Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2015/2664(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B8-0373/2015

Debatten :

PV 30/04/2015 - 16.2
CRE 30/04/2015 - 16.2

Stemmingen :

PV 30/04/2015 - 17.2

Aangenomen teksten :

P8_TA(2015)0187

Aangenomen teksten
PDF 172kWORD 70k
Donderdag 30 april 2015 - Straatsburg
De situatie in het vluchtelingenkamp Yarmoek in Syrië
P8_TA(2015)0187RC-B8-0373/2015

Resolutie van het Europees Parlement van 30 april 2015 over de situatie in het vluchtelingenkamp Yarmouk in Syrië (2015/2664(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien het internationale humanitaire recht,

–  gezien zijn eerdere resoluties over Syrië,

–  gezien de verklaring van 10 april 2015 van de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV) en de commissaris voor humanitaire hulp en crisisbeheer over de situatie in Yarmouk, Syrië,

–  gezien de verklaring van 18 april 2015 van de VV/HV namens de Europese Unie, over de situatie in het Palestijnse vluchtelingenkamp Yarmouk in Syrië,

–  gezien de resoluties 2139 (2014), 2165 (2014) en 2191 (2014) van de VN-Veiligheidsraad,

–  gezien artikel 135, lid 5 en artikel 123, lid 4, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat IS/Da'esh het Palestijnse vluchtelingenkamp in Yarmouk op 1 april 2015 heeft aangevallen; overwegende dat het regime-Assad de beschietingen en luchtbombardementen op het kamp als reactie op de IS-aanval heeft voortgezet en dat er in het kamp hevige straatgevechten hebben plaatsgevonden tussen gewapende anti-Assad-oppositiegroepen, met aan de ene kant Aknaf Bait al-Makdis en aan de andere kant IS/Da'esh en Jabhat al-Nusra; overwegende dat op 16 april 2015 Palestijnse militaire eenheden, met de steun van Syrische rebellen, de IS/Da'esh-strijders hebben gedwongen het kamp te verlaten; overwegende dat de terugtrekking van IS/Da'esh tot gevolg heeft dat Jabhat al-Nusra, een afdeling van al-Qaeda, grotendeels de controle over het kamp krijgt;

B.  overwegende dat Yarmouk, het grootste Palestijnse vluchtelingenkamp in Syrië, dat in 1957 werd opgericht om mensen op te vangen die het Arabisch-Israëlische conflict ontvluchtten, verzeild is geraakt in een strijd tussen de Syrische regering en gewapende groeperingen als Jabhat al-Nusra en het Vrije Syrische Leger; overwegende dat er vóór het Syrische conflict meer dan 160 000 burgers in het kamp woonden en dat dat er nu nog slechts 18 000 zijn;

C.  overwegende dat de 480 000 Palestijnse vluchtelingen een zeer kwetsbare groep blijven vormen in de crisis in Syrië; overwegende dat zij verspreid zijn over meer dan 60 kampen in de regio; overwegende dat 95 % van de Palestijnse vluchtelingen momenteel afhankelijk is van de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen in het Nabije Oosten (UNRWA) om te kunnen voorzien in hun dagelijkse behoefte aan voedsel, water en gezondheidszorg;

D.  overwegende dat de burgerbevolking in het kamp Yarmouk sinds december 2012 wordt belegerd en onderworpen aan willekeurige bombardementen en beschietingen door het regime-Assad, en nu nog steeds in het kamp vastzit; overwegende dat volgens de UNRWA 18 000 Palestijnse en Syrische burgers in Yarmouk, waaronder 3 500 kinderen, dringend behoefte hebben aan de meest elementaire humanitaire hulp;

E.  overwegende dat er een permanente gezondheidscrisis in het kamp heerst, aangezien er sprake was van een tyfusepidemie in 2014 en hepatitis A en watergerelateerde ziekten endemisch zijn, evenals ondervoeding, met alle bekende gevolgen van dien;

F.  overwegende dat de VN-Veiligheidsraad alle partijen in de Syrische burgeroorlog verzocht heeft om humanitaire toegang tot het kamp Yarmouk te verlenen en om de humanitaire hulp zonder belemmeringen toe te laten tot het kamp;

