Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2013/0340(NLE)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0252/2014

Ingediende teksten :

A7-0252/2014

Debatten :

Stemmingen :

PV 02/04/2014 - 18.19
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2014)0274

Aangenomen teksten
PDF 447kWORD 206k
Woensdag 2 april 2014 - Brussel
Communautair kader voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties *
P7_TA(2014)0274A7-0252/2014

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 2 april 2014 over het voorstel voor een richtlijn van de Raad houdende wijziging van Richtlijn 2009/71/EURATOM tot vaststelling van een communautair kader voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties (COM(2013)0715 – C7-0385/2013 – 2013/0340(NLE))

(Raadpleging)

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2013)0715),

–  gezien de artikelen 31 en 32 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C7‑0385/2013),

–  gezien het advies van de Commissie juridische zaken inzake de voorgestelde rechtsgrond,

–  gezien artikel 55 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie (A7‑0252/2014),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.  verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 293, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie dienovereenkomstig te wijzigen;

3.  verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.  wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

5.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie.

Door de Commissie voorgestelde tekst   Amendement
Amendement 1
Voorstel voor een richtlijn
Visum 4 bis (nieuw)

Gezien het feit dat het Verdrag van Aarhus betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden in 1998 werd ondertekend door de Europese Gemeenschap en alle lidstaten van de Europese Unie,
Amendement 2
Voorstel voor een richtlijn
Visum 4 ter (nieuw)

Gezien de tenuitvoerlegging van het Verdrag van Aarhus in de context van de nucleaire veiligheid, die werd gestart met het initiatief "Aarhus Convention and Nuclear" (ACN), waarbij van de lidstaten wordt vereist dat zij essentiële informatie over nucleaire veiligheid openbaar maken en het publiek betrekken bij de besluitvorming.
Amendement 3
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 6
(6)  Bij Richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad van 19 juli 2011 tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval33 wordt aan de lidstaten de verplichting opgelegd om een nationaal kader voor verbruikte splijtstof en radioactief afval tot stand te brengen en te handhaven.
(6)  Bij Richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad van 19 juli 2011 tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval33 wordt aan de lidstaten de verplichting opgelegd om een nationaal kader voor verbruikte splijtstof en radioactief afval tot stand te brengen en te handhaven. De resolutie van het Europees Parlement van 14 maart 2013 over de risico- en veiligheidsbeoordelingen ("stress tests") van kerncentrales in de Europese Unie en gerelateerde activiteiten33bis herinnert eraan dat de gevaren van kernafval door het ongeluk met de kerncentrale van Fukushima opnieuw onder de aandacht zijn gebracht.
__________________
__________________
33 PB L 199 van 2.8.2011, blz. 48.
33 PB L 199 van 2.8.2011, blz. 48. p. 48.

