Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 16 april 2014 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap en Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn (COM(2013)0192 – C7-0097/2013 – 2013/0103(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2013)0192),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 207, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7‑0097/2013),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien artikel 55 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie internationale handel (A7-0053/2014),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast(1);
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Op basis van de amendementen aangenomen op 5 februari 2014 (Aangenomen teksten, P7_TA(2014)0082).
Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 16 april 2014 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. .../2014 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap en Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 2,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure(1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) De gemeenschappelijke regels voor de bescherming tegen invoer met dumping en invoer met subsidie uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie, zijn vervat in Verordening (EG) nr. 1225/2009(2) respectievelijk in Verordening (EG) nr. 597/2009(3) (hierna gezamenlijk "de basisverordeningen" genoemd). De verordeningen werden aanvankelijk na de afsluiting van de ronde van Uruguay in 1995 vastgesteld. Op grond van het feit dat de verordeningen sindsdien een aantal keren zijn gewijzigd, besloot de Raad in 2009 de verordeningen omwille van de duidelijkheid en de rationele ordening van de teksten te codificeren.
(2) Hoewel de verordeningen inmiddels zijn gewijzigd, heeft sinds 1995 geen fundamentele evaluatie van de werking ervan plaatsgevonden. Om die reden nam de Commissie in 2011 het initiatief tot een herziening van de verordeningen om deze beter te doen aansluiten op de behoeften van het bedrijfsleven aan het begin van de 21e eeuw.
(3) Op grond van de herziening moeten enkele bepalingen van de basisverordeningen worden gewijzigd om de transparantie en de voorspelbaarheid te verhogen, in doeltreffende maatregelen ter bestrijding van vergeldingspraktijkenvergeldingspraktijken van derde landen te voorzien, de doeltreffendheid en de handhaving van de instrumenten te verbeteren en de praktijk bij nieuwe onderzoeken te optimaliseren. Bovendien dienen bepaalde praktijken die in de afgelopen jaren in verband met antidumping- en antisubsidieonderzoeken zijn toegepast, in de verordeningen te worden opgenomen. [Am. 1]
(4) Ter verbetering van de transparantie en de voorspelbaarheid van antidumping- en antisubsidieonderzoeken dienen de partijen die door de instelling van voorlopige antidumping- en compenserende maatregelen worden geraakt, met name importeurs, op de hoogte worden gebracht van de naderende instelling van dergelijke maatregelen. De desbetreffende termijn moet overeenkomen met het tijdvak tussen het tijdstip waarop de ontwerpuitvoeringshandeling aan het overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1225/2009 ingestelde antidumpingcomité en het overeenkomstig artikel 25 van Verordening (EG) nr. 597/2009 ingestelde antisubsidiecomité is voorgelegd, en de vaststelling van die handeling door de Commissie anderzijds. Dit tijdvak is verankerd in artikel 3, lid 3, van Verordening (EU) nr. 182/2011. Ook dienen de partijen in het geval van onderzoeken waarbij de instelling van voorlopige maatregelen niet gepast is, eveneens ruim op tijd op de hoogte te worden gesteld van het feit dat geen voorlopige maatregelen worden ingesteld. [Am. 2]
(5) Alvorens voorlopige maatregelen in te stellen, moet exporteurs en producenten de gelegenheid worden geboden hun eigen dumping- of subsidiemarge te berekenen. Eventuele fouten in deze berekening zouden vervolgens vóór de instelling van de maatregelen kunnen worden gecorrigeerd. [Am. 95]
(6) Om doeltreffende maatregelen ter bestrijding van vergeldingspraktijken te waarborgen, moeten producenten in de Unie een beroep op de basisverordeningen kunnen doen zonder vergelding door derden te moeten vrezen. De bestaande bepalingen voorzien erin dat in bijzondere omstandigheden, met name wanneer het diverse en gefragmenteerde bedrijfstakken betreft die grotendeels uit kleine en middelgrote ondernemingen (kmo´s) bestaan, een onderzoek kan worden ingesteld zonder dat een klacht is ontvangen, op voorwaarde dat voldoende bewijzen voorhanden zijn voor het bestaan van dumping of tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies, schade en een oorzakelijk verband daartussen. Tot dergelijke bijzondere omstandigheden moeten ook dreigingen met vergelding door derde landen worden gerekend. [Am. 3]
(7) Wanneer een onderzoek niet op basis van een klacht wordt ingesteld, moeten de producenten in de Unie verplicht worden verzocht medewerking te verlenen en de nodige informatie te verstrekken opdat het onderzoek doorgang kan vinden, teneinde te waarborgen dat voldoende informatie beschikbaar is om het onderzoek uit te voeren ingeval van dergelijke dreigingen met vergelding. Kleine ondernemingen en micro-ondernemingen moeten van deze verplichting worden vrijgesteld, om hun onredelijke administratieve lasten en kosten te besparen. [Am. 4]
(8) Derde landen interveniëren in toenemende mate in de handel in grondstoffen, bijvoorbeeld in de vorm van uitvoerrechten of dubbele prijsstelling, met de bedoeling om de grondstoffen ten behoeve van binnenlandse downstreamgebruikers in het eigen land te houden. De kosten van grondstoffen zijn derhalve niet het resultaat van de werking van de gebruikelijke krachten van de markt en geen afspiegeling van vraag en aanbod van een bepaalde grondstof. Dergelijke interventies veroorzaken bijkomende verstoringen van de handel. Als gevolg hiervan kan producenten in de Unie niet alleen schade worden berokkend door dumping, maar hebben zij ten opzichte van de downstreamproducenten uit derde landen die zich aan dergelijke praktijken schuldig maken, ook te kampen met een sterkere verstoring van de handel. Om de handel voldoende te kunnen beschermen, dient de regel van het lagere recht in dergelijke gevallen van structurele verstoringen van de grondstoffenmarkt niet te worden toegepast.
(9) In de Unie zijn tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies in beginsel verboden krachtens artikel 107, lid 1, VWEU. Tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies die door derde landen worden verleend, zorgen daarom voor een bijzondere verstoring van de handel. De omvang van de door de Commissie goedgekeurde staatssteun is mettertijd gestaag gedaald. Met betrekking tot het antisubsidie-instrument dient de regel van het lagere recht bijgevolg niet meer te worden toegepast op de invoer uit landen waar subsidiëring plaatsvindt.
(10) Om de praktijk bij nieuwe onderzoeken te optimaliseren, moeten de gedurende het onderzoek geïnde rechten worden terugbetaald aan de importeurs wanneer maatregelen na uitvoering van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van maatregelen niet worden verlengd. Dit is gepast aangezien in dergelijke gevallen is gebleken dat gedurende de onderzoeksperiode niet aan de voorwaarden voor handhaving van de maatregelen is voldaan. [Am. 5]
(11) Bepaalde praktijken die in de afgelopen jaren in verband met antidumping- en antisubsidieonderzoeken zijn toegepast, dienen in de verordeningen te worden opgenomen.
(11 bis) Documenten ter verduidelijking van de vaste praktijk van de Commissie met betrekking tot de toepassing van deze verordening (met inbegrip van de vier ontwerprichtsnoeren inzake de selectie van het referentieland, het nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregelen en de duur van de maatregelen, de schademarge en de belangen van de Unie) mogen pas door de Commissie worden vastgesteld na de inwerkingtreding van deze verordening en adequate raadpleging van het Europees Parlement en de Raad, en deze documenten dienen dan volledig in overeenstemming te zijn met de inhoud van deze verordening. [Am. 6]
(11 ter) De Unie is, in tegenstelling tot haar lidstaten, geen partij bij de IAO-verdragen. Tot dusver zijn alleen de basisverdragen van de IAO door alle lidstaten van de Unie geratificeerd. Om de definitie van een toereikend niveau van sociale normen, die is gebaseerd op de in bijlage I bis van Verordening (EU) nr. 1225/2009 vermelde IAO-verdragen, actueel te houden werkt de Commissie deze bijlage door middel van gedelegeerde handelingen bij zodra lidstaten van de Unie verdere "prioritaire" IAO-verdragen hebben geratificeerd. [Am. 7]
(12) De bedrijfstak van de Unie mag niet langer op basis van de in de verordeningen vastgestelde toepassingsdrempels worden gedefinieerd.
