Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2014/2817(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A8-0022/2014

Ingediende teksten :

A8-0022/2014

Debatten :

PV 13/11/2014 - 5
CRE 13/11/2014 - 5

Stemmingen :

PV 13/11/2014 - 8.4
CRE 13/11/2014 - 8.4
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P8_TA(2014)0049

Aangenomen teksten
PDF 314kWORD 216k
Donderdag 13 november 2014 - Brussel
Sluiting van een associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië
P8_TA(2014)0049A8-0022/2014

Niet-wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 13 november 2014 over het ontwerp van besluit van de Raad tot sluiting, namens de Europese Unie, van de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds (09828/2014 – C8-0130/2014 – 2014/0083(NLE)2014/2817(INI))

Het Europees Parlement,

–  gezien het ontwerp van besluit van de Raad (09828/2014),

–  gezien de ontwerpassociatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds (17903/2013),

–  gezien het verzoek om goedkeuring dat de Raad heeft ingediend krachtens artikel 217 en artikel 218, lid 6, tweede alinea, onder a), en tweede alinea van artikel 218, lid 8, en artikel 218, lid 7, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (C8-0130/2014),

–  gezien zijn resolutie van 15 september 2011 met aanbevelingen van het Europees Parlement aan de Raad, de Commissie en de EDEO inzake de onderhandelingen tussen de EU en de Republiek Moldavië over de associatieovereenkomst(1),

–  gezien zijn wetgevingsresolutie van 13 november 2014 over het ontwerp van besluit(2),

–  gezien zijn eerdere resoluties over de situatie in het Oostelijk Partnerschap en met name die van 12 maart 2014 over de beoordeling en vaststelling van prioriteiten voor de betrekkingen van de EU met de landen van het Oostelijk Partnerschap(3) en van 17 april 2014 over Russische druk op de landen van het Oostelijk Partnerschap en in het bijzonder de destabilisatie van Oost-Oekraïne(4),

–  gezien de associatieagenda tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië, die op 26 juni 2014 is bekrachtigd door de Samenwerkingsraad en het ENB-actieplan van 22 februari 2005 heeft vervangen,

–  gezien artikel 49 van het Verdrag betreffende de Europese Unie,

–  gezien artikel 99, lid 1, tweede alinea, van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken en het advies van de Commissie internationale handel (A8-0022/2014),

A.  overwegende dat de Republiek Moldavië, dankzij de politieke vastberadenheid van haar regering, de afgelopen jaren aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt op het gebied van hervormingen en bij het versterken van haar betrekkingen met de EU;

B.  overwegende dat de huidige crisis in Oekraïne, de onwettige annexatie van de Krim en de rol van Rusland daarin een ernstige bedreiging vormen voor de Europese veiligheid en het geopolitieke evenwicht hebben veranderd; overwegende dat dit ook gevolgen heeft voor de betrekkingen tussen de EU en de Republiek Moldavië;

C.  overwegende dat door het Oostelijk Partnerschap een politiek kader van betekenis is ontstaan voor de verdieping van de betrekkingen, de versnelling van de politieke samenwerking en de bevordering van de economische integratie tussen de EU en de Republiek Moldavië, verbonden door sterke geografische, historische en culturele banden, doordat het de politieke en sociaaleconomische hervormingen ondersteunt en de toenadering vergemakkelijkt, met name in het licht van de economische sancties van Rusland en de destabiliserende maatregelen die Rusland heeft getroffen ten aanzien van de Republiek Moldavië;

D.  overwegende dat de Republiek Moldavië de associatieovereenkomst, met inbegrip van een diepe en brede vrijhandelsruimte (DCFTA), op 2 juli 2014 heeft geratificeerd en dat sommige bepalingen van die overeenkomst voorlopig worden toegepast sinds 1 september 2014, in afwachting van de ratificatie door de lidstaten;

