Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2014/2998(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B8-0375/2014

Debatten :

PV 18/12/2014 - 2.1
CRE 18/12/2014 - 2.1

Stemmingen :

PV 18/12/2014 - 8.1
CRE 18/12/2014 - 8.1

Aangenomen teksten :

P8_TA(2014)0106

Aangenomen teksten
PDF 142kWORD 61k
Donderdag 18 december 2014 - Straatsburg
Vervolging van de democratische oppositie in Venezuela
P8_TA(2014)0106RC-B8-0375/2014

Resolutie van het Europees Parlement van 18 december 2014 over de vervolging van de democratische oppositie in Venezuela (2014/2998(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien zijn eerdere resoluties over Venezuela, met inbegrip van de resoluties van 24 mei 2007 over het geval "Radio Caracas TV" in Venezuela(1), 23 oktober 2008 over de politieke onbevoegdverklaringen in Venezuela(2), 7 mei 2009 over de zaak Manuel Rosales in Venezuela(3), 11 februari 2010 over Venezuela(4), 8 juli 2010 over Venezuela, met name de zaak Maria Lourdes Afiuni(5), 24 mei 2012 over de mogelijke terugtrekking van Venezuela uit de Inter-Amerikaanse Commissie voor de mensenrechten(6), en 27 februari 2014 over de politieke situatie in Venezuela(7),

–  gezien de persverklaringen van de woordvoerder van de Hoge Vertegenwoordiger van de EU /vicevoorzitter Catherine Ashton van 28 maart 2014 en 15 april 2014 over de situatie in Venezuela,

–  gezien het advies van de Werkgroep inzake willekeurige detentie van de mensenrechtencommissie van de Algemene Vergadering van de VN, van 26 augustus 2014,

–  gezien de verklaring van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de mensenrechten van 20 oktober 2014 over de detentie van demonstranten en politici in Venezuela,

–  gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, waarbij Venezuela partij is,

–  gezien de Universele Verklaring van de rechten van de mens van 1948,

–  gezien artikel 135, lid 5, en artikel 123, lid 4, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat er naar aanleiding van de economische crisis, de wijdverbreide corruptie, het chronisch tekort aan elementaire goederen, het geweld en de politieke verdeeldheid sinds februari 2014 vreedzame protesten tegen president Nicolás Maduro plaatsvinden, die nog steeds voortduren; overwegende dat de politie, leden van de Nationale Garde en ongecontroleerde gewapende regeringsgezinde groepen met buitensporig geweld en machtsvertoon tegen de demonstranten zijn opgetreden; overwegende dat volgens lokale en internationale organisaties meer dan 1 700 betogers in afwachting zijn van een proces, meer dan 69 nog in hechtenis zitten en ten minste 40 mensen bij de protesten zijn omgekomen, terwijl degenen die hen hebben vermoord vooralsnog vrijuit gaan; overwegende dat het VN-Bureau van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten bevestigt dat het meldingen heeft ontvangen van meer dan 150 gevallen van mishandeling tijdens detentie, met inbegrip van foltering; overwegende dat vervolging van de democratische oppositie door de veiligheidsdiensten volgens diverse bronnen nog steeds doorgaat;

B.  overwegende dat vrijheid van meningsuiting en het recht om deel te nemen aan vreedzame demonstraties hoekstenen van de democratie zijn die in de grondwet van Venezuela zijn verankerd; overwegende dat gelijkheid en gerechtigheid voor iedereen onmogelijk zijn zonder fundamentele vrijheden en eerbiediging van de rechten van alle burgers; overwegende dat in talrijke meldingen wordt bevestigd dat de media in steeds grotere mate te maken hebben met censuur en intimidatie; overwegende dat de Inter American Press Association (IAPA) tijdens haar 70e algemene vergadering in Santiago (Chili) heeft verklaard dat Venezuela onafhankelijke media in toenemende mate onder druk plaatst, Venezuela heeft opgeroepen de vrijheid van meningsuiting te eerbiedigen en heeft gewaarschuwd voor een verdere teloorgang van democratische vrijheden;

