Resolutie van het Europees Parlement van 10 maart 2015 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2014/011 BE/Caterpillar, ingediend door België) (COM(2014)0735 – C8-0015/2015 – 2015/2021(BUD))
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2014)0735 – C8-0015/2015),
– gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006(1) (EFG-verordening),
– gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020(2), en met name artikel 12 hiervan,
– gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer(3), en met name punt 13 hiervan,
– gezien de trialoogprocedure waarin is voorzien in punt 13 van het IIA van 2 december 2013,
– gezien de brief van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken,
– gezien de brief van de Commissie regionale ontwikkeling,
– gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A8-0033/2015),
A. overwegende dat de Europese Unie wetgevings- en begrotingsinstrumenten in het leven heeft geroepen om extra steun te geven aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ondervinden, en hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt;
B. overwegende dat financiële steun van de Unie aan ontslagen werknemers flexibel moet zijn en zo snel en efficiënt mogelijk ter beschikking moet worden gesteld, overeenkomstig de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die is goedgekeurd tijdens het overleg van 17 juli 2008, en met inachtneming van het IIA van 2 december 2013 met betrekking tot het nemen van besluiten om gebruik te maken van het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG);
C. overwegende dat de vaststelling van de nieuwe EFG-verordening vorm geeft aan de overeenkomst tussen het Parlement en de Raad om het criterium "crisisafwijking" opnieuw in te voeren, de financiële bijdrage van de Unie te verhogen tot 60 % van de totale geraamde kosten van de voorgestelde maatregelen, de efficiëntie voor de behandeling van EFG-aanvragen in de Commissie en door het Parlement en de Raad te verhogen door de termijn voor beoordeling en goedkeuring te verkorten, de subsidiabele maatregelen en begunstigden uit te breiden door zelfstandigen en jongeren toe te voegen en stimuleringsmaatregelen voor de oprichting van een eigen bedrijf te financieren;
D. overwegende dat België aanvraag EGF/2014/011 BE/Caterpillar voor een bijdrage uit het EFG heeft ingediend naar aanleiding van 1030 ontslagen werknemers bij Caterpillar Belgium S.A., een bedrijf dat is ingedeeld in NACE 2-afdeling 28 "Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g." van wie 630 personen naar verwachting aan de maatregelen zullen deelnemen, gedurende en na de referentieperiode van 1 januari 2014 tot 30 april 2014, in verband met de afnemende vraag in Europa;
E. overwegende dat de aanvraag voldoet aan de subsidiabiliteitscriteria die zijn vastgelegd in de EFG-verordening;
1. merkt op dat is voldaan is aan de voorwaarden die zijn opgenomen in artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening en dat België bijgevolg recht heeft op een financiële bijdrage op grond van die verordening;
2. stelt vast dat de Belgische autoriteiten de aanvraag voor een financiële bijdrage uit het EFG op 22 juli 2014 hebben ingediend, tot en met 16 september 2014 aanvullende informatie hebben verstrekt, en dat de Commissie haar beoordeling op 9 december 2014 bekend heeft gemaakt;
3. wijst erop dat de totale begroting 2 038 090 EUR bedraagt, waarvan 73 378 EUR bestemd is voor de implementatie, en dat de financiële bijdrage van het EFG 1 222 854 EUR bedraagt, wat goed is voor 60 % van de totale kosten van de voorgestelde maatregelen;
4. is ingenomen met het feit dat de Belgische autoriteiten op 1 april 2014 hebben besloten met de uitvoering van de individuele diensten voor de getroffen werknemers te beginnen om de werknemers snel bijstand te verlenen, ruimschoots vooruitlopend op het besluit over en de aanvraag voor toekenning van EFG-steun voor het voorgestelde gecoördineerde pakket; wijst erop dat de individuele dienstverlening die al is aangeboden in aanmerking komt voor EFG-financiering;
5. is van mening dat de ontslagen bij Caterpillar Belgium S.A. verband houden met grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering, omdat het fabriceren en importeren van werktuigen vanuit Azië naar Europa goedkoper is geworden dan produceren in Europa voor een afnemende markt; merkt op dat de vestiging Gosselies te lijden heeft gehad van de negatieve upstream- en downstream-effecten voor staal- en metaalproducten in Europa door de concurrentie van opkomende economieën en de crisis van 2009 waardoor de Europese bouw- en mijnbouwsector, de belangrijkste klanten van Caterpillar, is afgezwakt;
6. wijst erop dat de vraag naar werktuigen voor de bouw is afgenomen vanwege dalende particuliere en publieke investeringen in infrastructuur, veroorzaakt door het inzakken van de wereldwijde economie;
