelingen tot beperking van de toegang van goederen en diensten uit het derde land.
6.   Ingeval de besprekingen met het derde land niet tot bevredigende resultaten leiden binnen een termijn van 12 maanden vanaf de kalenderdag waarop de besprekingen met het derde land zijn aangevangen, beëindigt de Commissie de besprekingen en overweegt zij overeenkomstig artikel 10 op te treden door middel van uitvoeringshandelingen tot beperking van de toegang van goederen en diensten uit het derde land.
Amendement 72
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 - lid 1
1.  Wanneer op basis van een onderzoek overeenkomstig artikel 8 en na toepassing van de procedure overeenkomstig artikel 9 wordt vastgesteld dat de door het derde land ingevoerde of gehandhaafde restrictieve maatregelen op het gebied van overheidsopdrachten leiden tot een gebrek aan wezenlijke wederkerigheid in openstelling van de markt tussen de Unie en het betrokken derde land, als bedoeld in artikel 6, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen om de toegang van niet onder internationale verbintenissen vallende goederen en diensten uit een derde land tijdelijk te beperken. Deze uitvoeringshandelingen worden aangenomen volgens de in artikel 17, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
1.  Wanneer op basis van een onderzoek overeenkomstig artikel 8 en na toepassing van de procedure overeenkomstig artikel 9 wordt vastgesteld dat er een gebrek aan wezenlijke wederkerigheid in openstelling van de markt tussen de Unie en het betrokken derde land bestaat, als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder g bis)stelt de Commissie uitvoeringshandelingen vast om de toegang van niet onder internationale verbintenissen vallende goederen en diensten uit een derde land tijdelijk te beperken voor een periode van maximum vijf jaar die kan worden verlengd met nog eens vijf jaar. Deze uitvoeringshandelingen worden aangenomen volgens de in artikel 17, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
Amendement 73
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 - lid 3 - inleidende formule
De krachtens lid 1 vastgestelde maatregelen kunnen in het bijzonder beperkt worden tot:
De Commissie keurt een voorgenomen uitsluiting niet goed wanneer daardoor verbintenissen inzake markttoegang worden geschonden die de Unie in haar internationale overeenkomsten is aangegaan. De krachtens lid 1 vastgestelde maatregelen kunnen in het bijzonder beperkt worden tot:
Amendement 74
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 1 – alinea 2 bis (nieuw)
Als de op grond van artikel 9, lid 4, en artikel 10 genomen maatregelen in tussentijd niet zijn opgeschort of ingetrokken, lopen zij af vijf jaar na de inwerkingtreding ervan.
Amendement 75
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 - lid 1 - inleidende formule
1.  Aanbestedende diensten kunnen besluiten de maatregelen overeenkomstig artikel 10 niet toe te passen in een aanbestedingsprocedure indien:
1.  Aanbestedende diensten kunnen de Commissie verzoeken de maatregelen overeenkomstig artikel 10 niet toe te passen in een aanbestedingsprocedure indien:
Amendement 76
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 1 – alinea 2 (nieuw)
Als de Commissie na 15 kalenderdagen geen besluit heeft genomen om dit verzoek in te willigen of af te wijzen, wordt het verzoek geacht door de Commissie te zijn afgewezen. In uitzonderlijke omstandigheden kan deze tijdslimiet met ten hoogste vijf kalenderdagen worden verlengd.
Amendement 77
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 2 – alinea 1
Wanneer een aanbestedende dienst voornemens is overeenkomstig artikel 10 van deze verordening vastgestelde of overeenkomstig artikel 11 opnieuw ingevoerde maatregelen niet toe te passen, maakt hij melding van zijn voornemen in de aankondiging van de opdracht die hij overeenkomstig artikel 35 van Richtlijn 2004/18/EG of artikel 42 van Richtlijn 2004/17/EG bekendmaakt. Hij stelt de Commissie daarvan in kennis uiterlijk tien kalenderdagen na de bekendmaking van de aankondiging van opdracht.
Wanneer een aanbestedende dienst voornemens is overeenkomstig artikel 10 van deze verordening vastgestelde of overeenkomstig artikel 11 opnieuw ingevoerde maatregelen niet toe te passen, maakt hij melding van zijn voornemen in de aankondiging van de opdracht die hij overeenkomstig artikel 35 van Richtlijn 2004/18/EG of artikel 42 van Richtlijn 2004/17/EG bekendmaakt.
