Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2014/2181(BUD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A8-0062/2014

Ingediende teksten :

A8-0062/2014

Debatten :

Stemmingen :

PV 16/12/2014 - 5.9
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P8_TA(2014)0081

Aangenomen teksten
PDF 351kWORD 62k
Dinsdag 16 december 2014 - Straatsburg
Beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering: aanvraag EGF/2013/006 PL/Fiat Auto Poland S.A.
P8_TA(2014)0081A8-0062/2014
Resolutie
 Bijlage

Resolutie van het Europees Parlement van 16 december 2014 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2013/006 PL/Fiat Auto Poland S.A., ingediend door Polen) (COM(2014)0699 – C8-0243/2014 – 2014/2181(BUD))

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2014)0699 – C8‑0243/2014),

–  gezien Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering(1),

–  gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020(2), en met name artikel 12,

–  gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer(3) (IIA van 2 december 2013), en met name punt 13,

–  gezien de trialoogprocedure waarin is voorzien in punt 13 van het IIA van 2 december 2013,

–  gezien de brief van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken,

–  gezien de brief van de Commissie regionale ontwikkeling,

–  gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A8-0062/2014),

A.  overwegende dat de Europese Unie wetgevings- en begrotingsinstrumenten in het leven heeft geroepen om extra steun te geven aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ondervinden, en om hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt;

B.  overwegende dat financiële steun van de Unie aan ontslagen werknemers flexibel moet zijn en zo snel en efficiënt mogelijk ter beschikking moet worden gesteld, overeenkomstig de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die is goedgekeurd tijdens het overleg van 17 juli 2008, en met inachtneming van het IIA van 2 december 2013 met betrekking tot het nemen van besluiten om gebruik te maken van het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG);

C.  overwegende dat de vaststelling van Verordening (EU) nr. 1309/2013(4) vorm geeft aan de overeenkomst tussen het Parlement en de Raad om het criterium "crisisafwijking" opnieuw in te voeren, de financiële bijdrage van de Unie te verhogen tot 60 % van de totale geschatte kosten van de voorgestelde maatregelen, de efficiëntie voor de behandeling van EFG-aanvragen in de Commissie en door het Parlement en de Raad te verhogen door de termijn voor beoordeling en goedkeuring te verkorten, de subsidiabele maatregelen en begunstigden uit te breiden door zelfstandigen en jongeren toe te voegen en stimuleringsmaatregelen voor de oprichting van een eigen bedrijf te financieren;

D.  overwegende dat Polen aanvraag EGF/2013/006 PL/Fiat heeft ingediend voor een financiële bijdrage uit het EFG naar aanleiding van 1079 gedwongen ontslagen, waarvan 829 bij Fiat Auto Polen en 250 bij 21 leveranciers en downstreamproducenten en waarbij naar verwachting 777 personen aan de EFG-maatregelen zullen deelnemen, in verband met een daling van productie van de fabriek te Tychy van Fiat Auto Polen S.A. ("Fiat-fabriek te Tychy") in de provincie Silezië, Polen, tijdens de referentieperiode van 21 januari 2013 tot 21 mei 2013;

E.  overwegende dat de aanvraag voldoet aan de subsidiabiliteitscriteria die zijn vastgelegd in de EFG-verordening;

1.  is het met de Commissie eens dat is voldaan is aan de voorwaarden van artikel 2, onder a), van de EFG-verordening en dat Polen bijgevolg recht heeft op een financiële bijdrage op grond van die verordening;

2.  merkt op dat de Poolse autoriteiten de aanvraag voor een financiële bijdrage van het EFG op 29 juli 2013 hebben ingediend en tot en met 16 juni 2014 aanvullende informatie hebben verstrekt, en dat de Commissie op 10 november 2014 haar beoordeling ter beschikking heeft gesteld;

3.  is verheugd dat de Poolse autoriteiten op 21 januari 2013 hebben besloten met de uitvoering van de individuele diensten voor de getroffen werknemers te beginnen teneinde de werknemers snel bijstand te verlenen, ruimschoots vooruitlopend op het besluit over de toekenning van EFG-steun voor het voorgestelde gecoördineerde pakket;

