Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 16 april 2014 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 94/62/EG betreffende verpakking en verpakkingsafval met het oog op de vermindering van het verbruik van lichte plastic draagtassen (COM(2013)0761 – C7-0392/2013 – 2013/0371(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2013)0761),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7‑0392/2013),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 26 februari 2014(1),
– gezien het advies van het Comité van de Regio's van 3 april 2014(2),
– gezien artikel 55 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0174/2014),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 16 april 2014 met het oog op de vaststelling van Richtlijn 2014/.../EU van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 94/62/EG betreffende verpakking en verpakkingsafval met het oog op de vermindering van het verbruik van lichte plastic draagtassen
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(1),
Gezien het advies van het Comité van de Regio’s(2),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure(3),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad(4) is vastgesteld om het effect van verpakkingen en verpakkingsafval op het milieu te voorkomen of te verminderen. Hoewel plastic draagtassen verpakkingsmateriaal in de zin van Richtlijn 94/62/EG zijn, voorziet die richtlijn niet in specifieke maatregelen met betrekking tot het verbruik van dergelijke tassen.
(2) Het verbruik van plastic draagtassen, dat naar verwachting zal toenemen als geen maatregelen worden genomen, leidt tot zeer veel zwerfafval en een inefficiënt gebruik van hulpbronnen. Het zwerfafval in de vorm van plastic draagtassen draagt bij aanleidt tot milieuvervuiling en verergert het wijdverbreide probleem van het zwerfvuil op zeein waterlichamen, dat een bedreiging vormt voor de marieneaquatische ecosystemen wereldwijd. [Am. 1]
(2 bis) De toename van zwerfafval in de vorm van plastic draagtassen in het milieu heeft bovendien duidelijk negatieve gevolgen voor bepaalde economische sectoren, zoals het toerisme. [Am. 2]
(3) Lichte plastic draagtassen met een dikte van minder dan 50 micron, die de overgrote meerderheid van het totaalaantal in de Unie verbruikte plastic draagtassen vormen, wordenzijn minder vaakherbruikbaar dan dikkere plastic draagtassen,opnieuw gebruikt enworden daardoor sneller afval, komen vaker als zwerfafval in het milieu terecht en verspreiden zich vanwege hun lichte gewicht vaker over het gehele milieu, zowel op het land als in mariene en zoetwaterecosystemen. [Am. 3]
(3 bis) Hoewel plastic draagtassen recycleerbaar zijn, liggen de huidige recyclingpercentages erg laag. Voorts wordt niet verwacht dat de recycling van plastic draagtassen een noemenswaardig niveau zal halen, daar zij door hun geringe dikte en lage gewicht geen hoge recyclingwaarde hebben. Bovendien worden plastic draagtassen niet gescheiden ingezameld, is het vervoer ervan duur en zijn er grote hoeveelheden water nodig om ze voor recycling te wassen. Het recyclen van plastic draagtassen biedt derhalve geen oplossing voor de problemen die zij veroorzaken. [Am. 4]
(3 ter) Overeenkomstig de afvalhiërarchie komt preventie op de eerste plaats. Daarom is er voor de gehele EU een reductiestreefcijfer vastgesteld. Plastic draagtassen worden evenwel voor meerdere doelen gebruikt en zullen in de toekomst nog altijd worden gebruikt. Om ervoor te zorgen dat de vereiste plastic draagtassen uiteindelijk niet in het milieu terechtkomen, moet de infrastructuur voor afvalbeheer - met name recycling - worden uitgebreid en moeten de consumenten worden geïnformeerd over degelijke afvalverwijdering. [Am. 46]