(12 bis) Diverse en gefragmenteerde sectoren die grotendeels uit kmo´s bestaan ondervinden moeilijkheden bij de toegang tot handelsbeschermingsprocedures wegens de complexiteit van de procedures en de hoge kosten die hieraan verbonden zijn. De toegang van kmo's tot het instrument dient te worden bevorderd door een versterking van de rol van de kmo-helpdesk, die kmo's ondersteuning moet bieden bij het indienen van klachten en ertoe moet bijdragen dat aan de drempelvoorwaarden voor het openen van onderzoeken kan worden voldaan. Tevens dienen de administratieve procedures in verband met handelsbeschermingsprocedures beter te worden aangepast aan de beperkte middelen waarover kmo's beschikken. [Am. 8]
(12 ter) De duur van onderzoeken in antidumpingsgevallen moet worden beperkt tot negen maanden en deze onderzoeken moeten worden afgerond binnen twaalf maanden na inleiding van de procedure. De duur van onderzoeken in antisubsidiegevallen moet worden beperkt tot negen maanden en deze onderzoeken moeten worden afgerond binnen tien maanden na inleiding van de procedure. In ieder geval mogen voorlopige rechten alleen worden ingesteld gedurende een periode die loopt van 60 dagen tot 6 maanden na de inleiding van de procedure. [Am. 9]
(12 quater) Niet-vertrouwelijke elementen van aan de Commissie voorgelegde verbintenissen moeten aan de belanghebbenden, het Europees Parlement en de Raad worden medegedeeld. De Commissie moet worden verplicht de bedrijfstak van de Unie te raadplegen alvorens een eventuele aangeboden verbintenis te aanvaarden. [Am. 10]
(13) In het geval van een oorspronkelijk onderzoek waarbij dumping- of subsidiemarges worden vastgesteld die onder de de-minimisdrempel liggen, moet het onderzoek onmiddellijk worden beëindigd met betrekking tot de betrokken exporteurs, die naderhand niet aan een nieuw onderzoek in verband met dezelfde procedure worden onderworpen.
(14) Met betrekking tot nieuwe onderzoeken in verband met antidumping- of antisubsidiemaatregelen moet het, waar gepast, mogelijk zijn om anders te werk te gaan dan bij het onderzoek dat tot instelling van die maatregelen heeft geleid, teneinde te waarborgen dat ten aanzien van verschillende onderzoeken op een gegeven tijdstip een coherente werkwijze wordt gehanteerd. Hierdoor wordt met name de nodige speelruimte geboden om werkwijzen te wijzigen die gaandeweg op grond van veranderende omstandigheden zijn herzien.
(15) Wanneer aan de voorwaarden is voldaan voor de opening van een onderzoek naar de ontwijking van maatregelen, moet de invoer in elk geval worden onderworpen aan registratie.
(16) Bij onderzoeken naar de ontwijking van maatregelen is het wenselijk om de voorwaarde te schrappen dat producenten van het betrokken product niet verbonden mogen zijn met enige producent voor wie de oorspronkelijke maatregelen gelden, willen zij in aanmerking komen voor vrijstelling van registratie of uitgebreide rechten. Dit omdat de ervaring leert dat producenten van het betrokken product soms niet betrokken blijken te zijn bij ontwijkingspraktijken, maar wel verbonden zijn met een producent voor wie de oorspronkelijke maatregelen gelden. In dergelijke gevallen dient een dergelijke producent de vrijstelling niet uitsluitend op grond van het feit te worden geweigerd dat de onderneming verbonden is met een producent voor wie de oorspronkelijke maatregelen gelden. Wanneer de ontwijking in de Unie plaatsvindt, mag het feit dat importeurs zijn verbonden aan exporteurs voor wie de maatregelen gelden, niet de doorslag geven bij de beoordeling of hem vrijstelling kan worden verleend.
(17) Wanneer het aantal producenten in de Unie zo groot is dat een steekproef moet worden genomen, moet een steekproef van producenten uit alle producenten in de Unie worden samengesteld, en niet alleen uit de producenten die de klacht hebben ingediend.
(18) Bij de beoordeling van het belang van de Unie moeten alle producenten in de Unie, en niet alleen de producenten die de klacht hebben ingediend, in de gelegenheid worden gesteld om opmerkingen te maken. [Am. 93]
(18 bis) Het jaarverslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad betreffende de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1225/2009 en Verordening (EG) nr. 597/2009 maakt het mogelijk de handelsbeschermingsinstrumenten geregeld en tijdig te monitoren als onderdeel van een gestructureerde interinstitutionele dialoog over dit onderwerp. De openbaarmaking van dit verslag, zes maanden na de presentatie ervan aan het Europees Parlement en de Raad, garandeert transparantie voor belanghebbenden en het publiek. [Am. 11]
(18 ter) De Commissie moet zorgen voor grotere transparantie ten aanzien van procedures, interne procedures en onderzoeksresultaten, terwijl alle niet-vertrouwelijke dossiers via een internetplatform openbaar moeten worden gemaakt voor belanghebbenden. [Am. 12]
(18 quater) De Commissie moet het Europees Parlement en de Raad regelmatig informeren over ingestelde onderzoeken en over ontwikkelingen in verband met deze onderzoeken. [Am. 13]
(18 quinquies) Wanneer het aantal producenten in de Unie zo groot is dat een steekproef moet worden genomen, dient de Commissie, bij samenstelling van een steekproef van producenten, ten volle rekening te houden met het aandeel van kmo´s in de steekproef, met name in het geval van diverse en gefragmenteerde bedrijfstakken die grotendeels uit kmo´s bestaan. [Am. 14]
(18 sexies) Om de handelsbeschermingsinstrumenten doeltreffender te maken, moeten vakbonden in staat worden gesteld gezamenlijk met de bedrijfstak van de Unie schriftelijke klachten in te dienen. [Am. 92]
(19) Verordening (EG) nr. 1225/2009 en Verordening (EG) nr. 597/2009 moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 1225/2009 wordt als volgt gewijzigd:
-1. De titel wordt vervangen door:"
"Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie"; [Am. 15]
"
-1 bis. Volgende overweging wordt ingevoegd:"
"11 bis. Derde landen interveniëren in toenemende mate in de handel, bijvoorbeeld in de vorm van uitvoerrechten of dubbele prijsstelling, met de bedoeling om voordelen te verschaffen aan binnenlandse producenten. Dergelijke interventies veroorzaken bijkomende verstoringen van de handel. Als gevolg hiervan kan producenten in de Unie niet alleen schade worden berokkend door dumping, maar hebben zij ten opzichte van de producenten uit derde landen die zich aan dergelijke praktijken schuldig maken, ook te kampen met een sterkere verstoring van de handel. Verschillen op het gebied van arbeids- en milieunormen kunnen eveneens in bijkomende verstoringen van de handel resulteren. De regel van het lagere recht dient derhalve in dergelijke gevallen waarin in het land van uitvoer geen toereikende sociale en milieunormen gelden, niet te worden toegepast. Een toereikend niveau wordt gedefinieerd op grond van de ratificatie van de basisverdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) en van multilaterale milieuovereenkomsten waarbij de Unie partij is. Met name kleine en middelgrote ondernemingen (kmo´s) lijden onder oneerlijke concurrentie aangezien zij zich hier vanwege hun kleine omvang moeilijk aan kunnen aanpassen. De regel van het lagere recht dient bijgevolg niet te worden toegepast wanneer de klacht is ingediend namens een bedrijfstak die grotendeels uit kmo's bestaat. Daarentegen moet de regel van het lagere recht altijd worden toegepast als een structurele verstoring van de grondstoffenmark het gevolg is van een besluit dat door een tot de minst ontwikkelde landen behorende staat bewust is genomen ter bescherming van het algemeen belang."; [Am. 16]
