Resolutie van het Europees Parlement van 25 februari 2014 over de governance van de interne markt binnen het Europees semester 2014 (2013/2194(INI))
Het Europees Parlement,
– gezien de mededeling van de Commissie van 13 november 2013 getiteld "Jaarlijkse groeianalyse 2014" (COM(2013)0800) en het verslag van de Commissie getiteld "Een eengemaakte markt voor groei en werkgelegenheid: een analyse van de geboekte vooruitgang en de resterende hindernissen in de lidstaten – Bijdrage aan de jaarlijkse groeianalyse 2014" (COM(2013)0785), en de voor dat verslag uitgevoerde achtergrondanalyse "International Value Chains Intra- and Extra-EU",
– gezien het eerste verslag van de Commissie van 28 november 2012 over de "Stand van zaken op het gebied van de integratie van de interne markt 2013 - bijdrage aan de jaarlijkse groeianalyse 2013" (COM(2012)0752),
– gezien de mededeling van de Commissie van 3 oktober 2012 getiteld "Akte voor de interne markt II – Samen voor nieuwe groei" (COM(2012)0573),
– gezien de mededeling van de Commissie van 8 juni 2012 getiteld "Betere governance van de interne markt" (COM(2012)0259),
– gezien het werkdocument van de diensten van de Commissie van 24 februari 2012 getiteld "De interne markt laten renderen – Jaarlijkse governance-controle 2011" (SWD(2012)0025),
– gezien de mededeling van de Commissie van 13 april 2011 getiteld "Akte voor de interne markt – Twaalf hefbomen voor het stimuleren van de groei en het versterken van het vertrouwen – "Samen werk maken van een nieuwe groei"" (COM(2011)0206),
– gezien de mededeling van de Commissie van 3 maart 2010, met als titel "Europa 2020 - Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei" (COM(2010)2020),
– gezien het onlinescorebord van de interne markt dat werd gepubliceerd op 4 juli 2013,
– gezien het scorebord van de interne markt nr. 26 (februari 2013),
– gezien de conclusies van de Europese Raad van 27-28 juni 2013,
– gezien de conclusies van de Raad Mededinging van 29-30 mei 2013 over slimme regelgeving,
– gezien de conclusies van de Europese Raad van 14-15 maart 2013,
– gezien de beraadslagingen van de Raad Mededinging van 18-19 februari 2013 over de jaarlijkse groeianalyse 2013 en de Single Market Act,
– gezien zijn resolutie van 7 februari 2013 met aanbevelingen aan de Commissie over de governance van de interne markt(1), en het bijbehorende antwoord van de Commissie dat op 8 mei 2013 werd aangenomen,
– gezien de conclusies van de Europese Raad van 24-25 oktober 2013,
– gezien zijn resolutie van 14 juni 2012 over de "Toekomst van de Single Market Act"(2), en het bijbehorende antwoord van de Commissie dat op 26 september 2012 werd aangenomen,
– gezien zijn resolutie van 6 april 2011 over governance en partnerschap op de interne markt(3),
– gezien artikel 48 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie interne markt en consumentenbescherming (A7‑0066/2014),
A. overwegende dat de jaarlijkse groeianalyse 2013 aan het begin stond van de derde cyclus van het Europees semester en dat deze nu – voor het eerst – ook een jaarverslag omvat over de stand van de internemarktintegratie;
B. overwegende dat een effectieve en goed werkende interne markt die gebaseerd is op een bijzonder concurrentiële sociale markteconomie van essentieel belang is voor duurzame en inclusieve groei;
C. overwegende dat het Parlement gevraagd heeft om de interne markt als volwaardige pijler op te nemen in de cyclus van het Europees semester;
D. overwegende dat een betere governance van de interne markt gericht moet zijn op een betere en snellere omzetting en tenuitvoerlegging van de richtlijnen en verordeningen die er betrekking op hebben, met name als zij verband houden met de vastgestelde kernsectoren;
E. overwegende dat de kwaliteit van de nationale hervormingsprogramma's in het kader van het Europees semester sterk varieert wat hun inhoud, transparantie en haalbaarheid betreft;
F. overwegende dat de interne markt in nauw verband moet worden gezien met andere horizontale beleidsterreinen, zoals de bescherming van consumenten en werknemers, sociale rechten, milieu en duurzame ontwikkeling;
