Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 15 december 2015 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1215/2009 van de Raad tot vaststelling van uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie en tot opschorting van de toepassing ervan wat betreft Bosnië en Herzegovina (COM(2014)0386 – C8-0039/2014 – 2014/0197(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2014)0386),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 207, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8‑0039/2014),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien de schriftelijke toezegging van de vertegenwoordiger van de Raad van 9 december 2015 om het standpunt van het Europees Parlement goed te keuren, overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien artikel 59 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie internationale handel en het advies van de Commissie buitenlandse zaken (A8-0060/2015),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast(1);
2. neemt kennis van de verklaringen van de Raad en de Commissie die als bijlage bij onderhavige resolutie zijn gevoegd;
3. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
4. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Dit standpunt vervangt de amendementen die zijn aangenomen op 30 april 2015 (Aangenomen teksten, P8_TA(2015)0177).
Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 15 december 2015 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) 2015/... van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1215/2009 van de Raad tot vaststelling van uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie en tot opschorting van de toepassing ervan wat betreft Bosnië en Herzegovina
(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Verordening (EU) 2015/2423.)
BIJLAGE BIJ DE WETGEVINGSRESOLUTIE
VERKLARING VAN DE RAAD
De Raad besluit bij wijze van uitzondering om aan de Commissie de bevoegdheid over te dragen om een gedelegeerde handeling vast te stellen over de opschorting van bijstand op de gronden bedoeld in artikel 1, punt 1, van deze verordening, om te zorgen voor een tijdige vaststelling van de maatregelen met betrekking tot de Westelijke Balkan. Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan toekomstige wetgevingsvoorstellen op het gebied van de handel, alsook van de externe betrekkingen in hun geheel.
VERKLARING VAN DE COMMISSIE
In verband met deze verordening herinnert de Commissie aan haar toezegging in punt 15 van de kaderovereenkomst over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Commissie, namelijk dat zij in het kader van de opstelling van gedelegeerde handelingen het Europees Parlement alle informatie en documentatie over haar bijeenkomsten met nationale deskundigen zal verstrekken.