Resolutie van het Europees Parlement van 6 oktober 2016 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerd katoen 281-24-236 × 3006-210-23 × MON 88913 (DAS-24236-5×DAS-21Ø23-5×MON-88913-8), krachtens Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (D046168/00 – 2016/2923(RSP))
Het Europees Parlement,
– gezien het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerd katoen 281-24-236 × 3006-210-23 × MON 88913 (DAS-24236-5×DAS-21Ø23-5×MON-88913-8) krachtens Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (D046168/00),
– gezien Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders(1), en met name artikel 7, lid 3 en artikel 19, lid 3 daarvan,
– gezien de artikelen 11 en 13 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren(2),
– gezien het feit dat het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, waarnaar wordt verwezen in artikel 35 van Verordening (EG) nr. 1829/2003, op 8 juli 2016 na stemming heeft besloten geen advies uit te brengen,
– gezien het advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid van 9 maart 2016(3),
– gezien zijn resolutie van 16 december 2015 over Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2279 van de Commissie van 4 december 2015 tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde mais NK603 × T25 (MON-ØØ6Ø3-6 × ACS-ZMØØ3-2) krachtens Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad(4),
– gezien zijn resolutie van 3 februari 2016 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerde soja MON 87705 × MON 89788 (MON-877Ø5-6 × MON-89788-1) krachtens Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad(5),
– gezien zijn resolutie van 3 februari 2016 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerde soja MON 87708 × MON 89788 (MON-877Ø8-9 × MON-89788-1) krachtens Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad(6),
– gezien zijn resolutie van 3 februari 2016 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerde soja FG72 (MST-FGØ72-2) krachtens Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad(7),
– gezien zijn resolutie van 8 juni 2016 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde mais Bt11 × MIR162 × MIR604 × GA21, en genetisch gemodificeerde maissoorten die bestaan uit een combinatie van twee of drie van de "events" Bt11, MIR162, MIR604 en GA21, en tot intrekking van de Besluiten 2010/426/EU, 2011/893/EU, 2011/892/EU en 2011/894/EU(8),
– gezien de ontwerpresolutie van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid,
– gezien artikel 106, leden 2 en 3, van zijn Reglement,
A. overwegende dat op 12 maart 2009 Dow AgroSciences Europe bij de bevoegde instantie van Nederland overeenkomstig de artikelen 5 en 17 van Verordening (EG) nr. 1829/2003 een aanvraag ingediend heeft voor het in de handel brengen van levensmiddelen, levensmiddeleningrediënten en diervoeders die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met katoen 281-24-236 × 3006-210-23 × MON 88913;
B. overwegende dat het genetisch gemodificeerde katoen DAS-24236-5×DAS-21Ø23-5×MON-88913-8, als beschreven in de aanvraag, het eiwit fosfinotricineacetyltransferase (PAT), dat tolerantie geeft voor op glufosinaat-ammonium gebaseerde herbiciden, en het gemodificeerde eiwit 5-enolpyruvylshikimaat-3-fosfaatsynthase (2mEPSPS), dat tolerantie geeft voor op glyfosaat gebaseerde herbiciden, de eiwitten Cry1F en Cry1Ac, die bescherming bieden tegen bepaalde schadelijke lepidoptera, tot expressie brengt, en overwegende dat het Internationaal Agentschap voor kankeronderzoek – het gespecialiseerde kankeragentschap van de Wereldgezondheidsorganisatie – op 20 maart 2015 glyfosaat heeft geclassificeerd als waarschijnlijk kankerverwekkend voor mensen(9);
C. overwegende dat het Permanent Comité op 8 juli 2016 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie heeft gestemd, maar geen advies heeft uitgebracht;
D. overwegende dat het comité van beroep op 15 september 2016 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie heeft gestemd maar wederom geen advies heeft uitgebracht, waarbij 11 lidstaten (die 38,66 % van de EU-bevolking vertegenwoordigden) voor stemden, 14 lidstaten (die 33,17 % van de EU-bevolking vertegenwoordigden) tegen stemden, 2 lidstaten (die 28 % van de EU-bevolking vertegenwoordigden) zich van stemming onthielden en 1 lidstaat (die 0,17 % van de EU-bevolking vertegenwoordigde) niet bij de stemming aanwezig was;
E. overwegende dat de Commissie op 22 april 2015 in de toelichting bij haar wetgevingsvoorstel tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1829/2003 betreurde dat sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 1829/2003 vergunningsbesluiten door de Commissie in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving werden vastgesteld zonder gesteund te worden door advies van de comités van de lidstaten, en dat de terugzending van het dossier aan de Commissie voor een definitieve beslissing, wat zeer ongebruikelijk was voor de procedure in het algemeen, de norm was geworden voor de besluitvorming rond het verlenen van vergunningen voor genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders;
F. overwegende dat het wetgevingsvoorstel van 22 april 2015 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1829/2003 op 28 oktober 2015(10) door het Parlement is verworpen met als argument dat, hoewel de teelt noodzakelijkerwijs plaatsvindt op het grondgebied van een lidstaat, de handel in ggo's grensoverschrijdend is, wat betekent dat een nationaal verbod op verkoop en gebruik, zoals de Commissie voorstelt, onmogelijk kan worden gehandhaafd zonder opnieuw grenscontroles op import in te voeren; overwegende dat het Parlement het wetgevingsvoorstel tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1829/2003 heeft verworpen en de Commissie heeft verzocht haar voorstel in te trekken en een nieuw voorstel in te dienen;
1. is van mening dat het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie een overschrijding inhoudt van de uitvoeringsbevoegdheden waarin is voorzien in Verordening (EG) nr. 1829/2003;
2. is van mening dat het uitvoeringsbesluit van de Commissie niet in overeenstemming is met het recht van de Unie, omdat het niet verenigbaar is met het doel van Verordening (EG) nr. 1829/2003, namelijk, overeenkomstig de algemene beginselen die in Verordening (EG) nr. 178/2002 zijn vastgesteld, de basis te leggen voor het waarborgen van een hoog beschermingsniveau voor het leven en de gezondheid van de mens, de gezondheid en het welzijn van dieren, het milieu en de belangen van de consument met betrekking tot genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders, waarbij de goede werking van de interne markt gewaarborgd is;
3. verzoekt de Commissie haar ontwerp van uitvoeringsbesluit in te trekken;
4. verzoekt de Commissie op grond van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie een nieuw wetgevingsvoorstel tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1829/2003 in te dienen, teneinde rekening te houden met vaak geuite nationale punten van zorg die niet uitsluitend betrekking hebben op kwesties in verband met de veiligheid van ggo's voor de gezondheid of het milieu;
5. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten.
Panel van de EFSA voor genetisch gemodificeerde organismen (ggo's); wetenschappelijk advies over een aanvraag van Dow AgroSciences LLC (EFSA-GMO-NL-2009-68) voor het in de handel brengen van katoen 281-24-236 × 3006-210-23 × MON 88913 in levensmiddelen en diervoeders, en de invoer en verwerking ervan overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003. EFSA Journal 2016; 14(4):4430 [21 pp.]; doi: 10.2903/j.efsa.2016.4430.
IARC Monographs, deel 112: "Evaluation of five organophosphate insecticides and herbicides", 20 maart 2015,http://www.iarc.fr/en/media-centre/iarcnews/pdf/MonographVolume112.pdf