Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2014/2106(DEC)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A8-0074/2015

Ingediende teksten :

A8-0074/2015

Debatten :

PV 28/04/2015 - 16
CRE 28/04/2015 - 16

Stemmingen :

PV 29/04/2015 - 10.27
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P8_TA(2015)0136

Aangenomen teksten
PDF 182kWORD 80k
Woensdag 29 april 2015 - Straatsburg
Kwijting 2013: Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)
P8_TA(2015)0136A8-0074/2015
Besluit
 Besluit
 Resolutie

1.Besluit van het Europees Parlement van 29 april 2015 over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2013 (2014/2106(DEC))

Het Europees Parlement,

–  gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2013,

–  gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2013, tezamen met de antwoorden van het Agentschap(1),

–  gezien de verklaring van de Rekenkamer(2) voor het begrotingsjaar 2013 waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd, overeenkomstig artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien de aanbeveling van de Raad van 17 februari 2015 betreffende de aan het Agentschap te verlenen kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2013 (05304/2015 – C8-0054/2015),

–  gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen(3),

–  gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002(4), en met name artikel 208,

–  gezien Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG(5), en met name artikel 60,

–  gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen(6),

–  gezien Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie van 30 september 2013 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad(7), en met name artikel 108,

–  gezien artikel 94 en bijlage V van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie vervoer en toerisme (A8-0074/2015),

1.  verleent de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2013;

2.  formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie;

3.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel uitmaakt, te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

(1) PB C 442 van 10.12.2014, blz. 93.
(2) PB C 442 van 10.12.2014, blz. 93.
(3) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
(4) PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.
(5) PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1.
(6) PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
(7) PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42.


2.Besluit van het Europees Parlement van 29 april 2015 over de afsluiting van de rekeningen van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2013 (2014/2106(DEC))

Het Europees Parlement,

–  gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2013,

–  gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2013, tezamen met de antwoorden van het Agentschap(1),

–  gezien de verklaring van de Rekenkamer(2) voor het begrotingsjaar 2013 waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd, overeenkomstig artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien de aanbeveling van de Raad van 17 februari 2015 betreffende de aan het Agentschap te verlenen kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2013 (05304/2015 – C8-0054/2015),

–  gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen(3),

–  gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002(4), en met name artikel 208,

–  gezien Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG(5), en met name artikel 60,

–  gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen(6),

–  gezien Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie van 30 september 2013 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad(7), en met name artikel 108,

–  gezien artikel 94 en bijlage V van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie vervoer en toerisme (A8-0074/2015),

1.  stelt vast dat de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart overeenkomt met de weergave in de bijlage bij het verslag van de Rekenkamer;

2.  hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2013;

3.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

(1) PB C 442 van 10.12.2014, blz. 93.
(2) PB C 442 van 10.12.2014, blz. 93.
(3) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
(4) PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.
(5) PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1.
(6) PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
(7) PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42.


3.Resolutie van het Europees Parlement van 29 april 2015 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2013 (2014/2106(DEC))

Het Europees Parlement,

–  gezien zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2013,

–  gezien artikel 94 en bijlage V van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie vervoer en toerisme (A8-0074/2015),

A.  overwegende dat de definitieve begroting van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (hierna "het Agentschap") voor het begrotingsjaar 2013 volgens zijn financiële staten 167 023 535 EUR bedroeg, hetgeen een toename van 5,15 % ten opzichte van 2012 betekent;

B.  overwegende dat de bijdrage van de Unie aan de begroting van het Agentschap voor 2013 volgens zijn financiële staten 35 829 562 EUR bedroeg, hetgeen een toename van 0,2 % ten opzichte van 2012 betekent;

C.  overwegende dat de Rekenkamer in haar verslag over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2013 (het verslag van de Rekenkamer) verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben gekregen dat de jaarrekening van de Stichting betrouwbaar is en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

Follow-up van de kwijting voor 2012

1.  maakt uit het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening op dat naar aanleiding van de in het verslag van de Rekenkamer van 2011 geformuleerde opmerking die in het verslag van 2012 als "loopt nog" aangemerkt was, de corrigerende maatregel getroffen is en nu in het verslag van de Rekenkamer van 2013 als "afgerond" aangemerkt is; maakt voorts op dat naar aanleiding van de vier in het verslag van de Rekenkamer van 2012 geformuleerde opmerkingen, corrigerende maatregelen zijn getroffen en twee opmerkingen nu als "afgerond" en twee als "niet van toepassing" aangemerkt zijn;