33 bis P7_TA(2013)0089.
Amendement 4
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 7
(7)  In de Conclusies van de Raad van 8 mei 2007 betreffende nucleaire veiligheid en veilig beheer van afgewerkte kernsplijtstof en radioactief afval34 werd beklemtoond dat "nucleaire veiligheid een nationale verantwoordelijkheid is die, waar passend in een EU-kader wordt uitgeoefend. Het blijft alleen aan de exploitanten en de nationale autoriteiten om beslissingen in verband met veiligheidsacties en het toezicht op nucleaire installaties te nemen".
(7)  In de Conclusies van de Raad van 8 mei 2007 betreffende nucleaire veiligheid en veilig beheer van afgewerkte kernsplijtstof en radioactief afval34 werd beklemtoond dat "nucleaire veiligheid een nationale verantwoordelijkheid is die, waar passend in een EU-kader wordt uitgeoefend. Het blijft alleen aan de exploitanten en de nationale autoriteiten om beslissingen in verband met veiligheidsacties en het toezicht op nucleaire installaties te nemen". In zijn resolutie van 14 maart 2013 over de risico- en veiligheidsbeoordelingen („stress tests”) van kerncentrales in de Europese Unie en gerelateerde activiteiten neemt het Europees Parlement echter nota van de grensoverschrijdende relevantie van nucleaire veiligheid, onder andere door aan te bevelen dat periodieke veiligheidsbeoordelingen gebaseerd moeten zijn op gemeenschappelijke veiligheidsnormen of dat er grensoverschrijdend voor veiligheid en toezicht moeten worden gezorgd. In deze resolutie werd ook aangedrongen op het vaststellen en implementeren van bindende normen voor nucleaire veiligheid.
__________________
__________________
34 Vastgesteld door het Coreper op 25 april 2007 (doc. Ref. 8784/07) en de Raad Economische en Financiële Zaken op 8 mei 2007.
34 Vastgesteld door het Coreper op 25 april 2007 (doc. Ref. 8784/07) en de Raad Economische en Financiële Zaken op 8 mei 2007.
Amendement 5
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 15
(15)  Een sterke en onafhankelijke bevoegde regelgevende autoriteit is een fundamentele voorwaarde van het Europese kader voor nucleaire veiligheid. De onafhankelijkheid ervan en de onpartijdige en transparante uitoefening van haar bevoegdheden zijn cruciale factoren om een hoog niveau van nucleaire veiligheid te waarborgen. Er moeten objectieve regelgevingsbesluiten en handhavingsmaatregelen worden vastgesteld, zonder ongepaste externe beïnvloeding die de veiligheid in het gedrang kan brengen, zoals politieke druk die verband houdt met gewijzigde politieke, economische of maatschappelijke omstandigheden, of druk van overheidsdiensten of ander publieke of particuliere entiteiten. De negatieve gevolgen van het gebrek aan onafhankelijkheid zijn bij het ongeval van Fukushima in het oog gesprongen. De bepalingen van Richtlijn 2009/71/Euratom inzake de functionele scheiding van de bevoegde regelgevende autoriteiten van andere organen moeten worden versterkt teneinde de daadwerkelijke onafhankelijkheid van de regelgevende autoriteiten te waarborgen en te garanderen dat zij over de nodige middelen en bevoegdheden beschikken om de hen toegewezen taken naar behoren te vervullen. Met name moeten de regelgevende autoriteiten beschikken over afdoende juridische bevoegdheden, voldoende personeel en voldoende financiële middelen om de hen toegewezen verantwoordelijkheden naar behoren te vervullen. De versterkte eisen, die tot doel hebben de onafhankelijkheid van de regelgevende autoriteiten bij de uitvoering van hun regelgevingstaken te waarborgen, moeten echter de eventuele nauwe samenwerking met andere relevante nationale autoriteiten of ten aanzien van algemene beleidslijnen die worden getrokken door de regering en die geen verband houden met de regelgevingsbevoegdheden en ‑taken, onverlet laten.
(15)  Een sterke en onafhankelijke bevoegde regelgevende autoriteit is een fundamentele voorwaarde van het Europese kader voor nucleaire veiligheid. De juridische onafhankelijkheid ervan en de onpartijdige en transparante uitoefening van haar bevoegdheden zijn cruciale factoren om een hoog niveau van nucleaire veiligheid te waarborgen. Er moeten objectieve regelgevingsbesluiten en handhavingsmaatregelen worden vastgesteld, zonder ongepaste externe beïnvloeding die de veiligheid in het gedrang kan brengen, zoals politieke druk die verband houdt met gewijzigde politieke, economische of maatschappelijke omstandigheden, of druk van overheidsdiensten of ander publieke of particuliere entiteiten. De negatieve gevolgen van het gebrek aan onafhankelijkheid zijn bij het ongeval van Fukushima in het oog gesprongen. De bepalingen van Richtlijn 2009/71/Euratom inzake de functionele scheiding van de bevoegde regelgevende autoriteiten van andere organen moeten worden versterkt teneinde de daadwerkelijke onafhankelijkheid van de regelgevende autoriteiten te waarborgen en te garanderen dat zij over de nodige middelen en bevoegdheden beschikken om de hen toegewezen taken naar behoren te vervullen. Met name moeten de regelgevende autoriteiten beschikken over afdoende juridische bevoegdheden, voldoende personeel en voldoende financiële middelen om de hen toegewezen verantwoordelijkheden naar behoren te vervullen. De versterkte eisen, die tot doel hebben de onafhankelijkheid van de regelgevende autoriteiten bij de uitvoering van hun regelgevingstaken te waarborgen, moeten echter de eventuele nauwe samenwerking met andere relevante nationale autoriteiten en de Commissie of ten aanzien van algemene beleidslijnen die worden getrokken door de regering en die de regelgevingsbevoegdheden en -taken van de nationale autoriteiten niet ondermijnen, onverlet laten.
Amendement 6
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 22
(22)  Om ervoor te zorgen dat de nodige bekwaamheden worden verworven en dat adequate niveaus van competentie worden bereikt en gehandhaafd, moeten alle partijen ervoor zorgen dat alle personeelsleden (inclusief die van onderaannemers), die verantwoordelijkheden dragen met betrekking tot de nucleaire veiligheid van kerninstallaties en de locatiegebonden regelingen voor de paraatheid voor en de respons op noodsituaties, betrokken zijn bij een continu leerproces. Dit kan worden bereikt door de inrichting van opleidingsprogramma's en ‑plannen, door de vaststelling van procedures voor de geregelde evaluatie en actualisering van de opleidingsprogramma's en door te voorzien in passende budgettaire middelen voor opleidingen.
(22)  Om ervoor te zorgen dat de nodige bekwaamheden worden verworven en dat adequate niveaus van competentie worden bereikt en gehandhaafd, moeten alle partijen ervoor zorgen dat alle personeelsleden (inclusief die van onderaannemers), die verantwoordelijkheden dragen met betrekking tot de nucleaire veiligheid van kerninstallaties en de locatiegebonden regelingen voor de paraatheid voor en de respons op noodsituaties, betrokken zijn bij een continu leerproces. Dit kan worden bereikt door de inrichting van opleidingsprogramma's en -plannen, door de vaststelling van procedures voor de geregelde evaluatie en actualisering van de opleidingsprogramma's, door de uitwisseling van kennis tussen landen in en buiten de EU en door te voorzien in passende budgettaire middelen voor opleidingen.
Amendement 7
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 23
(23)  Een andere cruciale les die is geleerd uit het nucleair ongeval van Fukushima is het belang van de versterking van de transparantie bij nucleaire veiligheidskwesties. Transparantie is ook een belangrijk middel om de onafhankelijkheid van de besluitvorming van de regelgevers te bevorderen. Daarom moeten de huidige bepalingen van Richtlijn 2009/71/Euratom betreffende de aan het publiek te verstrekken informatie nader worden gespecificeerd wat het type informatie betreft dat minimaal door de bevoegde regelgevende autoriteit en de vergunninghouder moet worden verstrekt, en binnen welke termijnen. Daartoe moet bijvoorbeeld het type informatie dat minimaal door de bevoegde regelgevende autoriteit en door de vergunninghouder moet worden verstrekt als onderdeel van hun bredere transparantiestrategieën, nader worden omschreven. Bedoelde informatie moet tijdig worden vrijgegeven, met name in het geval van abnormale gebeurtenissen en ongevallen. Ook de resultaten van de periodieke veiligheidsbeoordelingen en internationale collegiale toetsingen moeten openbaar worden gemaakt.
(23)  Een andere cruciale les die is geleerd uit het nucleair ongeval van Fukushima is het belang van de versterking van de transparantie bij nucleaire veiligheidskwesties. Transparantie is ook een belangrijk middel om de onafhankelijkheid van de besluitvorming van de regelgevers te bevorderen. Daarom moeten de huidige bepalingen van Richtlijn 2009/71/Euratom betreffende de aan het publiek te verstrekken informatie nader worden gespecificeerd wat het type informatie betreft dat minimaal door de bevoegde regelgevende autoriteit en de vergunninghouder moet worden verstrekt, en binnen welke termijnen. Daartoe moet bijvoorbeeld het type informatie dat minimaal door de bevoegde regelgevende autoriteit en door de vergunninghouder moet worden verstrekt als onderdeel van hun bredere transparantiestrategieën, nader worden omschreven. Bedoelde informatie moet tijdig worden vrijgegeven, met name in het geval van incidenten en ongevallen. Ook de resultaten van de periodieke veiligheidsbeoordelingen en internationale collegiale toetsingen moeten openbaar worden gemaakt. In de resolutie van 14 maart 2013 over de risico- en veiligheidsbeoordelingen ("stress tests") van kerncentrales in de Europese Unie en gerelateerde activiteiten, roept het Europees Parlement ertoe op de EU-burgers uitgebreid te informeren en te raadplegen over nucleaire veiligheid in de Unie.
Amendement 8
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 24