G. overwegende dat de Single Market Acts I en II een goed opgezette horizontale strategie vormen waarin concrete wetgevings- en niet-wetgevingsmaatregelen zijn vastgesteld die het onaangeboorde groeipotentieel van de interne markt kunnen ontketenen en belemmeringen voor de interne markt kunnen wegnemen;
H. overwegende dat de Commissie diensten, financiële diensten, vervoer, energie en de digitale markt als kerngebieden heeft geïdentificeerd om de werking van de interne markt te verbeteren en de interne markt te verdiepen; overwegende dat de methodologie voor het vaststellen van deze gebieden regelmatig dient te worden beoordeeld en herzien, waarbij rekening moet worden gehouden met groeidoelstellingen en -perspectieven en met de criteria voor een goede bescherming van burgers, met name consumenten, professionals en werknemers;
I. overwegende dat er nog geen volledig functionerende digitale interne markt voor internet- en communicatiediensten in Europa tot stand is gebracht; overwegende dat het vrije verkeer van digitale diensten en grensoverschrijdende e-handel momenteel belemmerd wordt door versnipperde nationale regelgeving; overwegende dat Europese ondernemingen en overheidsdiensten economisch en sociaal voordeel zullen halen uit het gebruik van geavanceerde ICT-diensten en -toepassingen;
J. overwegende dat een toegankelijke en efficiënte Europese vervoersinfrastructuur, een ambitieus Europees industriebeleid en de totstandbrenging van een interne energiemarkt – die zowel het concurrentievermogen van de Europese bedrijven moet ondersteunen als een universele en betaalbare toegang tot energie voor huishoudens en consumenten moet verzekeren – van cruciaal belang zijn voor de interne markt in de EU; overwegende dat het daarom noodzakelijk is om prioritaire acties vast te stellen op deze terreinen;
Europees semester
1. herhaalt zijn oproep aan de Commissie om de governance van de interne markt te versterken door een jaarlijkse governance-cyclus voor de interne markt vast te stellen als een specifieke pijler van het Europees semester, met inbegrip van het scorebord van de interne markt, een jaarverslag over de integratie van de interne markt als onderdeel van de jaarlijkse groeianalyse, richtsnoeren van de Europese Raad voor de lidstaten, nationale actieplannen gericht op de tenuitvoerlegging van de richtsnoeren inzake de interne markt, en gerichte landenspecifieke aanbevelingen; verzoekt de Commissie voorts om ten volle rekening te houden met cruciale groeigebieden, namelijk de dienstensector, de energiesector, de vervoersector en de digitale interne markt, en met de in de Single Market Act I en II opgenomen maatregelen;
2. wijst erop dat de interne markt moet worden gedefinieerd als de derde pijler van het Europees semester om een duidelijke reeks prioriteiten met betrekking tot de reële economie te behandelen; is van mening dat de vaststelling en verwezenlijking van deze prioriteiten van essentieel belang is om groei te stimuleren en de huidige kloof met de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie te dichten en tegelijkertijd de economische convergentie tussen de lidstaten in en buiten de eurozone en in kerngebieden en perifere gebieden van de EU te verzekeren;
3. herinnert er in zijn advies aan dat het eerste verslag over de stand van de internemarktintegratie ontoereikend en onvolledig was; is daarom van mening dat toekomstige verslagen duidelijker dienen te zijn over de huidige tekortkomingen in specifieke lidstaten, concretere richtsnoeren dienen aan te reiken met betrekking tot mogelijke oplossingen en de verwachte voordelen en efficiënte hefbomen dienen te omvatten om de groei en het concurrentievermogen te stimuleren en zo banen te scheppen die samen een concreet antwoord zouden bieden op de huidige sociale en economische crisis;
