Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2017/2001(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A8-0018/2017

Ingediende teksten :

A8-0018/2017

Debatten :

PV 13/02/2017 - 16
CRE 13/02/2017 - 16

Stemmingen :

PV 14/02/2017 - 8.11
CRE 14/02/2017 - 8.11
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P8_TA(2017)0029

Aangenomen teksten
PDF 181kWORD 44k
Dinsdag 14 februari 2017 - Straatsburg
Prioriteiten voor de 61e vergadering van de Commissie van de VN inzake de positie van de vrouw
P8_TA(2017)0029A8-0018/2017

Aanbeveling van het Europees Parlement van 14 februari 2017 aan de Raad over de EU-prioriteiten voor de 61e vergadering van de Commissie van de VN inzake de positie van de vrouw (2017/2001(INI))

Het Europees Parlement,

–  gezien de ontwerpaanbeveling van de Raad door Constance Le Grip, namens de PPE-Fractie, en Maria Arena, namens de S&D-Fractie, over de EU-prioriteiten voor de 61e vergadering van de Commissie van de VN inzake de positie van de vrouw (B8-1365/2016),

–  gezien de conclusies van de Raad van 26 mei 2015 over gender in ontwikkeling en over een nieuw wereldwijd partnerschap voor de uitbanning van armoede en voor duurzame ontwikkeling na 2015, en van 16 december 2014 over een transformatieve post 2015-agenda,

–  gezien de 61e vergadering van de Commissie van de VN inzake de positie van de vrouw en haar prioritaire thema "economische empowerment van vrouwen in de veranderende arbeidswereld",

–  gezien de in september 1995 in Beijing gehouden vierde Wereldvrouwenconferentie, de verklaring van Beijing en het in Beijing onderschreven actieprogramma (Platform for Action), alsmede de daaropvolgende slotdocumenten betreffende verdere acties en initiatieven voor de uitvoering van de verklaring van Peking en het actieprogramma die tijdens de speciale VN-vergaderingen Beijing+5, Beijing+10, Beijing+15 en Beijing+20, respectievelijk op 9 juni 2000, 11 maart 2005, 2 maart 2010 en 9 maart 2015 werden aangenomen,

–  gezien het VN‑verdrag van 1979 inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (CEDAW),

–  gezien artikel 113 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (A8-0018/2017),

A.  overwegende dat de gelijkheid van vrouwen en mannen als grondbeginsel van de EU vervat is in het Verdrag betreffende de Europese Unie, en een van haar doelstellingen en taken is; overwegende dat de EU dit beginsel tevens als leidraad neemt bij haar externe optreden, aangezien beide dimensies op elkaar afgestemd moeten worden;

B.  overwegende dat mensenrechten van vrouwen en gendergelijkheid niet alleen fundamentele mensenrechten zijn, maar ook voorwaarden zijn voor de bevordering van ontwikkeling en het terugdringen van armoede, en een noodzakelijke basis vormen voor een vreedzame, welvarende en duurzame wereld;

C.  overwegende dat intimidatie en geweld tegen vrouwen een breed scala aan mensenrechtenschendingen omvatten; overwegende dat al deze vormen van misbruik diepe mentale littekens kunnen achterlaten en in lichamelijk of seksueel opzicht schade of lijden kunnen veroorzaken, alsook het dreigen met zulke handelingen en dwang, en de algemene gezondheid van vrouwen en meisjes kunnen schaden, met inbegrip van hun reproductieve en seksuele gezondheid, en in een aantal gevallen tot de dood kunnen leiden;

