Resolutie van het Europees Parlement van 11 juni 2015 over recente onthullingen over corruptiezaken op hoog niveau bij de FIFA (2015/2730(RSP))
Het Europees Parlement,
– gezien het EU-corruptiebestrijdingsverslag van de Commissie van 3 februari 2014 (COM(2014)0038),
– gezien de mededeling van de Commissie van 6 juni 2011 getiteld "Corruptiebestrijding in de EU" (COM(2011)0308),
– gezien Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme(1),
– gezien de mededeling van de Commissie van 18 januari 2011 getiteld "Ontwikkeling van de Europese dimensie van de sport" (COM(2011)0012),
– gezien zijn resolutie van 2 februari 2012 over de Europese dimensie van de sport(2),
– gezien het Witboek Sport van de Commissie van 11 juli 2007 (COM(2007)0391),
– gezien de resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 21 mei 2014, betreffende het werkplan van de Europese Unie voor sport (2014-2017),
– gezien zijn resolutie van 14 maart 2013 over wedstrijdmanipulatie en corruptie in de sportwereld(3),
– gezien de resolutie van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa van 23 april 2015 over de hervorming van het bestuur in de voetbalsport,
– gezien het nieuwe programma voor sport onder Erasmus+, en met name de doelstelling om de grensoverschrijdende bedreigingen voor de integriteit van de sport aan te pakken, zoals doping, wedstrijdmanipulatie en geweld, alsook alle vormen van onverdraagzaamheid en discriminatie, en het bevorderen en ondersteunen van goed bestuur in de sport,
– gezien het programma van Stockholm - Een open en veilig Europa ten dienste en ter bescherming van de burger,
– gezien artikel 2 van de statuten van de FIFA, waarin wordt bepaald dat tot de doelstellingen van de FIFA behoort: 'het bevorderen van integriteit, ethiek en fair play, met het oog op het voorkomen van alle methoden of praktijken, zoals corruptie, doping of wedstrijdmanipulatie, die de integriteit van wedstrijden, competities, spelers, bestuurders en leden zouden kunnen aantasten, of die tot misbruik van georganiseerd voetbal zouden kunnen leiden',
– gezien het verslag van Michael García over de controversiële bidprocedure voor de toewijzing van het WK in 2018 en 2022, waarover binnen de FIFA in december 2014 overeenstemming was bereikt om het te publiceren,
– gezien artikel 128, lid 5, en artikel 123, lid 4, van zijn Reglement,
A. overwegende dat veertien FIFA-bestuurders, waaronder de vicevoorzitter, op 27 mei 2015 in Zürich door de Zwitserse autoriteiten zijn gearresteerd; overwegende dat de arrestaties zijn verricht op verzoek van het Amerikaanse ministerie van Justitie op grond van beschuldigingen van witwassen, chantage, fraude en omkoperij ten bedrage van meer dan 150 miljoen USD;
B. overwegende dat de Zwitserse en de Amerikaanse autoriteiten eveneens een afzonderlijk strafrechtelijk onderzoek zijn gestart naar de toewijzing van de wereldkampioenschappen voetbal van 2018 en 2022 aan Rusland, respectievelijk Qatar;
C. overwegende dat de FIFA jarenlang heeft geopereerd als een onbetrouwbare, ondoorzichtige en notoir corrupte organisatie; overwegende dat uit de recente arrestaties blijkt dat fraude en corruptie binnen de FIFA stelselmatig, wijdverbreid en alom aanwezig zijn en het niet om een paar op zichzelf staande gevallen van wanbeheer gaat, zoals Joseph Blatter, ex-voorzitter van de FIFA, beweerde;
D. overwegende dat ondanks de arrestaties en de beschuldigingen tegen FIFA-bestuurders en ondanks de crisis waarin de organisatie zich bevond, Joseph Blatter op 29 mei 2015 voor een vijfde termijn als FIFA-president is gekozen; overwegende dat de herverkiezing van Joseph Blatter als voorzitter van FIFA en het besluit om de bevindingen van het verslag-García naar de selectie van Rusland, respectievelijk Qatar als gastlanden voor de wereldkampioenschappen van 2018 en 2022 niet te publiceren, aantonen dat de FIFA zich op een onverantwoordelijke en onverantwoorde wijze heeft gedragen en niet bereid is geweest om de nodige hervormingen of veranderingen door te voeren om het bestuur van het internationaal voetbal te verbeteren;
