Derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van deze plicht zijn vrijgesteld ***I
Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 27 februari 2014 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van deze plicht zijn vrijgesteld (COM(2012)0650 – C7-0371/2012 – 2012/0309(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2012)0650),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 77, lid 2, onder a) van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0371/2012),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien de schriftelijke toezegging van de vertegenwoordiger van de Raad van 5 februari 2014 om het standpunt van het Europees Parlement goed te keuren, overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gelet op artikel 55 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0373/2013),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. hecht zijn goedkeuring aan de verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die als bijlage bij de onderhavige resolutie is gevoegd;
3. neemt kennis van de bij deze resolutie gevoegde verklaring van de Commissie;
4. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
5. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de nationale parlementen.
Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 27 februari 2014 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. .../2014 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld
(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Verordening (EU) nr. 509/20214.)
BIJLAGE BIJ DE WETGEVINGSRESOLUTIE
Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de nadere beoordeling van Colombia en Peru
Het Europees Parlement en de Raad achten het noodzakelijk dat nader beoordeeld wordt of Colombia en Peru aan de desbetreffende criteria voldoen, voordat de Commissie aande Raad aanbevelingen doet over besluiten houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen betreffende visumvrijstellingsovereenkomsten met deze landen.
De Commissie verbindt zich ertoe deze beoordelingen onverwijld uit te voeren en zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van deze Verordening aan het Europees Parlement en de Raad te doen toekomen.
Het Europees Parlement en de Raad nemen kennis van deze verbintenis van de Commissie.
Verklaring van de Commissie betreffende de informatieverstrekking aan het Europees Parlement
De Commissie is ingenomen met de aanneming door het Europees Parlement en de Raad van haar voorstel tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 met het oog op de actualisering van de bijlagen met de lijsten van derde landen waarvan de onderdanen onderworpen zijn of vrijgesteld zijn van de visumplicht.
Overeenkomstig het kaderakkoord over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie, en met name punt 23 daarvan, bevestigt de Commissie haar verbintenis om het Europees Parlement stelselmatig in te lichten over het verloop van de onderhandelingen inzake visumvrijstellingsovereenkomsten naar aanleiding van de overbrenging van bepaalde landen naar bijlage II bij Verordening (EG) nr. 539/2001. Ten minste tweemaal per jaar zal de Commissie de betreffende organen van het Europees Parlement over van de stand van zaken inlichten.