Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 16 april 2014 inzake het gewijzigde voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad en Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad, en van Verordening (EU) nr. xxx/2011 van de Raad inzake een geïntegreerd maritiem beleid (COM(2013)0245 – C7-0108/2013 – 2011/0380(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0804) en het gewijzigde voorstel COM(2013)0245),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 42, artikel 43, lid 2, artikel 91, lid 1, artikel 100, lid 2, artikel 173, lid 3, artikel 175 en artikel 188, artikel 192, lid 1, artikel 194, lid 2 en artikel 195, lid 2 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op basis waarvan het voorstel aan het Parlement is voorgelegd door de Commissie (C7–0108/2013),
— gezien het advies van de Commissie juridische zaken over de voorgestelde rechtsgrondslag,
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien de adviezen van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 11 juli 2012(1) en 22 mei 2013(2),
– gezien het advies van het Comité van de Regio's van 9 oktober 2012(3),
– gezien de schriftelijke toezegging van de vertegenwoordiger van de Raad van 12 februari 2014 om het standpunt van het Europees Parlement goed te keuren, overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien de artikelen 55 en 37 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie visserij en de adviezen van de Begrotingscommissie, de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken, de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid en de Commissie regionale ontwikkeling (A7-0282/2013),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast(4);
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Dit standpunt vervangt de amendementen die zijn aangenomen op 23 oktober 2013 (Aangenomen teksten, P7_TA(2013)0441).
Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 16 april 2014 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. .../2014 van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad
(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Verordening (EU) nr. 508/2014.)