Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 16 april 2014 over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het tussen de Europese Unie en de Unie der Comoren overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de thans geldende partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen beide partijen (16130/2013 – C7-0011/2014 – 2013/0388(NLE))
(Goedkeuring)
Het Europees Parlement,
– gezien het ontwerp van besluit van de Raad (16130/2013),
– gezien het tussen de Europese Unie en de Unie der Comoren overeengekomen ontwerpprotocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de thans geldende partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen beide partijen (16127/2013),
– gezien het verzoek om goedkeuring dat de Raad heeft ingediend krachtens artikel 43 en artikel 218, lid 6, tweede alinea, onder a), en lid 7, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (C7‑0011/2014),
– gezien artikel 81, lid 1, eerste en derde alinea, artikel 81, lid 2, en artikel 90, lid 7, van zijn Reglement,
– gezien de aanbeveling van de Commissie visserij en het advies van de Begrotingscommissie (A7-0177/2014),
1. hecht zijn goedkeuring aan de sluiting van de overeenkomst;
2. verzoekt de Commissie het Parlement de notulen en de conclusies van de vergaderingen van de gemengde commissie die belast is met het toezicht op de uitvoering, interpretatie en toepassing van de overeenkomst, als bedoeld in artikel 9 van de overeenkomst, alsook de beoordeling van de resultaten van de uitvoering van het meerjarige sectorale programma als bedoeld in artikel 3 van het protocol te doen toekomen; verzoekt de Commissie om de deelneming van vertegenwoordigers van het Parlement als waarnemer op de bijeenkomsten van de gemengde commissie te vergemakkelijken; verzoekt de Commissie om in het laatste jaar van de looptijd van het protocol en voordat er onderhandelingen over de verlenging ervan worden geopend, het Parlement en de Raad een volledig verslag over de uitvoering ervan voor te leggen, zonder onnodige beperkingen op de toegang tot dit document;
3. verzoekt de Raad en de Commissie om het Parlement binnen de grenzen van hun bevoegdheden onmiddellijk en volledig te informeren over alle fasen van de procedures betreffende het protocol en de verlenging ervan, overeenkomstig artikel 13, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 218, lid 10, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;
4. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten en de Unie der Comoren.