D.  overwegende dat president Donald Trump op 23 januari 2017 de zogeheten "global gag rule" heeft heringevoerd, die het voor internationale organisaties onmogelijk maakt Amerikaanse steun voor mondiale gezondheidszorg te ontvangen indien zij abortusdiensten aanbieden dan wel advies verstrekken over, verwijzen naar of lobbyen voor abortus, zelfs wanneer zij dit doen met hun eigen, niet van de VS afkomstige middelen en zelfs wanneer abortus in hun land legaal is; overwegende dat dit gevolgen zal hebben voor programma's voor de bestrijding van AIDS/HIV, de gezondheid van moeder en kind en andere gezondheids- en ziektegebieden; overwegende dat deze maatregel jaren van geboekte winst op het gebied van gezondheid en welzijn van samenlevingen in de hele wereld teniet zal doen, in het bijzonder wat betreft rechten van vrouwen en meisjes, en de toegang tot gezondheidszorg van miljoenen mensen wereldwijd kan ondermijnen;

E.  overwegende dat met de vijfde doelstelling voor duurzame ontwikkeling wordt beoogd om overal ter wereld gendergelijkheid en een sterke positie voor vrouwen en meisjes te realiseren; overwegende dat het vijfde duurzame-ontwikkelingsdoel een op zichzelf staand doel is, wat wil zeggen dat het moet worden geïntegreerd in de hele 2030-agenda en de realisatie van alle duurzame-ontwikkelingsdoelen; overwegende dat weerbaarmaking van vrouwen inhoudt dat zij de nodige instrumenten krijgen om zich economisch onafhankelijk te maken, gelijk vertegenwoordigd zijn in de hele samenleving, en een gelijkwaardige rol spelen in alle aspecten van het leven en controle krijgen op alle beslissingen die hun bestaan beïnvloeden;

F.  overwegende dat vrouwen overal ter wereld belangrijke economische actoren zijn en dat de economische participatie van vrouwen de economie kan stimuleren, banen kan scheppen en welvaart waaraan iedereen deel heeft kan opbouwen; overwegende dat landen die waardering hebben voor volledige deelname van vrouwen aan de arbeidsmarkt en besluitvorming en vrouwen hiertoe in staat stellen stabieler, welvarender en veiliger zijn; overwegende dat genderbudgettering vanuit economisch oogpunt een slimme zet is en ervoor zorgt dat overheidsuitgaven bijdragen aan de bevordering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen;

G.  overwegende dat de creativiteit en het ondernemerspotentieel van vrouwen bronnen van economische groei en werkgelegenheid vormen die onvoldoende worden benut en verder moeten worden ontwikkeld;

H.  overwegende dat onomstotelijk vaststaat dat weerbaar maken van vrouwen cruciaal is voor terugdringing van de armoede, bevordering van ontwikkeling en aanpak van de meest dringende problemen in de wereld, maar dat desondanks de regeringen in de EU, 20 jaar na Peking, hebben moeten erkennen dat geen enkel land de volledige gelijkheid tussen mannen en vrouwen heeft verwezenlijkt, dat er sprake is van langzame en ongelijke vooruitgang, dat er nog steeds sprake is van grote lacunes en vormen van discriminatie en dat nieuwe uitdagingen zich hebben aangediend bij de uitvoering van het actieprogramma op de twaalf essentiële aandachtsgebieden;

I.  overwegende dat de EU financieel en politiek een belangrijke rol speelt bij de bevordering van de empowerment van vrouwen en meisjes, zowel binnen de EU als wereldwijd; overwegende dat de EU een belangrijke rol moet spelen als hoedster van het taalgebruik over de door de VN en de EU overeengekomen mensenrechten van vrouwen;

J.  overwegende dat vrouwen in de armste landen nog steeds ongeveer 80 % van het voedsel produceren en momenteel de belangrijkste beschermers zijn van de biodiversiteit en gewassen;

K.  overwegende dat de grond niet alleen een productiemiddel is, maar ook een plaats voor cultuur en identiteit; overwegende dat toegang tot grondgebruik een essentieel component van het leven is en een onvervreemdbaar recht van inheemse en boerenvrouwen;

1.  beveelt de Raad het volgende aan:

  

