Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 11 februari 2015 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer (gecodificeerde tekst) (COM(2014)0321 – C8-0012/2014 – 2014/0166(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure – codificatie)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2014)0321),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 207, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0012/2014),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 10 december 2014(1),
– gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 20 december 1994 voor een versnelde werkmethode voor de officiële codificatie van wetteksten(2),
– gezien de artikelen 103 en 59 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie juridische zaken (A8-0040/2014),
A. overwegende dat naar de mening van de adviesgroep van de juridische diensten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie het voorstel in kwestie een eenvoudige codificatie van de bestaande teksten behelst, zonder inhoudelijke wijzigingen;
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 11 februari 2015 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) 2015/... van het Europees Parlement en de Raad betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer (codificatie)
(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Verordening (EU) 2015/478.)