E. overwegende dat door het terugtreden van Joseph Blatter en de arrestaties van de FIFA-bestuurders de voorwaarden zijn gecreëerd voor radicale hervormingen van de FIFA-structuren en -praktijken om het bestuur ervan te verbeteren en corruptie in de organisatie tegen te gaan, wat zo spoedig mogelijk ter hand moet worden genomen;
F. overwegende dat de integriteit van sportorganisaties van groot belang is, aangezien zowel beroeps- als amateursport een sleutelrol spelen bij het wereldwijd bevorderen van vrede, eerbiediging van de mensenrechten en solidariteit, goed zijn voor de gezondheid, economische voordelen opleveren, en een cruciale rol spelen bij het uitdragen van fundamentele, stichtende en culturele waarden alsook bij het bevorderen van sociale insluiting;
G. overwegende dat Tibor Navracsisc, de Europese commissaris voor Onderwijs, cultuur, jeugd en sport, in zijn verklaring van 3 juni 2015 de recente ontwikkelingen in de FIFA heeft veroordeeld en heeft aangedrongen op herstel van het vertrouwen en de invoering van een solide systeem van goed bestuur in de FIFA;
H. overwegende dat de Commissie en de Raad hebben erkend dat er een partnerschap nodig is van voetbalbonden en overheidsinstanties voor het goed bestuur van de sport, dat de zelfregulerende aard van de beroepssport respecteert en dat geleid heeft tot een gestructureerde dialoog over sport;
I. overwegende dat transparantie, verantwoordingsplicht en democratie – met andere woorden, goed bestuur – in sportorganisaties voorwaarden zijn voor een zelfregulerend regime, en dat zij ook onontbeerlijk zijn voor sportorganisaties om fraude en corruptie in de sport op doeltreffende en structurele wijze te voorkomen en te bestrijden;
J. overwegende dat het Parlement eerder al een beroep op de bestuursorganen van het voetbal heeft gedaan om te zorgen voor meer democratie, transparantie, legitimiteit, verantwoordingsplicht (d.w.z. financiële controle door een onafhankelijke financieel controleur) en goed bestuur en de Commissie om advies heeft verzocht over de vraag hoe een legitiem en adequaat systeem van zelfregulering kan worden ondersteund;
K. overwegende dat corruptie, wanneer deze niet snel en doeltreffend wordt aangepakt, het vertrouwen in sportorganen kan gaan ondermijnen en een bedreiging voor de integriteit van sport in het algemeen kan gaan vormen;
L. overwegende dat de bestrijding van corruptie een van de prioriteiten is van het programma van Stockholm, en de leidraad voor de acties van de Commissie op het gebied van justitie en binnenlandse zaken;
M. overwegende dat sport ook een grote en snel groeiende sector van de EU-economie is en een belangrijke bijdrage levert aan groei en banen, met een toegevoegde waarde en werkgelegenheidseffecten die de gemiddelde groeipercentages overschrijden;
1. veroordeelt de stelselmatige en verachtelijke corruptie die aan het licht is gebracht bij de FIFA en is van mening dat deze beschuldigingen verre van verrassend zijn;
2. verzoekt de sportorganisaties, de lidstaten en de EU hun volledige medewerking te verlenen aan alle lopende en toekomstige onderzoeken naar vermeende corruptiepraktijken binnen de FIFA;
3. benadrukt dat het zeer belangrijk is dat de Zwitserse en Amerikaanse justitiële autoriteiten een onderzoek instellen naar het besluit van het uitvoerend comité van de FIFA om de organisatie van het wereldkampioenschap in 1998, 2010, 2018 en 2022 toe te wijzen aan respectievelijk Frankrijk, Zuid-Afrika, Rusland en Qatar;