4.  merkt op dat de Europese automobielindustrie sinds 2007, toen de Europese productie van personenwagens goed was voor 32,2 % van de wereldwijde productie, marktaandeel heeft verloren en dat dit percentage daalde tot 23,2 % in 2012; wijst er verder op dat de productie van de EU-27 tussen 2011 en 2012 met 7 % is gedaald, terwijl de wereldwijde productie in dezelfde periode met 5,3 % is gestegen; benadrukt dat de situatie op nationaal vlak nog erger was, aangezien het productievolume in 2012 bijna een derde lager was dan in 2011;

5.  is het daarom met de Commissie eens dat de ontslagen in de Fiat-fabriek te Tychy en bij de leveranciers en downstreamproducenten verband houden met door de globalisering veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen; benadrukt dat het effect van de globalisering werd verergerd door de gevolgen van de financiële crisis, waardoor de verkoop van nieuwe personenwagens in de EU tot het laagste niveau is gedaald sinds er gegevens beschikbaar zijn;

6.  merkt op dat de ontslagen bij de Fiat-fabriek te Tychy naar verwachting negatieve gevolgen zullen hebben in de regio, waar de voormalige werknemers van Fiat Auto Poland en zijn leveranciers en downstreamproducenten 10% van alle werklozen in die regio uitmaken;

7.  wijst erop dat de werkloosheid in Silezië sinds 2011 is gestegen; wijst er daarnaast op dat het aantal collectieve ontslagen in de regio tussen 2011 en 2012 bijna is verdubbeld;

8.  wijst erop dat tot op heden voor de automobielsector 21 EFG-aanvragen werden ingediend, waarvan er 12 gebaseerd waren op handelsgerelateerde globalisering en 9 op de wereldwijde financiële en economische crisis;

9.  stelt vast dat het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening waarvoor medefinanciering wordt aangevraagd, de volgende maatregelen omvat voor de terugkeer van 777 ontslagen werknemers naar de arbeidsmarkt: opleiding en kosten in verband met opleiding, opleiding in ondernemerschap, opleidingsbeurzen, stagebeurzen, stagekosten, bemiddeling, subsidies voor wie zich als zelfstandige vestigt, aanmoedigingspremie voor het aanwerven van werknemers;

10.  wijst erop dat de subsidies voor wie zich als zelfstandige vestigt (tot 4 995 EUR) voorwaardelijk zijn en afhangen van het succes van de activiteit als zelfstandige; wijst erop dat deze voorwaardelijkheid deelnemers er niet van mag weerhouden om zich voor deze maatregel aan te melden;

11.  merkt op dat de individuele dienstverlening eind 2013 is beëindigd en dat blijkens voorlopige gegevens 269 personen hebben deelgenomen aan 313 verschillende activiteiten in het kader van het pakket, van wie er 219 werk hebben gevonden dankzij de verleende steun;

12.  stelt vast dat volgens de voorlopige gegevens de totale kosten van de individuele dienstverlening aanzienlijk lager zijn uitgevallen dan geraamd omdat een geringer aantal werknemers hiervan gebruik heeft gemaakt;

13.  onderstreept dat ondanks het feit dat minder werknemers aan de activiteiten hebben deelgenomen dat aanvankelijk gedacht, volgens de voorlopige cijfers nog 85 onder het pakket vallende werknemers bij het arbeidsbureau staan ingeschreven, waaruit blijkt dat de overgrote meerderheid van de bij Fiat Auto Poland ontslagen werknemers werk hebben gevonden;

14.  verwelkomt het feit dat de regionale raad voor de werkgelegenheid betrokken was bij het opstellen van de EFG-aanvraag en een belangrijke rol speelde bij de beslissingen over het maatregelenpakket van het project;

