Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2017/2510(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B8-0120/2017

Debatten :

PV 01/02/2017 - 16
CRE 01/02/2017 - 16

Stemmingen :

PV 02/02/2017 - 7.6
CRE 02/02/2017 - 7.6
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P8_TA(2017)0017

Aangenomen teksten
PDF 176kWORD 47k
Donderdag 2 februari 2017 - Brussel
Crisis van de rechtstaat in de Democratische Republiek Congo en in Gabon
P8_TA(2017)0017RC-B8-0120/2017

Resolutie van het Europees Parlement van 2 februari 2017 over de crisis van de rechtsstaat in de Democratische Republiek Congo en in Gabon (2017/2510(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien zijn eerdere resoluties over de Democratische Republiek Congo (DRC),

–  gezien de verklaringen van de EU-delegatie naar de DRC over de mensenrechtensituatie in het land,

–  gezien de politieke akkoorden die in de DRC gesloten werden op 18 oktober 2016 en 31 december 2016,

–  gezien de verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Europese Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV), Federica Mogherini, van 18 december 2016 over het feit dat er geen akkoord kon worden bereikt in de DRC,

–  gezien de verklaring van 23 november 2016 door de woordvoerder van de VV/HV over de lopende politieke inspanningen in de DRC,

–  gezien de conclusies van de Raad van 23 mei 2016 en 17 oktober 2016 over de DRC,

–  gezien de lokale verklaringen van de EU van 2 augustus 2016 en 24 augustus 2016 inzake het verkiezingsproces in de DRC na de aanvang van de nationale dialoog in de DRC,

–  gezien de resoluties van de VN-Veiligheidsraad over de DRC, met name resolutie 2293 (2016) over verlenging van het sanctieregime ten aanzien van de DRC en het mandaat van de groep van deskundigen, en resolutie 2277 (2016) waarbij het mandaat van de Stabilisatiemissie van de VN in de DRC (Monusco) werd verlengd,

–  gezien de persverklaringen van de VN-Veiligheidsraad van 15 juli 2016 en 21 september 2016 over de situatie in de DRC,

–  gezien het jaarverslag van de Hoge Commissaris van de VN voor de rechten van de mens, gepubliceerd op 27 juli 2015, over de mensenrechtensituatie in de DRC,

–  gezien de verslagen van de secretaris-generaal van de VN van 9 maart 2016 over de VN‑stabilisatiemissie in de DRC en de tenuitvoerlegging van het kader voor vrede, veiligheid en samenwerking voor de DRC en de regio,

–  gezien de gezamenlijke persmededelingen van 16 februari 2016 en van 5 juni 2016 van de Afrikaanse Unie, de Verenigde Naties, de Europese Unie en de Internationale Organisatie van de Francofonie over de noodzaak van een inclusieve politieke dialoog in de DRC en over hun toezegging de actoren van de Democratische Republiek Congo te zullen steunen in hun streven naar consolidatie van democratie in het land,

–  gezien de kaderovereenkomst voor vrede, veiligheid en samenwerking voor de DRC en de regio, die in februari 2013 in Addis Abeba werd ondertekend,

–  gezien het verslag van de verkiezingswaarnemingsmissie van de Europese Unie (EU‑EOM),

–  gezien de gezamenlijke verklaring van de VV/HV en de commissaris voor internationale samenwerking en ontwikkeling, Neven Mimica, van 24 september 2016 naar aanleiding van de bekendmaking door het Grondwettelijk Hof van Gabon van de officiële resultaten van de presidentsverkiezingen,

–  gezien de verklaring inzake Gabon van de woordvoerder van de VV/HV van 11 september 2016,

–  gezien de persmededeling van de Afrikaanse Unie van 1 september 2016 waarin het geweld in het na de verkiezingen in Gabon uitgebroken conflict wordt veroordeeld en wordt opgeroepen tot een vreedzame schikking,