(4) Het verbruik van plastic draagtassen varieert aanzienlijk in de Unie, niet alleen doordat de consumptiegewoonten,en het milieubewustzijn en de doeltreffendheid vanverschillen, maar vooral doordat de beleidsmaatregelen van de lidstaten verschillenin verschillende mate doeltreffend zijn. Sommige lidstaten hebben het verbruik van plastic draagtassen aanzienlijk kunnen verminderen: het gemiddelde verbruik in de zeven best presterende lidstaten bedraagt slechts 20 % van het gemiddelde verbruik in de EU. Er moeten reductiestreefcijfers voor de hele EU worden vastgesteld ten opzichte van het gemiddelde verbruik van plastic draagtassen in de Unie om rekening te houden met de verminderingen die bepaalde lidstaten al hebben bereikt. [Am. 5]
(4 bis) De beschikbare gegevens betreffende het verbruik van plastic draagtassen in de Unie tonen duidelijk aan dat het verbruik laag is of teruggedrongen is in lidstaten waar ondernemingen plastic draagtassen niet gratis, maar tegen een kleine vergoeding ter beschikking stellen. [Am. 6]
(4 ter) Voorts is aangetoond dat consumentenvoorlichting een doorslaggevende rol speelt bij de verwezenlijking van elke doelstelling om het verbruik van plastic draagtassen terug te dringen. Daarom moeten overheden de consumenten bewust maken van de milieueffecten van het gebruik van plastic draagtassen en de nog altijd bestaande perceptie doorbreken dat plastic een onschadelijk materiaal is, weinig economische kosten met zich meebrengt en op zichzelf geen waarde heeft. [Am. 7]
(5) Met het oog op soortgelijke verminderingen van het gemiddelde verbruik van lichte plastic draagtassen moeten de lidstaten maatregelen nemen om het verbruik van heel beperkt herbruikbare plastic draagtassen met een dikte van minder dan 50 micron aanzienlijk te verminderen overeenkomstig de algemene doelstellingen van het afvalbeleid en de afvalhiërarchie van de Unie zoals bepaald in Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad(5). Bij deze maatregelen moet rekening worden gehouden met het huidige verbruik van plastic draagtassen in de afzonderlijke lidstaten, waarbij een hoger verbruik ambitieuzere inspanningen vereist. Om toezicht te houden op de vooruitgang bij de vermindering van het gebruik van lichte plastic draagtassen zullen de nationale autoriteiten gegevens over het gebruik verstrekken in overeenstemming met artikel 17 van Richtlijn 94/62/EG. [Am. 8]
(5 bis) Bij de maatregelen van de lidstaten moet het gaan om economische instrumenten zoals prijsmaatregelen, die bijzonder doeltreffend zijn gebleken om het gebruik van plastic draagtassen te verminderen. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat ondernemingen die levensmiddelen verkopen, op de plaats van verkoop van goederen of producten niet kosteloos plastic draagtassen verstrekken, met uitzondering van zeer lichte plastic draagtassen of alternatieven voor dergelijke zeer lichte plastic draagtassen. De lidstaten moeten tevens ondernemingen die uitsluitend niet-levensmiddelen verkopen, stimuleren op de plaats van verkoop van goederen of producten niet kosteloos plastic draagtassen te verstrekken. [Am. 9]
(6) Bij de maatregelen van deDe lidstaten kan het gaan ommoeten ook gebruik kunnen maken van economische instrumenten zoals belastingen en heffingen – die bijzonder doeltreffend zijn gebleken om het gebruik van plastic draagtassen te verminderen – en omvan handelsbeperkingen zoals verboden in afwijking van artikel 18 van Richtlijn 94/62/EG, met inachtneming van de artikelen 34, 35 en 36 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ('VWEU'). [Am. 10]
(6 bis) Plastic draagtassen die worden gebruikt om vochtige, losse levensmiddelen zoals rauw vlees, vis of zuivel te verpakken en plastic tassen die worden gebruikt om onverpakte producten van de voedselindustrie te dragen, zijn nodig voor de levensmiddelenhygiëne en moeten derhalve van het toepassingsgebied van deze richtlijn worden uitgesloten. [Ams. 47 en 52]