"
-1 ter. Aan artikel 1, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:"
"Het gebruik van een gedumpt product in verband met de exploratie van het continentaal plateau of de exclusieve economische zone van een lidstaat of de winning van grondstoffen in die gebieden, wordt als invoer in de zin van deze verordening beschouwd die dienovereenkomstig aan rechten wordt onderworpen indien als gevolg van dat gebruik schade wordt berokkend aan de bedrijfstak van de Unie."; [Am. 17]
"
-1 quater. Aan artikel 1 wordt het volgende lid toegevoegd:"
"4 bis. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder een grondstof verstaan de input van een bepaald product dat een doorslaggevende invloed heeft op de productiekosten ervan."; [Am. 18]
"
-1 quinquies. Aan artikel 1 wordt het volgende lid toegevoegd:"
"4 ter. Een grondstof wordt geacht voorwerp te zijn van een structurele verstoring wanneer de prijs ervan niet uitsluitend het resultaat is van de normale marktwerking wat vraag en aanbod betreft. Dergelijke verstoringen zijn het gevolg van maatregelen van derde landen zoals uitvoerbelastingen, uitvoerbeperkingen en systemen van dubbele prijzen."; [Am. 19]
"
-1 sexies. In artikel 2, lid 7, onder a), wordt de tweede alinea vervangen door:"
"Een geschikt derde land met een markteconomie wordt op redelijke wijze geselecteerd, met inachtneming van alle betrouwbare gegevens die op het tijdstip van de selectie beschikbaar zijn. Het geselecteerde land kent tevens toereikende sociale en milieunormen, waarbij er sprake is van een toereikend niveau indien het derde land de multilaterale milieuovereenkomsten en de daaraan gehechte protocollen waarbij de Unie op een gegeven moment partij is, alsook de in bijlage I bis opgesomde IAO‑verdragen heeft geratificeerd en doeltreffend ten uitvoer legt. Voorts wordt rekening gehouden met termijnen; in voorkomend geval wordt gebruik gemaakt van een derde land met markteconomie dat bij hetzelfde onderzoek betrokken is."; [Ams. 70 en 86]
"
1. In artikel 4, lid 1, wordt de aanhef vervangen door:"
"1. In de zin van deze verordening wordt onder "bedrijfstak van de Unie" verstaan alle producenten in de Unie van soortgelijke producten of diegenen van deze producenten wier gezamenlijke productie van de betrokken producten een groot deel van de totale productie van deze producten in de Unie uitmaakt, met dien verstande dat:";
"
1 bis. In artikel 5, lid 1, wordt de eerste alinea vervangen door:"
"Behoudens het bepaalde in lid 6, wordt een onderzoek naar het bestaan, de omvang en de gevolgen van dumping geopend naar aanleiding van een schriftelijke klacht die door een natuurlijke persoon of een rechtspersoon of een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid namens een bedrijfstak van de Unie wordt ingediend. Klachten kunnen ook door de bedrijfstak van de Unie of een namens deze handelende natuurlijke persoon of rechtspersoon of vereniging zonder rechtspersoonlijkheid gezamenlijk met vakbonden worden ingediend."; [Ams. 87 en 90]
"
1 ter. In artikel 5 wordt het volgende lid ingevoegd:"
"1 bis. De Commissie bevordert toegang tot het instrument voor diverse en gefragmenteerde bedrijfstakken, die merendeels bestaan uit kmo´s, in de context van gevallen van antidumping, door middel van een kmo-helpdesk.
De kmo-helpdesk zorgt voor meer bekendheid van het instrument en geeft voorlichting en uitleg met betrekking tot specifieke zaken, de vraag hoe een klacht kan worden ingediend en hoe bewijzen voor dumping en schade het best kunnen worden gepresenteerd.
De kmo-helpdesk stelt standaardformulieren beschikbaar voor met het oog op de beoordeling van de representativiteit in te dienen statistieken en voor de vragenlijsten.
Na de instelling van een onderzoek stelt de kmo-helpdesk ondernemingen en hun relevante verenigingen die waarschijnlijk gevolgen zullen ondervinden van de instelling van het onderzoek op de hoogte van de relevante termijnen om zich te laten registreren als belanghebbende.
De kmo-helpdesk helpt de ondernemingen met vragen inzake het invullen van vragenlijsten, waarbij bijzondere aandacht zal worden besteed aan vragen van kmo's met betrekking tot onderzoeken die worden ingesteld overeenkomstig artikel 5, lid 6. Voor zover mogelijk helpt zij problemen als gevolg van taalbarrières verminderen.
Ingeval kmo´s aantonen dat er aanwijzingen zijn voor dumping, verstrekt de kmo-helpdesk, overeenkomstig artikel 14, lid 6, informatie over de ontwikkeling van de omvang en de waarde van de invoer van het betrokken product.
De kmo-helpdesk geeft tevens adviezen over aanvullende manieren om in contact te treden met de raadadviseur-auditeur en de nationale douaneautoriteiten. De kmo-helpdesk informeert ondernemingen over de mogelijkheden en de voorwaarden waaronder zij kunnen verzoeken om herziening van de maatregelen en om terugbetaling van de betaalde antidumpingrechten."; [Am. 20]
"
1 quater. Aan artikel 5, lid 4, wordt de volgende alinea toegevoegd:"
"In het geval van diverse en gefragmenteerde bedrijfstakken die grotendeels uit kmo's bestaan, helpt de Commissie de belanghebbenden deze drempels te bereiken door ondersteuning te bieden via de kmo-helpdesk."; [Am. 21]
"
1 quinquies. Artikel 5, lid 6, wordt vervangen door:"
"6. Indien de Commissie in bijzondere omstandigheden, met name in het geval van diverse en gefragmenteerde bedrijfstakken die merendeels uit kmo's bestaan, besluit een onderzoek te openen, zonder dat zij een daartoe strekkende schriftelijke klacht van of namens de bedrijfstak van de Unie heeft ontvangen, wordt hiertoe slechts overgegaan indien er voldoende bewijsmateriaal is voor het bestaan van dumping, schade en oorzakelijk verband, zoals bedoeld in lid 2, om de opening van het onderzoek te rechtvaardigen."; [Am. 22]
"
1 sexies. Artikel 6, lid 9, wordt vervangen door:"
"9. Het onderzoek in de overeenkomstig artikel 5, lid 9 ingeleide procedures wordt, voor zover mogelijk, binnen uiterlijk negen maanden afgesloten. Het wordt in ieder geval binnen een jaar na de opening beëindigd, overeenkomstig artikel 8 of artikel 9 gedane bevindingen. De onderzoeksperioden vallen indien mogelijk, in het bijzonder in het geval van diverse en gefragmenteerde bedrijfstakken die grotendeels uit kmo´s bestaan, samen met het boekjaar."; [Am. 23]
"
2. Aan artikel 6 wordt de volgende leden toegevoegd:"
"10. De producenten in de Unie van het soortgelijke product,zijn verplicht totkleine en micro- ondernemingen uitgezonderd, worden verzocht om medewerking aan de krachtens artikel 5, lid 6, ingeleide procedure. [Am. 24]
10 bis.
De Commissie zorgt voor optimale toegang tot informatie voor alle belanghebbenden door te voorzien in een informatiesysteem door middel waarvan belanghebbenden op de hoogte worden gesteld wanneer er nieuwe niet-vertrouwelijke informatie wordt toegevoegd aan het onderzoeksdossier. Niet-vertrouwelijke informatie moet ook toegankelijk worden gemaakt via een internetplatform. [Am. 25]
10 ter.
De Commissie ziet erop toe dat de procedurele rechten van de belanghebbenden daadwerkelijk gewaarborgd worden en zorgt er tevens voor dat procedures onpartijdig, objectief en binnen een redelijke termijn worden afgewikkeld, waar nodig door een raadadviseur-auditeur. [Am. 26]
10 quater.