–  gezien het jaarverslag van de EU inzake mensenrechten en democratie in de wereld in 2014, dat op 22 juni 2015 door de Raad van de Europese Unie is aangenomen,

–  gezien het nationaal indicatief programma voor 2014-2020 van het 11de Europees Ontwikkelingsfonds, waarin voorrang wordt gegeven aan het versterken van democratie, bestuur en rechtsstaat,

–  gezien de resoluties van de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU, van 18 mei 2011 over uitdagingen voor de toekomst van de democratie en de eerbiediging van de grondwettelijke orde in de ACS- en EU-landen, en van 27 november 2013 over de eerbiediging van de rechtsstaat en de rol van een onpartijdige en onafhankelijke rechterlijke macht,

–  gezien het ondertekende memorandum van overeenstemming tussen de Republiek Gabon en de Europese Unie over de verkiezingswaarnemingsmissie van de EU (EU-EOM),

–  gezien de grondwet van de Democratische Republiek Congo en de Gabonese grondwet,

–  gezien het Afrikaans Handvest van de rechten van de mens en de volkeren van juni 1981,

–  gezien het Afrikaans Handvest voor democratie, verkiezingen en bestuur,

–  gezien op de verklaring van de Afrikaanse Unie over de beginselen voor democratische verkiezingen in Afrika (2002),

–  gezien het Internationaal handvest van de rechten van de mens van de VN,

–  gezien de Overeenkomst van Cotonou,

–  gezien artikel 123, leden 2 en 4, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de rechtsstaat, verantwoordingsplicht, eerbiediging van de mensenrechten en vrije en eerlijke verkiezingen essentiële onderdelen zijn van elke goed functionerende democratie; overwegende dat deze bestanddelen onder zware druk zijn komen te staan in bepaalde landen in Afrika ten zuiden van de Sahara, waaronder de DRC en Gabon, waardoor deze landen in een aanhoudende periode van crisis en instabiliteit terecht zijn gekomen;

B.  overwegende dat recentelijk Ali Bongo, de Gabonese scheidende president die sinds de dood van zijn vader Omar Bongo in 2009 aan de macht is, tot winnaar van de presidentsverkiezingen van 2016 werd uitgeroepen; overwegende dat door internationale waarnemers, en met name door de EU-EOM, duidelijke onregelmatigheden bij het samenvoegen van de uitslagen werden vastgesteld;

C.  overwegende dat Jean Ping, zijn belangrijkste tegenstander, dit resultaat onmiddellijk in twijfel heeft getrokken en verworpen; overwegende dat er een aanklacht is ingediend bij het Grondwettelijk Hof wegens veronderstelde onregelmatigheden bij de verkiezingen, alsmede een verzoek om hertelling, en dat het Hof de uitslag uiteindelijk bevestigd heeft; overwegende dat de behandeling van de aanklacht de twijfel omtrent het resultaat van de presidentsverkiezingen echter niet volledig heeft kunnen wegnemen;

D.  overwegende dat de president van de Democratische Republiek Congo, Joseph Kabila, die sinds 2001 aan de macht is, de verkiezingen heeft uitgesteld en aan de macht is gebleven na afloop van zijn constitutionele ambtstermijn; overwegende dat dit heeft geleid tot ongekende politieke spanningen, onrust en geweld in het hele land;

E.  overwegende dat het geweld na het aflopen van de ambtstermijn van president Kabila is geëscaleerd, met als gevolg dat ten minste veertig mensen omkwamen bij botsingen tussen demonstranten en veiligheidstroepen; overwegende dat volgens de VN 107 mensen gewond raakten of mishandeld werden en dat er ten minste 460 arrestaties zijn verricht;

F.  overwegende dat president Kabila en een deel van de oppositie op 18 oktober 2016 een overeenkomst hebben ondertekend om de presidentsverkiezingen tot april 2018 uit te stellen; overwegende dat de partijen bij de overeenkomst van 18 oktober 2016 na maandenlange onderhandelingen een algemeen en inclusief politiek akkoord hebben gesloten op 31 december 2016; overwegende dat dit akkoord voorziet in de eerste vreedzame machtsoverdracht in het land sinds 1960, de vorming van een overgangsregering van nationale eenheid, de organisatie van verkiezingen voor het einde van 2017 en het aftreden van president Kabila;

