Resolutie van het Europees Parlement van 15 september 2016 over Zimbabwe (2016/2882(RSP))
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over Zimbabwe,
– gezien de lokale EU-verklaring van 12 juli 2016 over geweld,
– gezien de lokale EU-verklaring van 9 maart 2016 over de ontvoering van Itai Dzamara,
– gezien Besluit 2016/220/GBVB van de Raad van 15 februari 2016tot wijziging van Besluit 2011/101/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Zimbabwe(1),
– gezien het algemeen politiek akkoord dat in 2008 is ondertekend door de drie grootste politieke partijen, te weten ZANU PF, MDC-T en MDC,
– gezien het Afrikaanse Handvest van de rechten van de mens en de volkeren van juni 1981, dat door Zimbabwe is geratificeerd,
– gezien de Universele Verklaring van de rechten van de mens van december 1948,
– gezien de grondwet van Zimbabwe,
– gezien de Overeenkomst van Cotonou,
– gezien artikel 135, lid 5, en artikel 123, lid 4, van zijn Reglement,
A. overwegende dat de bevolking van Zimbabwe al vele jaren lijdt onder een door president Mugabe geleid autoritair regime, dat zijn macht behoudt door middel van corruptie, geweld, frauduleuze verkiezingen en een meedogenloos veiligheidsapparaat; overwegende dat de bevolking van Zimbabwe al tientallen jaren geen werkelijke vrijheid heeft gekend en dat veel mensen van onder de dertig daarom uitsluitend in armoede en met gewelddadige onderdrukking hebben geleefd;
B. overwegende dat de onrust in het door crises beheerste Zimbabwe andermaal toeneemt tegen een achtergrond van kastekorten, wijdverbreide werkloosheid, corruptie van de overheid en pogingen van de autoriteiten om de vrijheid van meningsuiting en politieke oppositie te onderdrukken; overwegende dat verscheidene groepen nu hun positie innemen in afwachting van het tijdperk na Mugabe;
C. overwegende dat sinds de val van de coalitieregering in 2013 de op het stabiliseren van de economie en het verhogen van de overheidsinkomsten gerichte werkzaamheden van Tendai Biti ongedaan zijn gemaakt door een terugkeer naar het systeem van patronage, kleptocratie en een staat van angst; overwegende dat Zimbabwe thans de ernstigste economische crisis doormaakt sinds de hyperinflatie van 2008; overwegende dat de overheid de facto failliet is;
D. overwegende dat duizenden demonstranten - informele handelaren, werkloze jongeren en nu ook professionals - sinds mei 2016 in een aantal stedelijke centra in heel Zimbabwe de straat op gaan om te protesteren tegen het verlies van banen, de massale werkloosheid en het feit dat de regering niet voldoet aan basale economische verwachtingen van de bevolking, namelijk een arbeidsmarkt die werkgelegenheid biedt, een ambtenarenapparaat dat tijdig betaald wordt, een betrouwbare, stabiele munt en betaalbare prijzen; overwegende dat alleen het leger regelmatig wordt uitbetaald en een munt van waarde ontvangt;
E. overwegende dat de door de geestelijke Evan Mawarire geleide protestbeweging, die gebruikmaakt van de hashtag #ThisFlag, de steun van kerken en de middenklasse heeft verworven, waarbij deze tot dusver geneigd waren zich verre te houden van straatpolitiek;
F. overwegende dat de oppositiebewegingThisFlag op 6 juli 2016 heeft opgeroepen tot een nationale "blijf-weg-dag" als protest tegen het niet-optreden van de regering tegen corruptie, straffeloosheid en armoede; overwegende dat dit massale sluiting van de meeste winkels en bedrijven in de hoofdstad tot gevolg had, en leidde tot fel optreden van de overheid;
G. overwegende dat Promise Mkwananzi, hoofd van #Tajamuka, een sociale beweging die in verband wordt gebracht met de blijf-weg-actie van juli, gearresteerd was op beschuldiging van het aanzetten tot openbaar geweld, maar op borgtocht is vrijgelaten; overwegende dat een andere #Tajamuka-activist, Linda Masarira, tijdens de protesten in juli 2016 was gearresteerd en nog altijd wordt vastgehouden;
H. overwegende dat tegenwoordig veel demonstranten zich organiseren via sociale media; overwegende dat de Zimbabwaanse autoriteiten de toegang tot het internet en de elektronische berichtendienst WhatsApp hebben geblokkeerd om het protest te breken;