De vragenlijsten die in de onderzoeken worden gebruikt, worden op verzoek van belanghebbenden door de Commissie opgesteld in alle officiële talen van de Unie."; [Am. 27]
"
3. Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
(a) lid 1 wordt vervangen door:"
"1. Voorlopige rechten kunnen worden ingesteld indien een procedure is ingeleid overeenkomstig artikel 5, hiervan bericht is gegeven en belanghebbenden overeenkomstig artikel 5, lid 10, voldoende gelegenheid hebben gehad, inlichtingen te verstrekken en opmerkingen te maken, er voorlopig is vastgesteld dat dumping plaatsvindt en daaruit schade voor een bedrijfstak van de Unie voortvloeit, en het belang van de Unie maatregelen ter voorkoming van dergelijke schade noodzakelijk maakt. Voorlopige rechten worden niet eerder ingesteld dan 60 dagen en niet later dan zes maanden na de inleiding van de procedure."; [Am. 28]
"
(a) aan lid 1 wordt de volgende zin toegevoegd:"
"Voorlopige rechten worden niet eerder toegepast dan twee weken na toezending van de informatie aan de belanghebbenden overeenkomstig artikel 19 bis. Deze informatie doet geen afbreuk aan besluiten die de Commissie daarna neemt." [Am. 29]
"
(b) lid 2 wordt vervangen door:"
"2. Het voorlopige antidumpingrecht bedraagt niet meer dan de voorlopig vastgestelde dumpingmarge. Het voorlopige antidumpingrecht en is lager dan de dumpingmarge indien dit lagere recht toereikend is om de schade aan de bedrijfstak van de Unie weg te nemen, tenzij in verband met het betrokken product in het land van uitvoer een structurele verstoring van de grondstoffenmarkt is vastgesteld.
In de volgende omstandigheden is het lagere recht niet van toepassing:
a)
in verband met het betrokken product zijn in het land van uitvoer structurele verstoringen of een omvangrijke interventie door de overheid met betrekking tot onder meer prijzen, kosten en inputs, waaronder bijvoorbeeld grondstoffen en energie, onderzoek en arbeid, outputs, verkoop en investeringen alsook wisselkoersmanipulaties en voorwaarden voor handelsfinanciering vastgesteld;
b)
in het land van uitvoer gelden geen toereikende sociale en milieunormen, met dien verstande dat sprake is van een toereikend niveau indien het derde land de multilaterale milieuovereenkomsten en de daaraan gehechte protocollen waarbij de Unie op een gegeven tijdstip partij is, alsook de in bijlage I bis vermelde IAO-verdragen heeft geratificeerd en doeltreffend ten uitvoer legt;
c)
de indiener van de klacht vertegenwoordigt een diverse en gefragmenteerde bedrijfstak die grotendeels uit kmo´s bestaat;
d)
in het kader van het onderzoek of van een apart antisubsidieonderzoek is, ten minste voorlopig, vastgesteld dat het land van uitvoer een of meer subsidies verstrekt aan de producenten-exporteurs van het betrokken product.
Het lagere recht wordt evenwel altijd toegepast wanneer in verband met het betrokken product een structurele verstoring van de grondstoffenmarkt wordt vastgesteld in een land van uitvoer dat tot de minst ontwikkelde landen behoort als vermeld in bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 978/2012 van het Europees Parlement en de Raad*.
__________
* Verordening (EU) nr. 978/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad."; [Am. 30]
"
3 bis. Artikel 8, lid 1, wordt vervangen door:"
"1. Mits er voorlopig is vastgesteld dat dumping plaatsvindt en daaruit schade voortvloeit, kan de Commissie na specifieke raadpleging van het raadgevend comité overgaan tot aanvaarding van een door een exporteur op vrijwillige basis aangeboden bevredigende verbintenis om zijn prijzen te herzien of de uitvoer met dumping te staken, mits door die aangeboden verbintenis gewaarborgd is dat de schadelijke gevolgen van de dumping daadwerkelijk worden weggenomen. In dergelijke gevallen en voor de duur van de verbintenis zijn de door de Commissie op grond van artikel 7, lid 1, ingestelde voorlopige rechten of de door de Raad op grond van artikel 9, lid 4, ingestelde definitieve rechten niet van toepassing op de invoer van de betreffende producten die geproduceerd worden door de ondernemingen die worden genoemd in het besluit van de Commissie tot aanvaarding van verbintenissen, en eventuele wijzigingen daarvan. De prijzen worden ingevolge deze verbintenissen niet sterker verhoogd dan nodig is om de dumpingmarge te doen verdwijnen. De prijsverhoging moet lager zijn dan de dumpingmarge als dat toereikend is om de schade aan de bedrijfstak van de Unie weg te nemen, tenzij de Commissie bij het instellen van voorlopige of definitieve rechten heeft besloten dat dit lagere recht niet moet worden toegepast."; [Am. 31]
"
3 ter. Artikel 8, lid 4, wordt vervangen door:"
"4. Partijen die een verbintenis aanbieden, dienen een betekenisvolle niet-vertrouwelijke versie daarvan te verschaffen die ter beschikking van de bij het onderzoek betrokken partijen, het Europees Parlement en de Raad kan worden gesteld. De partijen worden verzocht zo veel mogelijk informatie te verstrekken betreffende de inhoud en aard van de onderneming waarbij terdege rekening wordt gehouden met de bescherming van vertrouwelijke informatie in de zin van artikel 19. Voorts moet de Commissie alvorens een eventuele aangeboden verbintenis te aanvaarden de bedrijfstak van de Unie raadplegen met betrekking tot de belangrijkste kenmerken van de onderneming."; [Am. 32]
"
4. Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
(a) lid 3 wordt vervangen door:"
"3. Bij een overeenkomstig artikel 5, lid 9, ingeleide procedure wordt de schade normaal als te verwaarlozen beschouwd wanneer de betrokken invoer minder bedraagt dan de in artikel 5, lid 7, aangegeven hoeveelheden. Deze procedure wordt onmiddellijk beëindigd indien wordt vastgesteld dat de dumpingmarge minder dan 2% bedraagt, uitgedrukt als percentage van de uitvoerprijs.";
"
(b) in lid 4 wordt de laatste volzin vervangen door:"
"Het antidumpingrecht bedraagt niet meer dan de vastgestelde dumpingmarge. Het antidumpingrecht is en moet lager zijn dan de dumpingmarge deze marge indien dit lagere recht toereikend is om de schade aan de bedrijfstak van de Unie weg te nemen, tenzij in verband met het betrokken product in het land van uitvoer een structurele verstoring van de grondstoffenmarkt is vastgesteld.
In de volgende omstandigheden is het lagere recht niet van toepassing:
a)
in verband met het betrokken product zijn in het land van uitvoer structurele verstoringen of een omvangrijke interventie door de overheid met betrekking tot onder meer prijzen, kosten en inputs, waaronder bijvoorbeeld grondstoffen en energie, onderzoek en arbeid, outputs, verkoop en investeringen alsook wisselkoersmanipulaties en voorwaarden voor handelsfinanciering vastgesteld;
b)
in het land van uitvoer gelden geen toereikende sociale en milieunormen, met dien verstande dat sprake is van een toereikend niveau indien het derde land de multilaterale milieuovereenkomsten en de daaraan gehechte protocollen waarbij de Unie op een gegeven tijdstip partij is, alsook de in bijlage I bis vermelde IAO-verdragen heeft geratificeerd en doeltreffend ten uitvoer legt;
c)
de indiener van de klacht vertegenwoordigt een diverse en gefragmenteerde bedrijfstak die grotendeels uit kmo´s bestaat;
d)
in het kader van het onderzoek of van een apart antisubsidieonderzoek ten minste voorlopig is vastgesteld dat het land van uitvoer een of meer subsidies verstrekt aan de producenten-exporteurs van het betrokken product.