E.  overwegende dat de sluiting van de associatieovereenkomst geen doel op zich is, maar onderdeel is van een breder proces om de Europese dimensie van de Republiek Moldavië in politiek, economisch en maatschappelijk opzicht te versterken; overwegende dat de lancering van de visumvrije regeling voor Moldavische burgers, de sluiting van overeenkomsten op het gebied van luchtvaart, landbouw en civiele bescherming betreffende de deelname van de Republiek Moldavië aan EU-agentschappen en programma's en betreffende samenwerking inzake het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid, en met name de ondertekening van de associatieovereenkomst tussen de EU en de Republiek Moldavië, een tastbare uiting van dit proces zijn; overwegende dat met het oog hierop de tenuitvoerlegging van alle overeenkomsten van wezenlijk belang is;

F.  overwegende dat de premier van de Republiek Moldavië, Iurie Leanca, een verklaring heeft afgelegd over het voornemen van de Republiek Moldavië om in 2015 een aanvraag tot lidmaatschap van de Europese Unie in te dienen;

G.  overwegende dat een consensus binnen een groot gedeelte van het politieke spectrum over de betrekkingen tussen de EU en de Republiek Moldavië, alsook over de prioriteiten van die betrekkingen, kan bijdragen tot de betere en vlottere tenuitvoerlegging van de associatieagenda, hetgeen de Moldavische burgers ten goede komt;

H.  overwegende dat een inclusieve en participatieve nationale dialoog en een constructieve aanpak op alle niveaus van de overheid en de samenleving noodzakelijk zijn om alle regio's en nationale minderheden actief te betrekken bij het besluitvormingsproces;

I.  overwegende dat een krachtige informatie- en voorlichtingscampagne in zowel de EU als de Republiek Moldavië kan bijdragen tot een beter begrip onder de burgers van de wederzijdse voordelen van de associatieovereenkomst en de DCFTA;

J.  overwegende dat regionale kaders, zoals de Parlementaire Vergadering van Euronest, een aanvullend forum bieden waar ervaring, informatie en optimale werkwijzen worden uitgewisseld inzake de tenuitvoerlegging van de associatieagenda;

K.  overwegende dat specifieke energie-infrastructuurprojecten concrete voordelen kunnen opleveren voor de burgers in de vorm van energiezekerheid en lagere energiekosten voor de bevolking en kunnen helpen om de doelstellingen van de Energiegemeenschap te verwezenlijken;

L.  overwegende dat handelsbeperkingen op specifieke Moldavische producten door de Russische Federatie ernstige gevolgen hebben gehad voor plaatselijke producenten en voor de economie van de Republiek Moldavië in het algemeen;

M.  overwegende dat Rusland eerder dit jaar militaire oefeningen heeft gehouden in de afgescheiden regio Transnistrië van Moldavië; overwegende dat het parlement van Transnistrië Moskou opnieuw heeft opgeroepen om de regio toe te staan zich bij de Russische Federatie te voegen;

N.  overwegende dat de totstandbrenging van een DCFTA tussen de EU en de Republiek Moldavië een van de belangrijkste wederzijdse voordelen van de overeenkomst vormt die zonder enige twijfel van groot belang is voor de handel, economische groei, het scheppen van banen, welvaart en stabiliteit in de Republiek Moldavië;

O.  overwegende dat de Republiek Moldavië, door de totstandbrenging van een DCFTA met de EU, haar toegang tot de markt van de EU zal vergroten en zo nieuwe mogelijkheden voor ontwikkeling en groei zal creëren waarvan de bedrijven en burgers van Moldavië rechtstreeks zullen profiteren; overwegende dat de EU profijt zal hebben van soepelere handelsstromen en betere investeringsomstandigheden in de Republiek Moldavië;