Amendement 78
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 2 – alinea 2
Deze kennisgeving wordt elektronisch verzonden door middel van een standaardformulier. De Commissie neemt uitvoeringshandelingen aan tot vaststelling van de standaardformulieren voor aankondigingen van opdrachten en kennisgeving overeenkomstig de in artikel 17, lid 3, bedoelde raadplegingsprocedure.
De Commissie neemt uitvoeringshandelingen aan tot vaststelling van de standaardformulieren voor aankondigingen van opdrachten overeenkomstig de in artikel 17, lid 3, bedoelde raadplegingsprocedure.
Amendement 79
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 2 – alinea 3
De kennisgeving bevat de volgende gegevens:
Schrappen
(a)  de benaming en contactgegevens van de aanbestedende dienst;
(b)  een beschrijving van het onderwerp van de opdracht;
c)  informatie over de oorsprong van de toe te laten ondernemers, goederen en/of diensten;
d)  de reden waarop het besluit om de restrictieve maatregelen niet toe te passen berust en een detailleerde rechtvaardiging voor het gebruik van de uitzondering;
e)  voorzover van toepassing, alle andere informatie die de aanbestedende dienst nuttig acht.
Amendement 80
Voorstel voor een verordening
Artikel 15 - lid 3
3.   De in artikel 14 bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan door het Europees Parlement of de Raad te allen tijde worden ingetrokken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
3.   De in artikel 14 bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan door het Europees Parlement of de Raad te allen tijde worden ingetrokken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de kalenderdag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
Amendement 81
Voorstel voor een verordening
Artikel 16 bis (nieuw)
Artikel 16 bis
Aanbestedingsvoorwaarden in verband met door de Unie gefinancierde programma’s in derde landen.
In verband met aanbestedingen die door de Europese Unie en haar lidstaten worden gefinancierd, moet de Commissie ervoor zorgen dat een bindend regelgevingskader voor de gunning en uitvoering van overheidsopdrachten wordt ingevoerd. In het kader hiervan stelt de Unie uniforme regels vast om te zorgen voor eerlijke mededingingsvoorwaarden tussen de ondernemers van de Unie en die van derde landen.
Amendement 82
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 - lid 2
2.  De Commissie, de Raad, het Europees Parlement, de lidstaten, alsmede hun functionarissen mogen de gegevens van vertrouwelijke aard die zij op grond van deze verordening hebben ontvangen, niet bekendmaken zonder de uitdrukkelijke toestemming van degene die ze heeft verstrekt.
Schrappen
Amendement 83
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 - lid4 bis (nieuw)
4 bis.  Informatie die is ontvangen op grond van deze richtlijn en die volgens de verstrekker ervan een vertrouwelijk karakter heeft, wordt in geen geval openbaar gemaakt, tenzij de verstrekker hiervoor specifiek toestemming verleent.
Amendement 84
Voorstel voor een verordening
Artikel 19
Voor 1 januari 2017 en ten minste om de drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening brengt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de tenuitvoerlegging van deze verordening en over de voortgang van internationale onderhandelingen betreffende de toegang van EU-ondernemers tot procedures voor de gunning van overheidsopdrachten in derde landen overeenkomstig deze verordening. De lidstaten verstrekken de Commissie daartoe op verzoek de passende inlichtingen.
Ten minste om de drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening brengt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de tenuitvoerlegging van deze verordening en over de voortgang van internationale onderhandelingen betreffende de toegang van EU-ondernemers tot procedures voor de gunning van overheidsopdrachten in derde landen overeenkomstig deze verordening. De lidstaten verstrekken de Commissie daartoe op verzoek de passende inlichtingen. Wanneer de Commissie haar tweede verslag indient, dient zij bij het Europees Parlement en de Raad ook een wetgevingsvoorstel in om de verordening te wijzigen of geeft zij de redenen op waarom volgens haar geen wijzigingen nodig zijn. Als de Commissie deze verplichtingen niet nakomt, is de verordening aan het einde van het tweede jaar na de indiening van het tweede verslag niet langer van kracht.
Amendement 85
Voorstel voor een verordening
Artikel 20
De artikelen 58 en 59 van Richtlijn 2004/17/EG worden ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van deze verordening.
De Commissie beoordeelt of de artikelen 58 en 59 van Richtlijn 2004/17/EG moeten worden gehandhaafd. Op basis van de uitkomst van deze beoordeling, dient de Commissie een wetsvoorstel in om deze artikelen in te trekken met ingang van de inwerkingtreding van deze verordening.

(1) De zaak werd dan terugverwezen naar de Commissie uit hoofde van artikel 57, lid 2, tweede alinea, van het Reglement (A7-0454/2013).

Juridische mededeling - Privacybeleid