Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 4 juli 2017 op het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2013/34/EU wat betreft de openbaarmaking van informatie over de winstbelasting door bepaalde ondernemingen en bijkantoren (COM(2016)0198 – C8-0146/2016 – 2016/0107(COD))(1)
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Amendement 1 Voorstel voor een richtlijn Overweging -1 (nieuw)
(-1) Een gelijke fiscale behandeling voor iedereen, en met name voor alle ondernemingen, is een conditio sine qua non voor de eengemaakte markt. Een gecoördineerde en geharmoniseerde benadering van de tenuitvoerlegging van nationale belastingstelsels is van vitaal belang om ervoor te zorgen dat de eengemaakte markt naar behoren functioneert en zou ertoe bijdragen dat belastingontwijking en winstverschuiving worden voorkomen.
Amendement 2 Voorstel voor een richtlijn Overweging –1 bis (nieuw)
(-1 bis) Belastingontduiking en belastingontwijking hebben er samen met regelingen inzake winstverschuiving toe geleid dat regeringen en bevolkingen zijn beroofd van de middelen die nodig zijn om, onder andere, universele vrije toegang tot openbare onderwijs- en gezondheidsdiensten en sociale diensten van de overheid te waarborgen, en hebben landen de mogelijkheid ontnomen om te zorgen voor een aanbod van betaalbare woningen en betaalbaar openbaar vervoer en de noodzakelijke infrastructuur aan te leggen om sociale ontwikkeling en economische groei tot stand te brengen. Kortom, dergelijke regelingen hebben bijgedragen aan onrechtvaardigheid, ongelijkheid en economische, sociale en territoriale verschillen.
Amendement 3 Voorstel voor een richtlijn Overweging -1 ter (nieuw)
(-1 ter) Een eerlijk en doeltreffend vennootschapsbelastingstelsel moet tegemoetkomen aan de dringende behoefte om een progressief en eerlijk mondiaal belastingbeleid tot stand te brengen, moet de herverdeling van de welvaart bevorderen en ongelijkheden wegwerken.
Amendement 4 Voorstel voor een richtlijn Overweging 1
(1) Ontwijking van vennootschapsbelasting is de afgelopen jaren een almaar grotere uitdaging geworden en vormt in de Unie en wereldwijd een grote reden tot bezorgdheid. De Europese Raad erkende in zijn conclusies van 18 december 2014 dat de inspanningen voor de bestrijding van belastingontwijking dringend moeten worden opgevoerd, zowel wereldwijd als op EU-niveau. De Commissie heeft in haar mededelingen "Het werkprogramma van de Commissie voor 2016. Tijd voor verandering"16 en "Het werkprogramma van de Commissie voor 2015. Een nieuwe start"17 de noodzaak om over te stappen op een systeem waarin het land waar winst wordt gemaakt, ook het land is waar belasting wordt geheven, als prioriteit aangeduid. De Commissie heeft ook de noodzaak om tegemoet te komen aan de roep vanuit de samenleving om rechtvaardigheid en fiscale transparantie als een prioriteit aangegeven.
(1) Transparantie is van essentieel belang voor een goede werking van de eengemaakte markt. Ontwijking van vennootschapsbelasting is de afgelopen jaren een almaar grotere uitdaging geworden en vormt in de Unie en wereldwijd een grote reden tot bezorgdheid. De Europese Raad erkende in zijn conclusies van 18 december 2014 dat de inspanningen voor de bestrijding van belastingontwijking dringend moeten worden opgevoerd, zowel wereldwijd als op EU-niveau. De Commissie heeft in haar mededelingen "Het werkprogramma van de Commissie voor 2016. Tijd voor verandering"16 en "Het werkprogramma van de Commissie voor 2015. Een nieuwe start"17 de noodzaak om over te stappen op een systeem waarin het land waar winst wordt gemaakt, ook het land is waar belasting wordt geheven, als prioriteit aangeduid. De Commissie heeft ook de noodzaak om tegemoet te komen aan de roep om transparantie van de Europese burgers en de noodzaak om als referentiemodel voor andere landen op te treden als een prioriteit aangegeven. Het is van essentieel belang dat er bij transparantie sprake is van wederkerigheid tussen concurrenten.