P.  overwegende dat de DCFTA diverse bepalingen omvat die erop zijn gericht de handelswetgeving en het handelsgerelateerd beleid van de Republiek Moldavië te hervormen in overeenstemming met en op basis van het EU-acquis, hetgeen de basis zal leggen voor de modernisering van de economie van het land en een beter en voorspelbaarder ondernemingsklimaat, onder meer voor kleine- en middelgrote ondernemingen;

Q.  overwegende dat het zonder krachtige administratieve ondersteuning van EU-deskundigen zeer moeilijk zal zijn voor om het even welke Moldavische regering om de overeengekomen aanpassing aan de wetgeving van het EU-acquis te verwezenlijken;

R.  overwegende dat de EU, middels de toekenning van autonome handelspreferenties en, daarvoor, SAP+-preferenties, de Moldavische economie reeds aanzienlijke voordelen heeft verschaft en het land in de toekomst moet blijven steunen;

S.  overwegende dat nauwere politieke en economische banden het gehele Europese continent meer stabiliteit en welvaart zullen brengen; overwegende dat deze vorm van samenwerking gebaseerd is op gemeenschappelijke waarden, namelijk mensenrechten, fundamentele vrijheden en de rechtsstaat, en voortkomt uit onze overtuiging dat elk individu een unieke waarde heeft;

T.  overwegende dat de associatieovereenkomst en de daarmee verband houdende geleidelijke integratie van de Republiek Moldavië in het EU-beleid de Republiek Moldavië niet mag vervreemden van haar traditionele, historische en economische banden met andere landen in de regio, maar daarentegen juist de nodige voorwaarden moet scheppen om het mogelijk te maken dat het land zijn volledige potentieel waarmaakt;

1.  is ingenomen met de ondertekening van de associatieovereenkomst, een duidelijk signaal van erkenning van de inspanningen en ambities van de Moldavische bevolking en autoriteiten om hervormingen door te voeren en van de aanzienlijke vooruitgang die de afgelopen periode is geboekt; is ingenomen met de bijkomende steun die in 2014 door de Commissie ter beschikking is gesteld via het "meer voor meer"-mechanisme als erkenning van deze positieve ontwikkelingen op prioritaire gebieden; erkent dat de associatieovereenkomst een belangrijke stap voorwaarts betekent voor de betrekkingen tussen de EU en de Republiek Moldavië, alsook een concrete stap waarmee uiting wordt gegeven aan de verbintenis tot politieke associatie en economische integratie; benadrukt dat de volledige tenuitvoerlegging ervan cruciaal is; dringt er in deze context bij de lidstaten op aan om zo snel mogelijk werk te maken van de ratificering van de associatieovereenkomst;

2.  benadrukt dat de ondertekening en ratificatie van de associatieovereenkomst geen einddoel op zich is van de betrekkingen tussen de EU en de Republiek Moldavië, en wijst erop dat de Republiek Moldavië overeenkomstig artikel 49 VEU net als alle Europese landen een Europese dimensie kent en kan verzoeken lid te worden van de Europese Unie voor zover het land de beginselen van democratie, de fundamentele vrijheden en de rechten van minderheden eerbiedigt en het functioneren van de rechtsstaat garandeert;

3.  benadrukt dat de associatieovereenkomst betrekking heeft op het volledige internationaal erkende grondgebied van de Republiek Moldavië, en ten goede zal komen aan de gehele bevolking; benadrukt derhalve dat de maatschappelijke gevolgen van de hiermee verband houdende hervormingen tijdig en op passende wijze moeten worden aangepakt; roept de Republiek Moldavië op ervoor te zorgen dat de hervormingen verankerd worden en diepe wortels schieten in het institutionele kader; benadrukt de noodzaak van een op het publiek gerichte, uitgebreide informatiecampagne over de doelen en de inhoud van de associatieovereenkomst en de rechtstreekse, concrete voordelen van de tenuitvoerlegging van de associatieagenda voor de burgers;