(24)  De eisen van deze richtlijn inzake transparantie vormen een aanvulling op die van de bestaande Euratom-wetgeving. Krachtens Beschikking 87/600/Euratom van de Raad van 14 december 1987 inzake communautaire regelingen voor snelle uitwisseling van informatie in geval van stralingsgevaar42 rust op de lidstaten de verplichting om in het geval van een noodsituatie met stralingsgevaar op hun grondgebied de Commissie en de overige lidstaten daarvan in kennis te stellen en de nodige informatie te verstrekken, terwijl Richtlijn 89/618 Euratom van de Raad van 27 november 198943 de eis voor de lidstaten omvat om het publiek te informeren over de toe te passen gezondheidsbeschermingsmaatregelen en de te volgen gedragslijn in het geval van een noodsituatie met stralingsgevaar, en de bevolkingsgroepen die door dergelijk stralingsgevaar getroffen kunnen worden op passende wijze vooraf en permanent te informeren. Bovenop de informatie die bij een dergelijke gebeurtenis moet worden verstrekt, moeten de lidstaten overeenkomstig de onderhavige richtlijn echter passende transparantieregelingen vaststellen, met een snelle en geregeld geactualiseerde informatieverstrekking om ervoor te zorgen dat werkers en het grote publiek geïnformeerd blijven over alle met nucleaire veiligheid verband houdende gebeurtenissen, inclusief abnormale gebeurtenissen of ongevalssituaties. Bovendien moet het publiek de gelegenheid worden geboden om daadwerkelijk een rol te spelen bij het vergunningverleningsproces voor kerninstallaties en moet de bevoegde regelgevende autoriteit alle met veiligheid verband houdende informatie op onafhankelijke wijze verstrekken, zonder dat zij daarvoor voorafgaand toestemming moet verkrijgen van enige overheidsinstanties of particuliere entiteiten.
(24)  De eisen van deze richtlijn inzake transparantie vormen een aanvulling op die van de bestaande Euratom-wetgeving. Krachtens Beschikking 87/600/Euratom van de Raad van 14 december 1987 inzake communautaire regelingen voor snelle uitwisseling van informatie in geval van stralingsgevaar42 rust op de lidstaten de verplichting om in het geval van een noodsituatie met stralingsgevaar op hun grondgebied de Commissie en de overige lidstaten daarvan in kennis te stellen en de nodige informatie te verstrekken, terwijl Richtlijn 89/618 Euratom van de Raad van 27 november 198943 de eis voor de lidstaten omvat om het publiek te informeren over de toe te passen gezondheidsbeschermingsmaatregelen en de te volgen gedragslijn in het geval van een noodsituatie met stralingsgevaar, en de bevolkingsgroepen die door dergelijk stralingsgevaar getroffen kunnen worden op passende wijze vooraf en permanent te informeren. Bovenop de informatie die bij een dergelijke gebeurtenis moet worden verstrekt, moeten de lidstaten overeenkomstig de onderhavige richtlijn echter passende transparantieregelingen vaststellen, met een snelle en geregeld geactualiseerde informatieverstrekking om ervoor te zorgen dat werkers en het grote publiek geïnformeerd blijven over alle met nucleaire veiligheid verband houdende gebeurtenissen, inclusief incidenten of ongevalssituaties.
__________________
__________________
42 PB L 371 van 30.12.1987, blz. 76.
42 PB L 371 van 30.12.1987, blz. 76.
43 PB L 357 van 7.12.1989, blz. 31.
43 PB L 357 van 7.12.1989, blz. 31.
Amendement 9
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 25
(25)  Bij Richtlijn 2009/71/Euratom is een juridisch bindend communautair kader vastgesteld waarop een wetgevings-, administratief en organisatorisch systeem is gegrondvest. Dit omvat geen specifieke eisen voor kerninstallaties. Gezien de technische vooruitgang die is bereikt door de IAEA en de West-Europese Vereniging van Regelgevende Autoriteiten op Nucleair Gebied ("WENRA") en andere bronnen van deskundigheid, met inbegrip van de lessen die zijn getrokken uit de stresstests en het onderzoek in verband met het Fukushima-kernongeval, moet Richtlijn 2009/71/Euratom worden aangepast om er communautaire nucleaire-veiligheids-doelstellingen in op te nemen die betrekking hebben op alle stadia van de levenscyclus van kerninstallaties (keuze van de vestigingsplaats, ontwerp, bouw, inbedrijfstelling, bedrijfsvoering en buitenbedrijfstelling).
(25)  Bij Richtlijn 2009/71/Euratom is een juridisch bindend communautair kader vastgesteld waarop een wetgevings-, administratief en organisatorisch systeem is gegrondvest. Dit omvat geen specifieke eisen voor kerninstallaties. Gezien de technische vooruitgang die is bereikt door de IAEA en de West-Europese Vereniging van Regelgevende Autoriteiten op Nucleair Gebied ("WENRA") en andere bronnen van deskundigheid, met inbegrip van de lessen die zijn getrokken uit de stresstests en het onderzoek in verband met het Fukushima-kernongeval, moet Richtlijn 2009/71/Euratom worden aangepast om er juridisch bindende communautaire nucleaire-veiligheids-doelstellingen in op te nemen die betrekking hebben op alle stadia van de levenscyclus van kerninstallaties (keuze van de vestigingsplaats, ontwerp, bouw, inbedrijfstelling, bedrijfsvoering en buitenbedrijfstelling).
Amendement 10
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 28
(28)  Momenteel wordt duidelijk verwacht dat in het oorspronkelijke ontwerp van nieuwe reactoren bescherming wordt opgenomen tegen ontwerpongevallen die verder gaan dan de ontwerpbasis voor de vorige generatie reactoren. Omstandigheden die verder gaan dan de vroegere ontwerpbasis ("buitenontwerp-ongevallen") zijn ongevalssituaties die bij ontwerpongevallen buiten beschouwing worden gelaten, maar waarmee in het ontwerpproces voor de installatie rekening wordt gehouden volgens de beste beschikbare ramingsmethodologieën en waarbij het lozen van radioactief materiaal binnen aanvaardbare grenzen wordt gehouden. Een verzameling voorwaarden ter verruiming van de ontwerpbasis kan ernstige ongevalssituaties omvatten.
(28)  Momenteel wordt duidelijk verwacht dat in het oorspronkelijke ontwerp van nieuwe reactoren bescherming wordt opgenomen tegen ontwerpongevallen die verder gaan dan de ontwerpbasis voor de vorige generatie reactoren. Omstandigheden die verder gaan dan de vroegere ontwerpbasis ("buitenontwerp-ongevallen") zijn ongevalssituaties die bij ontwerpongevallen buiten beschouwing worden gelaten, maar waarmee in het ontwerpproces voor de installatie rekening wordt gehouden volgens de beste beschikbare ramingsmethodologieën en waarbij het lozen van radioactief materiaal binnen aanvaardbare grenzen wordt gehouden. Een verzameling voorwaarden ter verruiming van de ontwerpbasis moet ernstige ongevalssituaties omvatten.
Amendement 11
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 29
(29)   Toepassing van het begrip "defensie in de diepte" op organisatorische, gedragsmatige of ontwerpactiviteiten met betrekking tot een kerninstallatie zorgt ervoor dat met veiligheid verband houdende activiteiten het voorwerp uitmaken van onafhankelijke lagen van voorschriften, zodat wanneer een onderdeel of component faalt, dit kan worden ontdekt en met passende maatregelen kan worden gecompenseerd. De doeltreffendheid van elk van de verschillende lagen afzonderlijk is een essentieel element van "defensie in de diepte" om ongevallen te voorkomen en, als zich ongevallen voordoen, de gevolgen ervan te matigen.
(29)   Toepassing van het begrip "defensie in de diepte" op organisatorische, gedragsmatige of ontwerpactiviteiten met betrekking tot een kerninstallatie zorgt ervoor dat met veiligheid verband houdende activiteiten het voorwerp uitmaken van onafhankelijke lagen van voorschriften, zodat wanneer een onderdeel of component faalt, dit kan worden ontdekt en met passende maatregelen kan worden gecompenseerd of gecorrigeerd. De doeltreffendheid van elk van de verschillende lagen afzonderlijk is een essentieel element van "defensie in de diepte" om ongevallen te voorkomen, afwijkingen te ontdekken en te controleren en, als zich ongevallen of afwijkingen voordoen, de gevolgen ervan te matigen.
Amendement 12
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 33
(33)  Bij deze richtlijn worden nieuwe bepalingen inzake zelfbeoordeling en collegiale toetsing met betrekking tot kerninstallaties ingevoerd, gebaseerd op geselecteerde topics in verband met de nucleaire veiligheid voor de gehele levenscyclus van installaties. Op internationaal niveau is er reeds bevestigde ervaring met de toepassing van collegiale toetsing op kerncentrales. Op EU-niveau toont de ervaring uit het stresstestproces de waarde aan van een gecoördineerde oefening om de veiligheid van kerncentrales in de EU af te wegen en te beoordelen. Een soortgelijk mechanisme, gebaseerd op samenwerking tussen de regelgevende autoriteiten van de lidstaten en de Commissie, moet hier worden toegepast. Daarom kunnen bevoegde regelgevende autoriteiten, die samenwerken in de context van groepen van deskundigen zoals de ENSREG, met hun deskundigheid ertoe bijdragen de relevante veiligheidstopics te identificeren en deze collegiale toetsingen uit te voeren. Wanneer de lidstaten er niet in slagen minimaal één topic te selecteren, moet de Commissie één of meer aan collegiale toetsingen te onderwerpen topics selecteren. De deelname van andere belanghebbenden, zoals organisaties voor technische ondersteuning, internationale waarnemers of niet-gouvernementele organisaties, kunnen bij de collegiale toetsingen een toegevoegde waarde leveren.
(33)  Bij deze richtlijn worden nieuwe bepalingen inzake zelfbeoordeling en collegiale toetsing met betrekking tot kerninstallaties ingevoerd, gebaseerd op geselecteerde topics in verband met de nucleaire veiligheid voor de gehele levenscyclus van installaties. Op internationaal niveau is er reeds bevestigde ervaring met de toepassing van collegiale toetsing op kerncentrales. Op EU-niveau toont de ervaring uit het stresstestproces de waarde aan van een gecoördineerde oefening om de veiligheid van kerncentrales in de EU af te wegen en te beoordelen. Een soortgelijk mechanisme, gebaseerd op samenwerking tussen de regelgevende autoriteiten van de lidstaten en de Commissie in het kader van ENSREG, moet hier worden toegepast. Daarom kunnen bevoegde regelgevende autoriteiten, die samenwerken in de context van groepen van deskundigen zoals de ENSREG, met hun deskundigheid ertoe bijdragen de relevante veiligheidstopics te identificeren en deze collegiale toetsingen uit te voeren. Wanneer de lidstaten er niet in slagen minimaal één topic te selecteren, moet de Commissie één of meer aan collegiale toetsingen te onderwerpen topics selecteren. De deelname van andere belanghebbenden, zoals organisaties voor technische ondersteuning, internationale waarnemers of niet-gouvernementele organisaties, kunnen bij de collegiale toetsingen een toegevoegde waarde leveren.
Amendement 13
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 33 bis (nieuw)