Amendement 5 Voorstel voor een richtlijn Overweging 2
(2) Het Europees Parlement heeft in zijn resolutie van 16 december 2015 over meer transparantie, coördinatie en convergentie van het vennootschapsbelastingbeleid in de Unie18 erkend dat meer transparantie op het gebied van de vennootschapsbelasting de belastinginning kan verbeteren, de werkzaamheden van de belastinginstanties efficiënter kan maken en het vertrouwen van de burger in belastingstelsels en regeringen kan vergroten.
(2) Het Europees Parlement heeft in zijn resolutie van 16 december 2015 over meer transparantie, coördinatie en convergentie van het vennootschapsbelastingbeleid in de Unie18 erkend dat een benadering met meer transparantie, samenwerking en convergentie op het gebied van het vennootschapsbelastingbeleid in de Unie de belastinginning kan verbeteren, de werkzaamheden van de belastinginstanties efficiënter kan maken, beleidsmakers kan ondersteunen bij de beoordeling van het huidige belastingstelsel met het oog op de ontwikkeling van toekomstige wetgeving, het vertrouwen van de burger in belastingstelsels en regeringen kan vergroten en voor een betere besluitvorming betreffende investeringen op basis van nauwkeurigere risicoprofielen van ondernemingen kan zorgen.
Amendement 6 Voorstel voor een richtlijn Overweging 2 bis (nieuw)
(2 bis) Openbare rapportage per land vormt een doeltreffend en passend instrument om de transparantie met betrekking tot de activiteiten van multinationale ondernemingen te vergroten en de bevolking in staat te stellen het effect van deze activiteiten op de reële economie te beoordelen. Ook is het geschikt om aandeelhouders beter in staat te stellen de door ondernemingen genomen risico's naar behoren te evalueren, zal het zorgen voor investeringsstrategieën op basis van nauwkeurige informatie en zal het besluitvormers meer mogelijkheden geven om de doeltreffendheid en de effecten van nationale wetgeving te beoordelen.
Amendement 7 Voorstel voor een richtlijn Overweging 2 ter (nieuw)
(2 ter) Rapportage per land zal ook positieve gevolgen hebben voor het recht van werknemers op informatie en raadpleging, zoals bedoeld in Richtlijn 2002/14/EG en, doordat er meer kennis over de activiteiten van ondernemingen beschikbaar wordt, voor de kwaliteit van de intensieve dialoog binnen ondernemingen.
Amendement 8 Voorstel voor een richtlijn Overweging 4
(4) In november 2015 pleitte de G20 voor een wereldwijd eerlijk en modern internationaal belastingstelsel en bekrachtigde ze het "actieplan inzake grondslaguitholling en winstverschuiving" (Base Erosion and Profit Shifing, hierna "BEPS" genoemd) van de OESO, dat erop gericht was overheden duidelijke internationale oplossingen aan te reiken voor het aanpakken van de leemtes en mismatches in de bestaande regels waardoor bedrijfswinsten kunnen worden verplaatst naar plaatsen waar geen of een lage belasting wordt geheven, maar waar mogelijk geen reële waarde wordt gecreëerd. Met name BEPS-actie 13 voorziet in de invoering voor bepaalde multinationale ondernemingen van een rapportage per land die op vertrouwelijke basis aan de nationale belastingautoriteiten moet worden verstrekt. Op 27 januari 2016 heeft de Commissie het "pakket anti-ontgaansmaatregelen" goedgekeurd. Een van de doelstellingen van dat pakket is om BEPS-actie 13 in het recht van de Unie om te zetten door Richtlijn 2011/16/EU van de Raad20 te wijzigen.