4.  is verheugd over de associatieagenda, die concrete stappen en voorwaarden omvat voor de verwezenlijking van de algemene doelstellingen van de associatieovereenkomst en het sturend kader moet vormen in de betrekkingen tussen de EU en de Republiek Moldavië;

5.  benadrukt dat zowel de Republiek Moldavië als de EU bij de tenuitvoerlegging van de associatieagenda moeten worden betrokken, en dat bij de uitvoering van de hierin opgenomen prioriteiten passende technische en financiële steun moet worden geboden zodat de voordelen van de associatie zo snel mogelijk zichtbaar worden voor de Moldavische burgers; verzoekt de Commissie zich door deze prioriteiten te laten leiden bij de programmering van de financiële steun aan de Republiek Moldavië; benadrukt de noodzaak om de "opnamecapaciteit" van de Republiek Moldavië te verbeteren om ervoor te zorgen dat de projecten doelmatig worden uitgevoerd en de middelen efficiënt worden benut; benadrukt dat het belangrijk is om een mechanisme voor beheer, transparantie en verantwoordingsplicht te versterken om toezicht te houden op de absorptie en benutting van de EU-middelen; verzoekt de partijen de opleidingsbehoeften te pijlen om ervoor te zorgen dat de Republiek Moldavië in staat is haar verplichtingen uit hoofde van de associatieovereenkomst en de associatieagenda na te leven;

6.  benadrukt hoe belangrijk het is de stabiliteit, onafhankelijkheid en doeltreffendheid van de instellingen die tot taak hebben de democratie, de rechtsstaat en goed bestuur te waarborgen, te versterken, en de structuren ter bescherming van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden te consolideren; herinnert in dit verband aan het belang van eerdere hervormingen, zoals de stappen in de richting van een grotere autonomie van het verkiezingssysteem voor rechters, een betere representatieve samenstelling van de verkiezingscommissie, en een grotere doeltreffendheid en onafhankelijkheid van de rekenkamer;

7.  verzoekt de Moldavische autoriteiten ervoor te zorgen dat het komende verkiezingsproces volgens de hoogste Europese en internationale normen verloopt en de nodige maatregelen te treffen om de participatie van Moldaviërs die in het buitenland wonen te bevorderen; dringt er bij de autoriteiten op aan om nauw samen te werken met OVSE/ODIHR, de Commissie van Venetië van de Raad van Europa en om hun aanbevelingen ter harte te nemen; benadrukt de belangrijke rol van politieke spelers en partijen, en de noodzaak om effectieve wetgeving aan te nemen die openheid bij partijfinanciering garandeert; verbindt zich ertoe de aanwezigheid van verkiezingswaarnemers te verzekeren en zal een eigen verkiezingswaarnemingsmissie sturen om de komende parlementsverkiezingen van 30 november 2014 waar te nemen;

8.  merkt op dat artikel 78 van de Moldavische grondwet, betreffende de verkiezing van de president, moet worden gewijzigd, om te voorkomen dat er opnieuw een institutionele impasse optreedt die het hervormingsproces zou vertragen; roept ertoe op elke grondwetswijziging te laten plaatshebben in overleg met de Commissie van Venetië en de relevante nationale belanghebbenden;

9.  is ingenomen met de vorderingen die de autoriteiten van de Republiek Moldavië hebben geboekt bij de uitvoering van de Europese hervormingsagenda, met inbegrip van de hervorming van het gerechtelijke apparaat en de rechtshandhavingsstructuren, zoals vermeld in het verslag van de Commissie van 27 maart 2014, de herstructurering van het kader voor corruptiebestrijding, de tenuitvoerlegging van het actieplan voor de mensenrechten en het actieplan ter ondersteuning van de Roma, de voortzetting van de dialoog met Tiraspol en de voortzetting van lastige regelgevings- en sectorale hervormingen;

10.  wijst op de tot nu toe geboekte vooruitgang; roept de autoriteiten op de doeltreffende tenuitvoerlegging van het nationale actieplan voor de mensenrechten voort te zetten, met bijzondere aandacht voor de mensenrechten van de Roma;