Het lagere recht wordt evenwel altijd toegepast wanneer in verband met het betrokken product een structurele verstoring van de grondstoffenmarkt wordt vastgesteld in een land van uitvoer dat tot de minst ontwikkelde landen behoort als vermeld in bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 978/2012."; [Am. 33]
"
5. Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
(-a) in lid 2 wordt de tweede alinea vervangen door:"
"Een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van een maatregel wordt geopend, wanneer het verzoek daartoe voldoende bewijs bevat, dat het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk tot voortzetting of herhaling van dumping en schade zou leiden. Deze waarschijnlijkheid kan bijvoorbeeld worden aangetoond door het bewijs, dat nog steeds invoer met dumping plaatsvindt en dat daardoor schade ontstaat, dat het verdwijnen van de schade geheel of ten dele aan de bestaande maatregelen is toe te schrijven of dat de omstandigheden van de exporteurs dan wel de marktsituatie van zodanige aard zijn, dat de schade veroorzakende dumping waarschijnlijk zal voortduren. Deze waarschijnlijkheid kan tevens worden aangetoond aan de hand van aanhoudende verstorende maatregelen door het land van export."; [Am. 77/rev]
"
(a) aan lid 5 wordt de volgende alinea toegevoegd:"
"Indien de maatregel na een onderzoek als bedoeld in lid 2 komt te vervallen, worden alle vanaf de datum van opening van dat onderzoek geïnde rechten terugbetaald, mits om die terugbetaling is verzocht bij en deze is toegekend door de nationale douaneautoriteiten overeenkomstig de toepasselijke douanewetgeving van de Unie betreffende terugbetaling en kwijtschelding van rechten. Een dergelijke terugbetaling vormt geen aanleiding tot betaling van rente door de desbetreffende nationale douaneautoriteiten." [Am. 35]
"
(b) lid 9 wordt geschrapt.
6. Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:
(a) in lid 3 wordt de tweede zin vervangen door:"
"Het onderzoek wordt, na raadpleging van het raadgevend comité, geopend door middel van een verordening van de Commissie die de douaneautoriteiten tevens de instructie geeft de invoer overeenkomstig artikel 14, lid 5, te registreren of zekerheidstelling te eisen.";
"
(b) in lid 4 wordt de eerste alinea vervangen door:"
"De invoer door ondernemingen waarop een vrijstelling van toepassing is, hoeft niet overeenkomstig artikel 14, lid 5, te worden geregistreerd en hierop zijn geen rechten van toepassing. Een voldoende door bewijsmateriaal gestaafd verzoek tot vrijstelling moet worden ingediend binnen de in de verordening van de Commissie tot opening van het onderzoek gestelde termijn. Wanneer de praktijken, processen of werkzaamheden ter ontwijking buiten de Unie geschieden, kunnen vrijstellingen worden verleend aan producenten van het betreffende product die kunnen aantonen dat zij niet betrokken zijn bij enige ontwijking zoals beschreven in de leden 1 en 2 van dit artikel. Wanneer de praktijken, processen of werkzaamheden ter ontwijking binnen de Unie geschieden, kunnen vrijstellingen worden verleend aan importeurs die kunnen aantonen dat zij niet betrokken zijn bij ontwijkingspraktijken als omschreven in de leden 1 en 2.";
"
6 bis. Artikel 14, lid 3, wordt vervangen door:"
"3. Uit hoofde van deze verordening kunnen bijzondere bepalingen worden vastgesteld, in het bijzonder wat de gemeenschappelijke definitie betreft van het begrip "oorsprong van goederen" als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2913/92 of overeenkomstig artikel 2 van het douanewetboek."; [Am. 36]
"
(6 ter) In artikel 14 wordt lid 5 vervangen door:"
"5. De Commissie kan, nadat zij de lidstaten tijdig heeft geïnformeerd, de douaneautoriteiten opdracht geven passende maatregelen te nemen om de invoer te registreren, zodat met ingang van de datum van registratie maatregelen met betrekking tot deze invoer kunnen worden genomen. Tot registratie van de invoer wordt overgegaan naar aanleiding van een door de bedrijfstak van de Unie ingediend verzoek dat voldoende bewijsmateriaal bevat om een dergelijke maatregel te rechtvaardigen. De invoer kan ook op initiatief van de Commissie aan registratie worden onderworpen.
Indien de door de bedrijfstak van de Unie ingediende klacht een verzoek tot registratie en voldoende bewijsmateriaal bevat om een dergelijke maatregel te rechtvaardigen, wordt de invoer aan registratie onderworpen met ingang van de datum waarop het onderzoek wordt ingesteld.
De registratieverplichting wordt opgelegd door middel van een verordening waarin het doel van de maatregel en, zo nodig, een schatting van de bedragen die eventueel later verschuldigd zullen zijn, worden vermeld. Registratie van de invoer geschiedt niet voor een periode van langer dan negen maanden."; [Am. 79]
"
6 quater. In artikel 14 wordt lid 6 vervangen door:"
"6. De lidstaten brengen de Commissie maandelijks verslag uit over de invoer van goederen die voorwerp van onderzoeken en maatregelen zijn, onder opgave van het bedrag van de rechten dat op grond van de onderhavige verordening is geheven. De Commissie kan na ontvangst van een uitdrukkelijk en met redenen omkleed verzoek van een belanghebbende partij en na advies hierover van het in artikel 15, lid 2, bedoelde comité beslissen om hen te informeren over het volume en de waarde van de invoer van deze producten."; [Am. 75]
"
6 quinquies. Aan artikel 14 wordt het volgende lid toegevoegd:"
"7 bis. Wanneer de Commissie beoogt een document aan te nemen of te publiceren ter verduidelijking van de vaste praktijk van de Commissie met betrekking tot de toepassing van enig element van deze verordening, raadpleegt zij alvorens het document aan te nemen of te publiceren het Europees Parlement en de Raad, teneinde consensus te bereiken en het desbetreffende document aan te nemen. Voor latere wijzigingen van dergelijke documenten gelden dezelfde procedurele vereisten. In elk geval zijn deze documenten in volledige overeenstemming met de bepalingen van deze verordening. Zij strekken niet tot uitbreiding van de bevoegdheden van de Commissie tot het vaststellen van maatregelen, zoals geïnterpreteerd door het Hof van Justitie van de Europese Unie."; [Am. 39]
"
7. In artikel 17 wordt lid 1 vervangen door:"
"1. Indien het aantal producenten in de Unie, exporteurs of importeurs,dat vrijwillig medewerking aan het onderzoek verleent, of het aantal productsoorten of transacties groot is, kan het onderzoek worden beperkt tot een redelijk aantal partijen, producten of transacties, door gebruik te maken van statistisch geldige steekproeven op basis van op het tijdstip van de selectie beschikbare gegevens, of tot de grootste representatieve productie-, verkoop- of exporthoeveelheden die binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kunnen worden onderzocht. In het geval van diverse en gefragmenteerde bedrijfstakken die grotendeels uit kmo´s bestaan, moet bij de definitieve selectie van partijen rekening worden gehouden met hun aandeel in de desbetreffende bedrijfstak."; [Am. 40]
"
8. Het volgende artikel wordt ingevoegd:"
"Artikel 19 bis
Informatie over voorlopige maatregelen
"1. De producenten in de Unie, de importeurs, de exporteurs, en hun representatieve verenigingen en vertegenwoordigers van het land van uitvoer kunnen om informatie verzoeken over de beoogde instelling van voorlopige rechten. Deze verzoeken dienen binnen de in het bericht van opening/inleiding vastgestelde termijn schriftelijk te worden ingediend. Dergelijke informatie wordt deze partijen ten minste twee weken vóór het verstrijken van de in artikel 7, lid 1, genoemde termijn voor de instelling van voorlopige rechten ter beschikking gesteld. Deze informatie omvat het volgende:
a)
een slechts ter informatie dienend overzicht over de voorgestelde rechten, en
b)
nadere gegevens over de berekening van de dumpingmarge en de passende marge om de schade aan de bedrijfstak van de Unie weg te nemen, waarbij naar behoren rekening moet worden gehouden met de geheimhoudingsverplichtingen van artikel 19. De betrokken partijen kunnen binnen een termijn van drie werkdagen opmerkingen over de juistheid van de berekeningen indienen. [Am. 41]
2.
Indien wordt besloten het onderzoek voort te zetten zonder voorlopige rechten in te stellen, worden de belanghebbenden twee weken vóór het verstrijken van de in artikel 7, lid 1, genoemde termijn voor de instelling van voorlopige rechten in kennis gesteld van het feit dat geen voorlopige rechten worden ingesteld.";
"
9. Artikel 21, lid 2, wordt vervangen door:"
"2. Teneinde de autoriteiten een gezonde basis te verschaffen om bij het besluit, of de instelling van maatregelen in het belang van de Unie is, met alle standpunten en gegevens rekening te kunnen houden, kunnen de producenten in de Unie, de importeurs en hun representatieve verenigingen, de representatieve gebruikers en de representatieve consumentenorganisaties binnen de in het bericht van opening van een antidumpingonderzoek gestelde termijnen, zich bij de Commissie bekendmaken en haar inlichtingen verstrekken. Deze inlichtingen, of passende samenvattingen daarvan, worden ter beschikking gesteld aan de andere in dit artikel genoemde partijen, die het recht hebben daarover opmerkingen te maken." [Am. 42]
"
9 bis. Aan artikel 22 wordt de volgende alinea toegevoegd:"
"1 bis. Zodra alle lidstaten nieuwe IAO-verdragen hebben geratificeerd, werkt de Commissie bijlage I bis bij volgens de procedure van artikel 290 VWEU."; [Am. 43]
"
9 ter. Het volgende artikel wordt ingevoegd:"
"Artikel 22 bis
Verslag
1.
