Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2016/2022(BUD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A8-0077/2016

Ingediende teksten :

A8-0077/2016

Debatten :

Stemmingen :

PV 13/04/2016 - 11.1
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P8_TA(2016)0111

Aangenomen teksten
PDF 268kWORD 76k
Woensdag 13 april 2016 - Straatsburg
Beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (aanvraag EGF/2015/009 SE/Volvo Trucks, ingediend door Zweden)
P8_TA(2016)0111A8-0077/2016
Resolutie
 Bijlage

Resolutie van het Europees Parlement van 13 april 2016 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (aanvraag van Zweden - EGF/2015/009 SE/Volvo Trucks) (COM(2016)0061 – C8-0033/2016 – 2016/2022(BUD))

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2016)0061 – C8-0033/2016),

–  gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006(1) (EFG Verordening),

–  gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020(2), en met name artikel 12 hiervan,

–  gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer(3) (IIA van 2 december 2013), en met name punt 13 hiervan,

–  gezien de trialoogprocedure zoals bedoeld in punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013,

–  gezien de brief van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken,

–  gezien de brief van de Commissie regionale ontwikkeling,

–  gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A8-0077/2016),

A.  overwegende dat de Unie wetgevings- en begrotingsinstrumenten in het leven heeft geroepen om extra steun te geven aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen of de wereldwijde financiële en economische crisis ondervinden, en hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt;

B.  overwegende dat financiële steun van de Unie aan ontslagen werknemers flexibel moet zijn en zo snel en efficiënt mogelijk ter beschikking moet worden gesteld om de terugkeer naar de arbeidsmarkt van de ontslagen werknemers te vergemakkelijken, overeenkomstig de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die is goedgekeurd tijdens het overleg van 17 juli 2008, en met inachtneming van het IIA van 2 december 2013 met betrekking tot het nemen van besluiten om middelen beschikbaar te stellen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG);

C.  overwegende dat de vaststelling van de nieuwe EFG-verordening vorm geeft aan de overeenkomst tussen het Parlement en de Raad om het criterium "crisisafwijking" opnieuw in te voeren, de financiële bijdrage van de Unie te verhogen tot 60 % van de totale geraamde kosten van de voorgestelde maatregelen, de efficiëntie voor de behandeling van EFG-aanvragen in de Commissie en door het Parlement en de Raad te verhogen door de termijn voor beoordeling en goedkeuring te verkorten, de subsidiabele maatregelen en begunstigden uit te breiden door zelfstandigen en jongeren toe te voegen en stimuleringsmaatregelen voor de oprichting van een eigen bedrijf te financieren;

D.  overwegende dat Zweden aanvraag EGF/2015/009 SE/Volvo Trucks heeft ingediend voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van ontslagen in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2 - afdeling 29 (Vervaardiging van motorvoertuigen, aanhangwagens en downstreamproducenten) voornamelijk in de regio van NUTS-niveau 2 SE33 (Upper Norrland), en dat 500 van de 647 ontslagen werknemers die voor de EFG-bijdrage in aanmerking komen naar verwachting aan de maatregelen zullen deelnemen; overwegende dat 470 van die werknemers zijn ontslagen in de Volvo Group Truck-actie EMEA na reducties in de Umeå-fabriek, en dat 177 andere werknemers zijn ontslagen bij vier leveranciers en downstreamproducenten (IL Logistics AB, Lemia, Caverion en Isringhausen);

E.  overwegende dat de aanvraag is ingediend op grond van de criteria voor steunverlening van artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening, die vereisen dat binnen een referentieperiode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat ten minste 500 werknemers gedwongen zijn ontslagen, met inbegrip van werknemers die gedwongen zijn ontslagen bij leveranciers, respectievelijk downstreamproducenten, en/of zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd;

F.  overwegende dat de financiële controle van de door het EFG gesteunde maatregelen de verantwoordelijkheid van de lidstaten is, zoals vastgelegd in artikel 21, lid 1, van de EFG-verordening;

1.  is het met de Commissie eens dat is voldaan aan de voorwaarden die zijn vastgelegd in artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening en dat Zweden bijgevolg recht heeft op een financiële bijdrage uit hoofde van die verordening ter hoogte van 1 793 710 EUR, oftewel 60 % van de totale kosten van 2 989 518 EUR;

2.  stelt vast dat de Zweedse autoriteiten de aanvraag voor een financiële bijdrage uit het EFG op 16 september 2015 hebben ingediend, en dat de beoordeling daarvan door de Commissie op 16 februari 2016 is afgerond en op dezelfde dag aan het Parlement is meegedeeld;