2.  begrijpt van het Agentschap dat:

   gegevens en statistieken over het beheer van belangenconflicten in zijn jaarlijks activiteitenverslag 2013 zijn opgenomen;
   cv's en belangenverklaringen van de uitvoerend directeur, de directeuren en de afdelingshoofden met ingang van 1 december 2014 volledig op de website van het Agentschap waren gepubliceerd, zoals het kwijtingsautoriteit in 2014 hadden gevraagd;
   informatie over de impact van de activiteiten van het Agentschap op de burgers van de Unie verstrekt wordt door middel van de jaarlijkse publicatie van strategische documenten waaronder het algemeen jaarverslag, het jaarlijks veiligheidsoverzicht en het werkprogramma;

Opmerkingen over de wettigheid en regelmatigheid van de verrichtingen

3.  neemt er nota van dat in 2013 het Agentschap ongeveer 22 000 000 EUR heeft uitgegeven aan aanbestedingsprocedures om delen van zijn certificeringsactiviteiten aan nationale luchtvaartautoriteiten uit te besteden; onderkent dat het proces van toewijzing van specifieke certificeringstaken aan de contractanten, alsmede de te hanteren criteria, beschreven worden in specifieke richtsnoeren die door het Agentschap zijn vastgesteld met een besluit van zijn raad van bestuur;

4.  verzoekt het Agentschap de transparantie van uitbestedingen te vergroten door een verbeterde documentatie van de toewijzingsprocessen, waaronder de beoordelingen die zijn verricht op basis van de criteria die in de richtsnoeren zijn opgenomen; stelt bezorgd vast dat dit ook geldt voor de toewijzing van vele andere contracten met een lage waarde aan inschrijvers;

Vastleggingen en overdrachten

5.  stelt vast dat de globale vastleggingsgraad 98 % bedroeg, variërend van 92 % voor titel III (beleidsuitgaven) tot 98 % voor titel II (administratieve uitgaven);

6.  neemt kennis van een algemene vermindering van het algehele niveau van overgedragen vastgelegde kredieten van 10 100 000 EUR (11 %) in 2012 tot 7 200 000 EUR (8 %) in 2013; toont zich bezorgd dat hoewel het algehele niveau van overdrachten is verminderd, dit hoog bleef voor titel III, met 3 400 000 EUR (42 %); benadrukt dat hoewel de overdrachten deels worden gerechtvaardigd door het meerjarig karakter van de verrichtingen van het Agentschap, een dergelijk hoog niveau in strijd is met het begrotingsbeginsel van jaarperiodiciteit;

Aanbestedings- en aanwervingsprocedures

7.  merkt op dat de Rekenkamer in zijn jaarlijks controleverslag voor 2013 geen opmerkingen formuleerde aangaande de aanwervingsprocedures van de autoriteit;

8.  begrijpt van het Agentschap dat de vereisten waaraan de kandidaten in het wervingsproces moeten voldoen, in overeenstemming zijn met het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en dat het geval dat door de Rekenkamer in zijn verslag van 2012 vermeld is, als gesloten beschouwd wordt;

9.  herinnert aan het standpunt van het EP in begrotingsprocedures, namelijk dat personeel dat betaald wordt uit bijdragen van het bedrijfsleven en dus niet uit de EU-begroting buiten de door de EU toegepaste jaarlijkse korting van 2 % moet blijven; is in dit verband van oordeel dat de Commissie een onderscheid dient te maken ten aanzien van de agentschappen die voornamelijk uit de begroting van de Unie worden gefinancierd en dat zij een andere regeling moet voorstellen voor de agentschappen die voornamelijk worden gefinancierd uit bijdragen van het bedrijfsleven, welke evenredig moeten zijn aan de kosten van de door het agentschap verleende diensten;

Preventie en beheer van belangenconflicten en transparantie

10.  constateert dat in 2013 het Agentschap 213 belangenverklaringen heeft herzien aan de hand van de in 2012 vastgestelde gedragscode voor EASA-personeel; is verheugd over de herziening van de EASA-verordening en onderstreept de noodzaak van herziening van de gedragscode ten einde elk potentieel belangenconflict te voorkomen; acht het in dit verband nodig dat een regelmatige screening van de toepassing van de gedragscode en van de gevallen zelf door de Rekenkamer plaatsvindt; wijst erop dat in 2013 twee gevallen van draaideurconstructies zijn geconstateerd; stelt vast dat het Agentschap de gemelde activiteiten voor beide gevallen van draaideurconstructies heeft toegestaan onder voorwaarde dat tijdens de afkoelingsperiode van 12 tot 24 maanden geen contact wordt opgenomen met de personeelsleden van het Agentschap, geen lobbyactiviteiten worden uitgevoerd en geen rechtstreekse contractonderhandelingen gevoerd worden met het Agentschap;