G.  overwegende dat de Commissie onmiddellijke noodfinanciering ten belope van 2,5 miljoen EUR heeft uitgetrokken voor UNRWA-operaties om de Palestijnse vluchtelingen in Syrië levensreddende bijstand te bieden in de vorm van contanten en noodhulpgoederen;

H.  overwegende dat voorts in het kader van de humanitaire EU-financiering voor Syrië in 2015 steun zal worden vrijgemaakt voor een snelle humanitaire respons om in de behoeften van kwetsbare families te voorzien; overwegende dat deze financiering is bestemd voor alle door het conflict getroffen delen van Syrië, met specifieke aandacht voor de recente geweldzones in Yarmouk, Idlib, Dara'a en Aleppo;

I.  overwegende dat het feit dat het Syrische regime en andere strijdende partijen de humanitaire toegang tot de vluchtelingen in het kamp van Yarmouk blijven weigeren in strijd is met het internationale humanitaire recht; overwegende dat het vermogen van de UNRWA om levensreddende noodhulp te bieden, in reactie op spoedeisende ontwikkelingen zoals die in Yarmouk, ernstig wordt ondermijnd door een chronisch gebrek aan financiering voor humanitaire interventies binnen Syrië;

1.  spreekt zijn ernstige bezorgdheid uit over de voortdurende verslechtering van de veiligheids- en humanitaire situatie in Syrië, met name in het Palestijnse vluchtelingenkamp Yarmouk en andere Palestijnse kampen; herhaalt zijn nadrukkelijke toezegging om de slachtoffers van het Syrische conflict te ondersteunen;

2.  veroordeelt de overname van het kamp Yarmouk en de terroristische daden van IS/Da'esh en Jabhat al-Nusra, alsook de belegering van Yarmouk door het regime-Assad en de bombardementen op het kamp, waaronder die met vatenbommen, welke een ondraaglijk lijden veroorzaken onder de getroffen bevolking; dringt erop aan onmiddellijk een einde te maken aan de belegering en alle aanvallen op de burgerbevolking;

3.  spreekt zijn bezorgdheid uit met betrekking tot alle mensenrechtenverdedigers die in het kamp Yarmouk worden vastgehouden en degenen die momenteel gevangen worden gehouden door de Syrische veiligheidstroepen; verzoekt alle gewapende groepen in het kamp Yarmouk zich niet meer te richten tegen mensenrechtenverdedigers;

4.  dringt aan op de eerbiediging van de neutrale status van Yarmouk en de bescherming van de burgers in het kamp, met name vrouwen en kinderen, alsook de vrijwaring van medische voorzieningen, scholen en toevluchtsoorden;

5.  benadrukt dat de aanhoudende oorlog in Syrië en de dreiging die uitgaat van IS/Da'esh een ernstig gevaar vormen voor de inwoners van Syrië en voor het Midden-Oosten in ruimere zin; verzoekt de EU een bijdrage te leveren aan de gezamenlijke inspanningen om de humanitaire crisis te verzachten en aan de hulp die buurlanden wordt geboden om onderdak te bieden aan vluchtelingen die het conflict in Syrië ontvluchten, van wie velen omkomen op boten in de Middellandse Zee;

6.  verzoekt om de tenuitvoerlegging van de resoluties 2139 (2014), 2165 (2014) en 2191 (2014) van de VN-Veiligheidsraad op het hele Syrische grondgebied; dringt er bij alle bij het conflict betrokken partijen op aan de UNRWA, het ICRC en andere internationale hulporganisaties onbelemmerde toegang te verlenen tot het vluchtelingenkamp Yarmouk, teneinde onmiddellijke en onvoorwaardelijke humanitaire toegang mogelijk te maken, gewonde burgers te evacueren en een veilige doorgang te bieden aan alle burgers die het kamp willen verlaten; verzoekt om de instelling van humanitaire corridors die niet worden gecontroleerd door het Syrische regime dan wel IS/Da'esh en Jabhat al-Nusra, in het licht van hun grove en voortdurende schendingen van het internationale humanitaire recht;

