Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2013/0103(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0053/2014

Ingediende teksten :

A7-0053/2014

Debatten :

PV 04/02/2014 - 14
CRE 04/02/2014 - 14

Stemmingen :

PV 05/02/2014 - 9.13
CRE 05/02/2014 - 9.13
Stemverklaringen
PV 16/04/2014 - 7.25
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2014)0082
P7_TA(2014)0420

Aangenomen teksten
PDF 524kWORD 251k
Woensdag 5 februari 2014 - Straatsburg
Bescherming tegen gedumpte en gesubsidieerde import uit landen die geen lid zijn van de EU ***I
P7_TA(2014)0082A7-0053/2014

Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 5 februari 2014 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap en Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn (COM(2013)0192 – C7-0097/2013 – 2013/0103(COD))(1)

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Door de Commissie voorgestelde tekst   Amendement
Amendement 1
Voorstel voor een verordening
Overweging 3
(3)   Op grond van de herziening moeten enkele bepalingen van de basisverordeningen worden gewijzigd om de transparantie en de voorspelbaarheid te verhogen, in doeltreffende maatregelen ter bestrijding van vergeldingspraktijken te voorzien, de doeltreffendheid en de handhaving van de instrumenten te verbeteren en de praktijk bij nieuwe onderzoeken te optimaliseren. Bovendien dienen bepaalde praktijken die in de afgelopen jaren in verband met antidumping- en antisubsidieonderzoeken zijn toegepast, in de verordeningen te worden opgenomen.
(3)   Op grond van de herziening moeten enkele bepalingen van de basisverordeningen worden gewijzigd om de transparantie en de voorspelbaarheid te verhogen, in doeltreffende maatregelen ter bestrijding van vergeldingspraktijken van derde landen te voorzien, de doeltreffendheid en de handhaving van de instrumenten te verbeteren en de praktijk bij nieuwe onderzoeken te optimaliseren.
Amendement 2
Voorstel voor een verordening
Overweging 4
(4)  Ter verbetering van de transparantie en de voorspelbaarheid van antidumping- en antisubsidieonderzoeken dienen de partijen die door de instelling van voorlopige antidumping- en compenserende maatregelen worden geraakt, met name importeurs, op de hoogte worden gebracht van de naderende instelling van dergelijke maatregelen. De desbetreffende termijn moet overeenkomen met het tijdvak tussen het tijdstip waarop de ontwerpuitvoeringshandeling aan het overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1225/2009 ingestelde antidumpingcomité en het overeenkomstig artikel 25 van Verordening (EG) nr. 597/2009 ingestelde antisubsidiecomité is voorgelegd, en de vaststelling van die handeling door de Commissie anderzijds. Dit tijdvak is verankerd in artikel 3, lid 3, van Verordening (EU) nr. 182/2011. Ook dienen de partijen in het geval van onderzoeken waarbij de instelling van voorlopige maatregelen niet gepast is, ruim op tijd op de hoogte te worden gesteld van het feit dat geen voorlopige maatregelen worden ingesteld.
Schrappen
Amendement 95
Voorstel voor een verordening
Overweging 5
Alvorens voorlopige maatregelen in te stellen, moet exporteurs en producenten de gelegenheid worden geboden hun eigen dumping- of subsidiemarge te berekenen. Eventuele fouten in deze berekening zouden vervolgens vóór de instelling van de maatregelen kunnen worden gecorrigeerd.
Schrappen
Amendement 3
Voorstel voor een verordening
Overweging 6
(6)   Om doeltreffende maatregelen ter bestrijding van vergeldingspraktijken te waarborgen, moeten producenten in de Unie een beroep op de basisverordeningen kunnen doen zonder vergelding door derden te moeten vrezen. De bestaande bepalingen voorzien erin dat in bijzondere omstandigheden een onderzoek kan worden ingesteld zonder dat een klacht is ontvangen, op voorwaarde dat voldoende bewijzen voorhanden zijn voor het bestaan van dumping of tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies, schade en een oorzakelijk verband daartussen. Tot dergelijke bijzondere omstandigheden moeten ook dreigingen met vergelding worden gerekend.
(6)   Om doeltreffende maatregelen ter bestrijding van vergeldingspraktijken te waarborgen, moeten producenten in de Unie een beroep op de basisverordeningen kunnen doen zonder vergelding door derden te moeten vrezen. De bestaande bepalingen voorzien erin dat in bijzondere omstandigheden, met name wanneer het diverse en gefragmenteerde bedrijfstakken betreft die grotendeels uit kleine en middelgrote ondernemingen (kmo´s) bestaan, een onderzoek kan worden ingesteld zonder dat een klacht is ontvangen, op voorwaarde dat voldoende bewijzen voorhanden zijn voor het bestaan van dumping of tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies, schade en een oorzakelijk verband daartussen. Tot dergelijke bijzondere omstandigheden moeten ook dreigingen met vergelding door derde landen worden gerekend.
Amendement 4
Voorstel voor een verordening
Overweging 7
(7)   Wanneer een onderzoek niet op basis van een klacht wordt ingesteld, moeten de producenten in de Unie verplicht worden de nodige informatie te verstrekken opdat het onderzoek doorgang kan vinden, teneinde te waarborgen dat voldoende informatie beschikbaar is om het onderzoek uit te voeren ingeval van dergelijke dreigingen met vergelding.
(7)   Wanneer een onderzoek niet op basis van een klacht wordt ingesteld, moeten de producenten in de Unie worden verzocht medewerking te verlenen en de nodige informatie te verstrekken opdat het onderzoek doorgang kan vinden, teneinde te waarborgen dat voldoende informatie beschikbaar is om het onderzoek uit te voeren ingeval van dergelijke dreigingen met vergelding. Kleine ondernemingen en micro-ondernemingen moeten van deze verplichting worden vrijgesteld, om hun onredelijke administratieve lasten en kosten te besparen.
Amendement 5
Voorstel voor een verordening
Overweging 10
(10)  Om de praktijk bij nieuwe onderzoeken te optimaliseren, moeten de gedurende het onderzoek geïnde rechten worden terugbetaald aan de importeurs wanneer maatregelen na uitvoering van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van maatregelen niet worden verlengd. Dit is gepast aangezien in dergelijke gevallen is gebleken dat gedurende het onderzoektijdvak niet aan de voorwaarden voor handhaving van de maatregelen is voldaan.
Schrappen
Amendement 6
Voorstel voor een verordening
Overweging 11 bis (nieuw)
(11 bis)  Documenten ter verduidelijking van de vaste praktijk van de Commissie met betrekking tot de toepassing van deze verordening (met inbegrip van de vier ontwerprichtsnoeren inzake de selectie van het referentieland, het nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregelen en de duur van de maatregelen, de schademarge en de belangen van de Unie) mogen pas door de Commissie worden vastgesteld na inwerkingtreding van deze verordening en adequate raadpleging van het Europees Parlement en de Raad, en deze documenten dienen dan volledig in overeenstemming te zijn met de inhoud van deze verordening.
Amendement 7
Voorstel voor een verordening
Overweging 11 ter (nieuw)
(11 ter)  De Unie is, in tegenstelling tot haar lidstaten, geen partij bij de IAO-verdragen. Tot dusver zijn alleen de basisverdragen van de IAO door alle lidstaten van de Unie geratificeerd. Om de definitie van een toereikend niveau van sociale normen, die is gebaseerd op de in bijlage I bis van Verordening (EG) nr. 1225/2009 vermelde IAO-verdragen, actueel te houden werkt de Commissie deze bijlage door middel van gedelegeerde handelingen bij zodra lidstaten van de Unie verdere "prioritaire" IAO-verdragen ratificeren.
Amendement 8
Voorstel voor een verordening
Overweging 12 bis (nieuw)
(12 bis)  Diverse en gefragmenteerde sectoren die grotendeels uit kmo´s bestaan ondervinden moeilijkheden bij de toegang tot handelsbeschermingsprocedures wegens de complexiteit van de procedures en de hoge kosten die hieraan verbonden zijn. De toegang van kmo's tot het instrument dient te worden bevorderd door een versterking van de rol van de helpdesk voor kmo´s, die kmo's ondersteuning moet bieden bij het indienen van klachten en ertoe moet bijdragen dat aan de drempelvoorwaarden voor het openen van onderzoeken kan worden voldaan. Tevens dienen de administratieve procedures in verband met handelsbeschermingsprocedures beter te worden aangepast aan de beperkte middelen waarover kmo's beschikken.
Amendement 9
Voorstel voor een verordening
Overweging 12 ter (nieuw)
(12 ter)  De duur van onderzoeken in antidumpingsgevallen moet worden beperkt tot negen maanden en deze onderzoeken moeten worden afgerond binnen twaalf maanden na inleiding van de procedure. De duur van onderzoeken in antisubsidiegevallen moet worden beperkt tot negen maanden en deze onderzoeken moeten worden afgerond binnen tien maanden na inleiding van de procedure. In ieder geval mogen voorlopige rechten alleen worden ingesteld gedurende een periode die loopt van 60 dagen tot 6 maanden na de inleiding van de procedure.