G.  overwegende dat in beide landen straatprotesten zijn uitgebroken en dat deze op gewelddadige wijze werden neergeslagen, waarbij meerdere mensen omkwamen; overwegende dat de autoriteiten leden van de oppositie en van maatschappelijke organisaties die tegen de heersende macht in het verweer kwamen, de mond hebben gesnoerd; overwegende dat mensenrechtengroeperingen onophoudelijk berichten over de verslechterende situatie op het gebied van de mensenrechten, de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vergadering en daarbij onder meer melding maken van excessief geweld tegen vreedzame demonstranten, willekeurige arrestaties en opsluiting, en rechtszaken om politieke redenen;

H.  overwegende dat de vrijheid van de media sterk is verslechterd en wordt beperkt door aanhoudende bedreigingen en geweld jegens journalisten; overwegende dat mediabedrijven en radiostations door de autoriteiten zijn gesloten en er beperkingen zijn gesteld aan internet en sociale netwerken;

I.  overwegende dat de eerbiediging van de grondwet tot de kenmerken van democratieën behoort, en dat zij de grondslag vormt van de staat, de instituties en de rechtsstaat; overwegende dat vreedzame, transparante en eerlijke verkiezingen in deze landen er in grote mate toe zouden hebben bijgedragen de uitdaging van democratische vooruitgang en wisseling van de macht in de Centraal-Afrikaanse regio het hoofd te bieden;

J.  overwegende dat het nationaal indicatief programma voor 2014-2020 van het 11de Europees Ontwikkelingsfonds voorrang geeft aan het versterken van democratie, bestuur en rechtsstaat; overwegende dat zowel de EU als de Afrikaanse partners een sterk gemeenschappelijk belang hebben bij de voortdurende ontwikkeling van democratie en de invoering van goed functionerend constitutionalisme;

1.  betreurt het dat er bij de betogingen van de afgelopen maanden in beide landen doden zijn gevallen en betuigt zijn diepste medeleven aan de nabestaanden van de slachtoffers en aan het volk van de DRC en Gabon;

2.  is zeer bezorgd over de toenemende instabiliteit in beide landen; dringt er bij de autoriteiten en bovenal bij de presidenten op aan hun internationale verplichtingen na te komen, de mensenrechten en fundamentele vrijheden te waarborgen en de regeringstaken met het grootst mogelijke respect voor de rechtsstaat uit te oefenen;

3.  veroordeelt ten zeerste het gebruikte geweld in Gabon en de DRC, de schendingen van de mensenrechten, de willekeurige arrestaties en wederrechtelijke vrijheidsberoving, de politieke intimidatie van het maatschappelijk middenveld en leden van de oppositie, alsmede de schendingen van de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting in de aanloop naar en na afloop van de presidentsverkiezingen; dringt erop aan alle beperkingen ten aanzien van de media op te heffen en alle politieke gevangenen vrij te laten;

Gabon

4.  is van mening dat de officiële uitslag van de presidentsverkiezingen niet transparant en uiterst twijfelachtig is, hetgeen ertoe geleid heeft dat de legitimiteit van president Bongo in twijfel wordt getrokken; betreurt het dat de beroepsprocedure op basis waarvan Ali Bongo werd uitgeroepen tot winnaar van de verkiezingen, op ondoorzichtige wijze is verlopen en dat het Grondwettelijk Hof onvoldoende rekening heeft gehouden met de onregelmatigheden die in sommige provincies, met name Haut-Ogooué, het domein van Ali Bongo, zijn vastgesteld; betreurt de weigering van het Grondwettelijk Hof om een hertelling van de stemmen uit te voeren en de stemmingsuitslag te vergelijken voorafgaand aan de vernietiging van de stembiljetten;

