Resolutie van het Europees Parlement van 25 november 2015 over het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 8/2015 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015, Eigen middelen en Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (13439/2015 – C8-0341/2015 – 2015/2269(BUD))
Het Europees Parlement,
– gezien artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,
– gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002(1), met name artikel 41,
– gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015, definitief vastgesteld op 17 december 2014(2),
– gezien de gewijzigde begroting nr. 1/2015, definitief vastgesteld op 28 april 2015(3),
– gezien de gewijzigde begroting nr. 2/2015, nr. 3/2015, nr. 4/2015 en nr. 5/2015, definitief vastgesteld op 7 juli 2015(4),
– gezien de gewijzigde begroting nr. 6/2015 en nr. 7/2015, definitief vastgesteld op 14 oktober 2015,
– gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020(5),
– gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 2015/623 van de Raad van 21 april 2015 houdende wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020(6),
– gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer(7),
– gezien Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen(8),
– gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 8/2015, goedgekeurd door de Commissie op 19 oktober 2015 (COM(2015)0545),
– gezien het standpunt inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 8/2015, vastgesteld door de Raad op 10 november 2015 en op dezelfde dag toegezonden aan het Europees Parlement (13439/2015 – C8-0341/2015),
– gezien de artikelen 88 en 91 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A8-0337/2015),
A. overwegende dat het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 8/2015 een herziening betreft van de raming van de traditionele eigen middelen (douanerechten), de budgettering van de rest van de saldi van de btw- en bni-middelen voor 2014 en de budgettering van de saldi van de btw- en bni-middelen voor 2015;
B. overwegende dat het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 8/2015 ook een actualisering van de raming van andere ontvangsten betreft;
C. overwegende dat het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 8/2015 voorts voorziet in een vermindering van zowel de vastleggings- als de betalingskredieten in de begroting van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming met 123 474 EUR;
D. overwegende dat het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 8/2015 resulteert in een vermindering van de op het bni gebaseerde bijdragen van de lidstaten met 9,4 miljard EUR;
1. neemt kennis van het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 8/2015, zoals door de Commissie ingediend, en van het standpunt van de Raad daarover;
2. merkt op dat het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 8/2015, in al zijn onderdelen, een vermindering tot gevolg heeft van de bijdragen van de lidstaten aan de begroting van de Unie met 9 403,4 miljoen EUR;
3. benadrukt dat aanzienlijke aanvullende financiële middelen nodig zijn om de huidige vluchtelingencrisis aan te pakken;
4. merkt op dat de lidstaten hun financiële toezeggingen voor het trustfonds voor Afrika, het trustfonds voor Syrië en de VN-agentschappen die hulp verlenen aan vluchtelingen, zoals opnieuw bevestigd tijdens de informele bijeenkomst van de staats- en regeringsleiders over migratie op 23 september 2015, op de Europese Raad van 15 oktober 2015 en tijdens de top van Valletta van 11 en 12 november 2015, nog niet zijn nagekomen; betreurt het dat, volgens de gegevens van de Commissie, de lidstaten begin november 2015 een betalingsachterstand hadden van 2,3 miljard EUR;
5. merkt op dat meer financiële inspanningen nodig zijn om humanitaire hulp te verlenen langs de transitroutes en om aan de uitdagingen die het ongekende aantal vluchtelingen in de Europese steden en regio's stelt, het hoofd te bieden;
6. betreurt het ten zeerste dat men tijdens de bemiddeling niet tot harde compromisafspraken heeft kunnen komen om de terugvloeiende middelen van het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 8/2015 te gebruiken voor de aanpak van de vluchtelingencrisis; verwacht niettemin dat de lidstaten hun eerdere toezeggingen volledig zullen nakomen;
7. keurt het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 8/2015 goed;
8. verzoekt zijn Voorzitter te constateren dat de gewijzigde begroting nr. 8/2015 definitief is vastgesteld en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;
9. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de Rekenkamer alsmede aan de nationale parlementen.