(6 ter) Zeer lichte plastic draagtassen worden doorgaans gebruikt bij de aankoop van droge, losse, onverpakte levensmiddelen zoals fruit, groenten of suikergoed. Het gebruik van zeer lichte plastic draagtassen voor dergelijke doeleinden draagt ertoe bij dat minder voedsel wordt weggegooid, doordat de consument de hoeveelheid kan kopen die hij of zij nodig heeft en niet verplicht is een bepaalde voorverpakte hoeveelheid aan te schaffen, en doordat een specifiek product dat niet meer voor consumptie geschikt is, uit de handel kan worden genomen zonder dat voorverpakte pakken in hun geheel hoeven te worden weggegooid. Zeer lichte plastic draagtassen van traditionele kunststoffen vormen niettemin een bijzonder probleem van zwerfvuil. [Am. 12]
(6 quater) Plastic draagtassen van biologisch afbreekbaar en composteerbaar materiaal zijn minder schadelijk voor het milieu dan traditionele plastic draagtassen. In de gevallen waarin het gebruik van plastic draagtassen belangrijke voordelen oplevert, met name wanneer zeer lichte plastic draagtassen worden gebruikt voor droge, losse, onverpakte levensmiddelen zoals fruit, groenten en suikergoed, moeten deze traditionele zeer lichte plastic draagtassen geleidelijk worden vervangen door draagtassen van kringlooppapier of door biologisch afbreekbare en composteerbare zeer lichte plastic draagtassen. Wanneer het gebruik van plastic draagtassen en met name lichte plastic draagtassen moet worden beperkt, moet ook het gebruik van dergelijke tassen van biologisch afbreekbare en composteerbare materialen onder het algemene reductiestreefcijfer vallen. De lidstaten die een gescheiden inzameling van bioafval hebben ingevoerd, moeten echter de mogelijkheid krijgen de prijs van biologisch afbreekbare en composteerbare lichte plastic draagtassen te verlagen. [Am. 13]
(6 quinquies) Voorlichtingsprogramma's gericht op consumenten in het algemeen, en op kinderen in het bijzonder, moeten een specifieke rol spelen bij de vermindering van het gebruik van plastic draagtassen. Deze voorlichtingsprogramma's moeten worden uitgevoerd door zowel de lidstaten als de producenten en kleinhandelaars op de plaats van verkoop van goederen en producten. [Am. 14]
(6 sexies) De essentiële vereisten met betrekking tot de terugwinning van verpakking in de vorm van compostering moeten worden gewijzigd om ervoor te zorgen dat er een Europese norm voor tuincompostering wordt ontwikkeld. De essentiële vereisten met betrekking tot biologisch afbreekbare verpakkingsmaterialen moeten zodanig worden gewijzigd dat alleen materialen die volledig biologisch afgebroken worden, als biologisch afbreekbaar worden beschouwd. [Am. 15]
(6 septies) In de Europese norm EN 13432 "Eisen voor verpakking terugwinbaar door compostering en biodegradatie – Beproevingsschema en evaluatiecriteria voor de eindacceptatie van verpakking" zijn de kenmerken omschreven waaraan een materiaal moet beantwoorden om als "composteerbaar" te worden beschouwd, namelijk dat het kan worden gerecycleerd via een proces van organische terugwinning bestaande uit compostering en anaerobe vergisting. De Commissie moet het Europees Comité voor Normalisatie verzoeken een afzonderlijke norm voor tuincompostering te ontwikkelen. [Am. 16]
(6 octies) Bepaalde kunststoffen worden door de fabrikanten bestempeld als "biologisch afbreekbaar in aanwezigheid van zuurstof". Bij dergelijke kunststoffen worden "in aanwezigheid van zuurstof biologisch afbreekbare" additieven, meestal metaalzouten, verwerkt in normale plastics. Door de oxidatie van die additieven vallen de kunststoffen uiteen in kleine deeltjes die in het milieu achterblijven. Het is dus misleidend deze kunststoffen als "biologisch afbreekbaar" te bestempelen. Door de fragmentering verandert zichtbaar zwerfafval zoals plastic draagtassen in onzichtbaar zwerfafval in de vorm van secundaire microplastics. Dit is geen oplossing voor het afvalprobleem, maar verergert veeleer de verontreiniging van het milieu door deze kunststoffen. Dergelijke kunststoffen mogen dan ook niet voor kunststofverpakkingen worden gebruikt. [Am. 17]
