Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 15 september 2016 over het voorstel voor een besluit van de Raad tot wijziging van Besluit (EU) 2015/1601 van de Raad van 22 september 2015 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en Griekenland (COM(2016)0171 – C8-0133/2016 – 2016/0089(NLE))
(Raadpleging)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2016)0171),
– gezien artikel 78, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C8-0133/2016),
– gezien de artikel 59 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A8-0236/2016),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 293, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie dienovereenkomstig te wijzigen;
3. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;
4. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;
5. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie.
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Amendement 1 Voorstel voor een besluit Overweging 2
(2) In artikel 4, lid 2, van Besluit (EU) 2015/1601 wordt bepaald dat op 26 september 2016 54 000 verzoekers moeten worden herplaatst op het grondgebied van andere lidstaten, tenzij op die datum de Commissie overeenkomstig artikel 4, lid 3, een voorstel heeft ingediend om hen toe te wijzen aan een andere begunstigde lidstaat of andere begunstigde lidstaten die word(t)(en) geconfronteerd met een noodsituatie die het gevolg is van een plotselinge toestroom van personen.
(2) In artikel 4, lid 2, van Besluit (EU) 2015/1601 is bepaald dat op 26 september 2016 54 000 verzoekers vanuit Italië en Griekenland moeten worden herplaatst in de in dat besluit vermelde verhoudingen (d.w.z. 12 764 verzoekers vanuit Italië en 41 236 vanuit Griekenland) naar het grondgebied van andere lidstaten, tenzij de Commissie uiterlijk op die datum overeenkomstig artikel 4, lid 3, een voorstel heeft ingediend om hen toe te wijzen toe te wijzen aan andere begunstigde lidstaten die worden geconfronteerd met een noodsituatie die het gevolg is van een plotselinge toestroom van personen.
Amendement 2 Voorstel voor een besluit Overweging 3
(3) Overeenkomstig artikel 1, lid 2, van Besluit (EU) 2015/1601 dient de Commissie de massale toestroom van onderdanen van derde landen in de lidstaten permanent te evalueren. De Commissie dient in voorkomend geval voorstellen tot wijziging van dat besluit in, teneinde rekening te houden met de ontwikkeling van de situatie ter plaatse en de gevolgen daarvan voor het herplaatsingsmechanisme, alsmede met de zich ontwikkelende druk op de lidstaten, in het bijzonder de lidstaten in de frontlinie.
Schrappen
Amendement 3 Voorstel voor een besluit Overweging 3 bis (nieuw)
(3 bis) In artikel 4, lid 1, onder c), van Besluit (EU) 2015/1601 wordt bepaald dat 54 000 verzoekers moeten worden herplaatst. In artikel 2, onder e), van dat besluit wordt herplaatsing gedefinieerd als de overdracht van een verzoeker van het grondgebied van de lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van diens verzoek om internationale bescherming, naar het grondgebied van de lidstaat van herplaatsing. De herplaatsing omvat niet de hervestiging of toelating van personen die internationale bescherming nodig hebben, vanuit een derde land in/tot het grondgebied van een lidstaat.
Amendement 4 Voorstel voor een besluit Overweging 3 ter (nieuw)
(3 ter) Het moet de taak van het Europees grens- en kustwachtagentschap zijn voortdurend toe te zien op de situatie met betrekking tot massale instromen van onderdanen van derde landen in lidstaten.
Amendement 5 Voorstel voor een besluit Overweging 4
(4) De staatshoofden en regeringsleiders van de EU zijn het op 7 maart eens geworden om verder te werken op basis van een aantal beginselen dat de grondslag moeten vormen voor een akkoord met Turkije en dat onder meer inhoudt dat voor elke Syriër van de Griekse eilanden die door Turkije wordt overgenomen, een andere Syriër uit Turkije in de EU-lidstaten zal worden hervestigd, binnen het kader van de bestaande afspraken. Deze beginselen werden verder uitgewerkt in de mededeling van de Commissie over nieuwe praktische stappen in de samenwerking EU-Turkije op het gebied van migratie, waarin zij opriep tot de nodige stappen om enkele van de verbintenissen in het kader van de bestaande herplaatsingsbesluiten over te hevelen naar de zogeheten 1:1-regeling, met name alle of een deel van de momenteel niet toegewezen 54 000 plaatsen.