Algemene voorwaarden voor het versterken van de positie van vrouwen en meisjes

   a) zijn engagement te bevestigen voor het actieprogramma van Peking en de hierin genoemde reeks maatregelen voor mensenrechten van vrouwen en gendergelijkheid; zijn engagement te bevestigen voor de tweesporenaanpak van mensenrechten van vrouwen, via gendermainstreaming op alle beleidsterreinen enerzijds en de tenuitvoerlegging van specifieke maatregelen voor mensenrechten van vrouwen en gendergelijkheid anderzijds;
   b) beleid te bevorderen om in de gelijke toegang tot onderwijs van en beroepsopleidingen voor vrouwen en meisjes, met inbegrip van formeel, informeel en niet-formeel onderwijs, te investeren en genderongelijkheden op deze gebieden en in alle sectoren, met name die waar mannen traditioneel het meest vertegenwoordigd zijn, weg te nemen;
   c) alle vormen van geweld tegen vrouwen en meisjes in het openbare en in het privéleven te bestrijden, als ernstige inbreuken op hun lichamelijke en geestelijke integriteit die hun volledige ontplooiing in de weg staan; zich te richten op de volledige ratificatie van het Verdrag van Istanbul door alle lidstaten;
   d) is van mening dat de VN, de EU en de lidstaten, teneinde efficiëntere spelers op wereldvlak te worden, hun inspanningen voor de uitbanning van geweld tegen vrouwen en op gender gebaseerd geweld ook op nationaal niveau moeten opvoeren; dringt er derhalve opnieuw bij de Commissie op aan een EU-strategie ter bestrijding van geweld tegen vrouwen voor te stellen, inclusief een richtlijn tot vaststelling van minimumnormen; dringt er in deze context ook bij alle partijen op aan het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld te ondertekenen en bekrachtigen;
   e) beleid te ontwerpen ter bevordering en ondersteuning van fatsoenlijk werk en volledige werkgelegenheid voor alle vrouwen;
   f) universele toegang tot seksuele en reproductieve gezondheidszorg te waarborgen zoals overeengekomen in het actieprogramma van de internationale conferentie van de VN over bevolking en ontwikkeling en het actieprogramma van Peking, en in de slotdocumenten van hun toetsingsconferenties; seksuele voorlichting te verschaffen aan jongens en meisjes, jonge vrouwen en jonge mannen om vroegtijdige en ongewenste zwangerschap of de verspreiding van seksueel overdraagbare aandoeningen te verminderen;
   g) spreekt zijn krachtige veroordeling uit over de "global gag rule", die het voor internationale organisaties onmogelijk maakt om financiële steun voor gezinsplanning van de VS te ontvangen indien zij abortusdiensten aanbieden dan wel advies verstrekken over, verwijzen naar of lobbyen voor abortus; is van mening dat deze regel een directe aanval vormt op en een terugval betekent van verworven rechten voor vrouwen en meisjes; roept de EU en haar lidstaten dringend op om het effect van deze gag rule teniet te doen door hun financiering voor seksuele en reproductieve gezondheid en rechten aanzienlijk te verhogen en een internationaal fonds op te zetten om toegang tot geboortebeperking en veilige en legale abortus te financieren, teneinde de financieringskloof te dichten die is ontstaan als gevolg van de manoeuvres van de regering Trump om financiering van alle buitenlandse hulporganisaties die diensten op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten bieden, stop te zetten;
   h) de genderkloof op het gebied van loon, levenslange inkomsten en pensioen op te heffen;
   i) alle vormen van discriminatie tegen vrouwen te beëindigen in wetgeving en beleid op alle niveaus;
   j) alle vormen van genderstereotypen te bestrijden die ongelijkheid, geweld en discriminatie in stand houden, in alle geledingen van de maatschappij;
   k) vrouwenorganisaties te ondersteunen in al hun werkzaamheden; ze als partners te betrekken bij beleidsvorming en te zorgen voor een adequate financiering;
   l) genderbudgettering toe te passen op alle overheidsuitgaven, als een instrument ten behoeve van gendermainstreaming;
  