4. verwelkomt het verslag van de Commissie over de integratie van de interne markt 2014 (COM(2013)0785) en betuigt zijn krachtige steun aan de inspanningen van de Commissie om de interne markt verder te integreren in de beschouwingen in het kader van het Europees semester; is ingenomen met het feit dat het verslag over de stand van zaken op het gebied van de integratie van de interne markt 2014 enkele elementen bevat die specifiek betrekking hebben op de acties die afzonderlijke lidstaten hebben ondernomen; is echter van mening dat het in het verslag nog ontbreekt aan een kwalitatieve beoordeling van de doeltreffendheid van de genomen maatregelen, de voortgang en de feitelijke resultaten van het beleid; verzoekt om de ontwikkeling van een analyse-instrument voor het meten van de integratie van de interne markt in het kader van de internemarktpijler van het Europees semester, afgezet tegen de landenspecifieke aanbevelingen; is van mening dat dit analyse-instrument een verdere aanvulling zou kunnen zijn op het scorebord van de interne markt;
5. is van mening dat er meer horizontale coördinatie en samenhang nodig is bij de voorbereiding van wetgevingsvoorstellen die gevolgen hebben voor de interne markt; is van mening dat bij de governance van de interne markt terdege rekening dient te worden gehouden met de behoeften van alle belanghebbenden en dat de sociale partners, het maatschappelijk middenveld en andere belanghebbenden nauwer en in een vroegere fase moeten worden betrokken bij de uitwerking, goedkeuring, tenuitvoerlegging en monitoring van de maatregelen om groei te stimuleren en de rechten van de burger op de interne markt te handhaven;
6. onderstreept dat er breed overleg en grondige effectbeoordelingen moeten plaatsvinden voordat de Commissie een voorstel goedkeurt; benadrukt dat de voorstellen van de Commissie in overeenstemming moeten zijn met de beginselen van slimme en gezonde regelgeving, een beoordeling moeten omvatten van de effecten op kmo's, en goedgekeurd moeten worden door haar eigen Raad voor effectbeoordeling; benadrukt voorts dat de effectbeoordelingen een evaluatie moeten bevatten van de effecten van nieuwe wetgeving op de groeiperspectieven en het Europees concurrentievermogen;
7. is van mening dat het Europees semester dient te worden verankerd in een diepgaander democratisch proces waarbij de nationale parlementen nauwer worden betrokken en de prerogatieven van het Europees Parlement tegelijkertijd worden versterkt;
8. is van mening dat in de landenspecifieke aanbevelingen die in het kader van dit proces worden afgegeven rekening dient te worden gehouden met de vorderingen van elke lidstaat en dat de nationale regelingen voor de tenuitvoerlegging van internemarktwetgeving niet noodzakelijkerwijs allemaal dezelfde aanpak dienen te volgen, maar de doeltreffendheid van de genomen maatregelen en de feitelijke resultaten van het gevoerde beleid moeten vergroten;
9. verlangt dat in de komende landenspecifieke aanbevelingen in het Europees semester 2014 de bevindingen in het verslag over de internemarktintegratie veel sterker en strakker tot uiting komen dan in de landenspecifieke aanbevelingen voor 2013 het geval was;
10. is van mening dat de derde pijler van het Europees semester, die betrekking heeft op de internemarktintegratie, gericht dient te zijn op de vaststelling van prioritaire beleidsdomeinen en maatregelen om de reële economie te stimuleren en nieuw leven in te blazen; is van mening dat dit doel enkel effectief kan worden bereikt als alle EU-instellingen het consequent delen en ondersteunen; pleit daarom voor een gerichte organisatie van de werkzaamheden van de Raad Mededinging om ze specifiek toe te spitsen op de opname van die voor de reële economie relevante prioriteiten in het Europees semester;
Kernsectoren
11. is van mening dat de kernsectoren die door de Commissie zijn vastgesteld – diensten, financiële diensten, vervoer, energie en de digitale markt – bepalend blijven voor de volledige integratie van de interne markt; is voorts van mening dat, om weer groei te realiseren, het opnieuw lanceren van een op deze sectoren gericht samenhangend en geïntegreerd industriebeleid gepaard moet gaan met inspanningen om de bescherming van de rechten van de burger – waaronder die van consumenten en werknemers - te versterken, alsook met een concurrentiemodel dat gebaseerd is op kennis en innovatie, via EU-stimulansen voor investeringen en toegang tot financiering, O&O en de ondersteuning van het hoger onderwijs;