7.  is ingenomen met het feit dat de Commissie onmiddellijke noodfinanciering ten belope van een bedrag van 2,5 miljoen EUR heeft uitgetrokken voor UNWRA-operaties om de Palestijnse vluchtelingen in Syrië levensreddende bijstand te bieden; prijst de UNRWA voor het belangrijke werk dat zij levert en spreekt zijn nadrukkelijke toezegging uit om te blijven samenwerken met commissaris-generaal Pierre Krähenbühl van de UNRWA en met alle andere partners om het leed van de meest hulpbehoevenden te verzachten; benadrukt dat de EU en haar lidstaten hun steun aan de UNRWA voor de noodhulp voor de burgers in Yarmouk en andere delen van Syrië moeten opvoeren, zodat alle Palestijnse vluchtelingen, gastgemeenschappen en anderen de hulp krijgen die ze nodig hebben; verzoekt de EU om een bijdrage te leveren aan de financiering van het door de UNRWA voor noodhulp gevraagde bedrag van 30 miljoen dollar, en om de UNRWA diplomatieke en politieke steun te bieden;

8.  veroordeelt met klem het misbruik van kinderen, de slachtpartijen, de folteringen, de moorden en het seksuele geweld waarvan de Syrische bevolking het slachtoffer is; benadrukt het belang van het nemen van passende maatregelen om de veiligheid van onschuldige burgers, waaronder vrouwen en kinderen, te waarborgen; erkent dat vrouwen en kinderen vaak het slachtoffer zijn van oorlogsverkrachting in het Syrische conflict, ook in de gevangenissen van het regime; onderstreept dat in gemeenschappelijk artikel 3 van de Conventies van Genève is vastgelegd dat gewonden en zieken alle noodzakelijke medische zorg moeten krijgen die hun toestand vergt, zonder daarbij nadelig onderscheid te maken; dringt er bij humanitaire hulpverleners op aan het volledige scala aan gezondheidsdiensten aan te bieden in de door de EU gefinancierde humanitaire voorzieningen;

9.  steunt ten volle de inspanningen van de speciale vertegenwoordiger van de VN voor Syrië, Staffan de Mistura, om alle partijen te bewegen tot plaatselijke wapenstilstanden en humanitaire pauzes om humanitaire hulpverlening mogelijk te maken; verzoekt de EU nogmaals het initiatief te nemen voor diplomatieke inspanningen met dat doel voor ogen;

10.  herhaalt zijn verzoek om een duurzame oplossing voor het Syrische conflict door middel van een inclusief en door Syrië geleid politiek proces op basis van het communiqué van Genève van juni 2012, wat zal leiden tot een waarachtige politieke overgang die voldoet aan de legitieme verwachtingen van de Syrische bevolking en hen in staat stelt op onafhankelijke en democratische wijze hun eigen toekomst te bepalen; is ingenomen met de aankondiging dat er in mei hernieuwde besprekingen van Genève zullen plaatsvinden tussen het regime-Assad, de oppositie, leden van de VN-Veiligheidsraad en regionale mogendheden waaronder Iran;

11.  blijft ervan overtuigd dat er geen duurzame vrede in Syrië mogelijk is zonder dat rekenschap wordt afgelegd voor de misdaden die door alle partijen tijdens het conflict zijn gepleegd, met inbegrip van de misdaden met betrekking tot het kamp Yarmouk; herhaalt zijn oproep om de situatie in Syrië door te verwijzen naar het Internationaal Strafhof; verzoekt de EU en haar lidstaten serieuze aandacht te schenken aan de recente aanbeveling van de VN-onderzoekscommissie om een speciaal tribunaal voor de in Syrië gepleegde misdaden op te richten;

12.  is van oordeel dat het Parlement een ad-hocbezoek moet brengen aan het vluchtelingenkamp Yarmouk om de humanitaire situatie onafhankelijk te kunnen beoordelen, zodra de veiligheidssituatie dat toestaat, in samenwerking met de VN en onafhankelijk van het regime-Assad en andere bij het conflict betrokken partijen;

13.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de speciale gezant van de VN-Arabische Liga in Syrië, de secretaris-generaal van de Raad voor Samenwerking van de Arabische Golfstaten, de president van de Palestijnse Autoriteit, de Raad van het Palestijnse Zelfbestuur en alle partijen die betrokken zijn bij het conflict in Syrië.

Juridische mededeling - Privacybeleid