I. overwegende dat honderden mensen bij demonstraties zijn gearresteerd; overwegende dat het in de hoofdstad Harare op 26 augustus 2016 tot bloedige confrontaties is gekomen toen de politie een gerechtelijk bevel in de wind sloeg en duizenden demonstranten neerknuppelde die samen waren gekomen onder auspiciën van de nationale agenda voor verkiezingshervormingen om hun protest kenbaar te maken tegen de uitblijvende herziening van het kiesrecht in het vooruitzicht van de nationale verkiezingen van 2018, waar reikhalzend naar wordt uitgekeken; overwegende dat een groot aantal gearresteerde demonstranten zich nog altijd in hechtenis bevindt, en dat de verblijfplaats van velen onbekend is;
J. overwegende dat president Mugabe sinds de onafhankelijkheid in 1980 aan de macht is en streeft naar herverkiezing; overwegende dat diverse leden van zijn regering de verzoeken om hervorming van het kiesrecht met het oog op de verkiezingen van 2018 hebben afgekeurd;
K. overwegende dat de veteranen van de onafhankelijkheidsstrijd, voorheen nauwe bondgenoten van Mugabe binnen de heersende partij, diens toespraak van 8 augustus 2016 hebben geboycot, waarmee zij Mugabes dictatorale koers afkeuren en tevens zijn onvermogen om de ernstige economische crisis te bezweren die het land sinds het jaar 2000 teistert; overwegende dat de president deze boycot als verraad heeft opgevat en ter vergelding drie leden van de Nationale Bond van onafhankelijkheidsveteranen heeft gearresteerd;
L. overwegende dat de politie op 2 september 2016 verordening 101A heeft ingeroepen om alle demonstraties in het centrum van Harare te verbieden – een paar uur voordat 18 politieke partijen een grootschalige demonstratie in de hoofdstad zouden houden;
M. overwegende dat het Hooggerechtshof dit verbod op 7 september 2016 voor 7 dagen heeft opgeschort; overwegende dat president Mugabe zich slechts een paar dagen voordat deze uitspraak werd gedaan had gemengd in de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht door openlijk kritiek te leveren op Zimbabwaanse rechters die met hun 'roekeloze' uitspraken demonstraties tegen zijn regime mogelijk maakten;
N. overwegende dat de Zimbabwaanse mensenrechtencommissie heeft gemeld dat de voedselhulp aan hongerige dorpsbewoners die de gevolgen ondervinden van de droogte in het hele land, langs partijlijnen wordt verdeeld, waarbij functionarissen van Zanu PF aanhangers van oppositiepartijen voedselhulp ontzeggen; overwegende dat de regering van Zimbabwe in februari 2016 de noodtoestand heeft afgekondigd en daarbij heeft geschat dat ca. 4,5 miljoen mensen in januari 2017 voedselhulp nodig hebben, en dat voor bijna de helft van de plattelandsbevolking de hongerdood dreigde;
O. overwegende dat op 9 maart 2016 een jaar is verstreken sinds de ontvoering van mensenrechtenactivist Itai Dzamara; overwegende dat het Hooggerechtshof de regering heeft opgedragen te zoeken naar Dzamara en elke veertien dagen aan het Hooggerechtshof verslag dient te brengen van de vorderingen, totdat Dzamara's verblijfplaats bekend is;
P. overwegende dat Zimbabwe de Overeenkomst van Cotonou heeft ondertekend en dat in artikel 96 van deze overeenkomst wordt bepaald dat eerbiediging van de mensenrechten en fundamentele vrijheden een essentieel onderdeel vormen van de ACS-EU-samenwerking;
Q. overwegende dat een klein aantal van de beperkende maatregelen van de EU tegen het Zimbabwaanse regime in februari 2016 zijn verlengd tot 20 februari 2017; overwegende dat de bevriezing van activa en het reisverbod van toepassing blijft op president Mugabe, op Grace Mugabe en op de Zimbabwaanse defensie-industrie; overwegende dat er een wapenembargo van kracht blijft. overwegende dat de EU eerder haar beperkingen voor 78 mensen en 8 entiteiten had opgeheven;
R. overwegende dat in het kader van het elfde Europese ontwikkelingsfonds 234 miljoen EUR is toegewezen aan het nationaal indicatief programma voor Zimbabwe voor de periode 2014-2020, waarbij drie belangrijke sectoren centraal staan, te weten gezondheid, op de landbouw gebaseerde economische ontwikkeling en bestuur, en de opbouw van instituties;
