Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 14 december 2016 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor de toegang tot de markt voor havendiensten en de financiële transparantie van havens (COM(2013)0296 – C7-0144/2013 – 2013/0157(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2013)0296),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 100, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0144/2013),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het gemotiveerde advies dat in het kader van Protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid is uitgebracht door het Spaanse Congres van Afgevaardigden en de Spaanse Senaat, de Franse Nationale Vergadering, de Italiaanse Senaat, het Letse parlement, het Maltese parlement, de Poolse Sejm, en het Zweedse parlement, en waarin wordt gesteld dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel,
– gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 11 juli 2013(1),
– gezien het advies van het Comité van de Regio's van 28 november 2013(2),
– gezien de schriftelijke toezegging van de vertegenwoordiger van de Raad van 5 oktober 2016 om het standpunt van het Europees Parlement goed te keuren, overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien artikel 59 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie vervoer en toerisme (A8-0023/2016),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast(3);
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. stelt voor om naar de handeling te verwijzen als "de verordening-Fleckenstein-Schultz van Haegen betreffende een kader voor de toegang tot de markt voor havendiensten en de financiële transparantie van havens"(4);
4. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Knut Fleckenstein en Melanie Schultz van Haegen hebben namens het Parlement respectievelijk de Raad de onderhandelingen over de handeling geleid.
Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 14 december 2016 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) 2017/... van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor het verrichten van havendiensten en gemeenschappelijke regels inzake de financiële transparantie van havens
(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Verordening (EU) 2017/352.)