12. dringt er bij de Commissie op aan om een werkelijk Europees industriebeleid uit te werken; is van mening dat de herindustrialisering een sectoroverschrijdende prioriteit zou moeten zijn voor de Unie; is van mening dat dit nieuwe industriebeleid eveneens de handhaving van de internemarktvoorschriften en een holistische strategie voor de externe dimensie van de interne markt dient te omvatten met bijzondere aandacht voor een samenhangend consumentenbeschermingsbeleid en een verbeterde toegang tot kapitaal en infrastructuur om de concurrentiepositie van ondernemingen te versterken en hen in staat te stellen op de wereldmarkten actief te worden;
13. onderstreept dat de ondernemingen dankzij de interne markt en de opheffing van de belemmeringen voor het vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal, op grotere schaal kunnen opereren en dus beter in staat zijn hun innovatie- en investeringsvermogen te versterken, hun productiviteit te verhogen en banen te scheppen;
14. verzoekt de Commissie een gedetailleerd actieplan met maatregelen voor te leggen voor de totstandbrenging van een volledig geïntegreerde en onderling verbonden interne markt voor energie; benadrukt de noodzaak de consumenten te voorzien van transparante en vergelijkbare energieprijzen en tegelijkertijd de consumenten, ook kwetsbare consumenten, te beschermen; onderstreept de behoefte aan forse investeringen in de energie-infrastructuur en is van mening dat alle nutssectoren mee moeten gaan met de vooruitgang in de energiesector;
15. onderstreept dat een verbetering van de infrastructuur – en met name grensoverschrijdende verbindingen en interoperabiliteit – van essentieel belang is voor een goede werking van de interne markt; is van mening dat één geïntegreerd en efficiënt Europees vervoerssysteem van cruciaal belang is voor het vrije verkeer van goederen, personen en diensten op de interne markt; is van mening dat verdere investeringen van essentieel belang zijn om deze doelstellingen te bereiken, en herhaalt dat moet worden voorzien in een breed scala aan financiële instrumenten voor deze projecten;
16. wijst er met klem op dat een consequente tenuitvoerlegging van de huidige wetgeving en van de verdere voorstellen van de Commissie op het gebied van digitale diensten ertoe kan bijdragen dat Europa de interne markt volledig benut; verzoekt om een beleid gericht op een digitale interne markt die de onlinediensten in Europa concurrerender, doeltreffender over grenzen heen en transparanter maakt, waarbij een hoog niveau van toegankelijkheid en consumentenbescherming wordt geboden; onderstreept dat gerichte investeringen belangrijk zijn, en merkt op dat de werkzaamheden aan het voorstel voor een "connectief continent" zullen bijdragen tot kleinere prijsverschillen tussen de lidstaten, doordat de concurrentie in de telecomsector wordt gestimuleerd;
17. verzoekt om een ambitieuze tenuitvoerlegging van de consumentenagenda, onder meer via wetgevings- en programmeringsmaatregelen, om zo de consumentenbescherming en het vertrouwen van consumenten in de interne markt te bevorderen, de positie van consumenten te versterken, verantwoordelijk gedrag bij de gemiddelde consument aan te moedigen en kwetsbare consumenten sterker te beschermen;
18. is van mening dat als het mkb gemakkelijker toegang krijgt tot financiering, de liquiditeitsbeperkingen geleidelijk aan zullen worden opgeheven en de situatie met betrekking tot het bedrijfskapitaal van het mkb zal verbeteren; noemt het verheugend dat de ontwikkeling van alternatieve vormen van financiering voor kmo's hoog op de prioriteitenlijst staat die de Commissie in de jaarlijkse groeianalyse 2014 en het verslag over de internemarktintegratie vermeldt; spreekt zijn krachtige steun uit voor de ten doel gestelde ontwikkeling van specifieke obligaties en een speciale aandelenbeurs voor kmo's en roept de Commissie en de lidstaten op dit doel door middel van praktische maatregelen na te streven; steunt voorts initiatieven op EU-niveau als aanvulling op de nationale inspanningen om meer microkredieten te verstrekken en sociaal ondernemerschap te stimuleren, waaronder ook steun voor ontwikkelingsbanken die leningen verstrekken tegen lagere tarieven dan commerciële banken; wijst erop dat het van bijzonder groot belang is om kmo's te ondersteunen via het COSME- en het Horizon 2020-programma;