3.  betreurt het dat de Commissie zich door een uitzonderlijke tekort aan personeel niet heeft kunnen houden aan de termijn voor de afronding van de beoordeling van deze aanvraag; herinnert eraan dat de steun in het belang van de begunstigden zo snel en efficiënt mogelijk ter beschikking moet worden gesteld; verzoekt de lidstaten en de bij het EFG-besluitvormingsproces betrokken instellingen van de Unie alles in het werk stellen om de voor de behandeling benodigde tijd te verminderen en de procedures te vereenvoudigen zodat de besluiten betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG probleemloos en snel kunnen worden vastgesteld;

4.  neemt ter kennis dat de productie van bedrijfsvoertuigen niet langer door Europese en Noord-Amerikaanse bedrijven wordt gedomineerd ten gevolg van de opkomst van nieuwe, Aziatische vrachtwagenproducenten; stelt vast dat de productie van zware vrachtwagens in de EU, alsook de exporten van zware bedrijfsvoertuigen, bussen en touringcars, in 2014 zijn gedaald (-11%, ten belope van 6,3 miljard EUR), terwijl de invoer van bedrijfsvoertuigen in de Unie is toegenomen (+10 %); stelt vast dat de vrachtwagenindustrie het moeilijk heeft met het inspelen op grote veranderingen en met het zich aanpassen aan nieuwe omstandigheden in onze steeds verder globaliserende wereld; neemt ter kennis dat de Zweedse autoriteiten argumenteren dat de gedeeltelijke verplaatsing van de Umeå-fabriek van Volvo gedicteerd wordt door de noodzaak, in het kader van Volvo's optimalisatieprogramma, om de efficiëntie te verhogen en de kosten te drukken, teneinde de bestaande en verwachte wereldwijde concurrentie het hoofd te bieden;

5.  geeft aan dat de gedwongen ontslagen in de regio in kwestie van het district Västerbotten (waar Umeå de hoofdstad van is) een uitdaging vormen, gezien het feit dat de vacatures er banen in het hoogopgeleide segment betreffen, terwijl de meeste betrokken werknemers alleen een middelbareschoolopleiding hebben; neemt ter kennis dat in de aanvraag verwezen wordt naar een recent rapport waarin staat dat in de regio Västerbotten 40 000 nieuwe werknemers nodig zullen zijn; is verheugd over de maatregelen voor werknemers die een gespecialiseerde opleiding nodig hebben;

6.  verzoekt de lidstaten samen met de sociale partners strategieën te ontwikkelen om in te spelen op de verwachte veranderingen op de arbeidsmarkt, en banen en vaardigheden in de Unie te beschermen op basis van een alomvattende beoordeling - door de Commissie - van de effecten op de handel van elk handelsakkoord;

7.  neemt ter kennis dat de aanvraag geen betrekking heeft op NEET's (mensen zonder baan en die ook geen onderwijs of opleiding volgen), omdat deze regio onder het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief niet voor maatregelen voor deze groep in aanmerking komt;

8.  is ingenomen met het feit dat de Zweedse autoriteiten op 30 januari 2015 zijn begonnen met het verlenen van de individuele diensten aan de getroffen werknemers, ruimschoots vóór het besluit over de toekenning van EFG-steun voor het voorgestelde gecoördineerde pakket;

9.  wijst erop dat Zweden negen soorten maatregelen plant voor ontslagen werknemers voor wie in deze aanvraag steun wordt aangevraagd: i) diepgaande beoordeling en individuele planning, ii) diverse activiteiten in verband met het zoeken van een baan en coaching, iii) motiverings- en gezondheidsmaatregelen, iv) ondernemerschap en oprichting van een bedrijf, v) onderwijs en opleiding, vi) validatie van competenties, vii) hulp van particuliere dienstverleners bij het zoeken van een baan, viii) reis- en aanverwante kosten, ix) toelage voor het zoeken naar werk;

10.  is ingenomen met de motiverings- en gezondheidsmaatregelen; acht dergelijke maatregelen nodig om de motivering te vergroten en hulp te geven aan diegenen wier gezondheid achteruit is gegaan doordat ze hun baan waren verloren; is daarnaast blij met de maatregelen voor de validatie van de competenties van de deelnemers;

11.  neemt kennis van het grote bedrag voor toelagen en stimulansen; merkt ook op dat de financiering voor deze maatregelen beperkt is tot ten hoogste 35 % van de totale kosten van het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening, zoals vastgelegd in de EFG-verordening, en dat deze maatregelen afhankelijk gesteld zijn van de actieve participatie van de begunstigden in activiteiten voor het vinden van werk of opleiding;