5.  is zeer verontrust over de politieke crisis in Gabon en het toenemende geweld tussen demonstranten en veiligheidstroepen na de bekendmaking van de uitslag van de presidentsverkiezingen van 2016;

6.  veroordeelt krachtig de intimidatie en dreigementen jegens leden van de verkiezingswaarnemingsmissie van de Europese Unie, alsook de pogingen om de neutraliteit en transparantie ervan ter discussie te stellen; betreurt ten zeerste dat de EU‑EOM, ondanks het met de Gabonese regering ondertekende memorandum van overeenstemming, slechts beperkte toegang is verleend tot de gecentraliseerde telling van de stemmen in de lokale kiescommissies en in het hoofdkantoor van de nationale kiescommissie (CENAP), en dat dit de EU-EOM belet heeft belangrijke onderdelen van het verkiezingsproces voor de presidentsverkiezingen te volgen;

7.  neemt er kennis van dat een nationale dialoog is ingezet, zoals voorgesteld door Ali Bongo; spreekt zijn bedenkingen uit over de geloofwaardigheid en de relevantie van een dergelijk proces; wijst erop dat de leider van de oppositie, Jean Ping, weigert daaraan deel te nemen en heeft een eigen nationale dialoog ingezet en afgerond;

8.  spoort de regering van Gabon aan om onverwijld een grondige hervorming van het kiesstelsel door te voeren en daarbij rekening te houden met de aanbevelingen van de EU‑EOM, teneinde het te verbeteren en volledig transparant en geloofwaardig te maken; benadrukt dat de Gabonese autoriteiten volledige en oprechte samenwerking met alle relevante nationale en internationale belanghebbenden moeten garanderen om te verzekeren dat de volgende parlementsverkiezingen transparant en eerlijk zijn en plaatsvinden in een vrije, democratische, inclusieve en vreedzame omgeving;

9.  verzoekt om een onafhankelijk en objectief onderzoek naar het geweld in verband met de verkiezingen en de beschuldigingen van ernstige schendingen van mensenrechten en fundamentele vrijheden, en onderstreept de noodzaak ervoor te zorgen dat eenieder die hiervoor verantwoordelijk wordt geacht, voor de rechter wordt gebracht; roept de EU daarnaast op om in samenwerking met de VN en de Afrikaanse Unie de algemene situatie in Gabon nauwlettend te blijven volgen en melding te maken van alle gevallen van schendingen van de mensenrechten en fundamentele vrijheden; neemt kennis van de verzoeken aan het Internationaal Strafhof (ICC) om een vooronderzoek naar het geweld na de verkiezingen in te stellen;

10.  spoort de Raad aan een raadplegingsprocedure uit hoofde van artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou op te starten zodra blijkt dat er geen vooruitgang wordt geboekt in het kader van de geïntensiveerde politieke dialoog; verzoekt de Raad, indien binnen het raadplegingsproces geen overeenstemming kan worden bereikt, te overwegen om gerichte sancties op te leggen aan degenen die verantwoordelijk zijn voor het postelectorale geweld en de mensenrechtenschendingen alsmede voor het ondermijnen van het democratische proces in het land;

Democratische Republiek Congo

11.  betreurt dat de regering van de Democratische Republiek Congo er niet in is geslaagd om de presidentsverkiezingen binnen de grondwettelijk vastgelegde termijn te houden; herhaalt zijn oproep alle noodzakelijke stappen te zetten om een gunstig klimaat tot stand te brengen waarbinnen uiterlijk in december 2017 vrije, eerlijke en geloofwaardige verkiezingen kunnen worden gehouden, in volledige overeenstemming met de grondwet van de Democratische Republiek Congo en het Afrikaans handvest inzake democratie, verkiezingen en bestuur;

12.  verzoekt alle politieke actoren een vreedzame en constructieve dialoog aan te gaan, teneinde een verergering van de huidige politieke crisis en verder geweld en provocaties te voorkomen;

