Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 2 februari 2016 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (gecodificeerde tekst) (COM(2015)0008 – C8-0008/2015 – 2015/0006(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure – codificatie)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2015)0008),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 77, lid 2, onder b) en e), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0008/2015),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 20 december 1994 voor een versnelde werkmethode voor de officiële codificatie van wetteksten(1),
– gezien de artikelen 103 en 59 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie juridische zaken (A8-0359/2015),
A. overwegende dat naar de mening van de adviesgroep van de juridische diensten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie het voorstel in kwestie een eenvoudige codificatie van de bestaande teksten behelst, zonder inhoudelijke wijzigingen;
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 2 februari 2016 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) 2016/... van het Europees Parlement en de Raad betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (codificatie)
(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Verordening (EU) 2016/399.)