(6 nonies) Het gebruik van kankerverwekkende, mutagene of voor de voortplanting giftige stoffen en hormoonontregelende stoffen in verpakkingsmateriaal moet geleidelijk worden afgeschaft om te voorkomen dat mensen onnodig aan dergelijke stoffen worden blootgesteld en dat dergelijke stoffen tijdens de afvalfase in het milieu terechtkomen. [Am. 18]
(6 decies) Schadelijke stoffen, en met name hormoonontregelende chemische stoffen, moeten volledig worden verboden in plastic draagtassen om een goede bescherming van het milieu en de volksgezondheid te waarborgen. [Am. 19]
(7) Maatregelen ter vermindering van het verbruik van plastic draagtassen moeten leiden tot een duurzame vermindering van het verbruik van lichte plastic draagtassen en mogen niet leiden tot een algemene stijging van de productie van verpakkingen. [Am. 20]
(7 bis) Om ervoor te zorgen dat aanduidingen voor biologisch afbreekbare en composteerbare tassen (merkteken, kenmerk of kleurencode) in de gehele Unie herkenbaar zijn, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen met betrekking tot de vaststelling van dergelijke aanduidingen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en aan de Raad. [Am. 21]
(8) De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met de mededeling van de Commissie over het stappenplan voor efficiënt hulpbronnengebruik in Europa(6) en moeten bijdragen aan maatregelen ter bestrijding van zwerfafval uit hoofde van Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad(7).
(8 bis) In de hele Unie moeten dezelfde voorwaarden voor de gebruikte materialen gelden, teneinde de werking van de interne markt niet te belemmeren. Verschillen in de wijze waarop bepaalde materialen in bepaalde lidstaten worden behandeld, doen afbreuk aan recycling en de handel. [Am. 22]
(9) Richtlijn 94/62/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Richtlijn 94/62/EG wordt hierbij als volgt gewijzigd:
1) In artikel 3 worden de volgende punten ingevoegd:"
'-2 bis. "plastic draagtassen": draagtassen, met of zonder handgreep, van kunststofmaterialen als gedefinieerd in artikel 3, punt 1, van Verordening (EU) nr. 10/2011 van de Commissie* die aan consumenten worden verstrekt op de plaats van verkoop van goederen of producten ten behoeve van het dragen van goederen. Plastic draagtassen die om redenen van levensmiddelenhygiëne worden gebruikt om vochtige, losse levensmiddelen zoals rauw vlees, vis of zuivel te verpakken en plastic tassen die worden gebruikt om onverpakte producten van de voedselindustrie te dragen, worden voor de toepassing van deze richtlijn niet beschouwd als plastic draagtassen; [Ams. 48 en 53]
2 bis.
"lichte plastic draagtassen": draagtassen van kunststofmaterialenals omschreven in artikel 3, punt 1, van Verordening (EU) nr. 10/2011 – met een wanddikte van minder dan 50 micron die aan consumenten worden verstrekt op de plaats van verkoop van goederen of producten, met uitzondering van zeer lichte plastic draagtassen; [Am. 24]
2 ter.
"zeer lichte plastic draagtassen": draagtassen van kunststofmaterialen als omschreven in artikel 3, punt 1, van Verordening (EU) nr. 10/2011 met een wanddikte van minder dan 10 micron; [Am. 25]
2 quater.
"kunststoffen die onder invloed van zuurstof uiteenvallen": kunststoffen die additieven bevatten die als katalysator werken voor het uiteenvallen van de kunststoffen in microscopisch kleine kunststofdeeltjes; [Am. 26]
2 quinquies.
"bioafval": biologisch afbreekbaar tuin- en plantsoenafval, levensmiddelen- en keukenafval van huishoudens, restaurants, cateringfaciliteiten en winkels en vergelijkbare afvalstoffen van de levensmiddelenindustrie. Reststoffen van land- en bosbouw, mest, zuiveringsslib en andere soorten biologisch afbreekbaar afval, zoals natuurlijke weefsels, papier of verwerkt hout, worden niet als bioafval beschouwd. Eveneens uitgesloten zijn bijproducten van de voedselproductie die nooit afval worden; [Am. 27]
2 sexies.