(4) De staatshoofden en regeringsleiders van de EU zijn het via een verklaring op 7 maart eens geworden om verder te werken op basis van een aantal beginselen dat de grondslag moeten vormen voor een akkoord met Turkije en dat onder meer inhoudt dat voor elke Syriër van de Griekse eilanden die door Turkije wordt overgenomen, een andere Syriër uit Turkije in de EU-lidstaten zal worden hervestigd, binnen het kader van de bestaande afspraken. Deze 1:1-regeling moet worden toegepast met het oog op de bescherming van Syriërs die op de vlucht zijn voor oorlog en vervolging en met volledige eerbiediging van het recht om asiel te zoeken en het beginsel van non-refoulement, zoals verankerd in het Unierecht, het Verdrag van Genève van 28 juli 1951 en het Protocol van 31 januari 1967 inzake de status van vluchtelingen.
Amendement 6 Voorstel voor een besluit Overweging 5
(5) Er kan van worden uitgegaan dat hervestiging, toelating op humanitaire gronden of andere vormen van legale toelating vanuit Turkije in het kader van nationale en multilaterale regelingen zal bijdragen aan de verlichting van de migratiedruk op de lidstaten die begunstigden zijn van de herplaatsing overeenkomstig Besluit (EU) 2015/1601, omdat daarmee legale en veilige mogelijkheden worden geboden om de Unie binnen te komen en irreguliere binnenkomst wordt ontmoedigd. De solidariteitsinspanningen van de lidstaten, die inhouden dat zij in Turkije verblijvende Syriërs die duidelijk internationale bescherming behoeven, tot hun grondgebied toelaten, moeten derhalve in aanmerking worden genomen ten aanzien van de hierboven bedoelde 54 000 verzoekers om internationale bescherming. Wat die 54 000 verzoekers betreft, dient het aantal personen dat aldus vanuit Turkije tot een lidstaat wordt toegelaten, in minderingteworden gebracht op het aantal in die lidstaat overeenkomstig Besluit (EU) 2015/1601 te herplaatsen personen.
(5) Grootschalige hervestiging, toelating op humanitaire gronden of andere vormen van legale toelating vanuit Turkije in het kader van nationale en multilaterale regelingen zijn noodzakelijk voor de verlichting van de migratiedruk op de lidstaten, omdat daarmee legale en veilige mogelijkheden worden geboden om de Unie binnen te komen en irreguliere binnenkomst onnodig wordt. Derhalve moeten zij worden uitgebreid. Tot nu toe is slechts een minimaal aantal Syrische vluchtelingen herplaatst naar de Unie. In zijn resolutie van 12 april 2016 over de situatie in het Middellandse Zeegebied en de noodzaak van een holistische EU-aanpak van migratie heeft het Europees Parlement aangedrongen op het ontwikkelen van een groter aantal veiligere en reguliere routes voor asielzoekers en vluchtelingen naar de EU, met inbegrip van een bindende en dwingende wetgevende aanpak van de EU met betrekking tot hervestiging, de vaststelling door alle lidstaten van programma's voor toelating op humanitaire gronden en een ruimere verstrekking van humanitaire visa. Deze maatregelen moeten een aanvulling vormen op de herplaatsingsregelingen die uit hoofde van Besluiten (EU) 2015/1523 en (EU) 2015/1601 zijn vastgesteld.
Amendement 7 Voorstel voor een besluit Overweging 6
(6) De toelatingsprocedures waarop dit besluit van toepassing is, omvatten hervestiging, toelating op humanitaire gronden of andere legale mogelijkheden voor de toelating van personen die duidelijk internationale bescherming behoeven, zoals programma’s voor visumverstrekking op humanitaire gronden, overbrenging op humanitaire gronden, programma’s voor gezinshereniging, particuliere sponsoringprojecten, programma’s voor studiebeurzen, regelingen voor arbeidsmobiliteit, enzovoort.