(33 bis)  Gezien de risico's op duplicatie met de bestaande processen van internationale collegiale toetsing en het risico op inmenging in het werk van onafhankelijke nationale regelgevende autoriteiten, moeten de thematische collegiale toetsingen voortbouwen op de ervaring die ENSREG en WENRA hebben opgedaan tijdens de Europese veiligheidsherbeoordelingen na Fukushima. De lidstaten moeten de keuze van de topics, de organisatie en de uitvoering van de thematische collegiale toetsing en de follow-upacties aan ENSREG toevertrouwen.
Amendement 14
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 35
(35)   Er moet een geschikt follow-up-mechanisme worden ingesteld om te waarborgen dat het resultaat van deze collegiale toetsingen naar behoren ten uitvoer wordt gelegd. Collegiale toetsingen moeten bijdragen tot een verbetering van de veiligheid van afzonderlijke kerninstallaties en tot de formulering van generieke technische veiligheidsaanbevelingen en ‑richtsnoeren die geldig zijn voor de gehele Unie.
(35)   Er moet een geschikt follow-up-mechanisme worden ingesteld om te waarborgen dat het resultaat van deze collegiale toetsingen naar behoren ten uitvoer wordt gelegd. Collegiale toetsingen moeten in de context van verschillende toepassingen bijdragen tot een verbetering van de veiligheid van afzonderlijke kerninstallaties en tot de formulering van generieke technische veiligheidsaanbevelingen en ‑richtsnoeren die geldig zijn voor de gehele Unie.
Amendement 15
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 36
(36)  Wanneer de Commissie substantiële afwijkingen of vertragingen bij de tenuitvoerlegging van de technische aanbevelingen uit het proces van collegiale toetsing waarneemt, moet zij de bevoegde regelgevende autoriteiten van de niet-betrokken lidstaten ertoe uitnodigen een verificatiemissie te organiseren en uit te voeren om een volledig beeld van de situatie te krijgen en de betrokken lidstaat te informeren over mogelijke maatregelen om de vastgestelde tekortkomingen te verhelpen.
(36)  Wanneer de Commissie - in nauwe samenwerking met ENSREG - substantiële afwijkingen of vertragingen bij de tenuitvoerlegging van de technische aanbevelingen uit het proces van collegiale toetsing waarneemt, moet zij de bevoegde regelgevende autoriteiten van de niet-betrokken lidstaten ertoe uitnodigen een verificatiemissie te organiseren en uit te voeren om een volledig beeld van de situatie te krijgen en de betrokken lidstaat te informeren over mogelijke maatregelen om de vastgestelde tekortkomingen te verhelpen.
Amendement 16
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 42 bis (nieuw)