Vergroting van de economische empowerment van vrouwen en het wegnemen van belemmeringen op de arbeidsmarkt

   m) alle partijen te verzoeken het CEDAW te ratificeren en ten uitvoer te leggen, waarbij bijzondere aandacht uitgaat naar de artikelen 1, 4, 10, 11, 13, 14 en 15;
   n) alle partijen aan te moedigen om beleid en wetgeving vast te stellen waarin gelijke toegang tot werk, gelijke beloning voor gelijk werk en gelijkwaardig werk gewaarborgd wordt;
   o) beleid voort te zetten en te versterken dat vrouwelijk ondernemerschap steunt en bevordert in de context van fatsoenlijk werk en de verwijdering van alle belemmeringen en sociale vooroordelen bij de oprichting en het beheer van een bedrijf, met inbegrip van het verbeteren van de toegang tot financiële dienstverlening, krediet, durfkapitaal en markten, onder gelijke voorwaarden, en het bevorderen van de toegang tot informatie, opleiding en netwerken voor zakelijke doeleinden; in die context de rol van sociale ondernemingen, coöperaties en alternatieve bedrijfsmodellen te erkennen en te bevorderen ter versterking van de positie van vrouwen;
   p) te erkennen dat macro-economische beleidsmaatregelen, met name inzake de begrotingsdiscipline en de overheidsdiensten, buitensporige gevolgen hebben voor vrouwen, en dat de beleidsmakers hier rekening mee dienen te houden;
   q) nieuwe investeringen te bevorderen in sociale dienstverlening, onderwijs en gezondheidszorg, en in publieke voorziening van toegankelijke, betaalbare en kwalitatief hoogwaardige zorgvoorzieningen gedurende de hele levenscyclus, met inbegrip van zorg voor kinderen, hulpbehoevenden en ouderen; de krachtige bescherming en de arbeidsrechten van zwangere vrouwen tijdens en na hun zwangerschap te garanderen;
   r) beleid te steunen dat gelijke verdeling van onbetaald werk zoals zorg en huishoudelijke taken tussen mannen en vrouwen bevordert;
   s) de totstandkoming van een IAO-verdrag te steunen om een internationale norm vast te stellen om op gender gebaseerd geweld op de werkplek aan te pakken;
   t) beleid uit te voeren om politiek geweld tegen vrouwen aan te pakken, met inbegrip van fysiek geweld, intimidatie en intimidatie op het internet;
   u) doeltreffende maatregelen te nemen om kinderarbeid af te schaffen, aangezien miljoenen meisjes worden uitgebuit; nieuwe mechanismen in te voeren in de huidige EU-wetgeving om handel en import te vermijden waar kinderarbeid aan te pas is gekomen;
   v) vrouwen en meisjes met bewustmakingscampagnes en steunprogramma's aan te moedigen om academische en onderzoekscarrières na te streven op alle wetenschappelijke gebieden, met speciale aandacht voor technologie en digitale economie;
   w) voor samenhang te zorgen tussen het interne en externe beleid van de EU en de duurzame-ontwikkelingsdoelen;
  

Waarborging van de gelijke vertegenwoordiging van vrouwen op alle besluitvormingsniveaus

   x) burgerrechten en politieke rechten te beschermen en het waarborgen van het genderevenwicht te steunen bij besluitvorming op alle niveaus, met inbegrip van politieke besluitvorming, economisch beleid en economische programma's, werkplekken, in het bedrijfsleven en de academische wereld;
   y) sociale partners en vrouwenorganisaties te betrekken bij de economische besluitvorming;
   z) het leiderschap en de deelname aan besluitvorming van vrouwen in conflictsituaties en in de nasleep daarvan te versterken, en in landen die zich herstellen van conflicten de toegang van vrouwen tot banen en markten , politieke participatie en leiderschap te waarborgen, hetgeen alles essentieel is voor stabiliteit;
  