19. onderstreept dat belemmeringen voor de werking van de interne markt als gevolg van de versnippering van de markt voor financiële retaildiensten zich nog steeds actueel zijn, zoals ook de Commissie in het verslag over de internemarktintegratie aanstipt, met name wegens de zeer uiteenlopende rentetarieven voor bankleningen die een sterke uitwerking hebben voor consumenten, huishoudens en kmo's; is ervan overtuigd dat deze verschillen de daadwerkelijke toegang tot financiering belemmeren en een nadelige uitwerking hebben op de reële economie; is bezorgd over de negatieve indruk die de consumenten hebben van de versnippering en de ondermaatse prestaties van de financiële retailmarkt, onder meer waar het gaat om bankrekeningen, hypotheken, particuliere pensioenen en effecten;
20. is van mening dat de regulering van financiële diensten moet zorgen voor een betere informatieverstrekking, een sterkere bescherming en effectieve verhaalmogelijkheden voor de consument; wijst op de noodzaak van een vlotte en positieve afronding van de werkzaamheden aan de wetgevingsvoorstellen inzake de markt voor financiële diensten voor consumenten, met name de vergelijkbaarheid van kosten in verband met betaalrekeningen, overstappen van betaalrekening en toegang tot betaalrekeningen met basisfuncties; is van mening dat er nog meer voorstellen moeten worden gedaan, bijvoorbeeld over een specifieke insolventieregeling voor consumenten die verder gaat dan de huidige gefragmenteerde en ontoereikende aanpak, om het veilig beleggen van privaat spaargeld in de reële economie te bevorderen;
21. betreurt het dat het vrije verkeer van burgers en met name werknemers en professionals in Europa, ondanks de sterke aanwijzingen dat de interne markt belangrijk is voor het overwinnen van de crisis, nog niet volledig gerealiseerd is en dat er krachtigere maatregelen nodig zijn om de resterende belemmeringen weg te nemen en groei te stimuleren, en daarbij de rechten van de burgers en werknemers te waarborgen; onderstreept dat de interne markt op een evenwichtige manier moet worden ontwikkeld, uitgaande van volledige verwezenlijking van de economische vrijheden binnen een sociale markteconomie;
22. herinnert eraan dat de cyclische methode voor het indienen van Single Market Acts kansen bood om regelmatig prioriteiten voor de ontwikkeling van de interne markt vast te stellen en te bespreken; is van mening dat deze methode verder dient te worden verbeterd en ontwikkeld;
23. is verheugd over het pakket verordeningsvoorstellen inzake de veiligheid van consumentenproducten, markttoezicht en de openbaarmaking van niet-financiële informatie en informatie over diversiteit door bepaalde grote vennootschappen en groepen; is van mening dat deze initiatieven de consumentenrechten ten goede kunnen komen, de gezondheid en veiligheid van de consumenten beter kunnen waarborgen, de handel in goederen en diensten kunnen bevorderen en tot een nieuw concurrentiemodel kunnen aanzetten; verzoekt de Commissie daarom om nauw samen te werken met het Parlement en de Raad om binnen een redelijke termijn tot een besluit te komen;
24. onderstreept het belang van de politieke overeenkomsten die zijn bereikt over de hervormingen van de richtlijn wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties, het pakket inzake aanbestedingen en concessies en de richtlijn alternatieve geschillenbeslechting en de verordening online geschillenbeslechting; dringt daarom bij de Commissie en de lidstaten aan op een snelle en uitgebreide tenuitvoerlegging van alle nieuwe bepalingen;
25. is van mening dat de regelgeving op het gebied van aanbestedingen en concessies op passende wijze moet worden omgezet; benadrukt hoe belangrijk aanbestedingen zijn als belangrijke motor van groei, met name voor kmo's; stelt dat de uitvoering van deze hervorming een belangrijke gelegenheid biedt om de overheidsdiensten te moderniseren, door strategisch gebruik te maken van overheidsopdrachten met het oog op innovatie en duurzaamheid en door de kwaliteit en de doeltreffendheid van de overheidsuitgaven te verbeteren om te beantwoorden aan de specifieke behoeften van de lokale en nationale overheden; beschouwt dit als een kernaspect van een goede uitvoering van de regelgeving op het gebied van aanbestedingen en concessies;