(42 bis)  ENSREG, die ervaring heeft met de Europese stresstests, en die bestaat uit alle regelgevende instanties op het gebied van nucleaire veiligheid van de Unie en de Commissie, moet nauw worden betrokken bij de keuze van de thema's ("topics") voor de regelmatige collegiale toetsing ("peer reviews"), bij de organisatie van die collegiale toetsingen en moet zorgen voor de follow-up ervan, met name ten aanzien van het te geven gevolg aan de aanbevelingen.
Amendement 17
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 2
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 1 – letter c
(c)  ervoor zorgen dat de lidstaten voorzien in passende nationale regelingen om te waarborgen dat het ontwerp, de keuze van de vestigingsplaats, de bouw, de inbedrijfstelling, de bedrijfsvoering en de buitenbedrijfstelling van kerninstallaties zodanig plaatsvinden dat ongeoorloofde lozingen van radioactief materiaal worden vermeden.
(c)  ervoor zorgen dat de lidstaten voorzien in passende nationale regelingen om te waarborgen dat het ontwerp, de keuze van de vestigingsplaats, de bouw, de inbedrijfstelling, de bedrijfsvoering en de buitenbedrijfstelling van kerninstallaties zodanig plaatsvinden dat ongeoorloofde lozingen van radioactief materiaal tot een minimum worden beperkt.
Amendement 18
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 punt 2 bis (nieuw)
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 1 – letter d (nieuw)

(2 bis)  Aan artikel 1 wordt het volgende punt toegevoegd:

"(d) een cultuur van nucleaire veiligheid bevorderen en versterken.";
Amendement 19
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 4
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 3 – punt 7
7.  "abnormale gebeurtenis": een onbedoelde gebeurtenis waarvan de gevolgen of potentiële gevolgen niet verwaarloosbaar zijn uit het oogpunt van bescherming of nucleaire veiligheid;
Schrappen
Amendement 20
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 4
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 3 – punt 7 bis (nieuw)

7 bis.  "incident": een onbedoelde gebeurtenis, inclusief bedrijfsvoeringsfouten, gebrekkige werking van uitrusting, gebeurtenissen die aanleiding kunnen geven tot gevaren, ongevalprecursoren, "near misses" of andere tegenslag, of ongeoorloofde handelingen, al dan niet opzettelijk, waarvan de gevolgen of potentiële gevolgen niet verwaarloosbaar zijn uit het oogpunt van bescherming of veiligheid;
Amendement 21
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 4
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 3 – punt 8
8.  "ongeval": een ongeplande gebeurtenis, inclusief bedrijfsvoeringsfouten, gebrekkige werking van uitrusting en andere incidenten, waarvan de gevolgen of potentiële gevolgen niet verwaarloosbaar zijn uit het oogpunt van bescherming of nucleaire veiligheid;
8.  "ongeval": een onbedoelde gebeurtenis, inclusief bedrijfsvoeringsfouten, gebrekkige werking van uitrusting en andere incidenten, waarvan de gevolgen of potentiële gevolgen niet verwaarloosbaar zijn uit het oogpunt van bescherming of nucleaire veiligheid;
Amendement 22
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 4
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 3 – punt 8 bis (nieuw)

8 bis.  "ongevalsomstandigheden": afwijkingen van normale bedrijfsomstandigheden die minder vaak voorkomen en minder ernstig zijn dan verwachte operationele gebeurtenissen en die ontwerpongevallen en voorwaarden ter verruiming van de ontwerpbasis omvatten;
Amendement 23
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 4
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 3 – punt 12
12.  "redelijkerwijs haalbaar": de situatie waarin er, afgezien van het feit dat moet worden voldaan aan de eisen van goede praktijken bij engineering, wordt gestreefd naar sterkere veiligheids- of risicobeperkingsmaatregelen voor het ontwerp, de inbedrijfstelling en de bedrijfsvoering of buitenbedrijfstelling van een kerninstallatie en waarbij deze maatregelen ten uitvoer worden gelegd tenzij kan worden aangetoond dat zij absoluut buitensporig zijn ten opzichte van de veiligheidsbaten die zij zouden opleveren;
12.  "redelijkerwijs uitvoerbaar": de situatie waarin er, afgezien van het feit dat moet worden voldaan aan de eisen van goede praktijken bij engineering, wordt gestreefd naar sterkere veiligheids- of risicobeperkingsmaatregelen voor het ontwerp, de inbedrijfstelling en de bedrijfsvoering of buitenbedrijfstelling van een kerninstallatie en waarbij deze maatregelen ten uitvoer worden gelegd tenzij de nationale regelgevende autoriteit aanvaardt dat wordt aangetoond dat zij absoluut buitensporig zijn ten opzichte van de veiligheidsbaten die zij zouden opleveren;

(De wijziging van "haalbaar" in "uitvoerbaar" geldt voor de hele tekst. Bij aanneming van dit amendement moet deze wijziging in de gehele tekst worden doorgevoerd.)
Amendement 24
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 4
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 3 – punt 13
13.  "ontwerpbasis": de reeks voorwaarden en gebeurtenissen waarmee expliciet rekening is gehouden bij het ontwerp van een installatie, overeenkomstig vastgestelde criteria, op zodanige wijze dat die installatie weerstand kan bieden aan die gebeurtenissen zonder dat de vergunningsgewijs toegestane grenswaarden voor de geplande werking van de veiligheidssystemen worden overschreden;
13.  "ontwerpbasis": de reeks voorwaarden en gebeurtenissen, en hun cumulatieve effect, waarmee expliciet rekening is gehouden bij het ontwerp van een installatie, overeenkomstig vastgestelde criteria, op zodanige wijze dat die installatie weerstand kan bieden aan die gebeurtenissen zonder dat de vergunningsgewijs toegestane grenswaarden voor de geplande werking van de veiligheidssystemen worden overschreden;
Amendement 25
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 4
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 3 – punt 14
14.   "ontwerpongeval": ongevalsomstandigheden waartegen een installatie qua ontwerp gewapend is overeenkomstig de vastgestelde criteria en waarvoor de schade aan de splijtstof en de lozing van radioactief materiaal binnen de vergunde grenzen blijven;
14.   "ontwerpongeval": een ongeval dat ongevalsomstandigheden veroorzaakt waarvoor een faciliteit is ontworpen in overeenstemming met de vastgestelde ontwerpcriteria en conservatieve methodologie en waarvoor de lozingen van radioactief materiaal binnen aanvaardbare grenzen blijven;
Amendement 26
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 4
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 3 – punt 15
15.  "buitenontwerpongeval": een ongeval dat mogelijk is, maar waarmee bij het ontwerp niet volledig rekening is gehouden omdat het als te onwaarschijnlijk werd beschouwd;
Schrappen
Amendement 27
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 4
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 3 – punt 16 bis (nieuw)

16 bis.  "voorwaarden ter verruiming van de ontwerpbasis": ongevalssituaties die bij ontwerpongevallen buiten beschouwing worden gelaten, maar waarmee in het ontwerpproces voor de installatie rekening wordt gehouden volgens de beste beschikbare ramingsmethodologieën en waarbij de lozingen van radioactief materiaal binnen aanvaardbare grenzen blijven. Een verzameling voorwaarden ter verruiming van de ontwerpbasis kan ernstige ongevalssituaties omvatten.
Amendement 28
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 4
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 3 – punt 17 bis (nieuw)

17 bis.  "verificatie": een onderzoeksproces waarbij wordt nagegaan of de systeemcomponenten, methodes, rekeninstrumenten, computerprogramma's, ontwikkeling en productie aan alle vereisten van de voorgaande fase voldoen.
Amendement 29
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 4
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 3 – punt 17 ter (nieuw)

17 ter.  "ernstig ongeval": ongevalsomstandigheden die ernstiger zijn dan een ontwerpongeval en die gepaard gaan met ernstige kernaantasting.
Amendement 30
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 6 – letter a
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 4 – lid 1
1.  Er wordt door de lidstaten een passend nationaal wettelijk, regelgevend en organisatorisch kader voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties ingesteld en in stand gehouden (hierna het "nationale kader" genoemd) waarmee de verantwoordelijkheden worden toegewezen en wordt voorzien in coördinatie tussen de betrokken overheidsinstanties. In het nationale kader worden met name verantwoordelijkheden vastgesteld voor:
1.  Er wordt door de lidstaten een passend nationaal wettelijk, regelgevend, administratief en organisatorisch kader voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties ingesteld en in stand gehouden (hierna het "nationale kader" genoemd) waarmee de verantwoordelijkheden worden toegewezen en wordt voorzien in coördinatie tussen de betrokken overheidsinstanties. In het nationale kader worden met name verantwoordelijkheden vastgesteld voor:
Amendement 31
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 7
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 5 – lid 2 – letter a
(a)  functioneel gescheiden is van andere publiekrechtelijke of particuliere entiteiten die betrokken zijn bij de bevordering of het gebruik van kernenergie of elektriciteitsproductie;
(a)  juridisch gescheiden is van andere publiekrechtelijke of particuliere entiteiten die betrokken zijn bij de bevordering of het gebruik van kernenergie of elektriciteitsproductie;
Amendement 32
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 7
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 5 – lid 2 – letter c
(c)   regelgevingsbesluiten vaststelt die gegrondvest zijn op objectieve en verifieerbare veiligheidscriteria;
(c)   een transparant besluitvormingsproces op regelgevend gebied vaststelt dat gegrondvest is op objectieve en verifieerbare veiligheidscriteria;
Amendement 33
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 7
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 5 – lid 2 – letter d
(d)   over eigen afdoende begrotingsmiddelen beschikt, met autonomie bij de gebruikmaking van de toegewezen begroting. Het financieringsmechanisme en het begrotingstoewijzingsproces moeten in het nationale kader duidelijk zijn omschreven;
(d)   over eigen afdoende begrotingsmiddelen beschikt, met autonomie bij de gebruikmaking van de toegewezen begroting. Het financieringsmechanisme en het begrotingstoewijzingsproces moeten in het nationale kader duidelijk zijn omschreven en moeten bepalingen bevatten voor de gepaste generatie van nieuwe en het beheer van bestaande kennis, deskundigheid en bekwaamheden;
Amendement 34
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 7
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 5 – lid 2 – letter e
(e)  over een voldoende aantal personeelsleden beschikt met toereikende kwalificaties, ervaring en deskundigheid;
(e)  over een voldoende aantal personeelsleden beschikt die allemaal, in het bijzonder de door de politiek benoemde leden van de raad van bestuur, over de kwalificaties, ervaring en deskundigheid beschikken die vereist zijn om zich van hun taken te kwijten en die toegang hebben tot externe wetenschappelijke en technische middelen en ondersteunende deskundigheid, voor zover dit noodzakelijk wordt geacht voor haar regelgevende taken en in overeenstemming met de beginselen van transparantie, onafhankelijkheid en integriteit van regelgevende processen;
Amendement 35
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 7
Richtlijn 2009/71/Euratom,
Artikel 5 – lid 3 bis (nieuw)