13.  verwelkomt de inspanningen van de nationale conferentie van bisschoppen (CENCO) om tot een bredere consensus over een politieke transitie te komen; neemt kennis van het eind december 2016 bereikte akkoord om president Kabila geen derde termijn toe te staan, waarin ook wordt opgeroepen om vóór eind 2017 verkiezingen te houden; wijst alle partijen erop dat zij aan dit akkoord gebonden zijn en spoort hen derhalve aan het akkoord in al zijn facetten uit te voeren en zo spoedig mogelijk een concreet tijdschema op te stellen voor de volgende verkiezingen; herinnert hen eraan dat er veel op het spel staat als zij er niet in slagen een succesvol resultaat te bereiken;

14.  dringt er bij de regering van de Democratische Republiek Congo op aan onmiddellijk in te gaan op onbeantwoorde vragen met betrekking tot het tijdschema voor de verkiezingen, het budget voor de verkiezingen en de actualisering van het kiesregister, teneinde vrije, eerlijke en transparante verkiezingen mogelijk te maken; brengt in herinnering dat de onafhankelijke nationale kiescommissie een onpartijdige en inclusieve instelling moet zijn met voldoende middelen om een uitgebreid en transparant proces mogelijk te maken;

15.  dringt er bij de Europese Unie en haar lidstaten op aan de tenuitvoerlegging van het akkoord en de organisatie van het verkiezingsproces te ondersteunen; dringt er bij alle internationale actoren op aan de DRC indien nodig grootschalige politieke, financiële, technische en logistieke steun te bieden, zodat de verkiezingen voor december 2017 kunnen plaatsvinden; roept op tot transparantie met betrekking tot alle financiële steun van de Europese Unie en haar lidstaten voor de verkiezingen in de Democratische Republiek Congo;

16.  dringt aan op een volledig, grondig en transparant onderzoek naar de veronderstelde schendingen van de mensenrechten tijdens de protesten, zodat de verantwoordelijken geïdentificeerd en ter verantwoording geroepen kunnen worden;

17.  spreekt zijn voldoening uit over de goedkeuring van gerichte EU-sancties, met inbegrip van reisverboden en bevriezing van tegoeden, tegen degenen die verantwoordelijk zijn voor de gewelddadige campagne, alsook voor het ondermijnen van de democratische processen in de DRC; verzoekt de Raad te overwegen deze beperkende maatregelen te verlengen indien het geweld aanhoudt, overeenkomstig de Overeenkomst van Cotonou;

o
o   o

18.  verzoekt de VN-Mensenrechtenraad onderzoek te doen naar de ernstige mensenrechtenschendingen die zich recentelijk in beide landen hebben voorgedaan;

19.  dringt er bij de autoriteiten van Congo en Gabon op aan het Afrikaans Handvest voor democratie, verkiezingen en goed bestuur zo spoedig mogelijk te ratificeren;

20.  verzoekt de EU-delegatie om gebruik te maken van alle geschikte instrumenten en middelen ter ondersteuning van mensenrechtenverdedigers en bewegingen die zich inzetten voor democratie en om een versterkte politieke dialoog te voeren met de nationale autoriteiten, zoals verankerd in artikel 8 van de Overeenkomst van Cotonou;

21.  dringt er voorts bij de landen van de EU en de ACS op aan om, in samenwerking met de VN en de Afrikaanse Unie, de algehele situatie in beide landen nauwlettend te blijven volgen;

22.  benadrukt dat de situatie in Gabon en in de DRC een ernstige bedreiging van de stabiliteit in de Centraal-Afrikaanse regio als geheel betekent; zegt andermaal zijn steun toe aan de Afrikaanse Unie bij haar essentiële rol in het voorkomen van een politieke crisis in de regio en verdere destabilisering van het Grote-Merengebied;

23.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Afrikaanse Unie, de president, de premier en het parlement van de DRC en van Gabon, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de VN-Mensenrechtenraad en de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU.

Juridische mededeling - Privacybeleid