26. is van mening dat, vooral met het oog op de bestrijding van de jeugdwerkloosheid, de nieuwe, in november 2013 goedgekeurde regelgeving op het gebied van beroepskwalificaties (tot wijziging van Richtlijn 2005/36/EG en de IMI-verordening) een belangrijke stap is voor de versterking van het vrije verkeer van werknemers en professionals, waarmee een hoog gemeenschappelijk opleidingsniveau wordt nagestreefd en het gebruik van de Europese beroepskaart wordt bevorderd; benadrukt dat een volledige en correcte tenuitvoerlegging van de richtlijn erkenning beroepskwalificaties (en van de dienstenrichtlijn) een belangrijke motor van economische groei in de EU is; is daarnaast van mening dat de gereglementeerde beroepen moeten worden herzien om jongeren betere toegang te bieden tot deze beroepen en een dynamischer markt te creëren die de consumenten passende waarborgen biedt;
Governance-instrumenten
27. neemt nota van het antwoord van de Commissie op de resolutie van het Parlement van 7 februari 2013 met betrekking tot de rechtsgrond voor het gevraagde wetgevingsvoorstel dat de elementen zou bevatten die worden opgesomd in die resolutie; is van mening dat de specifieke aanbevelingen in die resolutie nog steeds waardevolle ideeën bevatten voor de verbeterde governance van de interne markt;
28. constateert dat in de tweede editie van het verslag over de internemarktintegratie (COM(2013)0785) de structuur is aangepast; is verheugd dat de Commissie daarmee ook is ingegaan op de verzoeken die het Parlement in zijn resolutie van 7 februari 2013 kenbaar maakte; merkt op dat een aantal van de in die resolutie genoemde maatregelen al hebben geleid tot betere uitvoering en handhaving van EU-wetgeving, zoals een stringenter gebruik van EU Pilot;
29. is ingenomen met het onlinescorebord van de interne markt, en met name de visuele en informatieve manier waarop het de prestaties van de lidstaten weergeeft op het gebied van EU-wetgeving die relevant is voor de werking van de interne markt; is van mening dat het onlinescorebord beschikbaar moet zijn in alle EU-talen om zo bij alle Europese burgers het begrip van de internemarktcyclus en hun mogelijk actieve rol in die cyclus te bevorderen;
30. is van mening dat er inspanningen moeten worden geleverd om de tenuitvoerlegging en uniforme toepassing van het EU-recht in de lidstaten transparanter te maken; merkt op dat de omzettingstermijnen met gemiddeld negen maanden worden overschreden en dat de omzettingstermijn van een toenemend aantal richtlijnen met twee jaar of meer wordt overschreden; is van mening dat elke richtlijn consequent moet worden omgezet en dat alle omzettingsmaatregelen moeten aansluiten op de op Europees niveau bereikte compromissen;
31. is echter van mening dat louter kwantitatieve statistieken over de tenuitvoerlegging van internemarktwetgeving niet volstaan en dat de nadruk moet worden gelegd op de kwaliteit van de tenuitvoerlegging van de wetgeving in de lidstaten op basis van op Europees niveau ontwikkelde specifieke kernindicatoren voor de verschillende sectoren van de interne markt;
32. verwelkomt het verslag getiteld "International Value Chains Intra- and Extra-EU" als positief voorbeeld voor het gebruik van specifieke indicatoren voor de beoordeling van de integratie van de interne markt, met speciale aandacht voor de verbreiding van productiestelsels in de EU; is van mening dat de ondersteuning van verdere initiatieven voor de ontwikkeling van grensoverschrijdende toeleveringsketens zal bevorderen dat lang bestaande belemmeringen voor de voltooiing van de interne markt worden weggenomen, en kan bijdragen tot het verbeteren van de productiviteit en het concurrentievermogen van Europese ondernemingen in de wereldeconomie;
33. is ingenomen met de verbetering van het gemiddelde omzettingsdeficit, dat nu nog 0,6% bedraagt; benadrukt dat zelfs een klein deficit op een belangrijk beleidsdomein enorme nadelige gevolgen kan hebben voor de kansen van consumenten en ondernemingen en bijgevolg voor de hele Europese economie;