Amendement 10
Voorstel voor een verordening
Overweging 12 quater (nieuw)
(12 quater)  Niet-vertrouwelijke elementen van aan de Commissie voorgelegde verbintenissen moeten aan de belanghebbenden, het Europees Parlement en de Raad worden medegedeeld. De Commissie moet worden verplicht de bedrijfstak van de Unie te raadplegen alvorens een eventuele aangeboden verbintenis te aanvaarden.
Amendement 93
Voorstel voor een verordening
Overweging 18
(18)  Bij de beoordeling van het belang van de Unie moeten alle producenten in de Unie, en niet alleen de producenten die de klacht hebben ingediend, in de gelegenheid worden gesteld om opmerkingen te maken.
Schrappen
Amendement 11
Voorstel voor een verordening
Overweging 18 bis (nieuw)
(18 bis)  Het jaarverslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad betreffende de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1225/2009 en Verordening (EG) nr. 597/2009 maakt het mogelijk de handelsbeschermingsinstrumenten geregeld en tijdig te monitoren als onderdeel van een gestructureerde interinstitutionele dialoog over dit onderwerp. De openbaarmaking van dit verslag, zes maanden na de presentatie ervan aan het Europees Parlement en de Raad, garandeert transparantie voor belanghebbenden en het publiek.
Amendement 12
Voorstel voor een verordening
Overweging 18 ter (nieuw)
(18 ter)  De Commissie moet zorgen voor grotere transparantie ten aanzien van procedures, interne procedures en onderzoeksresultaten, terwijl alle niet-vertrouwelijke dossiers via een internetplatform openbaar moeten worden gemaakt voor belanghebbenden.
Amendement 13
Voorstel voor een verordening
Overweging 18 quater (nieuw)
(18 quater)  De Commissie moet het Europees Parlement en de Raad regelmatig informeren over ingestelde onderzoeken en over ontwikkelingen in verband met deze onderzoeken.
Amendement 14
Voorstel voor een verordening
Overweging 18 quinquies (nieuw)
(18 quinquies)  Wanneer het aantal producenten in de Unie zo groot is dat een steekproef moet worden genomen, dient de Commissie, bij samenstelling van een steekproef van producenten, ten volle rekening te houden met het aandeel van kmo´s in de steekproef, met name in het geval van diverse en gefragmenteerde bedrijfstakken die grotendeels uit kmo´s bestaan.
Amendement 92
Voorstel voor een verordening
Overweging 18 sexies (nieuw)
(18 sexies)  Om de handelsbeschermingsinstrumenten doeltreffender te maken, moeten vakbonden in staat worden gesteld gezamenlijk met de bedrijfstak van de Unie schriftelijke klachten in te dienen.
Amendement 15
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt -1 (nieuw)
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Titel
Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap
Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie.
(Deze wijziging is van toepassing voor de gehele tekst van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad)
Amendement 16
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt -1 bis (nieuw)
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Overweging 11 bis (nieuw)
(11 bis)  Derde landen interveniëren in toenemende mate in de handel, bijvoorbeeld in de vorm van uitvoerrechten of dubbele prijsstelling, met de bedoeling om voordelen te verschaffen aan binnenlandse producenten. Dergelijke interventies veroorzaken bijkomende verstoringen van de handel. Als gevolg hiervan kan producenten in de Unie niet alleen schade worden berokkend door dumping, maar hebben zij ten opzichte van de producenten uit derde landen die zich aan dergelijke praktijken schuldig maken, ook te kampen met een sterkere verstoring van de handel. Verschillen op het gebied van arbeids- en milieunormen kunnen eveneens in bijkomende verstoringen van de handel resulteren. De regel van het lagere recht dient derhalve in dergelijke gevallen waarin in het land van uitvoer geen toereikende sociale en milieunormen gelden, niet te worden toegepast. Een toereikend niveau wordt gedefinieerd op grond van de ratificatie van de basisverdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) en van multilaterale milieuovereenkomsten waarbij de Unie partij is. Met name kmo´s lijden onder oneerlijke concurrentie aangezien zij zich hier vanwege hun kleine omvang moeilijk aan kunnen aanpassen. De regel van het lagere recht dient bijgevolg niet te worden toegepast wanneer de klacht is ingediend namens een bedrijfstak die grotendeels uit kmo's bestaat. Daarentegen moet de regel van het lagere recht altijd worden toegepast als een structurele verstoring van de grondstoffenmark het gevolg is van een besluit dat door een tot de minst ontwikkelde landen behorende staat bewust is genomen ter bescherming van het algemeen belang.
Amendement 17
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt -1 ter (nieuw)
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Artikel 1 – lid 1 – alinea 2 (nieuw)
-1 ter. Aan artikel 1, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:
"Het gebruik van een gedumpt product in verband met de exploratie van het continentaal plateau of de exclusieve economische zone van een lidstaat of de winning van grondstoffen in die gebieden, wordt als invoer in de zin van deze verordening beschouwd die dienovereenkomstig aan rechten wordt onderworpen indien als gevolg van dat gebruik schade wordt berokkend aan de bedrijfstak van de Unie."
Amendement 18
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt -1 quater (nieuw)
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Artikel 1 – lid 4 bis
-1 quater. Aan artikel 1 wordt het volgende lid toegevoegd:
"4 bis. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder een grondstof verstaan de input van een bepaald product dat een doorslaggevende invloed heeft op de productiekosten ervan."
Amendement 19
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt -1 quinquies (nieuw)
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Artikel 1 – lid 4 ter (nieuw)
-1 quinquies. Aan artikel 1 wordt het volgende lid toegevoegd:
"4 ter. Een grondstof wordt geacht voorwerp te zijn van een structurele verstoring wanneer de prijs ervan niet uitsluitend het resultaat is van de normale marktwerking wat vraag en aanbod betreft. Dergelijke verstoringen zijn het gevolg van maatregelen van derde landen zoals uitvoerbelastingen, uitvoerbeperkingen en systemen van dubbele prijzen."
Amendementen 70 en 86
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt -1 sexies (nieuw)
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Artikel 2– lid 7 – letter a – alinea 2
-1 sexies. In artikel 2, lid 7, onder a), wordt de tweede alinea vervangen door:
Een geschikt derde land met een markteconomie wordt op redelijke wijze geselecteerd, met inachtneming van alle betrouwbare gegevens die op het tijdstip van de selectie beschikbaar zijn. Voorts wordt rekening gehouden met termijnen; in voorkomend geval wordt gebruik gemaakt van een derde land met markteconomie dat bij hetzelfde onderzoek betrokken is.
"Een geschikt derde land met een markteconomie wordt op redelijke wijze geselecteerd, met inachtneming van alle betrouwbare gegevens die op het tijdstip van de selectie beschikbaar zijn. Het geselecteerde land kent tevens toereikende sociale en milieunormen, waarbij er sprake is van een toereikend niveau indien het derde land de multilaterale milieuovereenkomsten en de daaraan gehechte protocollen waarbij de Unie op een gegeven moment partij is, alsook de in bijlage I bis vermelde IAO‑verdragen heeft geratificeerd en doeltreffend ten uitvoer legt. Voorts wordt rekening gehouden met termijnen; in voorkomend geval wordt gebruik gemaakt van een derde land met markteconomie dat bij hetzelfde onderzoek betrokken is."
Amendementen 87 en 90
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt 1 bis (nieuw)
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Artikel 5 – lid 1 – alinea 1
1 bis.  In artikel 5, lid 1, wordt de eerste alinea vervangen door:
Behoudens het bepaalde in lid 6, wordt een onderzoek naar het bestaan, de omvang en de gevolgen van dumping geopend naar aanleiding van een schriftelijke klacht die door een natuurlijke persoon of een rechtspersoon of een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid namens een bedrijfstak van de Gemeenschap wordt ingediend.
"Behoudens het bepaalde in lid 6, wordt een onderzoek naar het bestaan, de omvang en de gevolgen van dumping geopend naar aanleiding van een schriftelijke klacht die door een natuurlijke persoon of een rechtspersoon of een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid namens een bedrijfstak van de Unie wordt ingediend. Klachten kunnen ook door de bedrijfstak van de Unie of een namens deze handelende natuurlijke persoon of rechtspersoon of vereniging zonder rechtspersoonlijkheid gezamenlijk met vakbonden worden ingediend."
Amendement 20
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt 1 ter (nieuw)
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Artikel 5 – lid 1 bis (nieuw)
1 ter.  Aan artikel 5 wordt het volgende lid 1 bis toegevoegd:
"1 bis. De Commissie bevordert toegang tot het instrument voor diverse en gefragmenteerde bedrijfstakken, die merendeels bestaan uit kleine en middelgrote ondernemingen (kmo´s), in de context van gevallen van antidumping, door middel van een helpdesk voor kmo's.
De helpdesk voor kmo´s zorgt voor meer bekendheid van het instrument en geeft voorlichting en uitleg met betrekking tot specifieke zaken, de vraag hoe een klacht kan worden ingediend en hoe bewijzen voor dumping en schade het best kunnen worden gepresenteerd.
De helpdesk voor kmo´s stelt standaardformulieren beschikbaar voor met het oog op de beoordeling van de representativiteit in te dienen statistieken en voor de vragenlijsten.