(6) De toelatingsprocedures waarop dit besluit van toepassing is, omvatten hervestiging, toelating op humanitaire gronden of andere legale mogelijkheden voor de toelating van personen die duidelijk internationale bescherming behoeven, zoals programma's voor visumverstrekking op humanitaire gronden, overbrenging op humanitaire gronden, programma's voor gezinshereniging, particuliere sponsoringprojecten, programma's voor studiebeurzen, toegang tot onderwijs, regelingen voor arbeidsmobiliteit, enzovoort.
Amendement 8 Voorstel voor een besluit Overweging 6 bis (nieuw)
(6 bis) In Richtlijn 2003/86/EG1bis is voorzien dat maatregelen op het gebied van gezinshereniging in overeenstemming moeten zijn met de in veel internationale rechtsinstrumenten opgelegde verplichting om het gezin te beschermen en het gezinsleven te respecteren. Bijgevolg mag gezinshereniging niet afhangen van andere beleidsmaatregelen of solidariteits- of noodmaatregelen van de Unie. Gezinshereniging moet in alle gevallen door de lidstaten worden geëerbiedigd en bevorderd.
___________________
1 bis Richtlijn 2003/86/EG van de Raad van 22 september 2003 inzake het recht op gezinshereniging (PB L 251 van 3.10.2003, blz. 12)..
Amendement 25 Ontwerpbesluit Overweging 6 ter (nieuw)
(6 ter) Veel verzoekers die internationale bescherming nodig hebben en die zich momenteel in Griekenland en Italië bevinden, komen niet in aanmerking voor de herplaatsingsregeling omdat zij onder Verordening (EU) nr. 604/2013 vallen. De lidstaten moeten snel uitvoering geven aan het recht op gezinshereniging overeenkomstig Verordening (EU) nr. 604/2013 en moeten de dossiers van kwetsbare gevallen versneld behandelen zodat zij zo snel mogelijk met hun gezin kunnen worden herenigd.
Amendement 9 Voorstel voor een besluit Overweging 7
(7) Dit besluit doet geen afbreuk aan de verbintenissen die lidstaten zijn aangegaan in het kader van de Conclusies van 20 juli 2015 van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, die niet dienen mee te tellen voor het voldoen aan hun verplichtingen uit hoofde van Besluit 2015/1601. Een lidstaat die verkiest om aan zijn verplichtingen uit hoofde van Besluit (EU) 2015/1601 te voldoen door in Turkije verblijvende Syriërs toe te laten in het kader van hervestiging, kan die inspanningen derhalve niet laten meetellen voor zijn verbintenissen in het kader van de hervestigingsregeling van 20 juli 2015.
(7) Dit besluit doet geen afbreuk aan de verbintenissen die lidstaten zijn aangegaan in het kader van de Conclusies van 20 juli 2015 van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, die niet dienen mee te tellen voor het voldoen aan hun verplichtingen uit hoofde van Besluit 2015/1601.
Amendement 10 Voorstel voor een besluit Overweging 8
(8) Met het oog op doeltreffende monitoring van de situatie dienen de lidstaten maandelijks aan de Commissie verslag uit te brengen over de in Turkije verblijvende Syriërs die zij tot hun grondgebied hebben toegelaten in het kader van de mogelijkheid waarin dit amendement voorziet, onder vermelding van de nationale of multilaterale regeling in het kader waarvan de betrokkenen zijn toegelaten en de vorm van legale toelating die is toegepast.
(8) Met het oog op doeltreffende monitoring van de situatie dienen de lidstaten maandelijks aan de Commissie verslag uit te brengen over de in Turkije verblijvende Syriërs die zij tot hun grondgebied hebben toegelaten, de vorm van toelating die is toegepast en het soort regeling in het kader waarvan dit heeft plaatsgevonden.
Amendement 11 Voorstel voor een besluit Overweging 8 bis (nieuw)
(8 bis) Hervestiging mag niet ten koste van herplaatsing plaatsvinden. Beide zijn belangrijke solidariteitsinstrumenten. Herplaatsing is een vorm van interne solidariteit tussen de lidstaten, terwijl hervestiging en toelating op humanitaire gronden en andere soorten toelating een vorm van externe solidariteit zijn met derde landen die de meeste vluchtelingen herbergen.