3 bis.  Personen met leidinggevende verantwoordelijkheid binnen de bevoegde regelgevende autoriteit worden aangesteld volgens duidelijk vastgestelde procedures en aanstellingseisen. Zij kunnen tijdens hun ambtstermijn van hun ambt worden ontheven met name wanneer zij niet voldoen aan de in dit artikel vastgestelde onafhankelijkheidseisen of wanneer zij schuldig zijn aan wangedrag volgens nationaal recht. Een gepaste afkoelingsperiode voor functies met een potentieel belangenconflict wordt vastgelegd.
Amendement 36
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 7
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 5 – lid 3 – letter e
(e)   de uitvoering van handhavingsmaatregelen, waaronder het schorsen van de bedrijfsvoering van kerninstallaties overeenkomstig de voorwaarden van het nationale kader als bedoeld in artikel 4, lid 1.
(e)   de uitvoering van handhavingsmaatregelen, waaronder sancties in overeenstemming met artikel 9 bis en het schorsen van de bedrijfsvoering van kerninstallaties overeenkomstig de voorwaarden van het nationale kader als bedoeld in artikel 4, lid 1;
Amendement 37
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 7
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 5 – lid 3 – letter f (nieuw)

(f)  gepaste omstandigheden creëert voor de onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten die nodig zijn om de nodige kennis te ontwikkelen en het beheer van deskundigheid voor de regelgevende processen te steunen.
Amendement 64
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 8 – letter a
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 6 – lid 1
1.  De lidstaten zorgen ervoor dat overeenkomstig het nationale kader wordt geëist dat de hoofdverantwoordelijkheid voor de nucleaire veiligheid van een kerninstallatie bij de vergunninghouder berust. Deze verantwoordelijkheid mag niet worden gedelegeerd.
1.  De lidstaten zorgen ervoor dat overeenkomstig het nationale kader wordt geëist dat de verantwoordelijkheid voor de nucleaire veiligheid van een kerninstallatie uitsluitend bij de vergunninghouder berust. Deze verantwoordelijkheid mag niet worden gedelegeerd. Nucleaire exploitanten en vergunninghouders voor de verwerking van afval zijn volledig verzekerd en alle verzekeringskosten en aansprakelijkheid en kosten voor schade aan personen en het milieu in het geval van ongevallen worden volledig gedragen door de exploitanten en vergunninghouders.
Amendement 65
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 8 – letter b
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 6 – lid 2
2.  De lidstaten zorgen ervoor dat overeenkomstig het nationale kader van vergunninghouders wordt geëist dat zij, onder toezicht van de bevoegde regelgevende autoriteit, op systematische en verifieerbare wijze de nucleaire veiligheid van hun kerninstallaties regelmatig beoordelen en controleren, en zoveel als redelijkerwijs haalbaar continu verbeteren.
2.  De lidstaten zorgen ervoor dat overeenkomstig het nationale kader van vergunninghouders wordt geëist dat zij, onder toezicht van de bevoegde regelgevende autoriteit, op systematische en verifieerbare wijze de nucleaire veiligheid van hun kerninstallaties regelmatig beoordelen en controleren, en continu verbeteren.
Amendement 38
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 8 – letter d
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 6 – lid 4
4.  De lidstaten zorgen ervoor dat overeenkomstig het nationale kader van vergunninghouders wordt geëist dat zij hun beheerssystemen met gepaste voorrang voor nucleaire veiligheid instellen en uitvoeren, en dat die door de bevoegde regelgevende autoriteit regelmatig worden gecontroleerd.
4.  De lidstaten zorgen ervoor dat overeenkomstig het nationale kader van vergunninghouders wordt geëist dat zij hun beheerssystemen met gepaste voorrang voor nucleaire veiligheid instellen en uitvoeren, met inbegrip van de bevordering en versterking van een cultuur van nucleaire veiligheid, en dat die door de bevoegde regelgevende autoriteit regelmatig worden gecontroleerd.
Amendement 39
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 8 – letter f
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 6 – lid 5
5.  De lidstaten zorgen ervoor dat overeenkomstig het nationale kader van vergunninghouders wordt geëist dat zij zorgen voor adequate personele en financiële middelen, met toereikende kwalificaties en bekwaamheden, om te voldoen aan de in de leden 1 tot en met 4 bis van het onderhavige artikel en de artikelen 8 bis tot en met 8 quinquies van deze richtlijn genoemde verplichtingen inzake de nucleaire veiligheid van een kerninstallatie. Deze verplichtingen strekken zich ook uit tot de werkers van onderaannemingen.
5.  De lidstaten zorgen ervoor dat overeenkomstig het nationale kader van vergunninghouders wordt geëist dat zij zorgen voor adequate personele en financiële middelen, met toereikende kwalificaties en bekwaamheden, om te voldoen aan de in de leden 1 tot en met 4 bis van het onderhavige artikel en de artikelen 8 bis tot en met 8 quinquies van deze richtlijn genoemde verplichtingen inzake de nucleaire veiligheid van een kerninstallatie, ook tijdens en na de buitenbedrijfstelling. Deze verplichtingen strekken zich ook uit tot de werkers van onderaannemingen.
Amendement 40
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 9
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 7
De lidstaten zorgen ervoor dat overeenkomstig het nationale kader van alle partijen wordt geëist dat zij voorzien in regelingen voor opleiding, training en oefening van hun personeelsleden die verantwoordelijk zijn voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties en voor de locatiegebonden paraatheids- en responsregelingen, teneinde een bij de tijd gebrachte en wederzijds erkende deskundigheid en bekwaamheid op het gebied van nucleaire veiligheid op te bouwen, in stand te houden en verder te ontwikkelen.
De lidstaten zorgen ervoor dat overeenkomstig het nationale kader van alle partijen wordt geëist dat zij voorzien in regelingen voor opleiding, voortdurende training en oefening van hun personeelsleden die verantwoordelijk zijn voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties en voor de locatiegebonden paraatheids- en responsregelingen, teneinde een bij de tijd gebrachte en wederzijds erkende deskundigheid en bekwaamheid op het gebied van nucleaire veiligheid op te bouwen, in stand te houden en verder te ontwikkelen.
Amendement 41
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 9
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 8
Transparantie
Transparantie
1.  De lidstaten zorgen ervoor dat geactualiseerde en tijdige informatie met betrekking tot de nucleaire veiligheid van kerninstallaties en de daarmee verbonden risico's beschikbaar wordt gesteld voor de werkers en het publiek, met speciale aandacht voor de bevolking die in de nabijheid van een nucleaire installatie woont.
1.  De lidstaten zorgen ervoor dat geactualiseerde informatie met betrekking tot de nucleaire veiligheid van kerninstallaties en de daarmee verbonden risico's zonder onnodige vertraging beschikbaar wordt gesteld voor de werkers en het publiek, met speciale aandacht voor de bevolking die in de nabijheid van een nucleaire installatie woont. Er wordt gezorgd voor een alomvattend en transparant communicatieproces, met inbegrip van, in voorkomend geval, regelmatige informatieverstrekking aan en raadpleging van de bevolking.
De in de eerste alinea vervatte verplichting houdt in dat de bevoegde regelgevende autoriteit en de vergunninghouders, elk binnen hun verantwoordelijkheidsgebied, een transparantiestrategie uitwerken, bekendmaken en ten uitvoer leggen die onder meer informatie omvat over de normale bedrijfsomstandigheden van kerninstallaties, niet-verplichte raadplegingsactiviteiten, gericht op de werkers en het publiek, en communicatie in het geval van abnormale gebeurtenissen en ongevallen.
De in de eerste alinea vervatte verplichting houdt in dat de bevoegde regelgevende autoriteit en de vergunninghouders, elk binnen hun verantwoordelijkheidsgebied, een transparantiestrategie uitwerken, bekendmaken en ten uitvoer leggen die onder meer informatie omvat over de normale bedrijfsomstandigheden van kerninstallaties, raadplegingsactiviteiten, gericht op, in voorkomend geval, de werkers en het publiek, en onverwijlde communicatie in het geval van incidenten en ongevallen. De strategie omvat verder significante informatie over de keuze van de vestigingsplaats, bouw, uitbreiding, inbedrijfstelling, bedrijfsvoering, bedrijfsvoering na het verstrijken van de in het ontwerp opgenomen levenscyclus, definitieve sluiting en buitenbedrijfstelling.
2.  De informatie wordt aan het publiek beschikbaar gesteld overeenkomstig de Uniale en nationale wetgeving en de internationale verplichtingen, mits hiermee geen andere, in de nationale wetgeving en de internationale verplichtingen erkende en overheersende belangen, onder meer inzake beveiliging, in het gedrang worden gebracht.
2.  De informatie wordt aan het publiek beschikbaar gesteld overeenkomstig de Uniale en nationale wetgeving en de internationale verplichtingen, mits hiermee geen andere, in de nationale wetgeving en de internationale verplichtingen erkende en overheersende belangen, onder meer inzake beveiliging, in het gedrang worden gebracht.
3.   De lidstaten zorgen ervoor dat het publiek op vroegtijdige en daadwerkelijke wijze de kans krijgt deel te nemen aan het vergunningsproces voor kerninstallaties, in overeenstemming met de relevante Uniale en nationale wetgeving en met hun internationale verplichtingen.
3.   De lidstaten zorgen ervoor dat het publiek op vroegtijdige en daadwerkelijke wijze de kans krijgt deel te nemen aan de milieu-effectbeoordeling van kerninstallaties, in overeenstemming met de relevante Uniale en nationale wetgeving en met hun internationale verplichtingen, in het bijzonder het Verdrag van Aarhus.
Amendement 42
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 10
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 8 bis
Veiligheidsdoelstelling voor kerninstallaties
Veiligheidsdoelstelling voor kerninstallaties
1.   De lidstaten zorgen ervoor dat overeenkomstig het nationale kader wordt geëist dat bij het ontwerp, de keuze van de vestigingsplaats, de bouw, de inbedrijfstelling, de bedrijfsvoering en de buitenbedrijfstelling van kerninstallaties de doelstelling voor ogen wordt gehouden dat potentiële radioactieve lozingen worden vermeden, meer bepaald door:
1.   De lidstaten zorgen ervoor dat overeenkomstig het nationale kader wordt geëist dat bij het ontwerp, de keuze van de vestigingsplaats, de bouw, de inbedrijfstelling, de bedrijfsvoering en de buitenbedrijfstelling van kerninstallaties de doelstelling voor ogen wordt gehouden dat ongevallen en radioactieve lozingen worden voorkomen en dat, indien zich toch een ongeval voordoet, de gevolgen daarvan worden beperkt en dat radioactieve lozingen en grote, langdurige verontreiniging buiten de locatie worden voorkomen, meer bepaald door:
(a)  in de praktijk uit te sluiten dat zich een opeenvolgende reeks van ongevallen voordoet die zou kunnen resulteren in vroegtijdige of grote lozingen;
(a)  in de praktijk uit te sluiten dat zich een opeenvolgende reeks van ongevallen voordoet die zou kunnen resulteren in vroegtijdige of grote lozingen tot een zo laag mogelijk niveau als redelijkerwijs uitvoerbaar is;
(b)   voor ongevallen die niet in de praktijk konden worden uitgesloten, ontwerpmaatregelen ten uitvoer te leggen zodat uitsluitend qua ruimtelijke omvang en in de tijd beperkte beschermingsmaatregelen nodig zijn voor het publiek en zodat voldoende tijd beschikbaar is om deze maatregelen ten uitvoer te leggen, en zodat de frequentie van dergelijke ongevallen wordt geminimaliseerd.
(b)   in geval van een ongeval, ontwerpmaatregelen ten uitvoer te leggen zodat uitsluitend qua ruimtelijke omvang en in de tijd beperkte beschermingsmaatregelen nodig zijn voor het publiek en zodat voldoende tijd beschikbaar is om deze maatregelen ten uitvoer te leggen, en zodat de frequentie van dergelijke ongevallen wordt geminimaliseerd.
2.  De lidstaten zorgen ervoor dat overeenkomstig hun nationale kader wordt geëist dat de in lid 1 bedoelde doelstelling in de mate dat dit redelijkerwijs haalbaar is ook geldt voor bestaande kerninstallaties.
2.  De lidstaten zorgen ervoor dat overeenkomstig hun nationale kader wordt geëist dat de in lid 1 bedoelde doelstelling in de mate dat dit redelijkerwijs uitvoerbaar is ook volledig geldt voor kerninstallaties waarvoor een bouwvergunning is verleend voor de eerste keer na ... + en voor bestaande kerninstallaties.