Na de instelling van een onderzoek stelt de helpdesk voor kmo's ondernemingen en hun relevante verenigingen die waarschijnlijk gevolgen zullen ondervinden van de instelling van het onderzoek op de hoogte van de relevante termijnen om zich te laten registreren als belanghebbende.
Zij helpt de ondernemingen met vragen inzake het invullen van vragenlijsten, waarbij bijzondere aandacht zal worden besteed aan vragen van kmo's met betrekking tot onderzoeken die worden ingesteld overeenkomstig artikel 5, lid 6. Voor zover mogelijk helpt zij problemen als gevolg van taalbarrières verminderen.
Ingeval kmo´s aantonen dat er aanwijzingen zijn voor dumping, verstrekt de helpdesk kmo´s, overeenkomstig artikel 14, lid 6, informatie over de ontwikkeling van de omvang en de waarde van de invoer van het betrokken product.
Zij geeft tevens adviezen over aanvullende manieren om in contact te treden met de raadadviseur-auditeur en de nationale douaneautoriteiten. De helpdesk voor kmo's informeert ondernemingen over de mogelijkheden en de voorwaarden waaronder zij kunnen verzoeken om herziening van de maatregelen en om terugbetaling van de betaalde antidumpingrechten."
Amendement 21
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt 1 quater (nieuw)
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Artikel 5 – lid 4 – alinea 2 (nieuw)
1 quater.  Aan artikel 5, lid 4, wordt de volgende alinea toegevoegd:
"In het geval van diverse en gefragmenteerde bedrijfstakken die grotendeels uit kleine en middelgrote ondernemingen bestaan, helpt de Commissie de belanghebbenden deze drempels te bereiken door ondersteuning te bieden via de helpdesk voor kmo´s."
Amendement 22
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt 1 quinquies (nieuw)
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Artikel 5 – lid 6
1 quinquies.  Artikel 5, lid 6, komt als volgt te luiden:
6.   Indien in bijzondere omstandigheden wordt besloten een onderzoek te openen, zonder dat een daartoe strekkende schriftelijke klacht van of namens de bedrijfstak van de Gemeenschap is ontvangen, wordt hiertoe slechts overgegaan indien er voldoende bewijsmateriaal is voor het bestaan van dumping, schade en oorzakelijk verband, zoals bedoeld in lid 2, om de opening van het onderzoek te rechtvaardigen.
"6. Indien de Commissie in bijzondere omstandigheden, met name in het geval van diverse en gefragmenteerde bedrijfstakken die merendeels uit kleine en middelgrote ondernemingen bestaan, besluit een onderzoek te openen, zonder dat zij een daartoe strekkende schriftelijke klacht van of namens de bedrijfstak van de Unie heeft ontvangen, wordt hiertoe slechts overgegaan indien er voldoende bewijsmateriaal is voor het bestaan van dumping, schade en oorzakelijk verband, zoals bedoeld in lid 2, om de opening van het onderzoek te rechtvaardigen."
Amendement 23
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt 1 sexies (nieuw)
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Artikel 6 – lid 9
1 sexies.  Artikel 6, lid 9, komt als volgt te luiden:
9.   Het onderzoek in de overeenkomstig artikel 5, lid 9, ingeleide procedures wordt, voor zover mogelijk, binnen één jaar afgesloten. Het wordt in ieder geval binnen 15 maanden na de opening beëindigd, overeenkomstig artikel 8 of artikel 9 gedane bevindingen.
"9. Het onderzoek in de overeenkomstig artikel 5, lid 9 ingeleide procedures wordt, voor zover mogelijk, binnen uiterlijk negen maanden afgesloten. Het wordt in ieder geval binnen een jaar na de opening beëindigd, overeenkomstig artikel 8 of artikel 9 gedane bevindingen. De onderzoeksperioden vallen indien mogelijk, in het bijzonder in het geval van diverse en gefragmenteerde bedrijfstakken die grotendeels uit kmo´s bestaan, samen met het boekjaar."
Amendement 24
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt 2
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Artikel 6 – lid 10
De producenten in de Unie van het soortgelijke product zijn verplicht tot medewerking aan de krachtens artikel 5, lid 6, ingeleide procedure.
De producenten in de Unie van het soortgelijke product, kleine en micro- ondernemingen uitgezonderd, worden verzocht om medewerking aan de krachtens artikel 5, lid 6, ingeleide procedure."
Amendement 25
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt 2
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Artikel 6 – lid 10 bis (nieuw)
10 bis.  De Commissie zorgt voor optimale toegang tot informatie voor alle belanghebbenden door te voorzien in een informatiesysteem door middel waarvan belanghebbenden op de hoogte worden gesteld wanneer er nieuwe niet-vertrouwelijke informatie wordt toegevoegd aan het onderzoeksdossier. Niet-vertrouwelijke informatie moet ook toegankelijk worden gemaakt via een internetplatform.
Amendement 26
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt 2
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Artikel 6 – lid 10 ter (nieuw)
10 ter.  De Commissie ziet erop toe dat de procedurele rechten van de belanghebbenden daadwerkelijk gewaarborgd worden en zorgt er tevens voor dat procedures onpartijdig, objectief en binnen een redelijke termijn worden afgewikkeld, waar nodig door een raadadviseur-auditeur.
Amendement 27
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt 2
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Artikel 6 – punt 10 quater (nieuw)
10 quater.  De vragenlijsten die in de onderzoeken worden gebruikt, worden op verzoek van belanghebbenden door de Commissie opgesteld in alle officiële talen van de Unie.
Amendement 28
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt 3 – letter a
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Artikel 7 – lid 1 – zinnen 1 en 2
1.   Voorlopige rechten kunnen worden ingesteld indien een procedure is ingeleid overeenkomstig artikel 5, hiervan bericht is gegeven en belanghebbenden overeenkomstig artikel 5, lid 10, voldoende gelegenheid hebben gehad, inlichtingen te verstrekken en opmerkingen te maken, er voorlopig is vastgesteld dat dumping plaatsvindt en daaruit schade voor een bedrijfstak van de Gemeenschap voortvloeit, en het belang van de Gemeenschap maatregelen ter voorkoming van dergelijke schade noodzakelijk maakt. Voorlopige rechten worden niet eerder ingesteld dan 60 dagen en niet later dan negen maanden na de inleiding van de procedure.
1.   Voorlopige rechten kunnen worden ingesteld indien een procedure is ingeleid overeenkomstig artikel 5, hiervan bericht is gegeven en belanghebbenden overeenkomstig artikel 5, lid 10, voldoende gelegenheid hebben gehad, inlichtingen te verstrekken en opmerkingen te maken, er voorlopig is vastgesteld dat dumping plaatsvindt en daaruit schade voor een bedrijfstak van de Unie voortvloeit, en het belang van de Unie maatregelen ter voorkoming van dergelijke schade noodzakelijk maakt. Voorlopige rechten worden niet eerder ingesteld dan 60 dagen en niet later dan zes maanden na de inleiding van de procedure.
Amendement 29
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt 3 – letter a
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Artikel 7 – lid 1
a)  aan lid 1 wordt de volgende zin toegevoegd:
Schrappen
Voorlopige rechten worden niet eerder toegepast dan twee weken na toezending van de informatie aan de belanghebbenden overeenkomstig artikel 19 bis. Deze informatie doet geen afbreuk aan besluiten die de Commissie daarna neemt.
Amendement 30
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt 3 – letter b
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Artikel 7 – lid 2
Het voorlopige antidumpingrecht bedraagt niet meer dan de voorlopig vastgestelde dumpingmarge. Het voorlopige antidumpingrecht is lager dan de dumpingmarge indien dit lagere recht toereikend is om de schade aan de bedrijfstak van de Unie weg te nemen, tenzij in verband met het betrokken product in het land van uitvoer een structurele verstoring van de grondstoffenmarkt is vastgesteld.
Het voorlopige antidumpingrecht bedraagt niet meer dan de voorlopig vastgestelde dumpingmarge en is lager dan de dumpingmarge indien dit lagere recht toereikend is om de schade aan de bedrijfstak van de Unie weg te nemen.
In de volgende omstandigheden is het lagere recht niet van toepassing:
a)   in verband met het betrokken product zijn in het land van uitvoer structurele verstoringen of een omvangrijke interventie door de overheid met betrekking tot onder meer prijzen, kosten en inputs, waaronder bijvoorbeeld grondstoffen en energie, onderzoek en arbeid, outputs, verkoop en investeringen alsook wisselkoersmanipulaties en voorwaarden voor handelsfinanciering vastgesteld;
b)  in het land van uitvoer gelden geen toereikende sociale en milieunormen, met dien verstande dat sprake is van een toereikend niveau indien het derde land de multilaterale milieuovereenkomsten en de daaraan gehechte protocollen waarbij de Unie op een gegeven tijdstip partij is, alsook de in bijlage I bis vermelde IAO-verdragen heeft geratificeerd en doeltreffend ten uitvoer legt;
c)  de indiener van de klacht vertegenwoordigt een diverse en gefragmenteerde bedrijfstak die grotendeels uit kmo´s bestaat;
d)  in het kader van het onderzoek of van een apart antisubsidieonderzoek is, ten minste voorlopig, vastgesteld dat het land van uitvoer een of meer subsidies verstrekt aan de producenten-exporteurs van het betrokken product.
