Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2014/2600(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B7-0207/2014

Debatten :

Stemmingen :

PV 27/02/2014 - 10.13

Aangenomen teksten :

P7_TA(2014)0176

Aangenomen teksten
PDF 116kWORD 39k
Donderdag 27 februari 2014 - Straatsburg
Situatie in Venezuela
P7_TA(2014)0176RC-B7-0207/2014

Resolutie van het Europees Parlement van 27 februari 2014 over de situatie in Venezuela (2014/2600(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien zijn eerdere resoluties over Venezuela, inclusief die van 24 mei 2007 over het geval "Radio Caracas TV" in Venezuela(1), 23 oktober 2008 over de politieke onbevoegdverklaringen in Venezuela(2), 7 mei 2009 over de zaak Manuel Rosales in Venezuela(3), 11 februari 2010 over Venezuela(4), 8 juli 2010 over Venezuela, met name de zaak Maria Lourdes Afiuni(5), en 24 mei 2012 over de mogelijke terugtrekking van Venezuela uit de Inter-Amerikaanse Commissie voor de mensenrechten(6),

–  gezien de verklaring van de woordvoerder van Catherine Ashton, vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV), van 14 februari 2014,

–  gezien de verklaring van VV/HV Catherine Ashton van 21 februari 2014 over de onrust in Venezuela,

–  gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, waarbij Venezuela partij is,

–  gezien de Universele Verklaring van de rechten van de mens van 1948,

–  gezien artikel 110, leden 2 en 4, van zijn Reglement,

A.  gezien de ernst van de huidige situatie in Venezuela; overwegende dat er sinds 12 februari 2014 in heel Venezuela vreedzame studentenbetogingen plaatsvinden, die uitgelopen zijn op dodelijk geweld met ten minste 13 doden, ruim 70 gewonden en honderden arrestaties; overwegende dat de studenten protesteren tegen het onvermogen van de regering van president Maduro om een oplossing te vinden voor de problemen van hoge inflatie, misdaad en tekorten aan bepaalde basisproducten, alsook de toenemende corruptie en de intimidatie tegenover de media en de democratische oppositie; overwegende dat de regering de schaarste wijt aan "saboteurs" en het "winstbejag van corrupte zakenmensen"; overwegende dat Venezuela van alle Latijns-Amerikaanse landen de grootste energievoorraden heeft;

B.  overwegende dat het aantal demonstraties de laatste dagen niet is verminderd, maar integendeel is toegenomen, met als gevolg meer doden en gewonden en meer arrestaties, ten gevolge van de onderdrukking van de protestbeweging door de autoriteiten van het land en door illegale gewapende groepen;

C.  overwegende dat de politieke spanning en polarisatie in Venezuela toeneemt; overwegende dat de Venezolaanse autoriteiten juist niet proberen de vrede en rust te bewaren maar gedreigd hebben met een "gewapende revolutie";

D.  overwegende dat er daden van repressie zijn gepleegd, met name tegen studenten, journalisten, leiders van de oppositie en vreedzame activisten uit het maatschappelijk middenveld, die zijn vervolgd en van hun vrijheid zijn beroofd;

E.  overwegende dat gewelddadige en ongecontroleerde regeringsaanhangers in Venezuela al tijden ongestraft hun gang kunnen gaan; overwegende dat deze regeringsgezinde groepen volgens de oppositie tijdens de vreedzame demonstraties tot geweld hebben aangezet, met doden en gewonden als gevolg; overwegende dat de Venezolaanse regering nog geen opheldering over deze gebeurtenissen heeft verschaft;

F.  overwegende dat de media worden gecensureerd en geïntimideerd en dat grote aantallen journalisten zijn mishandeld of gevangengenomen of hun beroepsuitrusting kwijt zijn omdat deze is vernield;

G.  overwegende dat de vrijheid van meningsuiting en het recht deel te nemen aan vreedzame demonstraties van fundamenteel belang zijn voor de democratie en dat gelijkheid en gerechtigheid voor iedereen onmogelijk zijn zonder fundamentele vrijheden en eerbiediging van de rechten van alle burgers; overwegende dat in de Venezolaanse grondwet de vreedzame uitoefening van het recht van vergadering en vereniging en het recht vreedzaam te demonstreren zijn gegarandeerd; overwegende dat de autoriteiten van het land de plicht hebben de fundamentele rechten van de Venezolaanse burgers te waarborgen, hun veiligheid te garanderen en hun leven te beschermen zonder deze rechten te beperken;