Om het toezicht op de tenuitvoerlegging van de Verordening door het Europees Parlement en de Raad te vergemakkelijken legt de Commissie, hierbij terdege rekening houdend met de bescherming van vertrouwelijke informatie in de zin van artikel 19, het Europees Parlement en de Raad jaarlijks een verslag voor over de toepassing en tenuitvoerlegging van deze verordening, als onderdeel van een dialoog inzake handelsbeschermingsinstrumenten tussen de Commissie, het Europees Parlement en de Raad. Het verslag omvat informatie over de vaststelling van voorlopige en definitieve maatregelen, de beëindiging van onderzoeken zonder maatregelen, verbintenissen, nieuwe onderzoeken, herzieningsprocedures en verificatiebezoeken, en de activiteiten van de diverse instanties die bevoegd zijn voor het toezicht op de uitvoering van de verordening en de naleving van de verplichtingen uit hoofde van deze verordening. Het verslag omvat ook het gebruik van handelsbeschermingsinstrumenten door derde landen gericht tegen de Unie, informatie over het herstel van de bedrijfstak van de Unie die getroffen wordt door de genomen maatregelen en de beroepen tegen de genomen maatregelen. Het omvat de werkzaamheden van de raadadviseur-auditeur van het Directoraat-generaal Handel en die van de kmo-helpdesk in verband met de toepassing van deze verordening.
2.
Het Europees Parlement kan de Commissie binnen een maand nadat deze het verslag heeft ingediend, op een ad-hocvergadering van zijn bevoegde commissie uitnodigen om alle aspecten met betrekking tot de toepassing van deze verordening uiteen te zetten en toe te lichten. Het verslag kan tevens onderwerp zijn van een resolutie.
3.
Uiterlijk zes maanden na de indiening van het verslag bij het Europees Parlement en de Raad, maakt de Commissie het verslag openbaar."; [Am. 44]
"
9 quater. De volgende bijlage wordt toegevoegd:"
"Bijlage I bis
In de artikelen 7, 8 en 9 bedoelde IAO-verdragen
1.
Verdrag betreffende de gedwongen of verplichte arbeid, nr. 29 (1930)
2.
Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, nr. 87 (1948)
3.
Verdrag betreffende de toepassing van de beginselen van het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen, nr. 98 (1949)
4.
Verdrag betreffende gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke arbeidskrachten voor arbeid van gelijke waarde, nr. 100 (1951)
5.
Verdrag betreffende de afschaffing van gedwongen arbeid, nr. 105 (1957)
6.
Verdrag betreffende discriminatie in arbeid en beroep, nr. 111 (1958)
7.
Verdrag betreffende de minimumleeftijd voor toelating tot het arbeidsproces, nr. 138 (1973)
8.
Verdrag betreffende het verbod op en de onmiddellijke actie voor de uitbanning van de ergste vormen van kinderarbeid, nr. 182 (1999)"; [Am. 45]
"
Artikel 2
Verordening (EG) nr. 597/2009 wordt als volgt gewijzigd:
-1. De titel wordt vervangen door:"
"Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Unie zijn"; [Am. 46]
"
-1 bis. Volgende overweging wordt ingevoegd:"
"(9 bis) In de Unie zijn tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies in het algemeen verboden krachtens artikel 107, lid 1, VWEU. Tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies die door derde landen worden verleend, zorgen daarom voor een bijzondere verstoring van de handel. De omvang van de door de Commissie goedgekeurde staatssteun is mettertijd gestaag gedaald. Met betrekking tot het antisubsidie-instrument dient de regel van het lagere recht bijgevolg niet meer te worden toegepast op de invoer uit een land of uit landen waar subsidiëring plaatsvindt."; [Am. 47]
"
-1 ter. In artikel 1, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:"
"Het gebruik van een gesubsidieerd product in verband met de exploratie van het continentaal plateau of de exclusieve economische zone van een lidstaat of de winning van grondstoffen in die gebieden, wordt als invoer in de zin van deze verordening beschouwd die dienovereenkomstig aan rechten wordt onderworpen indien als gevolg van dat gebruik schade wordt berokkend aan de bedrijfstak van de Unie."; [Am. 48]
"
1. In artikel 9, lid 1, wordt de aanhef vervangen door:"
"1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder "bedrijfstak van de Unie"verstaan, de gezamenlijke producenten in de Unie van de soortgelijke producten of diegenen van deze producenten wier gezamenlijke productie van de betrokken producten een groot deel van de totale productie van deze producten in de Unie uitmaakt, met dien verstande dat:";
"
1 bis. In artikel 10, lid 1, wordt de eerste alinea vervangen door:"
"1. Behoudens het bepaalde in lid 8 wordt een onderzoek geopend naar het bestaan, de mate en de gevolgen van beweerde subsidiëring naar aanleiding van een schriftelijke klacht die namens de bedrijfstak van de Unie door een natuurlijke persoon, door een rechtspersoon of door een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid wordt ingediend.. Klachten kunnen ook door de bedrijfstak van de Unie of een namens deze handelende natuurlijke persoon of rechtspersoon of vereniging zonder rechtspersoonlijkheid gezamenlijk met vakbonden worden ingediend."; [Am. 91]
"
1 ter. Aan artikel 10, lid 6, wordt de volgende alinea toegevoegd:"
"In het geval van gediversifieerde en gefragmenteerde bedrijfstakken die grotendeels uit kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) bestaan, helpt de Commissie de belanghebbenden deze drempels te bereiken door ondersteuning te bieden via de kmo-helpdesk."; [Am. 94]
"
1 quater. Artikel 10, lid 8, wordt vervangen door:"
"8. Indien de Commissie in bijzondere omstandigheden, met name in het geval van diverse en gefragmenteerde bedrijfstakken die merendeels uit kmo´s bestaan, , besluit een onderzoek te openen zonder dat zij een schriftelijke klacht van of namens de bedrijfstak van de Unie om tot opening van een onderzoek over te gaan, heeft ontvangen, geschiedt zulks aan de hand van voldoende bewijsmateriaal betreffende het bestaan van tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies, van schade en van oorzakelijk verband als bedoeld in lid 2, om de opening van een dergelijk onderzoek te rechtvaardigen." [Am. 49]
"
1 quinquies. Artikel 11, lid 9, wordt vervangen door:"
"9. Het onderzoek in de overeenkomstig artikel 10, lid 11 ingeleide procedures wordt, voor zover mogelijk, binnen uiterlijk negen maanden afgesloten. Het wordt in ieder geval binnen 10 maanden na de opening ervan afgesloten in overeenstemming met de bevindingen als bedoeld in artikel 13 voor verbintenissen of met die als bedoeld in artikel 15 voor definitieve maatregelen. De onderzoeksperioden vallen indien mogelijk, in het bijzonder in het geval van diverse en gefragmenteerde bedrijfstakken die grotendeels uit kmo´s bestaan, samen met het boekjaar."; [Am. 51]
"
2. Aan artikel 11 worden volgende leden toegevoegd:"
"11. De producenten van het soortgelijke product in de Unie,zijn verplicht tot kleine en micro- ondernemingen uitgezonderd, worden verzocht om medewerking aan de krachtens artikel 10, lid 8, ingeleide procedure. [Am. 50]
11 bis.
De Commissie bevordert de toegang tot het instrument voor diverse en gefragmenteerde bedrijfstakken, die grotendeel uit kmo´s bestaan, in de context van gevallen van antisubsidie, door middel van een kmo-helpdesk.