Het lagere recht wordt evenwel altijd toegepast wanneer in verband met het betrokken product een structurele verstoring van de grondstoffenmarkt wordt vastgesteld in een land van uitvoer dat tot de minst ontwikkelde landen behoort als vermeld in bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 978/2012 van het Europees Parlement en de Raad*.
__________
* Verordening (EU) nr. 978/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad.
Amendement 31
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt 3 bis (nieuw)
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Artikel 8 – lid 1
3 bis.  Artikel 8, lid 1, komt als volgt te luiden:
1.   Mits er voorlopig is vastgesteld dat dumping plaatsvindt en daaruit schade voortvloeit, kan de Commissie overgaan tot aanvaarding van een door een exporteur op vrijwillige basis aangeboden bevredigende verbintenis om zijn prijzen te herzien of de uitvoer met dumping te staken, mits de Commissie na specifieke raadpleging van het raadgevend comité ervan overtuigd is dat de schadelijke gevolgen van de dumping hierdoor worden weggenomen. In dergelijke gevallen en voor de duur van de verbintenis zijn de door de Commissie op grond van artikel 7, lid 1, ingestelde voorlopige rechten of de door de Raad op grond van artikel 9, lid 4, ingestelde definitieve rechten niet van toepassing op de invoer van de betreffende producten die geproduceerd worden door de ondernemingen die worden genoemd in het besluit van de Commissie tot aanvaarding van verbintenissen, en eventuele wijzigingen daarvan. De prijzen worden ingevolge deze verbintenissen niet sterker verhoogd dan nodig is om de dumpingmarge te doen verdwijnen. De prijsverhoging moet lager zijn dan de dumpingmarge als dat toereikend is om de schade aan de bedrijfstak van de Gemeenschap weg te nemen.
"1. Mits er voorlopig is vastgesteld dat dumping plaatsvindt en daaruit schade voortvloeit, kan de Commissie na specifieke raadpleging van het raadgevend comité overgaan tot aanvaarding van een door een exporteur op vrijwillige basis aangeboden bevredigende verbintenis om zijn prijzen te herzien of de uitvoer met dumping te staken, mits door die aangeboden verbintenis gewaarborgd is dat de schadelijke gevolgen van de dumping daadwerkelijk worden weggenomen. In dergelijke gevallen en voor de duur van de verbintenis zijn de door de Commissie op grond van artikel 7, lid 1, ingestelde voorlopige rechten of de door de Raad op grond van artikel 9, lid 4, ingestelde definitieve rechten niet van toepassing op de invoer van de betreffende producten die geproduceerd worden door de ondernemingen die worden genoemd in het besluit van de Commissie tot aanvaarding van verbintenissen, en eventuele wijzigingen daarvan. De prijzen worden ingevolge deze verbintenissen niet sterker verhoogd dan nodig is om de dumpingmarge te doen verdwijnen. De prijsverhoging moet lager zijn dan de dumpingmarge als dat toereikend is om de schade aan de bedrijfstak van de Unie weg te nemen, tenzij de Commissie bij het instellen van voorlopige of definitieve rechten had besloten dat dit lagere recht niet wordt toegepast."
Amendement 32
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt 3 ter (nieuw)
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Artikel 8 – lid 4
3 ter.  Artikel 8, lid 4, komt als volgt te luiden:
4.   Partijen die een verbintenis aanbieden, dienen een niet-vertrouwelijke versie daarvan te verschaffen die ter beschikking van de bij het onderzoek betrokken partijen kan worden gesteld.
"4. Partijen die een verbintenis aanbieden, dienen een betekenisvolle niet-vertrouwelijke versie daarvan te verschaffen die ter beschikking van de bij het onderzoek betrokken partijen, het Europees Parlement en de Raad kan worden gesteld. De partijen worden verzocht zo veel mogelijk informatie te verstrekken betreffende de inhoud en aard van de onderneming waarbij terdege rekening wordt gehouden met de bescherming van vertrouwelijke informatie in de zin van artikel 19. Voorts moet de Commissie alvorens een eventuele aangeboden verbintenis te aanvaarden de bedrijfstak van de Unie raadplegen met betrekking tot de belangrijkste kenmerken van de onderneming.
Amendement 33
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt 4 – letter b
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Artikel 9 – lid 4 – laatste zin
Het antidumpingrecht bedraagt niet meer dan de vastgestelde dumpingmarge. Het antidumpingrecht is lager dan de dumpingmarge indien dit lagere recht toereikend is om de schade aan de bedrijfstak van de Unie weg te nemen, tenzij in verband met het betrokken product in het land van uitvoer een structurele verstoring van de grondstoffenmarkt is vastgesteld."
Het antidumpingrecht bedraagt niet meer dan de vastgestelde dumpingmarge en moet lager zijn dan deze marge indien dit lagere recht toereikend is om de schade aan de bedrijfstak van de Unie weg te nemen.
In de volgende omstandigheden is het lagere recht niet van toepassing:
a)   in verband met het betrokken product zijn in het land van uitvoer structurele verstoringen of een omvangrijke interventie door de overheid met betrekking tot onder meer prijzen, kosten en inputs, waaronder bijvoorbeeld grondstoffen en energie, onderzoek en arbeid, outputs, verkoop en investeringen alsook wisselkoersmanipulaties en voorwaarden voor handelsfinanciering vastgesteld;
b)  in het land van uitvoer gelden geen toereikende sociale en milieunormen, met dien verstande dat sprake is van een toereikend niveau indien het derde land de multilaterale milieuovereenkomsten en de daaraan gehechte protocollen waarbij de Unie op een gegeven tijdstip partij is, alsook de in bijlage I bis vermelde IAO-verdragen heeft geratificeerd en doeltreffend ten uitvoer legt;
c)  de indiener van de klacht vertegenwoordigt een diverse en gefragmenteerde bedrijfstak die grotendeels uit kmo´s bestaat;
d)  in het kader van het onderzoek of van een apart antisubsidieonderzoek ten minste voorlopig is vastgesteld dat het land van uitvoer een of meer subsidies verstrekt aan de producenten-exporteurs van het betrokken product.
Het lagere recht wordt evenwel altijd toegepast wanneer in verband met het betrokken product een structurele verstoring van de grondstoffenmarkt wordt vastgesteld in een land van uitvoer dat tot de minst ontwikkelde landen behoort als vermeld in bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 978/2012.
Amendement 77/rev
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt 5 – letter –a (nieuw)
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Artikel 11 – lid 2 – tweede alinea
(-a)  in lid 2 wordt de tweede alinea vervangen door:
Een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van een maatregel wordt geopend, wanneer het verzoek daartoe voldoende bewijs bevat, dat het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk tot voortzetting of herhaling van dumping en schade zou leiden. Deze waarschijnlijkheid kan bijvoorbeeld worden aangetoond door het bewijs, dat nog steeds invoer met dumping plaatsvindt en dat daardoor schade ontstaat, dat het verdwijnen van de schade geheel of ten dele aan de bestaande maatregelen is toe te schrijven of dat de omstandigheden van de exporteurs dan wel de marktsituatie van zodanige aard zijn, dat de schade veroorzakende dumping waarschijnlijk zal voortduren.
Een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van een maatregel wordt geopend, wanneer het verzoek daartoe voldoende bewijs bevat, dat het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk tot voortzetting of herhaling van dumping en schade zou leiden. Deze waarschijnlijkheid kan bijvoorbeeld worden aangetoond door het bewijs, dat nog steeds invoer met dumping plaatsvindt en dat daardoor schade ontstaat, dat het verdwijnen van de schade geheel of ten dele aan de bestaande maatregelen is toe te schrijven of dat de omstandigheden van de exporteurs dan wel de marktsituatie van zodanige aard zijn, dat de schade veroorzakende dumping waarschijnlijk zal voortduren. Deze waarschijnlijkheid kan tevens worden aangetoond aan de hand van aanhoudende verstorende maatregelen door het land van export.
Amendement 35
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt 5 – letter a
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Artikel 11 – lid 5
(a)  aan lid 5 wordt de volgende alinea toegevoegd:
Schrappen
Indien de maatregel na een onderzoek als bedoeld in lid 2 komt te vervallen, worden alle vanaf de datum van opening van dat onderzoek geïnde rechten terugbetaald, mits om die terugbetaling is verzocht bij en deze is toegekend door de nationale douaneautoriteiten overeenkomstig de toepasselijke douanewetgeving van de Unie betreffende terugbetaling en kwijtschelding van rechten. Een dergelijke terugbetaling vormt geen aanleiding tot betaling van rente door de desbetreffende nationale douaneautoriteiten."
Amendement 36
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt 6 bis (nieuw)
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Artikel 14 – lid 3
6 bis.  Artikel 14, lid 3, komt als volgt te luiden:
3.   Uit hoofde van deze verordening kunnen bijzondere bepalingen worden vastgesteld, in het bijzonder wat de gemeenschappelijke definitie betreft van het begrip "oorsprong van goederen" als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek.