4. onderstreept hoe belangrijk het is erop toe te zien dat het vervolgonderzoek naar corruptiepraktijken binnen de FIFA in het verleden ook impliceert dat, wanneer dit gerechtvaardigd is, alle bij financiële wangedragingen betrokken functionarissen verwijderd worden, en dat de besluiten die verband houden met corruptie of criminele activiteiten worden herzien; verlangt dat de EU dit proces nauwlettend blijft volgen en de noodzakelijke voorwaarden schept voor een onpartijdig extern onderzoek; is verheugd over de verklaring van het hoofd van de FIFA-commissie voor audit en naleving dat de toewijzing van het WK voor 2018 en 2022 ongeldig kan worden verklaard als wordt aangetoond dat de toewijzing het gevolg is van corrupte praktijken;
5. veroordeelt dat de FIFA er nog steeds niet in geslaagd is het verslag-García volledig te publiceren, wat zij in december 2014 wel overeengekomen was, en dringt er bij de FIFA op aan dit alsnog te doen;
6. benadrukt eens te meer hoe belangrijk het is de wereldkampioenschappen op grond van heldere en transparante regels toe te wijzen en erop toe te zien dat een adequaat informatie- en toezichtsysteem wordt ingesteld, zodat deze procedure de gelijkheid tussen landen die deelnemen aan de bidprocedure waarborgt en een definitief besluit uitsluitend is gebaseerd op de merites van hun projecten;
7. dringt er bij alle internationale sportorganisaties op aan ervoor te zorgen dat landen die meedoen aan de bidprocedure voor een groot sportevenement, ten aanzien van alle activiteiten die verband houden met het organiseren en houden van het evenement, zich ertoe verplichten zich te houden aan de internationale normen met betrekking tot de grondrechten;
8. geeft uiting aan zijn bezorgdheid over de situatie van arbeidsmigranten in Qatar die de infrastructuur voor het FIFA wereldkampioenschap voetbal 2022 bouwen, met name over: het kafalasysteem, dat neerkomt op gedwongen arbeid, gevaarlijke arbeidsomstandigheden, gedwongen worden om zes dagen per week onder extreem hoge temperaturen te werken, en gedwongen worden om te wonen in overbevolkte en smerige arbeidskampen; verlangt dat Qatar de Internationale Conventie inzake de bescherming van de fundamentele arbeidsrechten van arbeidsmigranten en hun gezinsleden ratificeert, in wetgeving omzet en ten uitvoer legt;
9. benadrukt dat corruptie en witwaspraktijken intrinsiek met elkaar verweven zijn en dat een groot aantal lidstaten wordt getroffen door wedstrijdmanipulatie en andere financiële misdrijven die vaak gelinkt zijn aan criminele organisaties die internationaal opereren;
10. spreekt zijn lof uit over het werk van de onderzoeksjournalisten die met ernstige aanwijzingen zijn gekomen van corruptie binnen de FIFA en bij de bidprocedure voor het wereldkampioenschap; moedigt in dit verband alle sportorganisaties aan om een doeltreffend regelgevingskader op te zetten om klokkenluiders te faciliteren en te beschermen;
11. verklaart er sinds jaar en dag van overtuigd te zijn dat de corruptie binnen de FIFA wijdverbreid, systemisch en diepgeworteld is en is van mening dat de organisatie de integriteit van het voetbal wereldwijd ernstige schade heeft berokkend, wat een verwoestend effect zal hebben, van de top van het betaald voetbal tot de laagste afdelingen van amateurclubs;
12. benadrukt ten zeerste dat voetbal, als de meest populaire sport ter wereld, niet mag worden bezoedeld door deze cultuur van corruptie en moet worden beschermd tegen, en niet gestigmatiseerd door de huidige ontwikkelingen in de FIFA;
13. herhaalt dat voetbal en sport in het algemeen een zeer sterke positieve impact hebben op het dagelijks leven van miljoenen mensen, met name jongeren;