Amendement 12 Voorstel voor een besluit Overweging 8 ter (nieuw)
(8 ter) Gezien het huidige aantal asielzoekers in Griekenland en het toenemende aantal asielzoekers dat in Italië aankomt, zal de behoefte aan plaatsen voor spoedherplaatsing naar verwachting groot blijven.
Amendement 13 Voorstel voor een besluit Overweging 8 quater (nieuw)
(8 quater) Volgens recente gegevens van de UNHCR verblijven 53 859 personen die op zoek zijn naar internationale bescherming, momenteel in Griekenland van wie de overgrote meerderheid Syriërs (45%), Irakezen (22 %) en Afghanen (21 %) zijn. Ondanks een daling van het aantal arriverende vluchtelingen en gezien de politieke aard van de verklaring van 18 maart 2016 van de staatshoofden en regeringsleiders van de EU over de samenwerking met Turkije, is het uiterst onzeker of de huidige daling van het aantal asielzoekers in Griekenland zal aanhouden. Anderzijds zouden vluchtelingen nieuwe routes kunnen gaan gebruiken, zoals de centrale route door de Middellandse Zee naar Italië, waar volgens berichten van de UNHCR in vergelijking met dezelfde periode in 2015 een stijging van 42,5% te zien is in het aantal migranten dat via Libië aankomt. Derhalve kan ervan worden uitgegaan dat er een grote behoefte aan plaatsen voor herplaatsing zal blijven bestaan.
Amendement 14 Voorstel voor een besluit Overweging 8 quinquies (nieuw)
(8 quinquies) In haar mededeling van 16 maart 2016 getiteld "Eerste verslag over herplaatsing en hervestiging" wees de Commissie erop dat de tenuitvoerlegging van Besluit (EU) 2015/16011 vele tekortkomingen vertoont. Het gevolg dat de lidstaten hebben gegeven aan het algemene verzoek van het EASO om 374 deskundigen te leveren schiet duidelijk tekort gezien de kritieke situatie waarmee Italië en Griekenland kampen. Ondanks het toegenomen aantal niet-begeleide minderjarigen en asielzoekers die voor herplaatsing in aanmerking komen, is slechts een zeer beperkt aantal van hen herplaatst, ondanks de Raadsbesluiten over herplaatsing waarin is voorzien in een prioritaire behandeling van kwetsbare verzoekers. Sommige lidstaten hebben tot dusver geen enkele plaats ter beschikking gesteld voor herplaatsing. Slechts 18 lidstaten hebben toegezegd verzoekers vanuit Griekenland te zullen herplaatsten en 19 lidstaten hebben beloofd dat vanuit Italië te zullen doen. Sommige van die lidstaten hebben slechts zeer beperkte toezeggingen gedaan in verhouding tot hun totale toewijzing.
Amendement 15 Voorstel voor een besluit Overweging 8 sexies (nieuw)
(8 sexies) De Commissie heeft inbreukprocedures ingeleid tegen Italië en Griekenland in verband met de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en de Raad1bis en tegen Griekenland in verband met Richtlijn 2013/33/EU van het Europees Parlement en de Raad1ter. Er zijn evenwel geen gerechtelijke stappen genomen tegen lidstaten die de verplichtingen uit hoofde van Besluit EU)2015/1601 niet nakomen.
_________________
1 bis Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. 604/2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1077/2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (herschikking)( PB L 180 van 29.6.2013, blz. 1).
1 ter Richtlijn 2013/33/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 96).
Amendement 16 Voorstel voor een besluit Overweging 8 septies (nieuw)
(8 septies) De lidstaten van herplaatsing moeten hun verplichtingen uit hoofde van Besluiten (EU)2015/1523 en (EU)2015/1601 volledig nakomen ten einde de druk op de lidstaten in de frontlinie te verlichten. De lidstaten van herplaatsing moeten met spoed hun inspanningen drastisch opvoeren om te reageren op de urgente humanitaire situatie in Griekenland en om een verslechtering van de situatie in Italië te voorkomen. Tot dusverre hebben de lidstaten slechts 7 % van de plaatsen voor herplaatsing ter beschikking gesteld. Tot zondag 5 juni 2016 werden slechts 793 personen uit Italië en 2033 personen uit Griekenland daadwerkelijk herplaatst. In haar eerste verslag over herplaatsing en hervestiging van 16 maart 2016 wees de Commissie op het feit dat de lidstaten een maandelijkse herplaatsing van ten minste 5 680 personen moeten bereiken om binnen de termijn van twee jaar aan hun verplichtingen inzake herplaatsing te voldoen.