"3. Uit hoofde van deze verordening kunnen bijzondere bepalingen worden vastgesteld, in het bijzonder wat de gemeenschappelijke definitie betreft van het begrip "oorsprong van goederen" als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek, of overeenkomstig artikel 2 van het douanewetboek."
Amendement 79
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt 6 ter (nieuw)
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Artikel 14 – lid 5
(6 ter)  In artikel 14 wordt lid 5 vervangen door:
5.  De Commissie kan, na overleg in het raadgevend comité, de douaneautoriteiten opdracht geven passende maatregelen te nemen om de invoer te registreren, zodat met ingang van de datum van registratie maatregelen met betrekking tot deze invoer kunnen worden genomen. Tot registratie van de invoer kan worden overgegaan naar aanleiding van een door de bedrijfstak van de Gemeenschap ingediend verzoek dat voldoende bewijsmateriaal bevat om een dergelijke maatregel te rechtvaardigen. De registratieverplichting wordt opgelegd door middel van een verordening waarin het doel van de maatregel en, zo nodig, een schatting van de bedragen die eventueel later verschuldigd zullen zijn, worden vermeld. De invoer wordt voor een periode van ten hoogste negen maanden aan registratieplicht onderworpen.
5.   De Commissie kan, nadat zij de lidstaten tijdig heeft geïnformeerd, de douaneautoriteiten opdracht geven passende maatregelen te nemen om de invoer te registreren, zodat met ingang van de datum van registratie maatregelen met betrekking tot deze invoer kunnen worden genomen. Tot registratie van de invoer wordt overgegaan naar aanleiding van een door de bedrijfstak van de Unie ingediend verzoek dat voldoende bewijsmateriaal bevat om een dergelijke maatregel te rechtvaardigen. De invoer kan ook op initiatief van de Commissie aan registratie worden onderworpen.
Indien de door de bedrijfstak van de Unie ingediende klacht een verzoek tot registratie en voldoende bewijsmateriaal bevat om een dergelijke maatregel te rechtvaardigen, wordt de invoer aan registratie onderworpen met ingang van de datum waarop het onderzoek wordt ingesteld.
De registratieverplichting wordt opgelegd door middel van een verordening waarin het doel van de maatregel en, zo nodig, een schatting van de bedragen die eventueel later verschuldigd zullen zijn, worden vermeld. Registratie van de invoer geschiedt niet voor een periode van langer dan negen maanden."
Amendement 75
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt 6 quater (nieuw)
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Artikel 14 – lid 6
6 quater.  In artikel 14 wordt lid 6 vervangen door:
6.   De lidstaten brengen de Commissie maandelijks verslag uit over de invoer van goederen die voorwerp van onderzoeken en maatregelen zijn, onder opgave van het bedrag van de rechten dat op grond van de onderhavige verordening is geheven.
"6. De lidstaten brengen de Commissie maandelijks verslag uit over de invoer van goederen die voorwerp van onderzoeken en maatregelen zijn, onder opgave van het bedrag van de rechten dat op grond van de onderhavige verordening is geheven. De Commissie kan na ontvangst van een uitdrukkelijk en met redenen omkleed verzoek van een belanghebbende partij en na advies hierover van het in artikel 15, lid 2, bedoelde comité beslissen om hen te informeren over het volume en de waarde van de invoer van deze producten."
Amendement 39
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt 6 quinquies (nieuw)
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Artikel 14 – lid 7 bis (nieuw)
6 quinquies.  Aan artikel 14 wordt het volgende lid toegevoegd:
"7 bis. Wanneer de Commissie beoogt een document aan te nemen of te publiceren ter verduidelijking van de vaste praktijk van de Commissie met betrekking tot de toepassing van enig element van deze verordening, raadpleegt zij alvorens het document aan te nemen of te publiceren het Europees Parlement en de Raad, teneinde consensus te bereiken en het desbetreffende document aan te nemen. Voor latere wijzigingen van dergelijke documenten gelden dezelfde procedurele vereisten. In elk geval zijn deze documenten in volledige overeenstemming met de bepalingen van deze verordening. Zij strekken niet tot uitbreiding van de bevoegdheden van de Commissie tot het vaststellen van maatregelen, zoals geïnterpreteerd door het Hof van Justitie van de Europese Unie."
Amendement 40
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt 7
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Artikel 17 – lid 1
"1. Indien het aantal producenten in de Unie, exporteurs of importeurs, productsoorten of transacties groot is, kan het onderzoek worden beperkt tot een redelijk aantal partijen, producten of transacties, door gebruik te maken van statistisch geldige steekproeven op basis van op het tijdstip van de selectie beschikbare gegevens, of tot de grootste representatieve productie-, verkoop- of exporthoeveelheden die binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kunnen worden onderzocht."
"1. Indien het aantal producenten in de Unie, exporteurs of importeurs dat vrijwillig medewerking aan het onderzoek verleent, of het aantal productsoorten of transacties groot is, kan het onderzoek worden beperkt tot een redelijk aantal partijen, producten of transacties, door gebruik te maken van statistisch geldige steekproeven op basis van op het tijdstip van de selectie beschikbare gegevens, of tot de grootste representatieve productie-, verkoop- of exporthoeveelheden die binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kunnen worden onderzocht. In het geval van diverse en gefragmenteerde bedrijfstakken die grotendeels uit kmo´s bestaan, moet bij de definitieve selectie van partijen rekening worden gehouden met hun aandeel in de desbetreffende bedrijfstak."
Amendement 41
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt 8
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Artikel 19 bis – lid 1
1.  De producenten in de Unie, de importeurs, de exporteurs, en hun representatieve verenigingen en vertegenwoordigers van het land van uitvoer kunnen om informatie verzoeken over de beoogde instelling van voorlopige rechten. Deze verzoeken dienen binnen de in het bericht van opening/inleiding vastgestelde termijn schriftelijk te worden ingediend. Dergelijke informatie wordt deze partijen ten minste twee weken vóór het verstrijken van de in artikel 7, lid 1, genoemde termijn voor de instelling van voorlopige rechten ter beschikking gesteld. Deze informatie behelst de volgende elementen:
Schrappen
(a)  een slechts ter informatie dienend overzicht over de voorgestelde rechten, en
(b)  nadere gegevens over de berekening van de dumpingmarge en de passende marge om de schade aan de bedrijfstak van de Unie weg te nemen, waarbij naar behoren rekening moet worden gehouden met de geheimhoudingsverplichtingen van artikel 19. De betrokken partijen kunnen binnen een termijn van drie werkdagen opmerkingen over de juistheid van de berekeningen indienen.
Amendement 42
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt 9
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Artikel 21 – lid 2
9.  Artikel 21, lid 2, wordt vervangen door:
Schrappen
‘2. Teneinde de autoriteiten een gezonde basis te verschaffen om bij het besluit, of de instelling van maatregelen in het belang van de Unie is, met alle standpunten en gegevens rekening te kunnen houden, kunnen de producenten in de Unie, de importeurs en hun representatieve verenigingen, de representatieve gebruikers en de representatieve consumentenorganisaties binnen de in het bericht van opening van een antidumpingonderzoek gestelde termijnen, zich bij de Commissie bekendmaken en haar inlichtingen verstrekken. Deze inlichtingen, of passende samenvattingen daarvan, worden ter beschikking gesteld aan de andere in dit artikel genoemde partijen, die het recht hebben daarover opmerkingen te maken.
Amendement 43
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt 9 bis (nieuw)
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Artikel 22 – lid 1 bis (nieuw)
9 bis.  aan artikel 22 wordt de volgende alinea toegevoegd:
"1 bis. Zodra alle lidstaten nieuwe IAO-verdragen hebben geratificeerd, werkt de Commissie bijlage I bis bij volgens de procedure van artikel 290 VWEU."
Amendement 44
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt 9 ter (nieuw)
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Artikel 22 bis (nieuw)
9 ter.  Het volgende artikel wordt ingevoegd:
"Artikel 22 bis
Verslag
1.  Om het toezicht op de tenuitvoerlegging van de Verordening door het Europees Parlement en de Raad te vergemakkelijken legt de Commissie, hierbij terdege rekening houdend met de bescherming van vertrouwelijke informatie in de zin van artikel 19, het Europees Parlement en de Raad jaarlijks een verslag voor over de toepassing en tenuitvoerlegging van deze verordening, als onderdeel van een dialoog inzake handelsbeschermingsinstrumenten tussen de Commissie, het Europees Parlement en de Raad. Het verslag omvat informatie over de vaststelling van voorlopige en definitieve maatregelen, de beëindiging van onderzoeken zonder maatregelen, verbintenissen, nieuwe onderzoeken, herzieningsprocedures en verificatiebezoeken, en de activiteiten van de diverse instanties die bevoegd zijn voor het toezicht op de uitvoering van de verordening en de naleving van de verplichtingen uit hoofde van deze verordening. Het verslag omvat ook het gebruik van handelsbeschermingsinstrumenten door derde landen gericht tegen de Unie, informatie over het herstel van de bedrijfstak van de Unie die getroffen wordt door de genomen maatregelen en de beroepen tegen de genomen maatregelen. Het omvat de werkzaamheden van de raadadviseur-auditeur van het Directoraat-generaal Handel en die van de helpdesk voor kmo´s in verband met de toepassing van deze verordening.