1. geeft uitdrukking aan zijn ernstige bezorgdheid over het toenemende geweld tegen demonstranten in Zimbabwe van de afgelopen maanden; is gealarmeerd over het onlangs afgekondigde, één maand geldende verbod op demonstraties; verzoekt de regering en alle partijen in Zimbabwe om eerbiediging van het recht op vreedzame demonstraties zodat uitdrukking kan worden gegeven aan oprechte bezorgdheid, en dringt erop aan dat de Zimbabwaanse autoriteiten een onderzoek instellen naar de aantijgingen van buitensporig gebruik van geweld en andere schendingen van de mensenrechten door de Zimbabwaanse politie, en de politie ter verantwoording roept;
2. is bezorgd over het stijgende aantal willekeurige arrestaties van mensenrechtenactivisten en deelnemers aan vreedzame en legale demonstraties, en dringt aan op eerbiediging van de rechtsstaat en naleving van de grondwet;
3. verzoekt de Zimbabwaanse autoriteiten om alle politieke gevangenen onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrij te laten;
4. veroordeelt de verklaringen die president Mugabe onlangs heeft afgelegd, waarin hij de rechterlijke macht van Zimbabwe aanvalt, en verzoekt de Zimbabwaanse autoriteiten dringend zich niet te mengen in de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht;
5. herinnert eraan dat Zimbabwe in het kader van het algemeen politiek akkoord heeft toegezegd te zullen waarborgen dat zowel de wetgeving als de procedures en praktijken in het land in overeenstemming zullen zijn met internationale beginselen en wetgeving op het gebied van de mensenrechten, waaronder de vrijheid van vergadering, vereniging en meningsuiting;
6. vraagt aandacht voor de specifieke situatie van veel vrouwen in Zimbabwe en de noodzaak de rechten van vrouwen te eerbiedigen;
7. is van mening dat de Raad en de Commissie zorgvuldig moeten onderzoeken in hoeverre het passend is bepaalde restrictieve maatregelen opnieuw op te leggen, waarbij zij duidelijk kenbaar maken dat deze maatregelen worden opgeheven en een hulppakket beschikbaar wordt gesteld zodra Zimbabwe onmiskenbaar de weg naar democratie, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten inslaat, en in het bijzonder aangeven dat ondersteuning wordt geboden aan een vrij en eerlijk verkiezingsproces en hervormingen van de politie;
8. roept op tot een vreedzame machtsoverdracht die stoelt op een vrij en eerlijk verkiezingsproces, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, zodat zich een vrije, welvarende en pluralistische democratie kan ontwikkelen;
9. veroordeelt ten stelligste de belemmering van voedselhulp met het oog op politiek gewin; toont zich bezorgd over eventuele nadere maatregelen die schade kunnen toebrengen aan de landbouwproductie, en verlangt dat stappen worden genomen ter verbetering van de voedselzekerheid;
10. onderstreept zijn aanhoudende bezorgdheid over de ontvoering van Itai Dzamara; verlangt dat het habeas corpusgeëerbiedigd wordt en dat degenen die verantwoordelijk zijn voor zijn ontvoering voor de rechter worden gebracht;
11. verlangt dat de EU erop toeziet dat de steun voor Zimbabwe in het kader van het nationaal indicatief programma effectief wordt besteed binnen de betreffende sectoren, en verzoekt de regering van Zimbabwe de Commissie ongehinderd toegang te verlenen tot door de EU gefinancierde projecten en zich meer open te stellen voor technische ondersteuning bij gezamenlijk overeengekomen projecten en programma's;
12. benadrukt hoe belangrijk het voor de EU is om in het kader van de artikelen 8 en 96 van de Overeenkomst van Cotonou een politieke dialoog te starten met de Zimbabwaanse autoriteiten, en daarbij te bevestigen dat de EU vastbesloten is de lokale bevolking te ondersteunen;
13. verzoekt de Ontwikkelingsgemeenschap van zuidelijk Afrika en het Gemenebest zich opnieuw voor Zimbabwe in te zetten en het land te helpen de weg naar democratie terug te vinden;
14. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de Europese Dienst voor extern optreden, de regering en het parlement van Zimbabwe, de regeringen van de Ontwikkelingsgemeenschap van zuidelijk Afrika, de Afrikaanse Unie, het Pan-Afrikaanse Parlement, de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU en de secretaris-generaal van het Gemenebest.