11.  onderstreept dat de hervorming van de rechterlijke macht met hernieuwde energie moet worden aangepakt, teneinde de onafhankelijkheid ervan te waarborgen, alsook de hervorming van de rechtshandhavingsstructuren, en dat er moet worden gezorgd voor grondwettelijke bepalingen voor een onafhankelijke rechterlijke macht, gelijkheid in rechte en fundamentele burgerrechten; benadrukt de noodzaak om de bestrijding van corruptie op alle niveaus op te voeren, door onder andere het in 2013 aangenomen wetgevingspakket volledig ten uitvoer te leggen en de reputatie van corruptiebestrijdingsinstellingen te verbeteren; roept de Moldavische autoriteiten ertoe op ervoor te zorgen dat de mechanismen van het anticorruptiestelsel, in het bijzonder het nationale corruptiebestrijdingscentrum en het nationale integriteitscentrum, onafhankelijk zijn, volledig functioneren, over voldoende financiële middelen en personeel beschikken en geen ongepaste beïnvloeding ondergaan;

12.  roept de Moldavische autoriteiten ertoe op om de openheid en controleerbaarheid van het beheer van de overheidsfinanciën, het privatiseringsproces en openbare aanbestedingen te verhogen, om goed bestuur, gelijke toegang en eerlijke mededinging te waarborgen, en om het toezicht op de bankensector verder op te schroeven;

13.  benadrukt dat alle vermeende mensenrechtenschendingen aan een behoorlijk en volledig onderzoek moeten worden onderworpen, en in het bijzonder dat straffeloosheid bij mishandeling en foltering moet worden bestreden en dat de daders van zulke misdrijven effectief moeten worden bestraft; dringt er daarom bij de Commissie op aan om regeringsinstanties bijstand te verlenen bij het aanpakken van zulke schendingen met de nodige rechtsmiddelen en sociale mechanismen om dergelijke misdrijven te voorkomen, en om nauw samen te werken met het maatschappelijk middenveld om dit te helpen een sterkere rol te spelen in de bescherming van de mensenrechten;

14.  benadrukt het belang van wetgeving ter bestrijding van discriminatie om ervoor te zorgen dat alle minderheden gelijk worden behandeld en worden beschermd, in het bijzonder etnische, godsdienstige en lesbische, homoseksuele, biseksuele en transseksuele (LGBT) minderheden, en verzoekt de Moldavische autoriteiten om alle overblijvende discriminerende bepalingen op te heffen; wijst op de belangrijke rol die bij de tenuitvoerlegging van de Wet inzake gelijkheid van 2012 is weggelegd voor de nieuw opgerichte Raad ter preventie en uitbanning van discriminatie en ter verzekering van gelijkheid;

15.  roept de regering ertoe op om te voorzien in passende toezichtmechanismen en de nodige middelen voor de tenuitvoerlegging van de wettelijke garanties voor alle nationale minderheden en voor de verruiming van de reikwijdte van moedertaalonderwijs voor nationale en taalminderheden; benadrukt voorts dat het belangrijk is dat de regering in dialoog treedt met vertegenwoordigers van alle etnische minderheden en technische en financiële steun verleent voor verbeteringen aan de infrastructuur in het autonome territoriale gebied Gagaoezië en het district Taraclia;

16.  herhaalt dat de vrijheid en pluraliteit van de media moeten worden versterkt en bevorderd, en dat publieke media neutraal moeten zijn, terwijl tegelijkertijd de onafhankelijke media moeten worden ondersteund; spreekt zijn bezorgdheid uit over het gebrek aan transparantie over de eigendom van de media en het geconcentreerde karakter van de eigendom van massamedia die de pluraliteit van het medialandschap ondergraven; dringt er daarom bij de autoriteiten op aan een meer concurrerende markt voor de media te bevorderen en ervoor te zorgen dat alle verantwoordelijke agentschappen op het gebied van media voldoen aan de Europese normen inzake de vrijheid van en het pluralisme van de media;