2.  Het Europees Parlement kan de Commissie binnen een maand nadat deze het verslag heeft ingediend, op een ad-hocvergadering van zijn bevoegde commissie uitnodigen om alle aspecten met betrekking tot de toepassing van deze verordening uiteen te zetten en toe te lichten. Het verslag kan tevens onderwerp zijn van een resolutie.
3.  Uiterlijk zes maanden na de indiening van het verslag bij het Europees Parlement en de Raad, maakt de Commissie het verslag openbaar."
Amendement 45
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – punt 9 quater (nieuw)
Verordening (EG) nr. 1225/2009
Bijlage I bis (nieuw)
9 quater.  De volgende bijlage wordt toegevoegd:
"BIJLAGE I BIS
In de artikelen 7, 8 en 9 bedoelde IAO-verdragen
1.  Verdrag betreffende de gedwongen of verplichte arbeid, nr. 29 (1930)
2.  Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, nr. 87 (1948)
3.  Verdrag betreffende de toepassing van de beginselen van het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen, nr. 98 (1949)
4.  Verdrag betreffende gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke arbeidskrachten voor arbeid van gelijke waarde, nr. 100 (1951)
5.  Verdrag betreffende de afschaffing van gedwongen arbeid, nr. 105 (1957)
6.  Verdrag betreffende discriminatie in arbeid en beroep, nr. 111 (1958)
7.  Verdrag betreffende de minimumleeftijd voor toelating tot het arbeidsproces, nr. 138 (1973)
8.  Verdrag betreffende het verbod op en de onmiddellijke actie voor de uitbanning van de ergste vormen van kinderarbeid, nr. 182 (1999)"
Amendement 46
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – punt -1 (nieuw)
Verordening (EG) nr. 597/2009
Titel
Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap
Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Unie zijn.
(Deze wijziging is van toepassing voor de gehele tekst van Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad)
Amendement 47
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – punt -1 bis (nieuw)
Verordening (EG) nr. 597/2009
Overweging 9 bis (nieuw)
"(9 bis) In de Unie zijn tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies in het algemeen verboden krachtens artikel 107, lid 1, VWEU. Tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies die door derde landen worden verleend, zorgen daarom voor een bijzondere verstoring van de handel. De omvang van de door de Commissie goedgekeurde staatssteun is mettertijd gestaag gedaald. Met betrekking tot het antisubsidie-instrument dient de regel van het lagere recht bijgevolg niet meer te worden toegepast op de invoer uit een land of uit landen waar subsidiëring plaatsvindt."
Amendement 48
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – punt -1 ter (nieuw)
Verordening (EG) nr. 597/2009
Artikel 1 – lid 1 – alinea 2
-1 ter. In artikel 1, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:
"Het gebruik van een gesubsidieerd product in verband met de exploratie van het continentaal plateau of de exclusieve economische zone van een lidstaat of de winning van grondstoffen in die gebieden, wordt als invoer in de zin van deze verordening beschouwd die dienovereenkomstig aan rechten wordt onderworpen indien als gevolg van dat gebruik schade wordt berokkend aan de bedrijfstak van de Unie."
Amendement 91
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – punt 1 bis (nieuw)
Verordening (EG) nr. 597/2009
Artikel 10 – lid 1 – alinea 1
1 bis.  In artikel 10, lid 1, wordt de eerste alinea vervangen door:
1.   Behoudens het bepaalde in lid 8 wordt een onderzoek geopend naar het bestaan, de mate en de gevolgen van beweerde subsidiëring naar aanleiding van een schriftelijke klacht die namens de bedrijfstak van de Gemeenschap door een natuurlijke persoon, door een rechtspersoon of door een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid wordt ingediend.
"1. Behoudens het bepaalde in lid 8 wordt een onderzoek geopend naar het bestaan, de mate en de gevolgen van beweerde subsidiëring naar aanleiding van een schriftelijke klacht die namens de bedrijfstak van de Unie door een natuurlijke persoon, door een rechtspersoon of door een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid wordt ingediend.. Klachten kunnen ook door de bedrijfstak van de Unie of een namens deze handelende natuurlijke persoon of rechtspersoon of vereniging zonder rechtspersoonlijkheid gezamenlijk met vakbonden worden ingediend."
Amendement 94
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – punt 1 ter (nieuw)
Verordening (EG) nr. 597/2009
Artikel 10 – lid 6 – alinea 2
1 ter.  Aan artikel 10, lid 6, wordt de volgende alinea toegevoegd:
"In het geval van gediversifieerde en gefragmenteerde bedrijfstakken die grotendeels uit kleine en middelgrote ondernemingen bestaan, helpt de Commissie de belanghebbenden deze drempels te bereiken door ondersteuning te bieden via de mkb-helpdesk."
Amendement 49
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – punt 1 quater (nieuw)
Verordening (EG) nr. 597/2009
Artikel 10 – lid 8
1 quater.  Artikel 10, lid 8, wordt vervangen door:
8.   Indien de Commissie, in bijzondere omstandigheden, besluit een onderzoek te openen zonder dat zij een schriftelijke klacht van of namens de bedrijfstak van de Gemeenschap om tot opening van een onderzoek over te gaan, heeft ontvangen, geschiedt zulks aan de hand van voldoende bewijsmateriaal betreffende het bestaan van tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies, van schade en van oorzakelijk verband als bedoeld in lid 2, om de opening van een dergelijk onderzoek te rechtvaardigen.
"8. Indien de Commissie in bijzondere omstandigheden, met name in het geval van diverse en gefragmenteerde bedrijfstakken die merendeels uit kmo´s bestaan, , besluit een onderzoek te openen zonder dat zij een schriftelijke klacht van of namens de bedrijfstak van de Unie om tot opening van een onderzoek over te gaan, heeft ontvangen, geschiedt zulks aan de hand van voldoende bewijsmateriaal betreffende het bestaan van tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies, van schade en van oorzakelijk verband als bedoeld in lid 2, om de opening van een dergelijk onderzoek te rechtvaardigen."
Amendement 51
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – punt 2
Verordening (EG) nr. 597/2009
Artikel 11 – lid 9
9.   Het onderzoek in de overeenkomstig artikel 10, lid 11, ingeleide procedures wordt, voor zover mogelijk, binnen één jaar afgesloten. Het wordt in ieder geval binnen 13 maanden na de opening ervan afgesloten in overeenstemming met de bevindingen als bedoeld in artikel 13 voor verbintenissen of met die als bedoeld in artikel 15 voor definitieve maatregelen.
9.   Het onderzoek in de overeenkomstig artikel 10, lid 11 ingeleide procedures wordt, voor zover mogelijk, binnen uiterlijk negen maanden afgesloten. Het wordt in ieder geval binnen 10 maanden na de opening ervan afgesloten in overeenstemming met de bevindingen als bedoeld in artikel 13 voor verbintenissen of met die als bedoeld in artikel 15 voor definitieve maatregelen. De onderzoeksperioden vallen indien mogelijk, in het bijzonder in het geval van diverse en gefragmenteerde bedrijfstakken die grotendeels uit kmo´s bestaan, samen met het boekjaar.
Amendement 50
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – punt 2
Verordening (EG) nr. 597/2009
Artikel 11 – lid 11
11.  De producenten van het soortgelijke product in de Unie zijn verplicht tot medewerking aan de krachtens artikel 10, lid 8, ingeleide procedure.
11.  De producenten in de Unie van het soortgelijke product, kleine en micro- ondernemingen uitgezonderd, worden verzocht om medewerking aan de krachtens artikel 10, lid 8, ingeleide procedure.
Amendement 52
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – punt 2
Verordening (EG) nr. 597/2009
Artikel 11 – lid 11 bis (nieuw)
11 bis.  De Commissie bevordert de toegang tot het instrument voor diverse en gefragmenteerde bedrijfstakken, die grotendeel uit kmo´s bestaan, in de context van gevallen van antisubsidie, door middel van een helpdesk voor kmo's.
De helpdesk voor kmo´s zorgt voor meer bekendheid van het instrument en geeft voorlichting en uitleg met betrekking tot specifieke zaken, de vraag hoe een klacht kan worden ingediend en hoe bewijzen voor tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies en schade het best kunnen worden gepresenteerd. De helpdesk voor kmo´s stelt standaardformulieren beschikbaar voor met het oog op de beoordeling van de representativiteit in te dienen statistieken en voor de vragenlijsten.
Na de instelling van een onderzoek stelt de helpdesk voor kmo's ondernemingen en hun relevante verenigingen die waarschijnlijk gevolgen zullen ondervinden van de instelling van het onderzoek op de hoogte van de relevante termijnen om zich te laten registreren als belanghebbende.
Zij helpt de ondernemingen met vragen inzake het invullen van vragenlijsten, waarbij bijzondere aandacht zal worden besteed aan vragen van kmo's met betrekking tot onderzoeken die worden ingesteld overeenkomstig artikel 10, lid 8. Voor zover mogelijk helpt zij problemen als gevolg van taalbarrières verminderen.
Ingeval kmo´s aantonen dat er aanwijzingen zijn voor tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies, verstrekt de helpdesk kmo´s, overeenkomstig artikel 24, lid 6, informatie over de ontwikkeling van de omvang en de waarde van de invoer van het betrokken product.