Aanpak van de behoeften van de meest kansarme vrouwen

   aa) grondbezit en toegang tot financiering voor vrouwen in plattelandsgebieden te vergemakkelijken en ondernemersinitiatieven van vrouwen in plattelandsgebieden te bevorderen, aan te moedigen en te steunen, teneinde hen in staat te stellen economisch onafhankelijk te worden en volledig te participeren in en te profiteren van duurzame plattelandsontwikkeling; korte voedselvoorzieningsketens te beschermen en te bevorderen middels actieve beleidsmaatregelen, zowel binnen de EU als daarbuiten;
   ab) interne en internationale voorschriften vast te stellen om de massale landroof, waar kleine bezitters en vooral vrouwen mee worden geconfronteerd, een halt toe te roepen;
   ac) op te roepen tot het betrekken van vrouwenorganisaties in plattelandsgebieden in lokale, regionale, nationale en mondiale beleidsvorming en vrouwennetwerken voor de uitwisseling van ervaringen en goede praktijken te steunen, met name wanneer de betreffende besluiten van invloed zijn op hun bestaan;
   ad) bij alle landen aan te dringen op ratificatie en tenuitvoerlegging van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, inclusief artikel 6 met het opschrift "Vrouwen met een handicap";
   ae) de rechten te benadrukken van vrouwelijke migranten, met name migranten en vluchtelingen die als huishoudelijk personeel werken, op behoorlijke werkomstandigheden en gelijke sociale bescherming; Op ratificatie en tenuitvoerlegging van het IAO-verdrag nr. 189 aan te dringen;
   af) bij alle partijen aan te dringen op beleidsmaatregelen die de rechten en humane behandeling van vrouwelijke vluchtelingen garanderen;
   ag) ervoor te zorgen dat vervolging op grond van geslacht als grond voor een asielaanvraag kan gelden in de zin van het Verdrag van Genève uit 1951 betreffende de status van vluchtelingen;
   ah) de noodzaak te benadrukken om de rechten van LGBTI-vrouwen te beschermen en te bevorderen;
   ai) de CSW en het CEDAW-comité te verzoeken om een intersectionele benadering van hun onderzoek te institutionaliseren, en om de bestrijding van meervoudige discriminatie te bevorderen door middel van intersectioneel onderzoek met betrekking tot alle VN-instanties;
   aj) te werken aan beleidsmaatregelen om de situatie van vrouwen die armoede en sociale uitsluiting ervaren aan te pakken;
   ak) de rol van vrouwen als formele en informele verzorgers te erkennen en beleidsmaatregelen te treffen ter verbetering van de omstandigheden waaronder zij zorg moeten bieden;
  

Omzetting van deze verbintenissen in uitgaven en verhoging van de zichtbaarheid daarvan

   al) de vereiste middelen beschikbaar te stellen om de economische rechten van vrouwen te verwezenlijken en genderongelijkheden te verminderen, onder meer door gebruik te maken van de bestaande instrumenten op het niveau van de EU en de lidstaten zoals gendereffectbeoordelingen; genderbudgettering toe te passen op alle overheidsuitgaven om de gelijkheid tussen mannen en vrouwen te verzekeren en alle ongelijkheden op te heffen;
   am) voor de volledige betrokkenheid van het Parlement en zijn Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid te waarborgen bij het besluitvormingsproces met betrekking tot het EU-standpunt tijdens de 61e vergadering van de Commissie van de VN inzake de positie van de vrouw;
   an) betuigt zijn krachtige steun voor de werkzaamheden van VN-Vrouwen (UN Women), een centrale speler in het VN-bestel voor het wereldwijd uitbannen van geweld tegen vrouwen en meisjes en het samenbrengen van alle relevante belanghebbende partijen teneinde beleidswijzigingen door te voeren en acties te coördineren; verzoekt alle VN-lidstaten alsmede de EU om VN-Vrouwen meer financiële steun toe te kennen;

2.  verzoekt zijn Voorzitter deze aanbeveling te doen toekomen aan de Raad en, ter informatie, aan de Commissie.

Juridische mededeling - Privacybeleid