"stoffen die kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn": stoffen die kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting (categorie 1A of 1B) zijn overeenkomstig deel 3 van bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad**; [Am. 28]
2 septies.
"hormoonontregelende stoffen": stoffen die hormoonontregelende eigenschappen hebben ten aanzien waarvan wetenschappelijke aanwijzingen worden gevonden voor mogelijke ernstige gevolgen voor de gezondheid van de mens of die worden vastgesteld in overeenstemming met de procedure van artikel 59 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad***, of die worden vastgesteld overeenkomstig Aanbeveling [.../.../EU] van de Commissie****;
________________
* Verordening (EU) nr. 10/2011 van de Commissie van 14 januari 2011 betreffende materialen en voorwerpen van kunststof, bestemd om met levensmiddelen in contact te komen (PB L 12 van 15.1.2011, blz. 1).
** Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).
*** Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).
**** Aanbeveling [.../.../EU] van de Commissie van ... betreffende criteria voor de identificatie van hormoonontregelende stoffen (PB C ...).' [Am. 29]
"
2) In artikel 4 worden volgende leden ingevoegd:"
'-1 bis. De lidstaten zien erop toe dat verpakking zodanig vervaardigd is dat zij geen kankerverwekkende, mutagene of voor de voortplanting giftige stoffen of hormoonontregelende stoffen bevat in concentraties van meer dan 0,01%. De lidstaten zien erop toe dat verpakking zodanig vervaardigd is dat zij geen kunststoffen bevat die onder invloed van zuurstof kunnen uiteenvallen. Deze maatregelen worden uiterlijk op ...(8) getroffen.
[Am. 30]
'1 bis De lidstaten nemen uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn maatregelen om het verbruik van lichte plastic draagtassen op hun grondgebied duurzaam te verminderen met ten minste:
ten opzichte van het gemiddelde verbruik in de Unie in 2010. [Am. 31]
De lidstaten nemen maatregelen om ervoor te zorgen dat ondernemingen die levensmiddelen verkopen niet kosteloos plastic draagtassen verstrekken, met uitzondering van zeer lichte plastic draagtassen of alternatieven voor dergelijke zeer lichte plastic draagtassen als bedoeld in alinea 6.
De lidstaten zorgen ervoor dat ondernemingen die levensmiddelen verkopen voor lichte plastic draagtassen een prijs aanrekenen die proportioneel en doeltreffend is om de reductiestreefcijfers als bepaald in de eerste alineal te bereiken. De lidstaten zorgen ervoor dat ondernemingen die levensmiddelen verkopen ten minste dezelfde prijs aanrekenen voor dikkere plastic draagtassen, en dat ondernemingen op de plaats van verkoop lichte plastic draagtassen niet vervangen door zeer lichte plastic draagtassen. De lidstaten nemen deze maatregelen uiterlijk op ...(11).
De lidstaten die een gescheiden inzameling van bioafval hebben ingevoerd, kunnen van ondernemingen die levensmiddelen verkopen verlangen dat zij de prijs van biologisch afbreekbare en composteerbare lichte kunststofdraagtassen met maximaal 50 % verlagen.
De lidstaten stimuleren ondernemingen die niet-levensmiddelen verkopen, voor plastic draagtassen een prijs aan te rekenen die proportioneel en doeltreffend is om de reductiestreefcijfers als bepaald in de eerste alinea te bereiken. [Am. 32]
De lidstaten nemen maatregelen om ervoor te zorgen dat zeer lichte plastic draagtassen waarin droge, losse, onverpakte levensmiddelen zoals fruit, groenten en suikergoed worden verpakt, geleidelijk worden vervangen door draagtassen van kringlooppapier of door biologisch afbreekbare en composteerbare zeer lichte kunststofdraagtassen. De lidstaten behalen uiterlijk op ..(12) een vervangingspercentage van 50% en uiterlijk op ...(13)+ en vervangingspercentage van 100%. [Am. 33]
Bij deze maatregelen kan het zowel gaan om nationale reductiestreefcijfers,De lidstaten kunnen andere economische instrumenten alsgebruiken alsook handelsbeperkingen in afwijking van artikel 18 handhaven of invoeren. Deze maatregelen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie noch een verkapte beperking van de handel tussen de lidstaten vormen. [Am. 34]
De lidstaten brengen verslag uit over de effecten van deze maatregelen op het algemene ontstaan van verpakkingsafval wanneer zij bij de Commissie verslag uitbrengen overeenkomstig artikel 17.