12.  wacht op het antwoord van de Commissie waarin zij bevestigt dat de voorgestelde toelage voor het vinden van werk niet in de plaats komt van de verplichting voor de lidstaat om actieve arbeidsmarktmaatregelen of socialebeschermingsmaatregelen te treffen; verwacht daarnaast een analyse van het aanvullende karakter van de maatregelen waar met middelen van het EFG steun wordt toegekend;

13.  stelt vast het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening werd opgesteld in overleg met de beoogde begunstigden en hun vertegenwoordigers, alsook met de plaatselijke overheidsinstanties;

14.  herinnert eraan dat in artikel 7 van de EFG-verordening is bepaald dat bij het samenstellen van het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening rekening moet worden gehouden met toekomstperspectieven op de arbeidsmarkt en de vereiste vaardigheden, en dat het gecoördineerde pakket gericht dient te zijn op de overgang naar een grondstoffenefficiënte en duurzame economie;

15.  herinnert eraan dat de inzetbaarheid van alle werknemers moet worden verbeterd door middel van aangepaste opleidingen en de erkenning van de in de loop van het beroepsleven opgedane vaardigheden en bekwaamheden; verwacht dat de opleiding die in het gecoördineerde pakket wordt aangeboden, niet alleen is afgestemd op de behoeften van de ontslagen werknemers, maar ook op de huidige ondernemingsomgeving en de toekomst van de beroepssectoren;

16.  verzoekt de Commissie om in haar volgende voorstellen nader aan te geven in welke sectoren de werknemers het meest kans op een nieuwe baan maken en of de aangeboden opleidingen afgestemd zijn op de toekomstige economische vooruitzichten en behoeften van de arbeidsmarkt in de regio's waar de ontslagen plaatsvonden;

17.  wijst erop dat de Zweedse autoriteiten bevestigen dat voor de subsidiabele maatregelen geen steun uit andere financieringsinstrumenten van de Unie wordt ontvangen; herhaalt zijn oproep aan de Commissie om in haar jaarverslagen een vergelijkende evaluatie van deze gegevens op te nemen zodat bestaande regelingen volledig in acht worden genomen en wordt voorkomen dat door de Unie gefinancierde diensten dubbel worden aangeboden;

18.  stelt vast dat tot op heden voor de sector "Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers", met inbegrip van deze aanvraag, 22 EFG-aanvragen zijn ingediend, waarvan er 12 gebaseerd waren op handelsgerelateerde globalisering en 10 op de wereldwijde financiële en economische crisis;

19.  verzoekt de Commissie goed te kijken naar de gevallen waarin een aanvraag voor EFG-financiering wordt ingediend voor ontslagen die het gevolg zijn van delocalisatiestrategieën van bedrijven en erop toe te zien dat de bedrijven in kwestie zich volledig houden aan de wettelijke of de CAO-verplichtingen ten opzichte van de ontslagen werknemers en dat het EFG als een aanvullende maatregel wordt ingezet;

20.  herhaalt dat uit het EFG afkomstige steun niet in de plaats mag komen van maatregelen waartoe ondernemingen verplicht zijn krachtens de nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten, noch van maatregelen voor de herstructurering van ondernemingen of sectoren;

21.  waardeert de verbeterde procedure die de Commissie op verzoek van het Parlement in het leven heeft geroepen om de toekenning van subsidies te versnellen; neemt nota van de tijdsdruk die het nieuwe tijdschema met zich brengt, en van de mogelijke gevolgen voor de doeltreffendheid van de afhandeling van het dossier;

22.  herinnert de Commissie aan haar verantwoordelijkheid en aan de verplichting om tijdig gedetailleerde informatie te verstrekken die bevestigt dat de voorgestelde toelage voor het vinden van werk niet in de plaats komt van de verplichting voor de lidstaat om actieve arbeidsmarktmaatregelen of socialebeschermingsmaatregelen te treffen, alsmede een gedetailleerde analyse te overleggen waaruit blijkt dat deze EFG-maatregelen een complementair karakter hebben;

23.  verzoekt de Commissie ervoor te zorgen dat alle documenten in verband met EFG-zaken openbaar toegankelijk zijn;

24.  hecht zijn goedkeuring aan het bij deze resolutie gevoegde besluit;

25.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit samen met de voorzitter van de Raad te ondertekenen en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

26.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie, met inbegrip van de bijlage, te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.
(2) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.
(3) PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.


BIJLAGE

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (aanvraag van Zweden – EGF/2015/009 SE/Volvo Trucks)

(De tekst van de bijlage wordt hier niet weergegeven, aangezien deze overeenkomt met de definitieve handeling: Besluit (EU) 2016/618.)

Juridische mededeling - Privacybeleid