C.  overwegende dat oppositieleider Leopoldo López op 18 februari 2014 op willekeurige wijze gevangen is gezet wegens beschuldigingen van samenzwering, aanzetting tot gewelddadige betogingen, brandstichting en materiële schade; overwegende dat hij sinds zijn detentie aan fysieke en psychologische foltering en eenzame opsluiting is onderworpen; overwegende dat de oppositionele burgemeesters Daniel Ceballos en Vincenco Scarano, evenals de politieagent Salvatore Lucchese, zijn gearresteerd wegens hun onvermogen de betogingen en burgerprotesten in hun stad te beëindigen, en dat zij tot meerdere jaren gevangenisstraf zijn veroordeeld; overwegende dat tegen de oppositionele congresleden Juan Carlos Caldera, Ismael García en Richard Mardo strafrechtelijke onderzoeken en juridische procedures in gang zijn gezet met als doel hun schorsing en diskwalificatie als leden van het Congres;

D.  overwegende dat studentenleiders zoals Sairam Rivas, voorzitter van het studentencentrum van de faculteit Maatschappelijk Werk aan de Centrale Universiteit van Venezuela, Cristian Gil en Manuel Cotiz, ten onrechte meer dan 120 dagen zijn vastgehouden in gebouwen van de Bolivariaanse veiligheidsdienst en zijn onderworpen aan foltering en mishandeling in verband met de demonstraties die tussen februari en mei 2014 plaatsvonden, en zijn beschuldigd van het aanzetten tot misdrijven en het gebruik van minderjarigen voor het plegen van misdrijven;

E.  overwegende dat de Hoge VN-Commissaris voor de mensenrechten Zeid Ra'ad Al Hussein op 20 oktober 2014 zijn bezorgdheid heeft uitgesproken over de detentie van demonstranten en heeft opgeroepen tot de vrijlating van al degenen die worden vastgehouden wegens het uitoefenen van hun recht om vreedzaam te demonstreren; overwegende dat de VN-werkgroep inzake willekeurige detentie de detentie van Leopoldo López op 8 oktober 2014 heeft omschreven als illegaal, willekeurig en politiek gemotiveerd, en heeft opgeroepen tot de vrijlating van López en al degenen die willekeurig gevangen worden gehouden;

F.  overwegende dat de Venezolaanse regering een bijzondere verantwoordelijkheid heeft om de rechtsstaat en het internationaal recht te eerbiedigen, gezien het feit dat zij sinds 16 oktober 2014 een van de niet-permanente leden van de VN-Veiligheidsraad is;

G.  overwegende dat de in de opmerkingen in het recente verslag van het VN-Comité tegen Foltering betreffende de Bolivariaanse Republiek Venezuela uitdrukkelijk bezorgdheid wordt uitgesproken over de aanwezigheid van straffeloosheid, foltering en mishandeling van politieke gevangenen, buitensporig gebruik van geweld, het tolereren van en medeplichtigheid aan de acties van gewapende regeringsgezinde groepen, willekeurige detentie en het ontbreken van elementaire procedurele waarborgen; overwegende dat in dit verslag wordt opgeroepen tot de onmiddellijke vrijlating van alle willekeurig gevangen gehouden personen, met inbegrip van Leopoldo López en Daniel Ceballos, die zijn gearresteerd wegens de uitoefening van hun recht zich te uiten en vreedzaam te demonstreren; overwegende dat in het verslag voorts bezorgdheid wordt geuit over de aanvallen op journalisten en mensenrechtenactivisten, buitengerechtelijke executies en het volstrekt ontbreken van een onafhankelijke rechterlijke macht;

H.  overwegende dat José Miguel Insulza, secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), heeft opgeroepen tot de vrijlating van alle personen die gevangen zijn gezet wegens hun deelname aan de demonstraties; overwegende dat de Inter-Amerikaanse Commissie voor de rechten van de mens haar diepe bezorgdheid heeft geuit over de situatie met betrekking tot de eerbiediging van de vrijheid van vereniging en de vrijheid van meningsuiting in Venezuela;