H.  overwegende dat alleen eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden, een constructieve en respectvolle dialoog en tolerantie Venezuela kunnen helpen een uitweg te vinden uit deze ernstige crisis en zo toekomstige moeilijkheden te overwinnen;

1.  veroordeelt alle gewelddaden en betreurt het verlies aan mensenlevens tijdens de vreedzame betogingen op 12 februari 2014 en de dagen daarna, en betuigt zijn oprechte medeleven met de nabestaanden;

2.  verklaart zich solidair met het Venezolaanse volk en geeft uiting aan zijn bezorgdheid dat nieuwe protesten tot meer gewelddaden kunnen leiden, waardoor de kloof tussen de standpunten van de regering en de oppositie alleen maar dieper zal worden en de polarisatie in de huidige delicate politieke situatie in Venezuela nog verder zal toenemen; doet een beroep op de vertegenwoordigers van alle partijen en geledingen van de Venezolaanse samenleving om in woord en daad de kalmte te bewaren;

3.  herinnert de regering van Venezuela eraan dat de vrijheid van meningsuiting en het recht om deel te nemen aan vreedzame betogingen in elke democratische staat tot de fundamentele mensenrechten behoren, hetgeen ook door de grondwet van Venezuela erkend is, en dringt bij president Maduro aan op de naleving van de internationale verdragen waarbij Venezuela partij is, en met name het Inter-Amerikaans Democratisch Handvest;

4.  wijst de Venezolaanse regering erop dat zij gehouden is de veiligheid van alle burgers in het land te garanderen, ongeacht hun politieke opvattingen en banden; is zeer verontrust over de arrestatie van studenten en oppositieleiders en verlangt dat zij onmiddellijk worden vrijgelaten;

5.  wijst erop dat de scheiding van machten een fundamenteel democratisch beginsel is en dat het rechtssysteem door de overheid niet mag worden gebruikt om de democratische oppositie aan politieke vervolging en onderdrukking bloot te stellen; dringt er bij de Venezolaanse autoriteiten op aan dat zij de ongegronde beschuldigingen en arrestatiebevelen tegen oppositieleiders intrekken;

6.  dringt er bij de Venezolaanse autoriteiten op aan dat zij de ongecontroleerde gewapende regeringsgezinde groepen onverwijld ontwapenen en ontmantelen, en dat zij een eind maken aan hun straffeloosheid; verlangt dat er opheldering komt over de toedracht van de sterfgevallen, zodat de daders ter verantwoording worden geroepen;

7.  spoort alle partijen en met name de Venezolaanse overheid aan om te komen tot een vreedzame dialoog die alle geledingen van de Venezolaanse samenleving omvat, teneinde punten van overeenstemming te vinden en de politieke hoofdrolspelers de gelegenheid te bieden om de ernstigste problemen waarmee het land worstelt te bespreken;

8.  benadrukt het feit dat eerbiediging van de persvrijheid, de vrijheid van informatie en de vrijheid van opinie en politieke pluriformiteit van fundamenteel belang zijn voor de democratie; betreurt dat de media en het internet aan censuur onderhevig zijn en dat de toegang tot bepaalde blogs en sociale netwerken ingeperkt is; veroordeelt de pesterijen waaronder een aantal kranten en andere, audiovisual media, bijvoorbeeld televisiezender NTN24 en de Spaanse CNN, te lijden hebben en beschouwt deze praktijken als strijdig met Venezolaanse grondwet en met de engagementen die de Bolivariaanse Republiek Venezuela is aangegaan;

9.  vraagt dat een ad-hocdelegatie van het Europees Parlement wordt gestuurd om de situatie in Venezuela zo spoedig mogelijk te beoordelen;

10.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regering en Nationale Vergadering van de Bolivariaanse Republiek Venezuela, de Euro-Latijns-Amerikaanse Parlementaire Vergadering en de secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten.

(1) PB C 102 E van 24.4.2008, blz. 484.
(2) PB C 15 E van 21.1.2010, blz. 85.
(3) PB C 212 E van 5.8.2010, blz. 113.
(4) PB C 341 E van 16.12.2010, blz. 69.
(5) PB C 351 E van 2.12.2011, blz. 130.
(6) PB C 264 E van 13.9.2013, blz. 88.

Juridische mededeling - Privacybeleid