De kmo-helpdesk zorgt voor meer bekendheid van het instrument en geeft voorlichting en uitleg met betrekking tot specifieke zaken, de vraag hoe een klacht kan worden ingediend en hoe bewijzen voor tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies en schade het best kunnen worden gepresenteerd. De kmo-helpdesk stelt standaardformulieren beschikbaar voor met het oog op de beoordeling van de representativiteit in te dienen statistieken en voor de vragenlijsten.
Na de instelling van een onderzoek stelt de kmo-helpdesk ondernemingen en hun relevante verenigingen die waarschijnlijk gevolgen zullen ondervinden van de instelling van het onderzoek op de hoogte van de relevante termijnen om zich te laten registreren als belanghebbende.
De kmo-helpdesk helpt de ondernemingen met vragen inzake het invullen van vragenlijsten, waarbij bijzondere aandacht zal worden besteed aan vragen van kmo's met betrekking tot onderzoeken die worden ingesteld overeenkomstig artikel 10, lid 8. Voor zover mogelijk helpt zij problemen als gevolg van taalbarrières verminderen.
Ingeval kmo´s aantonen dat er aanwijzingen zijn voor tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies, verstrekt de kmo-helpdesk, overeenkomstig artikel 24, lid 6, informatie over de ontwikkeling van de omvang en de waarde van de invoer van het betrokken product.
De kmo-helpdesk geeft tevens adviezen over aanvullende manieren om in contact te treden met de raadadviseur-auditeur en de nationale douaneautoriteiten. De kmo-helpdesk informeert ondernemingen over de mogelijkheden en de voorwaarden waaronder zij kunnen verzoeken om herziening van de maatregelen en om terugbetaling van de betaalde tot compenserende maatregelen aanleiding gevende rechten. [Am. 52]
11 ter.
De Commissie zorgt voor optimale toegang tot informatie voor alle belanghebbenden door te voorzien in een informatiesysteem door middel waarvan belanghebbenden op de hoogte worden gesteld wanneer er nieuwe niet-vertrouwelijke informatie wordt toegevoegd aan het onderzoeksdossier. Niet-vertrouwelijke informatie moet ook toegankelijk worden gemaakt via een internetplatform. [Am. 53]
11 quater.
De Commissie ziet erop toe dat de procedurele rechten van de belanghebbenden daadwerkelijk gewaarborgd worden en zorgt er tevens voor dat procedures onpartijdig, objectief en binnen een redelijke termijn worden afgewikkeld, waar nodig door een raadadviseur-auditeur. [Am. 54]
11 quinquies.
De vragenlijsten die in de onderzoeken worden gebruikt, worden op verzoek van belanghebbenden door de Commissie opgesteld in alle officiële talen van de Unie."; [Am. 55]
"
3. Artikel 12, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:
(-a) de tweede alinea wordt vervangen door:"
"Voorlopige rechten worden niet eerder ingesteld dan 60 dagen en niet later dan zes maanden na de inleiding van de procedure."; [Am. 56]
"
(a) de derde alinea wordt vervangen door:"
"Het voorlopig compenserend recht bedraagt niet meer dan het totaal van de voorlopig vastgestelde, tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies.";
"
(b) de volgende alinea wordt aan het einde toegevoegd:"
"Voorlopige rechten worden niet eerder toegepast dan twee weken na toezending van de informatie aan de belanghebbenden overeenkomstig artikel 29 bis. Deze informatie doet geen afbreuk aan besluiten die de Commissie daarna neemt." [Am. 57]
"
3 bis. Artikel 13, lid 1, wordt vervangen door:"
"1. Mits er voorlopig is vastgesteld dat subsidiering plaatsvindt en daaruit schade voortvloeit, kan de Commissie overgaan tot aanvaarding van op vrijwillige basis aangeboden verbintenissen, die inhouden dat:
(a)
het land van oorsprong en/of van uitvoer ermee instemt de subsidie in te trekken of te beperken of andere maatregelen te nemen met betrekking tot de gevolgen ervan, of
(b)
een exporteur zich ertoe verbindt zijn prijzen te herzien of zijn uitvoer naar het betrokken gebied te staken zolang voor deze uitvoer tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies worden verleend, mits de Commissie na specifieke raadpleging van het raadgevend comité heeft vastgesteld dat daarmee de schadelijke gevolgen van de subsidiëring worden weggenomen.
In dergelijke gevallen en voor de duur van de verbintenis gelden de door de Commissie op grond van artikel 12, lid 3, ingestelde voorlopige rechten of de door de Raad op grond van artikel 15, lid 1, ingestelde definitieve rechten niet voor de invoer van de betreffende producten die worden geproduceerd door de ondernemingen die worden genoemd in het besluit van de Commissie tot aanvaarding van verbintenissen, en eventuele wijzigingen daarvan.
De regel van het lagere recht is niet van toepassing op prijzen die in het kader van dergelijke verbintenissen in verband met antisubsidieprocedures worden overeengekomen."; [Am. 58]
"
3 ter. Artikel 13, lid 4, wordt vervangen door:"
"4. Partijen die een verbintenis aanbieden, dienen een betekenisvolle niet-vertrouwelijke versie daarvan te verschaffen die ter beschikking van de bij het onderzoek betrokken partijen, het Europees Parlement en de Raad kan worden gesteld. De partijen worden verzocht zo veel mogelijk informatie te verstrekken betreffende de inhoud en aard van de onderneming waarbij terdege rekening wordt gehouden met de bescherming van vertrouwelijke informatie in de zin van artikel 29. Voorts moet de Commissie alvorens een eventuele aangeboden verbintenis te aanvaarden de bedrijfstak van de Unie raadplegen met betrekking tot de belangrijkste kenmerken van de onderneming."; [Am. 59]
"
4. In artikel 14 wordt lid 5 vervangen door:"
"5. De hoogte van de subsidies waartegen compenserende maatregelen kunnen worden genomen, wordt als minimaal beschouwd indien deze minder dan 1% ad valorem bedraagt, met dien verstande dat bij onderzoeken naar de invoer uit ontwikkelingslanden de drempel voor het als minimaal te beschouwen 2% ad valorem bedraagt.";
"
5. In artikel 15, lid 1, wordt de laatste alinea vervangen door:"
"Het compenserend recht bedraagt niet meer dan de vastgestelde, tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies.";
"
6. Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:
(a) aan lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:"
"Indien de maatregel na een onderzoek als bedoeld in artikel 18 komt te vervallen, worden alle na de datum van inleiding van dat onderzoek geïnde rechten terugbetaald. De terugbetaling moet overeenkomstig de douanewetgeving van de Unie bij de nationale douaneautoriteiten worden aangevraagd." [Am. 60]
"
(b) lid 6 wordt geschrapt.
7. Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:
(a) in de tweede volzin van lid 4 wordt "kan" vervangen door "moet".
(b) in lid 6 wordt de tweede alinea vervangen door:"
"Wanneer de praktijken, processen of werkzaamheden ter ontwijking buiten de Unie geschieden, kunnen vrijstellingen worden verleend aan producenten van het betreffende product als zij kunnen aantonen dat zij niet betrokken zijn bij enige ontwijking zoals beschreven in lid 3.";
"
(c) in lid 6 wordt de derde alinea vervangen door:"
"Wanneer de praktijken, processen of werkzaamheden ter ontwijking binnen de Unie geschieden, kunnen vrijstellingen worden verleend aan importeurs als zij kunnen aantonen dat zij niet betrokken zijn bij enige ontwijking zoals beschreven in lid 3.";
"
7 bis. Artikel 24, lid 3, wordt vervangen door:"
"3. Uit hoofde van deze verordening kunnen bijzondere bepalingen worden vastgesteld, in het bijzonder wat de gemeenschappelijke definitie betreft van het begrip "oorsprong van goederen" als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2913/92 of overeenkomstig artikel 2 van het douanewetboek."; [Am. 61]
"
7 ter. In artikel 24 wordt lid 5 vervangen door:"
"5. De Commissie kan, nadat zij de lidstaten tijdig heeft geïnformeerd, de douaneautoriteiten opdracht geven passende maatregelen te nemen om de invoer te registreren, zodat met ingang van de datum van registratie maatregelen met betrekking tot deze invoer kunnen worden genomen.