I.  overwegende dat het besluit van Venezuela om zich terug te trekken uit het Amerikaans Verdrag inzake de rechten van de mens op 10 september 2013 van kracht is geworden; overwegende dat de burgers en inwoners van Venezuela als gevolg hiervan geen klachten meer kunnen indienen bij het Inter-Amerikaans Hof voor de rechten van de mens;

J.  overwegende dat María Corina Machado, het lid van de nationale vergadering dat bij de landelijke verkiezingen de meeste stemmen verwierf, onwettig en op willekeurige wijze uit haar ambt is ontheven, van haar mandaat is beroofd en uit het parlement is gezet door de voorzitter van de nationale vergadering, Diosdado Cabello, die haar beschuldigde van verraad, omdat zij zich, ten overstaan van de permanente raad van de Organisatie van Amerikaanse Staten, had uitgesproken tegen de massale en systematische mensenrechtenschendingen in Venezuela;

K.  overwegende dat María Corina Machado gedurende haar politieke en parlementaire loopbaan te maken heeft gehad met een reeks strafrechtelijke procedures, politieke vervolging, bedreigingen, intimidatie, treitering en zelfs fysiek geweld van regeringsaanhangers in de zaal van de nationale vergadering; overwegende dat zij recentelijk is beschuldigd van poging tot moord op president Maduro en hiervoor tot 16 jaar gevangenisstraf opgelegd kan krijgen;

L.  overwegende dat de rechterlijke macht er niet in is geslaagd onafhankelijk te functioneren; overwegende dat van dit rechtsstelsel niet kan worden verwacht dat het beschuldigingen jegens de oppositie op onpartijdige wijze onderzoekt en hierover een eerlijk vonnis uitspreekt;

M.  overwegende dat alleen eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden en een constructieve en respectvolle dialoog die plaatsvindt in de geest van verdraagzaamheid Venezuela kunnen helpen een uitweg te vinden uit deze ernstige crisis en toekomstige moeilijkheden te overwinnen;

N.  overwegende dat in april 2014 onderhandelingen tussen de regering en de oppositie over de demonstraties werden gestart, "Mesa de Diálogo" genaamd, die helaas een maand later zonder resultaten te hebben opgeleverd weer werden afgebroken;

O.  overwegende dat Venezuela van alle Latijns-Amerikaanse landen de grootste energievoorraden heeft; overwegende dat de bevolking van Venezuela lijdt onder een ernstig tekort aan elementaire voorzieningen, de voedselprijzen zijn verdubbeld en er is begonnen met de rantsoenering van voedsel; overwegende dat de olieprijzen aanzienlijk blijven dalen, waardoor de economische neergang verergert en de fragiele, van olie afhankelijke economie van het land in gevaar komt;

P.  overwegende dat het onvermogen van het land om de openbare orde te handhaven ertoe heeft geleid dat Venezuela een van de meest gewelddadige landen ter wereld is geworden; overwegende dat de voortdurende politieke en economische crisis in Venezuela volgens het Bureau voor drugs- en misdaadbestrijding van de VN heeft bijgedragen tot een toename van het aantal moorden en een grotere onveiligheid van burgers;

1.  is ernstig bezorgd over de verslechterende situatie in Venezuela en veroordeelt de detentie van vreedzame betogers, studenten en oppositieleiders; dringt aan op de onmiddellijke vrijlating van al degenen die willekeurig gevangen worden gehouden, in overeenstemming met de verzoeken van diverse VN-instanties en internationale organisaties;

2.  veroordeelt krachtig de politieke vervolging en onderdrukking van de democratische oppositie, de schendingen van de vrijheid van meningsuiting en het recht om te demonstreren, alsook het bestaan van censuur in de media en op het internet;

3.  veroordeelt krachtig het gebruik van geweld tegen betogers; betuigt zijn oprechte medeleven met de nabestaanden van de slachtoffers; dringt er bij de Venezolaanse autoriteiten op aan deze misdrijven te onderzoeken en de daders hiervoor volledige verantwoordelijkheid te laten afleggen zonder enige ruimte voor straffeloosheid;

