Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2015: terbeschikkingstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de EU voor Roemenië, Bulgarije en Italië
Resolutie van het Europees Parlement van 7 juli 2015 over het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2015 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015, in verband met het voorstel voor de terbeschikkingstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de EU voor Roemenië, Bulgarije en Italië (09767/2015 – C8-0162/2015 – 2015/2078(BUD))
Het Europees Parlement,
– gezien artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,
– gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002(1), met name artikel 41,
– gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015, definitief vastgesteld op 17 december 2014(2),
– gezien de gewijzigde begroting nr. 1/2015, zoals definitief vastgesteld op 28 april 2015(3),
– gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020(4),
– gezien Verordening (EU, Euratom) 2015/623 van 21 april 2015 van de Raad houdende wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020(5),
– gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer(6),
– gezien Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen(7),
– gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2015, goedgekeurd door de Commissie op 15 april 2015 (COM(2015)0161),
– gezien het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de terbeschikkingstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de EU (overstromingen in Roemenië, Bulgarije en Italië), dat de Commissie op 15 april 2015 heeft goedgekeurd (COM(2015)0162),
– gezien het standpunt inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2015, vastgesteld door de Raad op 19 juni 2015 en toegezonden aan het Europees Parlement op dezelfde dag (09767/2015),
– gezien de artikelen 88 en 91 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A8-0220/2015),
A. overwegende dat het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2015 betrekking heeft op de terbeschikkingstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (SFEU) ten belope van 66 505 850 EUR in de vorm van vastleggings- en betalingskredieten, naar aanleiding van twee overstromingen in Roemenië in de lente en de zomer van 2014, waarvoor in totaal om 8 495 950 EUR aan steun is verzocht, overstromingen in Bulgarije in juli en augustus 2014, waarvoor in totaal om 1 983 600 EUR aan steun is verzocht, en overstromingen in Italië in oktober en november 2014, waarvoor in totaal om 56 026 300 EUR aan steun is verzocht;
B. overwegende dat het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2015 tot doel heeft deze begrotingsaanpassing formeel in de begroting voor 2015 op te nemen;
1. neemt kennis van het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2015, zoals dit door de Commissie is ingediend, en van het standpunt van de Raad daarover;
2. benadrukt dat de financiële steun uit hoofde van het SFEU voor de landen die door deze natuurramp zijn getroffen dringend beschikbaar moet worden gesteld, gelet op het feit dat het SFEU voor solidariteit zorgt met de bevolking van de regio die getroffen is door een ramp;
3. brengt in herinnering dat de Raad er in het kader van de onderhandelingen over de begroting 2015 op aangedrongen heeft de betalingen met betrekking tot de terbeschikkingstelling van middelen uit het SFEU, voor een totaalbedrag van 126,7 miljoen EUR, via de ontwerpen van gewijzigde begroting nrs. 5/2014 en 7/2014 door te schuiven naar de begroting 2015;
4. is gezien het overschot waarvan in het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3/2015 sprake is, van mening dat de begroting 2014 ruim volstond voor het betalen van de 7 in deze twee ontwerpen van gewijzigde begroting voor 2014 opgenomen SFEU-gevallen, rekening houdend met het feit dat het SFEU tot doel heeft een snel, efficiënt en flexibel antwoord te bieden op deze noodsituaties;
5. betreurt in het algemeen dat de Raad de neiging heeft om zijn verplichtingen tegenover landen die door een grote ramp zijn getroffen en bijgevolg aan de voorwaarden voor de terbeschikkingstelling van middelen uit het SFEU voldoen, niet na te komen door aanvullende middelen voorzien in de speciale instrumenten beschikbaar te stellen, maar door geld weg te nemen van andere programma's; is echter blij dat de Raad deze benadering niet heeft gevolgd voor het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2015;
6. benadrukt in het bijzonder dat er gezien de huidige kritieke situatie inzake betalingen geen enkele andere financieringsbron kan worden gebruikt dan die die de Commissie in het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2015 voorstelt; wijst erop dat het SFEU een speciaal instrument is waarvoor de kredieten buiten de maxima van de meerjarige financiële kaders om in de begroting moeten worden opgenomen;
7. herinnert eraan dat de vaststelling van het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3/2015 zal leiden tot een verlaging van de bni-bijdrage van de lidstaten aan de begroting van de Unie met 1 435 miljoen EUR en hun bijdrage aan de financiering van het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2015 dan ook ruim zal compenseren; benadrukt daarom dat de behandeling ter goedkeuring van de twee dossiers overeenkomstig een gezamenlijk tijdschema moet plaatsvinden, aangezien ze vanuit politiek oogpunt nauw samenhangen;
8. beklemtoont zijn bereidheid om beide ontwerpen van gewijzigde begroting zoals ingediend door de Commissie zo snel mogelijk goed te keuren;
9. keurt het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2015 goed;
10. verzoekt zijn Voorzitter te constateren dat de gewijzigde begroting nr. 4/2015 definitief is vastgesteld en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;
11. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de Rekenkamer, alsmede aan de nationale parlementen.