34. betreurt de gemiddelde duur van inbreukprocedures en met name het feit dat zaken met betrekking tot diensten het langst duren (gemiddeld 49,8 maanden); is van mening dat inbreukprocedures ontoereikend blijken te zijn om tekortkomingen bij de uitvoering en toepassing van internemarktbepalingen op een snelle manier aan te pakken en recht te zetten; roept de lidstaten op doeltreffender samen te werken met de Commissie om de zaken sneller tot een oplossing te brengen, en roept de Commissie op om verder te gaan met "opruimen" van nationale maatregelen die schadelijk zijn voor de interne markt;
35. is van mening dat inbreukprocedures moeten worden beschouwd als een laatste redmiddel, dat enkel mag worden gebruikt nadat pogingen zijn ondernomen om de situatie te coördineren en recht te zetten, en dat de Commissie derhalve het gebruik van EU Pilot en andere procedures moet bevorderen alvorens een lidstaat voor het Hof van Justitie te brengen; stelt voorts dat alles in het werk moet worden gesteld om te komen tot een doeltreffendere toepassing van inbreukprocedures wegens schending van bepalingen van het Unierecht op het gebied van de interne markt, en dat de lidstaten en de Europese Raad de verdere ontwikkeling van inbreukprocedures in het kader van de toekomstige herzieningen van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie moeten voortzetten;
36. steunt de maatregelen van de Commissie om de samenwerking van de nationale autoriteiten met betrekking tot de werking van de interne markt te verbeteren; vindt ook dat een permanent IT-mechanisme ter bevordering van de uitwisseling van relevante informatie de situatie aanzienlijk zou kunnen verbeteren, aangezien een groep nationale deskundigen die enkele keren per jaar bijeenkomt verre van een ideale oplossing is om dit soort prioritaire problemen aan te pakken;
37. wijst nogmaals op het belang van de goede werking van het informatiesysteem interne markt (IMI), dat onlangs een degelijke basis in de regelgeving heeft gekregen en momenteel wordt uitgebreid naar nieuwe beleidsdomeinen en –sectoren; verzoekt de Commissie om het Parlement op de hoogte te houden van de werking van het instrument voor machinevertaling dat werd ingevoerd om de communicatie tussen nationale, regionale en plaatselijke autoriteiten te bevorderen;
38. verzoekt de lidstaten om de maatregelen in het kader van de digitale agenda volledig uit te voeren en om meer inspanningen te leveren om de overheidsadministratie te moderniseren – niet het minst via de snelle invoering van maatregelen met betrekking tot elektronische overheid, e-gezondheid, elektronische facturatie en elektronische aanbestedingen –, om zo meer en betere digitale diensten te bieden aan burgers en ondernemingen in heel Europa, de kosten te beperken en de efficiëntie van de overheidssector te vergroten;
39. merkt op dat het SOLVIT-netwerk voor probleemoplossing onderbenut blijft; verzoekt de lidstaten om ervoor te zorgen dat het SOLVIT-netwerk en de enkele contactpunten van voldoende middelen worden voorzien, zoals bepaald in de dienstenrichtlijn; verzoekt de Commissie en de lidstaten om verdere stappen te ondernemen om ondernemingen en ondernemers te informeren over de beschikbaarheid van deze instrumenten; is daarnaast van mening dat de lidstaten een intensievere en bredere uitwisseling van beste praktijken op gang moeten brengen;
40. neemt nota van het feit dat de portaalsites Uw Europa en Uw Europa – Advies, die personen die zich verplaatsen binnen de Europese Unie de nodige informatie moeten verstrekken, steeds vaker gebruikt worden;
41. is ingenomen met de Maand van de interne markt die tussen 23 september en 23 oktober 2013 Europese burgers, beleidsmakers, deskundigen en EU-leiders bijeenbracht in een onlinedebat en in het kader van bijbehorende nationale evenementen waarbij de tot dusver geboekte vooruitgang, de resterende uitdagingen en de ideeën voor de toekomst van de interne markt werden besproken; roept de Commissie op goed nota te nemen van de zorgen en de suggesties van de deelnemers; roept de Commissie op de opzet en de doeltreffendheid van de acties in 2013 te beoordelen, met inbegrip van de mate waarin burgers, ondernemingen en consumenten konden worden bereikt en in de gelegenheid werden gesteld om echt bij te dragen tot het vormgeven van de interne markt;
o o o
42. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad, de Europese Raad en de parlementen en regeringen van de lidstaten.