_____________

+ Datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.
Amendement 43
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 10
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 8 ter
Tenuitvoerlegging van de veiligheidsdoelstelling voor kerninstallaties
Tenuitvoerlegging van de veiligheidsdoelstelling voor kerninstallaties
Om de in artikel 8 bis uiteengezette veiligheidsdoelstelling te verwezenlijken, zorgen de lidstaten ervoor dat overeenkomstig hun nationale kader wordt geëist dat:
Om de in artikel 8 bis uiteengezette veiligheidsdoelstelling te verwezenlijken, zorgen de lidstaten ervoor dat overeenkomstig hun nationale kader wordt geëist dat:
(a)   bij de keuze van de vestigingsplaats van kerninstallaties de nodige aandacht wordt gegeven om, waar dat mogelijk is, externe natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen te kunnen vermijden en de eventuele effecten ervan te kunnen minimaliseren;
(a)   bij de keuze van de vestigingsplaats van kerninstallaties de nodige aandacht wordt gegeven om externe natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen te voorkomen en de eventuele effecten ervan te kunnen minimaliseren;
(b)  kerninstallaties zijn ontworpen en worden gebouwd, in bedrijf gesteld, geëxploiteerd en buiten bedrijf gesteld op basis van het concept van verdediging in de diepte, zodat:
(b)  kerninstallaties zijn ontworpen en worden gebouwd, in bedrijf gesteld, geëxploiteerd en buiten bedrijf gesteld op basis van het concept van verdediging in de diepte, zodat:
(i)   de stralingsdoses voor de werkers en het publiek beneden de voorgeschreven grenswaarden blijven en zo laag als redelijkerwijs haalbaar worden gehouden;
(i)   de stralingsdoses voor de werkers en het publiek beneden de toegestane grenswaarden blijven en zo laag als redelijkerwijs uitvoerbaar worden gehouden;
(ii)   het zich voordoen van abnormale gebeurtenissen wordt geminimaliseerd;
(ii)   het zich voordoen van incidenten wordt geminimaliseerd;
(iii)   het potentieel voor een escalatie van ongevalssituaties wordt verminderd door de versterking van de capaciteit van een kerninstallatie om abnormale gebeurtenissen effectief te kunnen beheren en controleren;
(iii)   het potentieel voor een escalatie van ongevalssituaties wordt verminderd door de versterking van de capaciteit van een kerninstallatie om incidenten, indien deze zich toch voordoen, effectief te kunnen beheren en controleren;
(iv)   de schadelijke gevolgen van abnormale gebeurtenissen en ontwerpongevallen, als die zich zouden voordoen, worden beperkt teneinde te waarborgen dat zij geen stralingsgevolgen, of slechts een uiterst beperkt stralingsgevolg, hebben buiten de locatie;
(iv)   de schadelijke gevolgen van incidenten en ontwerpongevallen, als die zich toch zouden voordoen, worden beperkt teneinde te waarborgen dat zij geen stralingsgevolgen, of slechts een uiterst beperkt stralingsgevolg, hebben buiten de locatie;
(v)   externe door de natuur of door de mens veroorzaakte risico's waar mogelijk worden vermeden en hun effect wordt geminimaliseerd.
(v)   de frequentie van externe door de natuur of door de mens veroorzaakte risico's wordt geminimaliseerd, en hun effect zo gering is als redelijkerwijs uitvoerbaar is.
Amendement 44
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 10
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 8 quater
Methodologie voor de keuze van de vestigingsplaats, het ontwerp, de bouw, de inbedrijfstelling, de bedrijfsvoering en de buitenbedrijfstelling van kerninstallaties
Methodologie voor de keuze van de vestigingsplaats, het ontwerp, de bouw, de inbedrijfstelling, de bedrijfsvoering en de buitenbedrijfstelling van kerninstallaties
1.  De lidstaten zorgen ervoor dat overeenkomstig het nationale kader wordt geëist dat de vergunninghouder, onder het toezicht van de bevoegde regelgevende autoriteit:
1.  De lidstaten zorgen ervoor dat overeenkomstig het nationale kader wordt geëist dat de vergunninghouder, onder het toezicht van de bevoegde regelgevende autoriteit:
(a)  op gezette tijden de stralingseffecten van een kerninstallatie op de werkers, het publiek en de lucht, het water en de bodem evalueren, zowel bij normale bedrijfsomstandigheden als in ongevalssituaties;
(a)  op gezette tijden de stralingseffecten van een kerninstallatie op de werkers, het publiek en de lucht, het water en de bodem evalueren, zowel bij normale bedrijfsomstandigheden als in ongevalssituaties;
(b)  op gezette tijden, en minimaal om de tien jaar, de ontwerpbasis van kerninstallaties definiëren, documenteren en herbeoordelen via een periodieke veiligheidsbeoordeling, en deze aanvullen met een analyse ter verruiming van de ontwerpbasis, om ervoor te zorgen dat alle redelijkerwijs haalbare verbeteringsmaatregelen ten uitvoer worden gelegd;
(b)  op gezette tijden, en minimaal om de acht jaar, de ontwerpbasis van kerninstallaties definiëren, documenteren en herbeoordelen via een periodieke veiligheidsbeoordeling, en deze aanvullen met een analyse ter verruiming van de ontwerpbasis, om ervoor te zorgen dat alle redelijkerwijs haalbare verbeteringsmaatregelen ten uitvoer worden gelegd;
(c)  ervoor zorgen dat de analyse ter verruiming van de ontwerpbasis betrekking heeft op alle ongevallen, gebeurtenissen en combinaties van gebeurtenissen, inclusief interne en externe door de natuur en door de mens veroorzaakte risico's en ernstige ongevallen, resulterend in een toestand die niet is opgenomen en beschreven bij de ontwerpongevallen;
(c)  ervoor zorgen dat de analyse ter verruiming van de ontwerpbasis betrekking heeft op alle ongevallen, gebeurtenissen en combinaties van gebeurtenissen, inclusief interne en externe door de natuur en door de mens veroorzaakte risico's en ernstige ongevallen, resulterend in een toestand die niet is opgenomen en beschreven bij de ontwerpongevallen;
(d)  strategieën ontwikkelt en ten uitvoer legt om zowel ontwerpongevallen als buitenontwerpongevallen te matigen;
(d)  strategieën ontwikkelt en ten uitvoer legt om zowel ontwerpongevallen als buitenontwerpongevallen te matigen;
(e)  richtsnoeren voor het beheer van ernstige ongevallen ten uitvoer legt voor alle kerncentrales en, eventueel, andere kerninstallaties, die betrekking hebben op alle bedrijfsomstandigheden, ongevallen in de bassins voor verbruikte splijtstof en gebeurtenissen met een lange duur;
(e)  richtsnoeren voor het beheer van ernstige ongevallen ten uitvoer legt voor alle kerncentrales en, eventueel, andere kerninstallaties, die betrekking hebben op alle bedrijfsomstandigheden, ongevallen in de bassins voor verbruikte splijtstof en gebeurtenissen met een lange duur;
(f)  een specifieke veiligheidsbeoordeling uitvoert voor kerninstallaties waarvoor de bevoegde regelgevende autoriteit van oordeel is dat zij zich dichtbij het einde van hun operationele levensduur, als oorspronkelijk bedoeld, bevinden en waarvoor een aanvraag voor een verlenging van de levensduur is ingediend.
(f)  een specifieke veiligheidsbeoordeling uitvoert voor kerninstallaties waarvoor de bevoegde regelgevende autoriteit van oordeel is dat zij zich dichtbij het einde van hun operationele levensduur, als oorspronkelijk bedoeld, bevinden en waarvoor een aanvraag voor een verlenging van de levensduur is ingediend. De maatregelen die de regelgevende autoriteit oplegt ter voorkoming van buitenontwerpongevallen worden genomen voordat met een verlenging van de levenscyclus wordt ingestemd.
2.   De lidstaten zorgen ervoor dat overeenkomstig het nationale kader wordt geëist dat het verlenen van of de evaluatie van een vergunning voor de bouw en/of de exploitatie van een kerninstallatie wordt gebaseerd op een passende locatie- en installatiespecifieke veiligheidsbeoordeling.
2.   De lidstaten zorgen ervoor dat overeenkomstig het nationale kader wordt geëist dat het verlenen van of de evaluatie van een vergunning voor de bouw en/of de exploitatie van een kerninstallatie wordt gebaseerd op een passende locatie- en installatiespecifieke veiligheidsbeoordeling, met inbegrip van inspecties op de locatie door de nationale autoriteit.
3.  De lidstaten zorgen ervoor dat overeenkomstig het nationale kader wordt geëist dat voor kerncentrales en, indien van toepassing, voor onderzoeksfaciliteiten, waarvoor voor de eerste keer een bouwvergunning is aangevraagd, de bevoegde regelgevende autoriteit de aanvrager ertoe verplicht aan te tonen dat het ontwerp in de praktijk de effecten van schade aan de reactorkern beperkt houdt tot binnen de insluiting.
3.  De lidstaten zorgen ervoor dat overeenkomstig het nationale kader wordt geëist dat voor kerncentrales en, indien van toepassing, voor onderzoeksfaciliteiten, waarvoor voor de eerste keer een bouwvergunning is aangevraagd, de bevoegde regelgevende autoriteit de aanvrager ertoe verplicht aan te tonen dat het ontwerp in de praktijk de effecten van schade aan de reactorkern beperkt houdt tot binnen de insluiting.
Amendement 45
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 10
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 8 quinquies
Locatiegebonden paraatheid voor en respons op ongevallen
Locatiegebonden paraatheid voor en respons op ongevallen
De lidstaten zorgen ervoor dat overeenkomstig het nationale kader wordt geëist dat de vergunninghouder, onder het toezicht van de bevoegde regelgevende autoriteit:
De lidstaten zorgen ervoor dat overeenkomstig het nationale kader wordt geëist dat de vergunninghouder, onder het toezicht van de bevoegde regelgevende autoriteit:
(a)  locatiegebonden noodplannen opstelt en regelmatig actualiseert die:
(a)  locatiegebonden noodplannen opstelt en regelmatig, minimaal om de acht jaar, actualiseert die:
(i)  gebaseerd zijn op een beoordeling van gebeurtenissen en situaties die locatiegebonden beschermingsmaatregelen of beschermingsmaatregelen buiten de locatie vergen;
(i)  gebaseerd zijn op een beoordeling van gebeurtenissen en situaties die locatiegebonden beschermingsmaatregelen of beschermingsmaatregelen buiten de locatie vergen;
(ii)  gecoördineerd worden met alle andere betrokken lichamen en die voorbouwen op lessen welke zijn getrokken uit de feedback met betrekking tot ervaring uit ernstige ongevallen, als die zich zouden voordoen;
(ii)  gecoördineerd worden met alle andere betrokken lichamen en die voorbouwen op lessen welke zijn getrokken uit de feedback met betrekking tot ervaring uit ernstige ongevallen, als die zich zouden voordoen;
(iii)  met name gericht zijn op gebeurtenissen die een impact kunnen hebben op meerdere eenheden van een nucleaire installatie;
(iii)  met name gericht zijn op gebeurtenissen die een impact kunnen hebben op meerdere eenheden van een nucleaire installatie;