Amendement 17 Voorstel voor een besluit Overweging 8 octies (nieuw)
(8 octies) Uit hoofde van Besluit (EU)2015/1601 zouden ook Afghanen voor herplaatsing in aanmerking moeten komen. In 2015 bereikte het aantal, door Afghanen ingediende asielaanvragen een ongekend niveau van rond 180 000 aanvragen, waardoor de Afghanen in dat jaar de op een na grootste groep asielzoekers in de Unie vormden. De meesten van hen komen in Griekenland aan. Velen zijn niet-begeleide minderjarigen. Zij hebben bijzondere bescherming nodig die Griekenland niet kan geven wegens de aanhoudende acute druk van asielzoekers. De verslechterende veiligheidssituatie in Afghanistan, met een recordaantal terroristische aanvallen en burgerslachtoffers in 2015, heeft geleid tot een aanzienlijke toename van het percentage erkenningen van Afghaanse asielzoekers in de Unie: van 43% in 2014 tot 66% in 2015, volgens gegevens van Eurostat.
Amendement 18 Voorstel voor een besluit Overweging 14
(14) Gezien het spoedeisende karakter van de situatie dient dit besluit in werking te treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,
(14) Dit besluit treedt onmiddellijk in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Amendement 19 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt -1 (nieuw) Besluit (EU) nr. 2015/1601 Artikel 3 – lid 2
-1. Artikel 3, lid 2, wordt vervangen door:
2. Alleen verzoekers die een nationaliteit hebben waarvoor geldt dat, volgens de meest recente kwartaalgemiddelden die door Eurostat voor de gehele Unie zijn vastgesteld, 75 % of meer van de verzoeken om internationale bescherming als bedoeld in hoofdstuk III van Richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad (1) heeft geleid tot een besluit tot verlening van internationale bescherming in eerste aanleg, worden overeenkomstig dit besluit herplaatst. Voor staatloze personen wordt rekening gehouden met het land waar zij vroeger gewoonlijk verbleven. Met de kwartaalupdates wordt alleen rekening gehouden met betrekking tot verzoekers die nog niet zijn aangemerkt als verzoekers die kunnen worden herplaatst overeenkomstig artikel 5, lid 3, van dit besluit.
"2. Alleen verzoekers die de Syrische, Iraakse, Eritrese en Afghaanse nationaliteit hebben of degenen die een nationaliteit hebben waarvoor geldt dat, volgens de meest recente kwartaalgemiddelden die door Eurostat voor de gehele Unie zijn vastgesteld, 75 % of meer van de verzoeken om internationale bescherming als bedoeld in hoofdstuk III van Richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad (1) heeft geleid tot een besluit tot verlening van internationale bescherming in eerste aanleg, worden overeenkomstig dit besluit herplaatst. Voor staatloze personen wordt rekening gehouden met het land waar zij vroeger gewoonlijk verbleven. Met de kwartaalupdates wordt alleen rekening gehouden met betrekking tot verzoekers die nog niet zijn aangemerkt als verzoekers die kunnen worden herplaatst overeenkomstig artikel 5, lid 3, van dit besluit.".
Amendement 20 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 Besluit (EU) nr. 2015/1601 Artikel 4 - lid 3 bis
In artikel 4 van Verordening (EU) nr. 2015/1601 wordt het volgende lid 3 bis ingevoegd:
Schrappen
"3 bis. Wat de herplaatsing van de in lid 1, onder c), bedoelde verzoekers betreft, leidt het feit dat een lidstaat in Turkije verblijvende onderdanen van Syrië tot zijn grondgebied toelaat in het kader van nationale of multilaterale regelingen voor de legale toelating van personen die duidelijk internationale bescherming behoeven, andere dan de hervestigingsregeling bedoeld in de Conclusies van 20 juli 2015 van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, tot een overeenkomstige vermindering van de verplichtingen van de betreffende lidstaat.