17.  is ingenomen met hoofdstuk 27 van de associatieovereenkomst tussen de EU en de Republiek Moldavië, dat met name gericht is op de samenwerking op het vlak van de bescherming en bevordering van de rechten van het kind, en roept beide partijen op om de tenuitvoerlegging van de desbetreffende bepalingen van de associatieagenda te ondersteunen;

18.  ondersteunt volledig de vrijstelling van visumplicht voor Moldavische burgers en brengt in herinnering dat de Republiek Moldavië als eerste oostelijke partner dit doel heeft bereikt; roept de Moldavische autoriteiten ertoe op informatie te blijven verspreiden betreffende rechten en plichten in verband met visumliberalisering;

19.  neemt kennis van de verbeterde capaciteiten van de douane- en grensbewakingsdiensten en van de nog altijd bestaande grensafbakening met Oekraïne; is verheugd over het werk van de missie van de EU voor bijstandsverlening inzake grensbeheer (EUBAM) en over de constructieve samenwerking van de Moldavische autoriteiten;

20.  verzoek Chisinau en Comrat om constructief te blijven samenwerken, in een geest van vertrouwen en inclusieve dialoog, om het welslagen van de tenuitvoerlegging van de associatieovereenkomst te verzekeren en een politiek klimaat te scheppen dat verdere vooruitgang op het Europese pad ten goede komt;

21.  benadrukt dat de centrale en lokale overheden nog professioneler en minder politiek gekleurd dienen te worden, aangezien ook hierdoor een grote bijdrage kan worden geleverd aan de volledige tenuitvoerlegging van de associatieovereenkomst; roept de Republiek Moldavië ertoe op de decentraliseringsstrategie op inclusieve wijze uit te voeren; herinnert aan het belang van goed werkende gemeentelijke overheden en van een adequate infrastructuur voor plattelandsontwikkeling, die een voorwaarde is om de leegloop van het platteland te verminderen;

22.  is ingenomen met de politieke vastberadenheid om aan de vereisten van de associatieovereenkomst te voldoen en looft de moderniseringsinspanningen van het land; is zich echter bewust van de noodzaak om de democratische instellingen verder te versterken en spoort de regering van de Republiek Moldavië ertoe aan om hard te blijven werken aan de tenuitvoerlegging van de nodige maatregelen; is van mening dat politieke stabiliteit en een standvastige consensus over hervormingen, met name ten aanzien van de rechtsstaat en de onafhankelijkheid van overheidsinstellingen, van cruciaal belang zijn voor de Europese aspiraties van Moldavië;

23.  verwacht dat de tenuitvoerlegging van de associatieovereenkomst/DCFTA zal bijdragen tot duurzame ontwikkeling en de vlotte integratie van de Moldavische economie in de wereldmarkten, wat het moderniseringsproces van het land zal bevorderen en betere arbeidsomstandigheden zal scheppen; dringt er bij de Commissie op aan steun te verlenen en advies te verstrekken aan Moldavië over de wijze waarop de uitdagingen van deze aanpassing op korte termijn effectief kunnen worden aangepakt, onder meer door samenwerking met vakbonden en het lokale bedrijfsleven;

24.  benadrukt opnieuw de behoefte aan een open bedrijfs- en investeringsklimaat, passende hervorming van de regelgeving en de voortzetting van het privatiseringsproces, teneinde het concurrentievermogen van de economie van de Republiek Moldavië te versterken, directe buitenlandse investeringen aan te moedigen en ervoor te zorgen dat de maatregelen die zijn genomen om de structurele economische problemen van het land aan te pakken, op lange termijn houdbaar zijn; wijst erop dat de vereiste versterking van de waardeketens in de landbouw een voorwaarde is voor economische en sociale ontwikkeling;