(iii bis) houdt rekening met de cumulerende risico's te wijten aan de aanwezigheid van andere gevaarlijke industriële installaties in de nabijheid (type Seveso III);
(b)  de vereiste organisatorische structuur voor een duidelijke toewijzing van de verantwoordelijkheden vaststelt en de beschikbaarheid van de nodige middelen en activa waarborgt;
(b)  de vereiste organisatorische structuur voor een duidelijke toewijzing van de verantwoordelijkheden vaststelt en de beschikbaarheid van de nodige middelen en activa waarborgt;
(c)  regelingen invoert voor de coördinatie van activiteiten op de vestigingsplaats en voor de samenwerking met de autoriteiten en agentschappen die verantwoordelijk zijn voor de respons op noodsituaties in alle fasen van een noodsituatie, waarbij die regelingen regelmatig worden ingeoefend;
(c)  regelingen invoert voor de coördinatie van activiteiten op de vestigingsplaats en voor de samenwerking met de autoriteiten en agentschappen die verantwoordelijk zijn voor de respons op noodsituaties in alle fasen van een noodsituatie, waarbij die regelingen regelmatig worden ingeoefend;
(d)  voorziet in maatregelen ter voorbereiding van de werkers op de locatie op potentiële abnormale gebeurtenissen en ongevallen;
(d)  voorziet in maatregelen ter voorbereiding van de werkers op de locatie op potentiële incidenten en ongevallen;
(e)  voorziet in regelingen voor grensoverschrijdende en internationale samenwerking, inclusief vooraf omschreven regelingen voor de ontvangst op de locatie van externe bijstand, als dat nodig mocht zijn;
(e)  voorziet in regelingen voor grensoverschrijdende en internationale samenwerking, inclusief vooraf omschreven regelingen voor de ontvangst op de locatie van externe bijstand, als dat nodig mocht zijn;
(f)  een op de vestigingsplaats gelegen centrum voor de reactie op noodsituaties inricht, dat voldoende beschermd is tegen natuurrampen en radioactiviteit zodat het steeds bemand kan zijn;
(f)  een op de vestigingsplaats gelegen centrum voor de reactie op noodsituaties inricht, dat voldoende beschermd is tegen natuurrampen en radioactiviteit zodat het in het geval van een crisis en gedurende potentiële crisisbeheersituaties steeds bemand kan zijn;
(g)  in het geval van een noodsituatie beschermende maatregelen treft teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid en voor de lucht, het water en de bodem te matigen.
(g)  in het geval van een noodsituatie beschermende maatregelen treft teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid en voor de lucht, het water en de bodem te matigen.
Amendement 46
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 11
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 8 sexies
Collegiale toetsingen
Collegiale toetsingen
1.  De lidstaten organiseren ten minste om de tien jaar periodieke zelfevaluaties van hun nationale kader en de bevoegde regelgevende autoriteit, en verzoeken om een internationale toetsing door vakgenoten ("collegiale toetsing" of "peer review") van relevante segmenten van hun nationale kader en de bevoegde regelgevende autoriteiten teneinde de nucleaire veiligheid continu te verbeteren. De resultaten van iedere collegiale toetsing worden aan de lidstaten en de Commissie bekendgemaakt wanneer zij beschikbaar zijn.
1.  De lidstaten organiseren ten minste om de acht jaar periodieke zelfevaluaties van hun nationale kader en de bevoegde regelgevende autoriteit, en verzoeken om een internationale toetsing door vakgenoten ("collegiale toetsing" of "peer review") van relevante segmenten van hun nationale kader en de bevoegde regelgevende autoriteiten teneinde de nucleaire veiligheid continu te verbeteren. De resultaten van iedere collegiale toetsing worden aan de lidstaten en de Commissie bekendgemaakt wanneer zij beschikbaar zijn. Het Europees Parlement wordt regelmatig geïnformeerd over de resultaten van de collegiale toetsing, alsook over daaraan gerelateerde maatregelen en plannen.
2.   Met de steun van de bevoegde regelgevende autoriteiten voorzien de lidstaten op gezette tijden en minimaal om de zes jaar in een systeem van thematische collegiale toetsingen en komen zij spreken zij een tijdschema en de voorwaarden voor de tenuitvoerlegging daarvan af. Daartoe zorgen de lidstaten ervoor dat zij:
2.   Met de steun van de bevoegde regelgevende autoriteiten voorzien de lidstaten op gezette tijden en minimaal om de zes jaar in een systeem van thematische collegiale toetsingen en komen zij spreken zij een tijdschema en de voorwaarden voor de tenuitvoerlegging daarvan af. Daartoe zorgen de lidstaten er in het kader van ENSREG voor, dat zij:
(a)  gezamenlijk en in nauwe samenwerking met de Commissie één of meer specifieke topics in verband met de nucleaire veiligheid van kerninstallaties selecteren. Als de lidstaten er niet in slagen gezamenlijk ten minste één topic te selecteren binnen het in dit lid bedoelde tijdskader, kiest de Europese Commissie de topics die aan collegiale toetsingen moeten worden onderworpen;
(a)  gezamenlijk één of meer specifieke topics in verband met de nucleaire veiligheid van kerninstallaties selecteren. Als de lidstaten er niet in slagen gezamenlijk ten minste één topic te selecteren binnen het in dit lid bedoelde tijdskader, kiest de Europese Commissie de topics die aan collegiale toetsingen moeten worden onderworpen;
(b)   in verband met deze topics, nationale beoordelingen uitvoeren, in nauwe samenwerking met de vergunninghouders, en de resultaten daarvan publiceren;
(b)   beoordelen in welke mate deze topics zijn behandeld en, in voorkomend geval, nationale beoordelingen van de installaties uitvoeren en deze door de bevoegde regelgevende autoriteit laten evalueren, in nauwe samenwerking met de vergunninghouders, en de resultaten daarvan publiceren;
(c)  gezamenlijk een methodologie vaststellen en een collegiale toetsing uitvoeren met betrekking tot de onder b) bedoelde nationale beoordelingen, waaraan de Commissie wordt uitgenodigd deel te nemen;
(c)  gezamenlijk een methodologie vaststellen en een collegiale toetsing uitvoeren met betrekking tot de onder b) bedoelde nationale beoordelingen;
(d)  de resultaten van de onder c) bedoelde collegiale toetsingen publiceren.
(d)  de resultaten van de onder c) bedoelde collegiale toetsingen publiceren.

2 bis.  Het topic van de eerste collegiale toetsing zal uiterlijk ...+ worden bepaald.
3.   Iedere lidstaat die aan de in lid 2 bedoelde collegiale toetsing is onderworpen, stelt regelingen vast voor de planning en tenuitvoerleggingsmethode op zijn grondgebied van de relevante technische aanbevelingen die uit het proces van collegiale toetsing zijn voortgekomen, en stelt de Commissie daarvan op de hoogte.
3.   Iedere lidstaat die aan de in lid 2 bedoelde collegiale toetsingen is onderworpen, stelt alle lidstaten en de Commissie van de resultaten daarvan in kennis en stelt regelingen vast voor de planning en tenuitvoerleggingsmethode op zijn grondgebied van de relevante technische aanbevelingen die uit het proces van collegiale toetsing zijn voortgekomen, en publiceert een actieplan met de genomen maatregelen.
4.   Als de Commissie substantiële afwijkingen van of vertragingen bij de uit het proces van collegiale toetsing voortgekomen technische aanbevelingen vaststelt, nodigt zij de bevoegde regelgevende autoriteiten van de niet-betrokken lidstaten uit een verificatiemissie te organiseren en uit te voeren om een volledig beeld te krijgen van de situatie en de betrokken lidstaat te informeren over mogelijke maatregelen om de vastgestelde tekortkomingen te verhelpen.
4.   Als de Commissie, in nauwe samenwerking met de ENSREG, substantiële afwijkingen van of vertragingen bij de uit het proces van collegiale toetsing voortgekomen technische aanbevelingen vaststelt, nodigt zij de bevoegde regelgevende autoriteiten van de niet-betrokken lidstaten uit een verificatiemissie te organiseren en uit te voeren om een volledig beeld te krijgen van de situatie en de betrokken lidstaat te informeren over mogelijke maatregelen om de vastgestelde tekortkomingen te verhelpen.
5.   In het geval van een ongeval dat resulteert in een vroegtijdige of grote lozing of een abnormale gebeurtenis die leidt tot situaties die noodmaatregelen buiten de locatie of maatregelen ter bescherming van het publiek noodzakelijk maken, vraagt de betrokken lidstaat binnen een periode van zes maanden een collegiale toetsing overeenkomstig lid 2 aan van de betrokken installatie, waaraan de Commissie wordt verzocht deel te nemen.
5.   In het geval van een ongeval of een incident dat leidt tot situaties die noodmaatregelen buiten de locatie of maatregelen ter bescherming van het publiek noodzakelijk maken, vraagt de betrokken lidstaat binnen een periode van zes maanden een collegiale toetsing overeenkomstig lid 2 aan van de betrokken installatie.

_____________________

+ Drie jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn.
Amendement 47
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 11
Richtlijn 2009/71/Euratom
Artikel 8 septies
Op basis van de resultaten van de overeenkomstig artikel 8 sexies, lid 2, uitgevoerde collegiale toetsingen en de daaruit voortgekomen technische aanbevelingen werken de lidstaten, overeenkomstig de beginselen van transparantie en continue verbetering van de nucleaire veiligheid en met de steun van de bevoegde regelgevende autoriteiten, gezamenlijk richtsnoeren uit en stellen die vast in verband met de specifieke, in artikel 8 sexies, lid 2, onder a), bedoelde specifieke topics.
Op basis van de resultaten van de overeenkomstig artikel 8 sexies, lid 2, uitgevoerde collegiale toetsingen en de daaruit voortgekomen technische aanbevelingen werken de lidstaten, overeenkomstig de beginselen van transparantie en continue verbetering van de nucleaire veiligheid en met de steun van de bevoegde regelgevende autoriteiten, gezamenlijk richtsnoeren uit en stellen die vast in verband met de specifieke, in artikel 8 sexies, lid 2, onder a), bedoelde specifieke topics.

De resultaten van de collegiale toetsing ("peer review") van specifieke thema's ("topics") moeten worden gebruikt om het debat in de nucleaire gemeenschap aan te zwengelen, wat mogelijkerwijs in de toekomst zou kunnen leiden tot een reeks geharmoniseerde communautaire criteria op het gebied van nucleaire veiligheid.
Juridische mededeling - Privacybeleid