Tot registratie van de invoer wordt overgegaan naar aanleiding van een door de bedrijfstak van de Unie ingediend verzoek dat voldoende bewijsmateriaal bevat om een dergelijke maatregel te rechtvaardigen. De invoer kan ook op initiatief van de Commissie aan registratie worden onderworpen.
Indien de door de bedrijfstak van de Unie ingediende klacht een verzoek tot registratie en voldoende bewijsmateriaal bevat om een dergelijke maatregel te rechtvaardigen, wordt de invoer aan registratie onderworpen met ingang van de datum waarop het onderzoek wordt ingesteld.
De registratieverplichting wordt opgelegd door middel van een verordening waarin het doel van de maatregel en, zo nodig, een schatting van de bedragen die eventueel later verschuldigd zullen zijn, worden vermeld. De invoer wordt voor een periode van ten hoogste negen maanden aan registratieplicht onderworpen."; [Am. 78]
"
7 quater. In artikel 24 wordt lid 6 vervangen door:"
"6. De lidstaten brengen de Commissie maandelijks verslag uit over de invoer van goederen die voorwerp van onderzoeken en maatregelen zijn, onder opgave van het bedrag van de rechten dat op grond van de onderhavige verordening is geheven. De Commissie kan na ontvangst van een uitdrukkelijk en met redenen omkleed verzoek van een belanghebbende partij en na advies hierover van het in artikel 25, lid 2, bedoelde comité beslissen om hen te informeren over het volume en de waarde van de invoer van deze producten."; [Am. 76]
"
7 quinquies. Aan artikel 24 wordt het volgende lid toegevoegd:"
"7 bis. Wanneer de Commissie beoogt een document aan te nemen of te publiceren ter verduidelijking van de vaste praktijk van de Commissie met betrekking tot de toepassing van enig element van deze verordening, raadpleegt zij alvorens het document aan te nemen of te publiceren het Europees Parlement en de Raad, teneinde consensus te bereiken en het desbetreffende document aan te nemen. Voor latere wijzigingen van dergelijke documenten gelden dezelfde procedurele vereisten. In elk geval zijn deze documenten in volledige overeenstemming met de bepalingen van deze verordening. Zij strekken niet tot uitbreiding van de bevoegdheden van de Commissie tot het vaststellen van maatregelen, zoals geïnterpreteerd door het Hof van Justitie van de Europese Unie."; [Am. 64]
"
8. In Artikel 27, lid 1, wordt de eerste alinea vervangen doorwordt vervangen door:"
"1. Indien het aantal producenten in de Unie, exporteurs of importeurs,dat medewerking aan het onderzoek verleent, of het aantal productsoorten of transacties groot is, kan het onderzoek worden beperkt tot:
a)
een redelijk aantal partijen, producten of transacties door aan de hand van op het tijdstip van de selectie beschikbare informatie van statistisch significante steekproeven gebruik te maken; of
b)
het grootste representatieve productie-, afzet- of uitvoervolume dat redelijkerwijs binnen de beschikbare tijd kan worden onderzocht.
In het geval van diverse en gefragmenteerde bedrijfstakken die grotendeels uit kmo´s bestaan,wordt bij de definitieve selectie van partijen rekening gehouden met hun aandeel in de desbetreffende bedrijfstak."; [Am. 65]
"
9. Na artikel 29 wordt het volgende artikel ingevoegd:"
"Artikel 29 bis
Informatie over voorlopige maatregelen
"1. De producenten in de Unie, de importeurs, de exporteurs, en hun representatieve verenigingen en het land van oorsprong en/of van uitvoer kunnen om informatie verzoeken over de beoogde instelling van voorlopige rechten. Deze verzoeken dienen binnen de in het bericht van opening/inleiding vastgestelde termijn schriftelijk te worden ingediend. Dergelijke informatie wordt deze partijen ten minste twee weken vóór het verstrijken van de in artikel 12, lid 1, genoemde termijn voor de instelling van voorlopige rechten ter beschikking gesteld.
Deze informatie omvat het volgende:
a)
een slechts ter informatie dienend overzicht over de voorgestelde rechten, en
b)
nadere gegevens over de berekening van de subsidiemarge en de passende marge om de schade aan de bedrijfstak van de Unie weg te nemen, waarbij naar behoren rekening moet worden gehouden met de geheimhoudingsverplichtingen van artikel 29. De betrokken partijen kunnen binnen een termijn van drie werkdagen opmerkingen over de juistheid van de berekeningen indienen.
2.
Indien wordt besloten het onderzoek voort te zetten zonder voorlopige rechten in te stellen, worden de belanghebbenden twee weken vóór het verstrijken van de in artikel 12, lid 1, genoemde termijn voor de instelling van voorlopige rechten in kennis gesteld van het feit dat geen voorlopige rechten worden ingesteld." [Am. 66]
"
10. Artikel 31, lid 2, wordt vervangen door:"
"2. Teneinde de autoriteiten een deugdelijke basis te verschaffen om bij het besluit of de instelling van maatregelen in het belang van de Unie is, met alle standpunten en gegevens rekening te kunnen houden, kunnen de producenten in de Unie, de importeurs en hun representatieve verenigingen, de representatieve gebruikers- en consumentenorganisaties zich binnen de in het bericht van opening van een antisubsidieonderzoek gestelde termijnen, bij de Commissie bekendmaken en haar inlichtingen verstrekken. Deze inlichtingen, of passende samenvattingen daarvan, worden ter beschikking gesteld aan de andere in dit lid genoemde partijen die het recht hebben daarover opmerkingen te maken." [Am. 67]
"
10 bis. Het volgende artikel wordt ingevoegd:"
"Artikel 33 bis.
Verslag
1.
Om het toezicht op de tenuitvoerlegging van de Verordening door het Europees Parlement en de Raad te vergemakkelijken legt de Commissie, hierbij terdege rekening houdend met de bescherming van vertrouwelijke informatie in de zin van artikel 19, het Europees Parlement en de Raad jaarlijks een verslag voor over de toepassing en tenuitvoerlegging van deze verordening, als onderdeel van een dialoog inzake handelsbeschermingsinstrumenten tussen de Commissie, het Europees Parlement en de Raad. Het verslag omvat informatie over de vaststelling van voorlopige en definitieve maatregelen, de beëindiging van onderzoeken zonder maatregelen, verbintenissen, nieuwe onderzoeken, herzieningsprocedures en verificatiebezoeken, en de activiteiten van de diverse instanties die bevoegd zijn voor het toezicht op de uitvoering van de verordening en de naleving van de verplichtingen uit hoofde van deze verordening. Het verslag omvat ook het gebruik van handelsbeschermingsinstrumenten door derde landen gericht tegen de Unie, informatie over het herstel van de bedrijfstak van de Unie die getroffen wordt door de genomen maatregelen en de beroepen tegen de genomen maatregelen. Het omvat de werkzaamheden van de raadadviseur-auditeur van het Directoraat-generaal Handel en die van de kmo-helpdesk in verband met de toepassing van deze verordening.
2.
Het Europees Parlement kan de Commissie binnen een maand nadat deze het verslag heeft ingediend, op een ad-hocvergadering van zijn bevoegde commissie uitnodigen om alle aspecten met betrekking tot de toepassing van deze verordening uiteen te zetten en toe te lichten. Het verslag kan tevens onderwerp zijn van een resolutie.
3.
Uiterlijk zes maanden na de indiening van het verslag bij het Europees Parlement en de Raad, maakt de Commissie het verslag openbaar.". [Am. 68]
"
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Het wordt geconsolideerd met Verordening (EG) nr. 1225/2009 en Verordening (EG) nr. 597/2009 uiterlijk op …(4) [Am. 69]
Artikel 4
Deze verordening is van toepassing op alle onderzoeken waarvoor na de inwerkingtreding van deze verordening overeenkomstig artikel 10, lid 11, van Verordening (EG) nr. 597/2009 of artikel 5, lid 9, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 een bericht van inleiding van een procedure is gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51).
Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn (PB L 188 van 18.7.2009, blz. 93).