11.  stelt met bezorgdheid vast dat het vraagstuk van belangenconflicten van zeer groot belang is voor wat betreft de leden van het panel van deskundigen die belast zijn met het testen van en het verlenen van vergunningen voor producten; spreekt zijn ernstige bezorgdheid uit over de twee gevallen van draaideurconstructies die het Agentschap in 2013 heeft vastgesteld en pleit ervoor dat het Agentschap zijn onafhankelijkheidsbeleid versterkt, met name door de cv's en belangenverklaringen van managers, leden van de adviesraad en het panel van deskundigen vóór eind september 2015 openbaar te maken; verzoekt het Agentschap uitgebreide beleidsmaatregelen te nemen voor de omgang met situaties met belangenconflicten, zoals het afstoten van het belang door de ambtenaar, uitsluiting van de ambtenaar van de besluitvorming in de betrokken zaak, beperkte toegang voor de betrokken ambtenaar tot bepaalde informatie, herdefiniëring van de taken van de ambtenaar, of ontslag van de ambtenaar uit de dienst;

Interne-controlemaatregelen

12.  begrijpt van het Agentschap dat controles vooraf en achteraf zijn ingevoerd na overleg met de Rekenkamer en zoals aanbevolen door de kwijtingsautoriteit; erkent dat op grond van het financieel reglement van het Agentschap controles achteraf niet verplicht zijn ; merkt op dat een op risicoanalyse gebaseerd jaarplan voor controles achteraf is opgesteld, onder meer met betrekking tot aanbestedingsprocedures;

Intern auditonderzoek

13.  verneemt dat de dienst Interne Audit van de Commissie (IAS) het verslag bekendgemaakt heeft van een beperkte controle van het beheer van IT-projecten in 2013, wat geleid heeft tot twee "zeer belangrijke" aanbevelingen; constateert voorts dat de IAS een aanvullende controle uitgevoerd heeft inzake "bouwstenen voor de betrouwbaarheid" die een advies van redelijke zekerheid alsook twee "zeer belangrijke" aanbevelingen opgeleverd heeft; merkt op dat de IAS bevestigd heeft dat van de 23 "zeer belangrijke" aanbevelingen die de IAS de voorgaande jaren heeft gedaan, er 22 uitgevoerd zijn;

Overige opmerkingen

14.  stelt vast dat het Agentschap, sinds het in 2004 operationeel werd, op basis van briefwisseling en uitwisselingen met de gastlidstaat werkt; merkt evenwel op tot op heden geen alomvattende overeenkomst inzake de hoofdzetel met de gastlidstaat gesloten is; wijst erop dat een dergelijke overeenkomst de transparantie zou bevorderen ten aanzien van de omstandigheden waaronder het Agentschap en zijn personeel opereren; verzoekt het Agentschap en de gastlidstaat deze kwestie zo snel mogelijk op te lossen en de kwijtingsautoriteit op de hoogte te brengen van de vorderingen van de onderhandelingen;

15.  herinnert eraan dat alle agentschappen volgens de door het Parlement, de Raad en de Commissie overeengekomen gemeenschappelijke aanpak voor de gedecentraliseerde EU-agentschappen een overeenkomst voor de plaats van vestiging moeten hebben afgesloten alvorens aan hun werkzaamheden te beginnen; merkt in dit verband op dat de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen, in 2011 een vestigingsplaatsovereenkomst met de Duitse regering heeft gesloten; dringt in dit verband bij de gastlidstaat erop aan zo snel mogelijk tot een akkoord met het Agentschap te komen, opdat de betrekkingen tussen de nationale gerechtelijke autoriteiten worden verduidelijkt en het Agentschap ongehinderd zijn wettelijk mandaat kan uitoefenen; doet een beroep op de Commissie van de gelegenheid dit jaar gebruik te maken om het oprichtingsbesluit van het Agentschap te wijzigen ten einde tot een akkoord over de zetel te komen, op grond waarvan het Agentschap onbelemmerd kan functioneren; verlangt derhalve dat het Europees Parlement van het definitieve besluit over de zetel van het Agentschap in kennis wordt gesteld;

16.  wijst op de essentiële rol van het Agentschap bij het waarborgen van optimale veiligheid van de luchtvaart in heel Europa; stipt aan dat de huidige herziening van de regelgeving inzake het gemeenschappelijk Europees luchtruim zou kunnen leiden tot een uitbreiding van de bevoegdheden van het Agentschap; onderstreept dat het Agentschap in dat geval voldoende financiële, materiële en personele middelen nodig zal hebben om zijn taken met succes te kunnen uitvoeren;

o
o   o

17.  verwijst voor andere, horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingsbesluit naar zijn resolutie van 29 april 2015(1) over de prestaties en het financiële beheer van en de controle op de agentschappen.

(1) Aangenomen teksten van die datum, P8_TA(2015)0130.

Juridische mededeling - Privacybeleid