25.  prijst de vastberadenheid en inzet die de Republiek Moldavië tentoonspreidt bij het nastreven van nauwere economische banden met de EU door diepgaande, complexe en kostbare economische hervormingen door te voeren; is er sterk van overtuigd dat de DCFTA op lange termijn een gunstig effect zal hebben op de economie van de Republiek Moldavië en derhalve zal bijdragen aan de levenskwaliteit van de burgers van het land;

26.  onderstreept dat het welslagen van de DCFTA afhankelijk is van de spoedige, grondige en doeltreffende tenuitvoerlegging door beide partijen van de in de overeenkomst opgenomen verplichtingen; dringt er in dit verband bij de EU op aan de Republiek Moldavië alle noodzakelijke financiële en technische ondersteuning te bieden, onder meer teneinde de op korte termijn door de Republiek Moldavië te maken kosten te verlichten;

27.  is van mening dat parlementaire controle een essentiële voorwaarde vormt voor de democratische steun voor EU-beleid; dringt er derhalve bij de Commissie op aan dat zij het regelmatig en gedetailleerd monitoren van de tenuitvoerlegging van de DCFTA door het Parlement tijdig faciliteert;

28.  merkt op dat de DCFTA sinds 1 september 2014 voorlopig wordt toegepast, naar aanleiding van de ondertekening ervan op 27 juni 2014 en Besluit 2014/492/EU van de Raad van 16 juni 2014 betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van de associatieovereenkomst, gebaseerd op een gedeelde visie van de EU-instellingen met betrekking tot de uitzonderlijke omstandigheden en de dringende noodzaak om het land te ondersteunen;

29.  betreurt ten zeerste dat Rusland handel blijft gebruiken als een instrument om de stabiliteit in de regio te ondermijnen door verschillende verboden in te stellen op de invoer van producten uit de Republiek Moldavië, hetgeen een schending vormt van de WTO-verplichtingen van Rusland; verzoekt de Russische Federatie de territoriale integriteit en de Europese keuze van de Republiek Moldavië ten volle te eerbiedigen; ondersteunt ten volle de initiatieven van de Commissie waarmee zij de gevolgen wil bestrijden van het Russische embargo op Moldavische producten, door onder andere financiële ondersteuning te verstrekken en de aan de Republiek Moldavië toegekende autonome handelspreferenties uit te breiden en te verdiepen;

30.  is ingenomen met de ondertekening van de overeenkomst inzake de deelname van de Republiek Moldavië aan het kaderprogramma Horizon 2020 op 1 juli 2014; is van mening dat samenwerking in dit kader de groei, de innovatie en het mededingingsvermogen zal stimuleren en nieuwe banen en kansen zal scheppen; verzoekt om een grotere deelname van de Republiek Moldavië aan de programma's en agentschappen van de Unie en om meer twinningprojecten en studentenuitwisselingen;

31.  neemt nota van de recente herziening van de energiestrategie en verzoekt de regering van de Republiek Moldavië om het nationale actieplan voor energie-efficiëntie van 2013-2015 te evalueren en te versterken, om een geloofwaardig en effectief plan inzake hernieuwbare energie uit te werken teneinde de energiebronnen te diversifiëren en aansluiting te zoeken bij het beleid en de streefdoelen van de EU op het gebied van klimaatverandering;

32.  is ingenomen met de opening van de aardgasverbinding tussen Iași en Ungheni; verzoekt de Commissie om meer inspanningen te leveren voor de aanleg van de pijplijn tussen Ungheni en Chisinau, onder meer door de medefinanciering door andere internationale partners te vergemakkelijken en meer financiële ondersteuning te bieden om het project zo snel mogelijk te voltooien;