7. merkt op dat dit de twaalfde EGF-aanvraag is uit de "Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g."-sector, waarbij de eerdere aanvragen gelijkelijk waren verdeeld tussen de criteria handel en economische crisis;
8. betreurt dat een groot deel van de werklozen in de regio Charleroi laagopgeleid is (59% heeft geen hoger middelbaar onderwijs genoten) en dat 43% langer dan 2 jaar werkloos is; betreurt dat het werkgelegenheidspercentage in Charleroi met 52,26% tot de laagste in Wallonië behoort; is daarom ingenomen met het feit dat de autoriteiten hebben besloten EFG-financiering aan te vragen om de ontslagen werknemers te helpen;
9. merkt op dat de ontslagen bij Caterpillar naar verwachting enorme negatieve gevolgen zullen hebben voor de regio van Charleroi, die al kampt met een zeer moeilijke arbeidsmarktsituatie omdat zij te afhankelijk is van traditionele industriële werkgelegenheid en er te weinig nieuwe industrieën zijn; wijst erop dat het geringe vaardigheidsniveau van de ontslagen werknemers het voor hen moeilijk maakt om een nieuwe baan te vinden in een negatieve economische context; beveelt de Commissie aan onderzoek te doen naar succesvolle ondernemers in de regio om ontslagen werknemers stimulerende ideeën voor projecten aan de hand te doen op basis van succesverhalen in de regio;
10. wijst erop dat 18 % van de beoogde ontslagen werknemers die naar verwachting aan de maatregelen zullen deelnemen het gevaar loopt van uitsluiting van de arbeidsmarkt, aangezien ze deel uitmaken van de leeftijdsgroep 55 tot 64 jaar;
11. merkt op dat het gecoördineerde pakket van individuele diensten dat gemedefinancierd moet worden drie belangrijke terreinen betreft: omscholing, opleiding en herscholing en bevordering van ondernemerschap;
12. wijst erop dat ruim de helft van de totale geraamde kosten besteed zullen worden aan diensten gericht op herinzetbaarheid, te weten ondersteunings-, begeleidings- en integratiemaatregelen; wijst erop dat deze diensten verleend zullen worden door FOREM (de Waalse Dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling), die bij de uitvoering van deze aanvraag zal fungeren als bemiddelende instantie;
13. is ingenomen met het feit dat het gecoördineerde pakket van individuele diensten werd opgesteld in overleg met beoogde begunstigden en de sociale partners, rekening houdend met de mogelijkheden van de regio en het ondernemingsklimaat;
14. herinnert eraan dat de inzetbaarheid van alle werknemers verbeterd moet worden door middel van aangepaste opleidingen en de erkenning van de in de loop van het beroepsleven opgedane vaardigheden en bekwaamheden; verwacht dat de opleiding die in het gecoördineerde pakket wordt aangeboden, niet alleen is afgestemd op de behoeften van de ontslagen werknemers, maar ook op het huidige ondernemingsklimaat;
15. pleit ervoor om in de toekomst gebruik te maken van de bepalingen van de EFG-verordening ter ondersteuning van jongeren in deze regio die geen werk hebben en geen onderwijs of een opleiding volgen (NEET's);
16. herinnert eraan dat in artikel 7 van de EFG-verordening is bepaald dat bij het samenstellen van het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening rekening moet worden gehouden met toekomstperspectieven op de arbeidsmarkt en de vereiste vaardigheden, en dat het gecoördineerde pakket gericht dient te zijn op de overgang naar een grondstoffenefficiënte en duurzame economie;
17. benadrukt dat de EFG-steun alleen actieve arbeidsmarktmaatregelen kan medefinancieren die duurzame werkgelegenheid voor de lange termijn opleveren; herhaalt dat uit het EFG afkomstige steun niet in de plaats mag komen van maatregelen waartoe ondernemingen verplicht zijn krachtens de nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten, noch van maatregelen voor de herstructurering van ondernemingen of sectoren;
18. verwelkomt het feit dat financiële steun van het Europees Sociaal Fonds in het verleden is verleend aan een project (En Train – En Transition-Reconversion-Accompagnement) dat tot doel had pedagogische methoden voor omscholingscellen in het algemeen te ontwikkelen, en is van mening dat de resultaten van dit project waarschijnlijk nuttig zullen zijn voor de uitvoering van de geplande maatregelen;
19. hecht zijn goedkeuring aan het bij deze resolutie gevoegde besluit;
20. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit samen met de voorzitter van de Raad te ondertekenen en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;
21. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie, met inbegrip van de bijlage, te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (aanvraag EGF/2014/011 BE/Caterpillar, ingediend door België)
(De tekst van de bijlage wordt hier niet weergegeven, aangezien deze overeenkomt met de definitieve handeling: Besluit (EU) 2015/471.)