15.  herinnert eraan dat de inzetbaarheid van alle werknemers verbeterd moet worden door aangepaste opleidingen en de erkenning van de in de loop van het beroepsleven opgedane vaardigheden en bekwaamheden; verwacht dat de opleiding die in het gecoördineerde pakket wordt aangeboden, niet alleen is afgestemd op de behoeften van de ontslagen werknemers, maar ook op het huidige ondernemingsklimaat; is van mening dat bij het samenstellen van het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening rekening moet worden gehouden met toekomstperspectieven op de arbeidsmarkt en de vereiste vaardigheden, en dat het pakket moet aansluiten bij de overgang naar een grondstoffenefficiënte en duurzame economie;

16.  beklemtoont dat overeenkomstig artikel 6 van de EFG-verordening moet worden gewaarborgd dat met middelen uit het EFG de duurzame herintegratie van individuele ontslagen werknemers op de arbeidsmarkt wordt gesteund; benadrukt voorts dat de EFG-steun alleen actieve arbeidsmarktmaatregelen kan medefinancieren die duurzame werkgelegenheid voor de lange termijn opleveren; herhaalt dat uit het EFG afkomstige steun niet in de plaats mag komen van maatregelen waartoe ondernemingen verplicht zijn krachtens de nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten, noch van maatregelen voor de herstructurering van ondernemingen of sectoren;

17.  juicht het toe dat er o.a. specifieke bemiddelingsmaatregelen zijn voor de groep werknemers van 50 jaar en ouder, die een aanzienlijk deel van de begunstigden omvat; wijst erop dat deze leeftijdsgroep een groter gevaar loopt op langdurige werkloosheid en uitsluiting van de arbeidsmarkt;

18.  wijst op het hoge percentage oudere en lager gekwalificeerde werknemers die getroffen zijn door de ontslagen, respectievelijk 18,7% en 62,6% van alle ontslagen werknemers; roept ertoe op dat speciale aandacht besteed wordt aan die twee groepen, onder meer in de vorm van specifieke EFG-maatregelen;

19.  wijst erop dat de zes werknemers met chronische gezondheidsproblemen of handicaps mogelijk specifieke behoeften hebben in het kader van een individuele aanpak;

20.  verwelkomt het feit dat het beginsel van gelijkheid tussen vrouwen en mannen, alsmede van non-discriminatie, wordt en zal worden toegepast tijdens de verschillende stadia van uitvoering van en toegang tot de EFG-maatregelen;

21.  wijst erop dat Fiat Auto Poland op 20 december 2012 een akkoord heeft gesloten met de vakbonden, waarin is bepaald op basis van welke criteria werknemers ontslagen zouden worden, en welke stimulansen werknemers bij vrijwillig ontslag zouden ontvangen.

22.  merkt op dat de informatie die is verstrekt over het gecoördineerde pakket van individuele diensten waarvoor EFG-middelen worden aangevraagd, gegevens bevat over de complementariteit met maatregelen die worden gefinancierd uit de structuurfondsen; benadrukt dat de Poolse autoriteiten bevestigen dat voor de subsidiabele maatregelen geen steun uit andere financieringsinstrumenten van de Unie wordt ontvangen; herhaalt zijn oproep aan de Commissie om in haar jaarverslagen een vergelijkende evaluatie van deze gegevens op te nemen, om ervoor te zorgen dat de bestaande verordeningen volledig in acht worden genomen en wordt voorkomen dat door de Unie gefinancierde diensten dubbel worden aangeboden;

23.  hecht zijn goedkeuring aan het bij deze resolutie gevoegde besluit;

24.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit samen met de voorzitter van de Raad te ondertekenen en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

25.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie samen met de bijlage te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

(1) PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1.
(2) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.
(3) PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.
(4) Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855).


BIJLAGE

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2013/006 PL/Fiat Auto Polen S.A. uit Polen)

(De tekst van de bijlage wordt hier niet weergegeven, aangezien deze overeenkomt met de definitieve handeling: Besluit (EU) 2015/41.)

Juridische mededeling - Privacybeleid