33.  roept Chisinau en Tiraspol ertoe op om constructief te werk te blijven gaan om een effectieve oplossing te vinden voor de beslechting van het conflict over Transnistrië, en om concrete stappen te nemen om de bestaanszekerheid van de bevolking te verbeteren; betreurt dat het "5+2"-onderhandelingskader tot dusver niet tot een oplossing heeft geleid en verzoekt om een grotere rol van de EU, met name door haar status op te waarderen tot onderhandelingspartner, en roept alle betrokken partijen ertoe op om alle instrumenten die zij ter beschikking hebben aan te wenden om de basis te leggen voor een constructieve dialoog en om een spoedige voortzetting van de officiële gesprekken te bevorderen; roept de HV/VV en de EDEO ertoe op zich op proactieve wijze in te zetten voor een omvattende regeling waarin de soevereiniteit en territoriale integriteit van de Republiek Moldavië worden geëerbiedigd, en bevordert vertrouwensopbouw, waarbij zeer nauw wordt samengewerkt met de bevoegde afdelingen van de OVSE; benadrukt dat moet worden gewaarborgd dat Transnistrië, dat integraal deel uitmaakt van de Republiek Moldavië, binnen de reikwijdte van de associatieovereenkomst valt; spoort de Moldavische autoriteiten er derhalve toe aan om de bevolking in het algemeen, het bedrijfsleven en de organisaties van het maatschappelijk middenveld de hand te reiken; merkt op dat een eventuele oplossing dient te stroken met de beginselen van het internationaal recht en deze volledig dient te eerbiedigen;

34.  wijst erop dat het in dit verband belangrijk is om de persoonlijke contacten op alle niveaus te verbeteren teneinde de nodige voorwaarden te scheppen voor een duurzame dialoog en de vertrouwensopbouw verder te bevorderen om zo het vredesproces te versterken en de partijen met elkaar te verzoenen;

35.  benadrukt het belang van zijn samenwerking met het parlement van de Republiek Moldavië, door middel waarvan toezicht kan worden gehouden op de tenuitvoerlegging van de associatieovereenkomst en de associatieagenda;

36.  roept de Commissie ertoe op de maatschappelijke organisaties in de Republiek Moldavië meer bijstand en knowhow te bieden, teneinde hen in staat te stellen intern toezicht te houden op de hervormingen en verbintenissen van de regering en de regering hiervoor verantwoordelijk te houden bij het opstellen en uitvoeren van wetgeving, en om het maatschappelijk middenveld te helpen om zijn organisatorische en pleitbezorgingscapaciteit te versterken, evenals zijn rol bij het toezicht op activiteiten ter bestrijding van discriminatie en corruptie en meer in het algemeen zijn rol bij het bevorderen van een cultuur van burgerparticipatie en vrijwilligerswerk;

37.  maakt zich zorgen over de maatregelen van Rusland om het associatieproces van de oostelijke buurlanden van de EU te ondermijnen; herhaalt zijn overtuiging dat het associatieproces van de oostelijke partners van de EU geen bedreiging vormt voor de politieke en economische belangen van Rusland en betreurt dat de Russische leiders dat zo zien; benadrukt dat de Russische bezorgdheid over het associatieproces op adequate wijze moet worden benaderd en verklaard, zodat de vrees voor nieuwe geopolitieke scheidslijnen op het Europese continent kan worden weggenomen; wijst erop dat ieder land het recht heeft zijn eigen politieke keuzes te maken, maar dat de betrokkenheid van de EU bij de oostelijke partners erop gericht is de welvaart en politieke stabiliteit te verhogen, hetgeen de gehele regio uiteindelijk ten goede zal komen;

38.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en de parlementen van de lidstaten en de regering en het parlement van de Republiek Moldavië.

(1) PB C 51 E van 22.2.2013, blz. 108.
(2) Aangenomen teksten, P8_TA(2014)0050.
(3) Aangenomen teksten, P7_TA(2014)0229.
(4) Aangenomen teksten, P7_TA(2014)0457.

Juridische mededeling - Privacybeleid