14. is verheugd over het terugtreden van Joseph Blatter als voorzitter van de FIFA en het thans ingestelde strafrechtelijk onderzoek; dringt er bij het uitvoerend comité van de FIFA op aan structurele hervormingen door te voeren om te zorgen voor transparantie en verantwoordingsplicht en een open, evenwichtig en democratisch besluitvormingsproces in de FIFA te waarborgen, ook in het verkiezingsproces van de nieuwe voorzitter, en een beleid van nultolerantie met betrekking tot corruptie in de sport;
15. spreekt er zijn ernstige bezorgdheid over uit dat er pas serieus werk gemaakt kan worden van herstel van de geloofwaardigheid van de FIFA als wereldvoetbalbond en van de dringend vereiste hervormingen, als er een nieuwe voorzitter is benoemd, wat volgens de FIFA-regels niet binnen de komende negen maanden zal gebeuren; dringt er derhalve bij de FIFA op aan op transparante en inclusieve wijze een passende interim-voorzitter te selecteren om Joseph Blatter per direct te vervangen;
16. herinnert eraan dat goed bestuur in de sport een voorwaarde is voor de autonomie en de zelfregulering van sportorganisaties, overeenkomstig de beginselen van transparantie, verantwoordingsplicht en democratie, en wijst op de noodzaak van een beleid van nultolerantie met betrekking tot corruptie in de sport; benadrukt de behoefte aan een juiste vertegenwoordiging van alle belanghebbenden in het besluitvormingsproces, en merkt op dat goede praktijken van andere sportorganisaties overgenomen kunnen worden;
17. wenst dat de FIFA zich onvoorwaardelijk verplicht tot een diepgaande evaluatie van vroegere en huidige besluiten en procedures en tot volledige transparantie in de toekomst, ook met betrekking tot de beloning van uitvoerend en senior management, met het oog op de instelling van interne procedures voor zelfregulering, en doeltreffende mechanismen voor opsporing, onderzoek en sanctionering;
18. is van mening dat deze evaluatie betrekking moet hebben op de statuten, structuur, codes, operationeel beleid en praktijken van de FIFA, de invoering van beperking van het aantal termijnen en onafhankelijke, gepaste zorgvuldigheid voor de leden van het uitvoerend comité, inclusief de voorzitter en een externe, volledig onafhankelijke financiële controle ter beoordeling van de betrouwbaarheid van de financiële verklaringen;
19. dringt er bij de FIFA op aan strenge ethische normen en een gedragscode voor zijn management en uitvoerend comité in te voeren, waarop moet worden toegezien door een onafhankelijk controlerend orgaan;
20. verzoekt alle sportbonden en overkoepelende sportorganen zich aan de regels inzake goed bestuur en grotere transparantie te houden om de kans dat ze het slachtoffer van corruptie worden te verkleinen; pleit in dit verband voor een betere naleving van het beginsel van genderevenwicht bij de benoeming van de leden van de raden van bestuur en directiecomités van alle organisaties, in het bijzonder om eraan te herinneren dat sport, en met name voetbal, geen afgeschermd voorrecht van mannen is; is van mening dat openstelling meer transparantie met zich mee zou brengen;
21. dringt er bij alle sponsoren en omroepen waar contracten mee zijn gesloten op aan te eisen dat er werk wordt gemaakt van het hervormingsproces bij de FIFA en dat zij dit proces ondersteunen door publiekelijk stelling te nemen tegen corruptie in de sport, en continu druk te blijven uitoefenen;
22. verzoekt de UEFA en de nationale voetbalbonden zich er zelf sterker voor in te zetten dat uiterlijk eind 2016 fundamentele hervormingsmaatregelen binnen de FIFA zijn doorgevoerd, in het bijzonder de aanbevelingen in deze resolutie, zowel rechtstreeks als door tussenkomst van hun vertegenwoordigers in het uitvoerend comité van de FIFA en de nationale voetbalbonden;
23. dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan de werkzaamheden en de acties die verband houden met goed bestuur in het EU-werkplan voor sport op te voeren en ervoor te zorgen dat nationale sportbonden volledig worden betrokken bij de acties die gericht zijn op beter bestuur, zowel op Europees als op internationaal niveau;
24. dringt er bij de Commissie op aan om, gecoördineerd met de lidstaten en in samenwerking met Interpol, Europol en Eurojust, passende maatregelen te treffen, inclusief doeltreffende handhaving, om mogelijke gevallen van corruptie door functionarissen van de FIFA of nationale voetbalbonden op EU-grondgebied aan te pakken, en de samenwerking van Europese wetshandhavingsinstanties te versterken door middel van gezamenlijke opsporingsteams, alsmede de samenwerking van justitiële autoriteiten;
25. beklemtoont dat voor de bestrijding van corruptie in de sport, gezien het grensoverschrijdende karakter ervan, een doeltreffender samenwerking vereist is tussen alle belanghebbenden, met inbegrip van overheidsinstanties, wetshandhavingsinstanties, de sportindustrie, sporters en supporters, en onderstreept dat er ook aandacht moet worden besteed aan voorlichtings- en preventiemaatregelen ter zake;
26. is verheugd over het nieuwe programma voor sport onder Erasmus+, dat transnationale onderwijsprojecten steunt die grensoverschrijdende bedreigingen voor de integriteit en ethiek van de sport aanpakken, zoals doping, wedstrijdmanipulatie en geweld, alsook alle vormen van onverdraagzaamheid en discriminatie, en is gericht op het bevorderen en ondersteunen van goed bestuur in de sport;
27. verzoekt de lidstaten en de sportbonden te zorgen voor passende voorlichting en educatie van sporters en consumenten, vanaf jonge leeftijd en op alle niveaus, zowel in de amateur- als de profsport; spoort sportorganisaties aan allesomvattende preventie- en voorlichtingsprogramma's op te zetten en voort te zetten, met heldere verplichtingen voor clubs, competities en bonden, met name voor minderjarigen;
28. is verheugd over het recente akkoord over de vierde Anti-witwas-richtlijn en steunt het proactieve gebruik van alle middelen waar de nieuwe wetgeving in voorziet om deze praktijken tegen te gaan; verzoekt de Commissie de anti-witwas-wetgeving van de EU voortdurend tegen het licht te houden om ervoor te zorgen dat de corruptie in de sport wordt bestreden en dat de in de EU geregistreerde sportbonden en hun bestuurders worden gecontroleerd;
29. dringt er op aan dat de bestrijding van corruptie met betrekking tot het bestuur van de FIFA ook gepaard moet gaan met duidelijke toezeggingen en maatregelen van de kant van de FIFA, de EU, de lidstaten en andere belanghebbenden tegen andere vormen van corruptie die verband houden met sportorganisaties, met name wedstrijdmanipulatie, die vaak gelinkt zijn aan misdaadorganisaties die internationaal opereren;
30. benadrukt dat alle toekomstige hervormingen in de beroepssport, en met name voetbal, substantiële bepalingen moeten bevatten ter bescherming van de rechten van sporters, trainers en teams; benadrukt in dit verband dat de eigendom van spelers in de Europese sport door derde partijen moet worden aangepakt;
31. steunt de eis van de New FIFA Now-campagne dat er een onafhankelijke, niet-gouvernementele commissie voor de hervorming van de FIFA wordt ingesteld, die onder toezicht staat van een onafhankelijke internationale autoriteit;
32. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de Wereldvoetbalbond (FIFA), de Unie van Europese voetbalbonden (UEFA), de nationale voetbalbonden, de Vereniging van Europese competities voor betaald voetbal (EPFL), de Europese vereniging van voetbalclubs (ECA) en de Internationale Federatie van Beroepsvoetballers (FIFPRO).