Artikel 10 is van overeenkomstige toepassing op elke legaal toegelaten persoon die tot een vermindering van de herplaatsingsverplichtingen leidt.
De lidstaten brengen maandelijks verslag uit aan de Commissie over het aantal personen dat zij overeenkomstig dit lid legaal hebben toegelaten, onder vermelding van het type regeling in het kader waarvan de betrokkenen zijn toegelaten en de vorm van legale toelating die is toegepast.”
Amendement 21 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 bis (nieuw) Besluit (EU) nr. 2015/1601 Artikel 5 – lid 2
1 bis. Artikel 5, lid 2, wordt vervangen door:
2. De lidstaten delen op gezette tijden en ten minste om de drie maanden mee hoeveel verzoekers snel op hun grondgebied kunnen worden herplaatst en verstrekken alle andere relevante informatie.
"2. De lidstaten delen op gezette tijden en ten minste om de drie maanden mee hoeveel verzoekers snel op hun grondgebied kunnen worden herplaatst en verstrekken alle andere relevante informatie. De lidstaten stellen vóór 31 december 2016 ten minste een derde van hun plaatsen voor herplaatsing ter beschikking.".
Amendement 22 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 ter (nieuw) Besluit (EU) nr. 2015/1601 Artikel 5 – lid 4
1 ter. Artikel 5, lid 4, wordt vervangen door:
4. Na goedkeuring van de lidstaat van herplaatsing nemen Italië en Griekenland in overleg met het EASO zo spoedig mogelijk een besluit tot herplaatsing van elk van de geselecteerde verzoekers in een specifieke lidstaat van herplaatsing en stellen zij de verzoeker daarvan in kennis overeenkomstig artikel 6, lid 4. De lidstaat van herplaatsing mag slechts besluiten tot niet-goedkeuring van de herplaatsing van verzoekers indien er redelijke gronden zijn als bedoeld in lid 7 van dit artikel.
"4. Na goedkeuring van de lidstaat van herplaatsing nemen Italië en Griekenland in overleg met het EASO zo spoedig mogelijk een besluit tot herplaatsing van elk van de geselecteerde verzoekers in een specifieke lidstaat van herplaatsing en stellen zij de verzoeker daarvan in kennis overeenkomstig artikel 6, lid 4. De lidstaat van herplaatsing mag slechts besluiten tot niet-goedkeuring van de herplaatsing van verzoekers indien er redelijke gronden zijn als bedoeld in lid 7 van dit artikel. Indien de lidstaat van herplaatsing niet binnen twee weken zijn goedkeuring hecht aan de herplaatsing, wordt die lidstaat geacht zijn goedkeuring te hebben verleend.".
Amendement 23 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 quater (nieuw) Besluit (EU) nr. 2015/1601 Artikel 5 – lid 10
1 quater. Artikel 5, lid 10, wordt vervangen door:
10. De in dit artikel bedoelde herplaatsingsprocedure wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk twee maanden nadat de lidstaat van herplaatsing de in lid 2 bedoelde mededeling heeft gedaan, afgerond, tenzij de goedkeuring door de lidstaat van herplaatsing als bedoeld in lid 4 minder dan twee weken vóór het verstrijken van de genoemde periode van twee maanden plaatsvindt. In dat geval kan de termijn voor het voltooien van de herplaatsingsprocedure worden verlengd met een periode van maximaal twee weken. Voorts kan die termijn waar passend ook met een periode van vier weken worden verlengd indien Italië en Griekenland aantonen dat de overdracht wordt verhinderd door objectieve praktische belemmeringen.
"10. De in dit artikelbedoelde herplaatsingsprocedure wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk tweemaanden nadat de lidstaat van herplaatsing de in lid2 bedoelde mededeling heeft gedaan, afgerond. Voorts kan die termijn waar passend ook met een periode van vier weken worden verlengd indien Italië en Griekenland aantonen dat de overdracht wordt verhinderd door objectieve praktische belemmeringen.".