Zij geeft tevens adviezen over aanvullende manieren om in contact te treden met de raadadviseur-auditeur en de nationale douaneautoriteiten. De helpdesk voor kmo's informeert ondernemingen over de mogelijkheden en de voorwaarden waaronder zij kunnen verzoeken om herziening van de maatregelen en om terugbetaling van de betaalde tot compenserende maatregelen aanleiding gevende rechten."
Amendement 53
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – punt 2
Verordening (EG) nr. 597/2009
Artikel 11 – lid 11 ter (nieuw)
11 ter.  De Commissie zorgt voor optimale toegang tot informatie voor alle belanghebbenden door te voorzien in een informatiesysteem door middel waarvan belanghebbenden op de hoogte worden gesteld wanneer er nieuwe niet-vertrouwelijke informatie wordt toegevoegd aan het onderzoeksdossier. Niet-vertrouwelijke informatie moet ook toegankelijk worden gemaakt via een internetplatform.
Amendement 54
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – punt 2
Verordening (EG) nr. 597/2009
Artikel 11 – lid 11 quater (nieuw)
11 quater.  De Commissie ziet erop toe dat de procedurele rechten van de belanghebbenden daadwerkelijk gewaarborgd worden en zorgt er tevens voor dat procedures onpartijdig, objectief en binnen een redelijke termijn worden afgewikkeld, waar nodig door een raadadviseur-auditeur.
Amendement 55
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – punt 2
Verordening (EG) nr. 597/2009
Artikel 11 – lid 11 quinquies (nieuw)
11 quinquies.  De vragenlijsten die in de onderzoeken worden gebruikt, worden op verzoek van belanghebbenden door de Commissie opgesteld in alle officiële talen van de Unie.
Amendement 56
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – punt 3 – letter -a (nieuw)
Verordening (EG) nr. 597/2009
Artikel 12 – lid 1 – alinea 2
(-a)  de tweede alinea wordt vervangen door:
Voorlopige rechten worden niet eerder ingesteld dan 60 dagen en niet later dan negen maanden na de inleiding van de procedure.
"Voorlopige rechten worden niet eerder ingesteld dan 60 dagen en niet later dan zes maanden na de inleiding van de procedure."
Amendement 57
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – punt 3 – letter b
Verordening (EG) nr. 597/2009
Artikel 12 – lid 1 – alinea 3 bis
(b)  de volgende alinea wordt aan het einde toegevoegd:
Schrappen
"Voorlopige rechten worden niet eerder toegepast dan twee weken na toezending van de informatie aan de belanghebbenden overeenkomstig artikel 29 bis. Deze informatie doet geen afbreuk aan besluiten die de Commissie daarna neemt."
Amendement 58
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – punt 3 bis (nieuw)
Verordening (EG) nr. 597/2009
Artikel 13 – lid 1
3 bis.  Artikel 13, lid 1, komt als volgt te luiden:
1.   Mits er voorlopig is vastgesteld dat subsidiering plaatsvindt en daaruit schade voortvloeit, kan de Commissie overgaan tot aanvaarding van op vrijwillige basis aangeboden bevredigende verbintenissen, die inhouden dat:
"1. Mits er voorlopig is vastgesteld dat subsidiering plaatsvindt en daaruit schade voortvloeit, kan de Commissie overgaan tot aanvaarding van op vrijwillige basis aangeboden verbintenissen, die inhouden dat:
(a)  het land van oorsprong en/of van uitvoer ermee instemt de subsidie in te trekken of te beperken of andere maatregelen te nemen met betrekking tot de gevolgen ervan, or
(a)  het land van oorsprong en/of van uitvoer ermee instemt de subsidie in te trekken of te beperken of andere maatregelen te nemen met betrekking tot de gevolgen ervan, or
(b)   een exporteur zich ertoe verbindt zijn prijzen te herzien of zijn uitvoer naar het betrokken gebied te staken zolang voor deze uitvoer tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies worden verleend, mits de Commissie na specifieke raadpleging van het Raadgevend Comité ervan overtuigd is dat daarmee de schadelijke gevolgen van de subsidiëring worden weggenomen.
(b)   een exporteur zich ertoe verbindt zijn prijzen te herzien of zijn uitvoer naar het betrokken gebied te staken zolang voor deze uitvoer tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies worden verleend, mits de Commissie na specifieke raadpleging van het raadgevend comité heeft vastgesteld dat daarmee de schadelijke gevolgen van de subsidiëring worden weggenomen.
In dergelijke gevallen en voor de duur van de verbintenis gelden de door de Commissie op grond van artikel 12, lid 3, ingestelde voorlopige rechten of de door de Raad op grond van artikel 15, lid 1, ingestelde definitieve rechten niet voor de invoer van de betreffende producten die worden geproduceerd door de ondernemingen die worden genoemd in het besluit van de Commissie tot aanvaarding van verbintenissen, en eventuele wijzigingen daarvan.
In dergelijke gevallen en voor de duur van de verbintenis gelden de door de Commissie op grond van artikel 12, lid 3, ingestelde voorlopige rechten of de door de Raad op grond van artikel 15, lid 1, ingestelde definitieve rechten niet voor de invoer van de betreffende producten die worden geproduceerd door de ondernemingen die worden genoemd in het besluit van de Commissie tot aanvaarding van verbintenissen, en eventuele wijzigingen daarvan.
De prijzen worden ingevolge deze verbintenissen niet meer verhoogd dan nodig om de hoogte van de tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidie te compenseren. De prijsverhogingen zouden lager moeten zijn dan de tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies als dat toereikend is om de door de bedrijfstak van de Gemeenschap geleden schade weg te nemen.
De regel van het lagere recht is niet van toepassing op prijzen die in het kader van dergelijke verbintenissen in verband met antisubsidieprocedures worden overeengekomen."
Amendement 59
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – punt 3 ter (nieuw)
Verordening (EG) nr. 597/2009
Artikel 13 – lid 4
3 ter.  Artikel 13, lid 4, komt als volgt te luiden:
4.   Partijen die een verbintenis aanbieden, dienen een niet-vertrouwelijke versie daarvan te verschaffen die ter beschikking van de bij het onderzoek betrokken partijen kan worden gesteld.
"4. Partijen die een verbintenis aanbieden, dienen een betekenisvolle niet-vertrouwelijke versie daarvan te verschaffen die ter beschikking van de bij het onderzoek betrokken partijen, het Europees Parlement en de Raad kan worden gesteld. De partijen worden verzocht zo veel mogelijk informatie te verstrekken betreffende de inhoud en aard van de onderneming waarbij terdege rekening wordt gehouden met de bescherming van vertrouwelijke informatie in de zin van artikel 29. Voorts moet de Commissie alvorens een eventuele aangeboden verbintenis te aanvaarden de bedrijfstak van de Unie raadplegen met betrekking tot de belangrijkste kenmerken van de onderneming."
Amendement 60
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – punt 6 – letter a
Verordening (EG) nr. 597/2009
Artikel 22 – lid 1 – alinea 7 bis
(a)  aan lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:
Schrappen
"Indien de maatregel na een onderzoek als bedoeld in artikel 18 komt te vervallen, worden alle na de datum van inleiding van dat onderzoek geïnde rechten terugbetaald. De terugbetaling moet overeenkomstig de douanewetgeving van de Unie bij de nationale douaneautoriteiten worden aangevraagd."
Amendement 61
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – punt 7 bis (nieuw)
Verordening (EG) nr. 597/2009
Artikel 24 – lid 3
7 bis.  Artikel 24, lid 3, komt als volgt te luiden:
3.   Uit hoofde van deze verordening kunnen bijzondere bepalingen worden vastgesteld, in het bijzonder wat de gemeenschappelijke definitie betreft van het begrip "oorsprong van goederen" als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek.
"3. Uit hoofde van deze verordening kunnen bijzondere bepalingen worden vastgesteld, in het bijzonder wat de gemeenschappelijke definitie betreft van het begrip "oorsprong van goederen" als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek, of overeenkomstig artikel 2 van het douanewetboek."
Amendement 78
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – punt 7 ter (nieuw)
Verordening (EG) nr. 597/2009
Artikel 24- lid 5
7 ter.  In artikel 24 wordt lid 5 vervangen door:
5.   De Commissie kan, na overleg in het raadgevend comité, de douaneautoriteiten opdracht geven passende maatregelen te nemen om de invoer te registreren, zodat met ingang van de datum van registratie maatregelen met betrekking tot deze invoer kunnen worden genomen.
"5. De Commissie kan, nadat zij de lidstaten tijdig heeft geïnformeerd, de douaneautoriteiten opdracht geven passende maatregelen te nemen om de invoer te registreren, zodat met ingang van de datum van registratie maatregelen met betrekking tot deze invoer kunnen worden genomen.
Tot registratie van de invoer kan worden overgegaan naar aanleiding van een door de bedrijfstak van de Gemeenschap ingediend verzoek dat voldoende bewijsmateriaal bevat om een dergelijke maatregel te rechtvaardigen.