1 ter.
Consumenten moeten van kleinhandelaars gelegenheid krijgen om alle verpakkingen die zij overbodig achten, te weigeren en op de plaats van verkoop te laten, met name als het gaat om draagtassen. Kleinhandelaars zorgen er dan voor dat deze verpakkingen worden hergebruikt of gerecycled. [Am. 35]
1 quater.
De Commissie en de lidstaten organiseren, ten minste in het eerste jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn, voorlichtings- en bewustmakingscampagnes voor het grote publiek over de negatieve gevolgen van een buitensporig gebruik van traditionele plastic draagtassen voor het milieu. [Am. 36]
1 quinquies.
De lidstaten zien erop toe dat de maatregelen ter vermindering van het verbruik van lichte plastic draagtassen niet leiden tot een algemene stijging van de productie van verpakkingen.' [Am. 38]
"
3) Het volgende artikel wordt ingevoegd:"
'Artikel 6 bis
Informatie die op de plastic draagtassen moet worden aangeduid
Indien tassen biologisch afbreekbaar en composteerbaar zijn, wordt dit duidelijk op de tas aangegeven met een merkteken, aanduiding of kleurencode. De Commissie is bevoegd gedelegeerde handelingen vast te stellen om dergelijke aanduidingen te definiëren, opdat deze in de gehele Unie herkenbaar zijn. De lidstaten kunnen maatregelen treffen om overige kenmerken aan te geven, zoals herbruikbaarheid, recycleerbaarheid en afbreekbaarheid.' [Am. 39]
"
4) Het volgende artikel wordt ingevoegd:"
'Artikel 20 bis
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
2. De in artikel 6 bis bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van …(14).
3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 6 bis bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
5. Een overeenkomstig artikel 6 bis vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.' [Am. 40]
"
5) In bijlage II, punt 3, worden de letters c) en d) als volgt gewijzigd:"
'c) Terugwinning in de vorm van compostering
Verpakkingsafval dat wordt verwerkt met het oog op compostering moet zodanig biologisch afbreekbaar zijn dat het volledig verenigbaar is met de gescheiden inzameling en het composteringsproces of de composteringsactiviteit in industriële installaties en/of tuinen waarin het wordt ingebracht.
d)
Biologisch afbreekbare verpakking
Biologisch afbreekbaar verpakkingsafval moet zodanig fysisch, chemisch, thermisch of biologisch afbreekbaar zijn dat al het materiaal uiteindelijk uiteenvalt in kooldioxyde, biomassa en water.' [Am. 41]
"
Artikel 2
1. De lidstaten wijzigen indien noodzakelijk hun eigen nationale wetgeving en doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk twaalf maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede. [Am. 42]
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst mee van de voornaamste bepalingen van intern recht die zij vaststellen op het door deze richtlijn bestreken gebied.
Artikel 2 bis
Uiterlijk ... (15) evalueert de Commissie de doeltreffendheid van deze richtlijn en beoordeelt zij of er verdere maatregelen moeten worden getroffen, zo nodig vergezeld van een wetgevingsvoorstel. [Am. 43]
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende verpakking en verpakkingsafval (PB L 365 van 31.12.1994, blz. 10).
Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3).
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over het stappenplan voor efficiënt hulpbronnengebruik in Europa (COM(2011)0571 definitief).
Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het beleid ten aanzien van het mariene milieu (kaderrichtlijn mariene strategie) (PB L 164 van 25.6.2008, blz. 19).