Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 17 april 2014 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor maritieme ruimtelijke ordening en geïntegreerd kustbeheer (COM(2013)0133 – C7-0065/2013 – 2013/0074(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2013)0133),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 43, lid 2, en artikel 100, lid 2, artikel 192, lid 1, en artikel 194, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7‑0065/2013),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien de gemotiveerde adviezen die in het kader van protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid zijn uitgebracht door een parlement van het Koninkrijk België, de Duitse Bondsraad, de Ierse Kamer van Volksvertegenwoordigers, de Ierse Senaat, het Litouwse parlement, de Nederlandse Eerste Kamer, de Nederlandse Tweede Kamer, de Poolse Senaat, het Finse parlement en de Zweedse Rijksdag, en waarin wordt gesteld dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel,
– gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 18 september 2013(1),
– gezien het advies van het Comité van de Regio’s van 9 oktober 2013(2),
– gezien de schriftelijke toezegging van de vertegenwoordiger van de Raad van 12 maart 2014 om het standpunt van het Europees Parlement goed te keuren, overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien artikel 55 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie vervoer en toerisme en de adviezen van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid en de Commissie visserij (A7-0379/2013),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast(3);
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Dit standpunt vervangt de amendementen aangenomen op 12 december 2013 (Aangenomen teksten P7_TA(2013)0588).
Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 17 april 2014 met het oog op de vaststelling van Richtlijn 2014/.../EU van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor maritieme ruimtelijke planning
(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Richtlijn 2014/89/EU.)