Tot registratie van de invoer wordt overgegaan naar aanleiding van een door de bedrijfstak van de Unie ingediend verzoek dat voldoende bewijsmateriaal bevat om een dergelijke maatregel te rechtvaardigen. De invoer kan ook op initiatief van de Commissie aan registratie worden onderworpen.
Indien de door de bedrijfstak van de Unie ingediende klacht een verzoek tot registratie en voldoende bewijsmateriaal bevat om een dergelijke maatregel te rechtvaardigen, wordt de invoer aan registratie onderworpen met ingang van de datum waarop het onderzoek wordt ingesteld.
De registratieverplichting wordt opgelegd door middel van een verordening waarin het doel van de maatregel en, zo nodig, een schatting van de bedragen die eventueel later verschuldigd zullen zijn, worden vermeld. De invoer wordt voor een periode van ten hoogste negen maanden aan registratieplicht onderworpen.
De registratieverplichting wordt opgelegd door middel van een verordening waarin het doel van de maatregel en, zo nodig, een schatting van de bedragen die eventueel later verschuldigd zullen zijn, worden vermeld. De invoer wordt voor een periode van ten hoogste negen maanden aan registratieplicht onderworpen."
Amendement 76
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – punt 7 quater (nieuw)
Verordening (EG) nr. 597/2009
Artikel 24 – lid 6
7 quater.  In artikel 24 wordt lid 6 vervangen door:
6.   De lidstaten brengen de Commissie maandelijks verslag uit over de invoer van goederen die voorwerp van onderzoeken en maatregelen zijn, onder opgave van het bedrag van de rechten dat op grond van de onderhavige verordening is geheven.
"6. De lidstaten brengen de Commissie maandelijks verslag uit over de invoer van goederen die voorwerp van onderzoeken en maatregelen zijn, onder opgave van het bedrag van de rechten dat op grond van de onderhavige verordening is geheven. De Commissie kan na ontvangst van een uitdrukkelijk en met redenen omkleed verzoek van een belanghebbende partij en na advies hierover van het in artikel 25, lid 2, bedoelde comité beslissen om hen te informeren over het volume en de waarde van de invoer van deze producten."
Amendement 64
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – punt 7 quinquies (nieuw)
Verordening (EG) nr. 597/2009
Artikel 24 – lid 7 bis (nieuw)
7 quinquies.  Aan artikel 24 wordt het volgende lid toegevoegd:
"7 bis. Wanneer de Commissie beoogt een document aan te nemen of te publiceren ter verduidelijking van de vaste praktijk van de Commissie met betrekking tot de toepassing van enig element van deze verordening, raadpleegt zij alvorens het document aan te nemen of te publiceren het Europees Parlement en de Raad, teneinde consensus te bereiken en het desbetreffende document aan te nemen. Voor latere wijzigingen van dergelijke documenten gelden dezelfde procedurele vereisten. In elk geval zijn deze documenten in volledige overeenstemming met de bepalingen van deze verordening. Zij strekken niet tot uitbreiding van de bevoegdheden van de Commissie tot het vaststellen van maatregelen, zoals geïnterpreteerd door het Hof van Justitie van de Europese Unie."
Amendement 65
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – punt 8
Verordening (EG) nr. 597/2009
Artikel 27 – lid 1
8.  in artikel 27, lid 1, wordt de eerste alinea vervangen door:
8.  Artikel 27, lid 1, komt als volgt te luiden:
"1. Indien het aantal producenten in de Unie, exporteurs of importeurs, productsoorten of transacties groot is, kan het onderzoek worden beperkt tot:
"1. Indien het aantal producenten in de Unie, exporteurs of importeurs dat medewerking aan het onderzoek verleent, of het aantal productsoorten of transacties groot is, kan het onderzoek worden beperkt tot:
a)  een redelijk aantal partijen, producten of transacties door aan de hand van op het tijdstip van de selectie beschikbare informatie van statistisch significante steekproeven gebruik te maken; of
b)  het grootste representatieve productie-, afzet- of uitvoervolume dat redelijkerwijs binnen de beschikbare tijd kan worden onderzocht.
In het geval van diverse en gefragmenteerde bedrijfstakken die grotendeels uit kmo´s bestaan,wordt bij de definitieve selectie van partijen rekening gehouden met hun aandeel in de desbetreffende bedrijfstak."
Amendement 66
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – punt 9
Verordening (EG) nr. 597/2009
Artikel 29 ter
9.  Na artikel 29 wordt het volgende artikel ingevoegd:
Schrappen
"Artikel 29 ter
Informatie over voorlopige maatregelen
1.  De producenten in de Unie, de importeurs, de exporteurs, en hun representatieve verenigingen en het land van oorsprong en/of van uitvoer kunnen om informatie verzoeken over de beoogde instelling van voorlopige rechten. Deze verzoeken dienen binnen de in het bericht van opening/inleiding vastgestelde termijn schriftelijk te worden ingediend. Dergelijke informatie wordt deze partijen ten minste twee weken vóór het verstrijken van de in artikel 12, lid 1, genoemde termijn voor de instelling van voorlopige rechten ter beschikking gesteld.
Deze informatie behelst de volgende elementen:
(a)  een slechts ter informatie dienend overzicht over de voorgestelde rechten, en
(b)  nadere gegevens over de berekening van de subsidiemarge en de passende marge om de schade aan de bedrijfstak van de Unie weg te nemen, waarbij naar behoren rekening moet worden gehouden met de geheimhoudingsverplichtingen van artikel 29. De betrokken partijen kunnen binnen een termijn van drie werkdagen opmerkingen over de juistheid van de berekeningen indienen.
2.  Indien wordt besloten het onderzoek voort te zetten zonder voorlopige rechten in te stellen, worden de belanghebbenden twee weken vóór het verstrijken van de in artikel 12, lid 1, genoemde termijn voor de instelling van voorlopige rechten in kennis gesteld van het feit dat geen voorlopige rechten worden ingesteld."
Amendement 67
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – punt 10
Verordening (EG) nr. 597/2009
Artikel 31 – lid 2
10.  Artikel 31, lid 2, wordt vervangen door:
Schrappen
"2. Teneinde de autoriteiten een deugdelijke basis te verschaffen om bij het besluit of de instelling van maatregelen in het belang van de Unie is, met alle standpunten en gegevens rekening te kunnen houden, kunnen de producenten in de Unie, de importeurs en hun representatieve verenigingen, de representatieve gebruikers- en consumentenorganisaties zich binnen de in het bericht van opening van een antisubsidieonderzoek gestelde termijnen, bij de Commissie bekendmaken en haar inlichtingen verstrekken. Deze inlichtingen, of passende samenvattingen daarvan, worden ter beschikking gesteld aan de andere in dit lid genoemde partijen die het recht hebben daarover opmerkingen te maken."
Amendement 68
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – punt 10 bis (nieuw)
Verordening (EG) nr. 597/2009
Artikel 33 bis (nieuw)
10 bis.  Het volgende artikel wordt ingevoegd:
"Artikel 33 bis.
Verslag
1.  Om het toezicht op de tenuitvoerlegging van de Verordening door het Europees Parlement en de Raad te vergemakkelijken legt de Commissie, hierbij terdege rekening houdend met de bescherming van vertrouwelijke informatie in de zin van artikel 19, het Europees Parlement en de Raad jaarlijks een verslag voor over de toepassing en tenuitvoerlegging van deze verordening, als onderdeel van een dialoog inzake handelsbeschermingsinstrumenten tussen de Commissie, het Europees Parlement en de Raad. Het verslag omvat informatie over de vaststelling van voorlopige en definitieve maatregelen, de beëindiging van onderzoeken zonder maatregelen, verbintenissen, nieuwe onderzoeken, herzieningsprocedures en verificatiebezoeken, en de activiteiten van de diverse instanties die bevoegd zijn voor het toezicht op de uitvoering van de verordening en de naleving van de verplichtingen uit hoofde van deze verordening. Het verslag omvat ook het gebruik van handelsbeschermingsinstrumenten door derde landen gericht tegen de Unie, informatie over het herstel van de bedrijfstak van de Unie die getroffen wordt door de genomen maatregelen en de beroepen tegen de genomen maatregelen. Het omvat de werkzaamheden van de raadadviseur-auditeur van het Directoraat-generaal Handel en die van de helpdesk voor kmo´s in verband met de toepassing van deze verordening.
2.  Het Europees Parlement kan de Commissie binnen een maand nadat deze het verslag heeft ingediend, op een ad-hocvergadering van zijn bevoegde commissie uitnodigen om alle aspecten met betrekking tot de toepassing van deze verordening uiteen te zetten en toe te lichten. Het verslag kan tevens onderwerp zijn van een resolutie.
3.  Uiterlijk zes maanden na de indiening van het verslag bij het Europees Parlement en de Raad, maakt de Commissie het verslag openbaar."
Amendement 69
Voorstel voor een verordening
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Het wordt geconsolideerd met Verordening (EG) nr. 1225/2009 en Verordening (EG) nr. 597/2009 voor …*.
____________
* Drie maanden na inwerkingtreding van deze verordening.

(1) De zaak werd dan terugverwezen naar de Commissie uit hoofde van artikel 57, lid 2, tweede alinea, van het Reglement (A7-0053/2014).

Juridische mededeling - Privacybeleid