4.  spoort alle partijen aan om te komen tot een vreedzame dialoog die alle geledingen van de Venezolaanse samenleving omvat, teneinde punten van overeenstemming te vinden en de politieke hoofdrolspelers de gelegenheid te bieden om de ernstigste problemen waarmee het land worstelt te bespreken; dringt er bij alle betrokken partijen op aan verdere escalatie van het geweld te voorkomen en herinnert de regering van Venezuela eraan dat van een constructieve dialoog geen sprake kan zijn zolang de oppositieleiders op willekeurige gronden gevangen worden gehouden;

5.  dringt er bij de Venezolaanse autoriteiten op aan dat zij de ongecontroleerde gewapende regeringsgezinde groepen onverwijld ontwapenen en ontmantelen, en dat zij een eind maken aan de straffeloosheid ten aanzien van deze groepen;

6.  herinnert de regering van Venezuela aan haar verantwoordelijkheid te waarborgen dat alle strafrechtelijke procedures aan de internationale normen voldoen; wijst erop dat de scheiding van machten een fundamenteel democratisch beginsel is en dat het rechtssysteem door de overheid niet mag worden gebruikt om de democratische oppositie aan politieke vervolging en onderdrukking bloot te stellen; dringt er bij de Venezolaanse autoriteiten op aan de ongefundeerde beschuldigingen en arrestatiebevelen jegens politici van de oppositie in te trekken en de veiligheid van alle burgers in het land te garanderen, ongeacht hun politieke opvattingen en banden;

7.  dringt er bij de regering van Venezuela op aan haar eigen grondwet en haar internationale verplichtingen na te leven en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, het recht op vrijheid van meningsuiting, vereniging en vreedzame vergadering, evenals politiek pluralisme te eerbiedigen, aangezien dit hoekstenen van de democratie vormen, en te waarborgen dat burgers niet worden vervolgd wegens de uitoefening van hun recht op vreedzame vergadering en vrijheid van meningsuiting;

8.  dringt er bij de regering van Venezuela op aan mensenrechten te eerbiedigen, vermeende mensenrechtenschendingen op doeltreffende wijze te onderzoeken, en een klimaat te creëren waarin mensenrechtenverdedigers en onafhankelijke niet-gouvernementele organisaties hun legitieme werkzaamheden ter bevordering van mensenrechten en democratie uit kunnen voeren;

9.  verzoekt de EDEO en de EU-delegatie evenals de delegaties van de lidstaten om de strafrechtelijke onderzoeken en processen van oppositieleiders te blijven volgen;

10.  dringt er bij de regering van Venezuela op aan een krachtige en open mensenrechtendialoog met de Europese Unie aan te gaan;

11.  dringt er bij de EU, de lidstaten en de Hoge Vertegenwoordiger / vicevoorzitter Federica Mogherini op aan op te roepen tot de onmiddellijke vrijlating van de betogers die willekeurig zijn gearresteerd sinds het begin van de demonstraties;

12.  herinnert aan zijn verzoek om zo spoedig mogelijk een ad hoc-delegatie van het Europees Parlement naar Venezuela te zenden om de situatie in het land te beoordelen en in dialoog te treden met alle bij het conflict betrokken partijen;

13.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regering en Nationale Vergadering van de Bolivariaanse Republiek Venezuela, de Euro-Latijns-Amerikaanse Parlementaire Vergadering en de secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten.

(1) PB C 102E van 24.4.2008, blz. 484.
(2) PB C 15E van 21.1.2010, blz. 85.
(3) PB C 212E van 5.8.2010, blz. 113.
(4) PB C 341E van 16.12.2010, blz. 69.
(5) PB C 351E van 2.12.2011, blz. 130.
(6) PB C 264E van 13.9.2013, blz. 88.
(7) Aangenomen teksten, P7_TA(2014)0176.

Juridische mededeling - Privacybeleid