(4) In november 2015 pleitte de G20 voor een wereldwijd eerlijk en modern internationaal belastingstelsel en bekrachtigde ze het "actieplan inzake grondslaguitholling en winstverschuiving" (Base Erosion and Profit Shifting, hierna "BEPS" genoemd) van de OESO, dat erop gericht was overheden duidelijke internationale oplossingen aan te reiken voor het aanpakken van de leemtes en mismatches in de bestaande regels waardoor bedrijfswinsten kunnen worden verplaatst naar plaatsen waar geen of een lage belasting wordt geheven, maar waar mogelijk geen reële waarde wordt gecreëerd. Met name BEPS-actie 13 voorziet in de invoering voor bepaalde multinationale ondernemingen van een rapportage per land die op vertrouwelijke basis aan de nationale belastingautoriteiten moet worden verstrekt. Op 27 januari 2016 heeft de Commissie het "pakket anti-ontgaansmaatregelen" goedgekeurd. Een van de doelstellingen van dat pakket is om BEPS-actie 13 in het recht van de Unie om te zetten door Richtlijn 2011/16/EU van de Raad20 te wijzigen. Voor het belasten van winsten waar de waarde wordt gecreëerd, is er echter een bredere benadering van rapportage per land nodig die is gebaseerd op openbare rapportage.
__________________
__________________
20 Richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG (PB L 64 van 11.3.2011, blz. 1).
20 Richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG (PB L 64 van 11.3.2011, blz. 1).
Amendement 9 Voorstel voor een richtlijn Overweging 4 bis (nieuw)
(4 bis) De International Accounting Standards Board (IASB) moet de desbetreffende internationale standaard voor financiële verslaglegging (IFRS) en de internationale standaard voor jaarrekeningen (IAS) verbeteren om de invoering van verplichtingen inzake openbare rapportage per land te vergemakkelijken.
Amendement 10 Voorstel voor een richtlijn Overweging 4 ter (nieuw)
(4 ter) Openbare rapportage per land werd in de Unie al ingevoerd in de bankensector door Richtlijn 2013/36/EU, alsook in de winningsindustrie en in de houtkap door Richtlijn 2013/34/EU.
Amendement 11 Voorstel voor een richtlijn Overweging 4 quater (nieuw)
(4 quater) De Unie heeft met een nooit eerder vertoonde invoering van openbare rapportage per land aangetoond dat zij een wereldspeler is geworden in de strijd tegen belastingontwijking.
Amendement 12 Voorstel voor een richtlijn Overweging 4 quinquies (nieuw)
(4 quinquies) Aangezien de strijd tegen belastingontduiking, belastingontwijking en agressieve belastingplanning enkel succesvol kan zijn door middel van een gemeenschappelijk optreden op internationaal niveau, is het absoluut noodzakelijk dat de Unie niet alleen een positie als wereldleider blijft innemen in deze strijd, maar dat ze haar acties ook coördineert met internationale actoren, bijvoorbeeld in het kader van de OESO. Unilaterale acties, hoe ambitieus ze ook zijn, hebben geen echte kans van slagen, brengen bovendien het concurrentievermogen van Europese ondernemingen in gevaar en schaden het investeringsklimaat in de Unie.
Amendement 13 Voorstel voor een richtlijn Overweging 4 sexies (nieuw)
(4 sexies) Grotere transparantie inzake financiële openbaarmaking leidt tot een win-winsituatie, omdat belastingautoriteiten doeltreffender zullen zijn, het maatschappelijk middenveld meer betrokken zal zijn, werknemers over een betere kennis van zaken zullen beschikken en investeerders minder risicomijdend gedrag zullen vertonen. Bovendien zullen ondernemingen voordeel halen uit betere relaties met belanghebbende partijen, wat op zijn beurt zal leiden tot meer stabiliteit en een gemakkelijkere toegang tot financiering vanwege een duidelijker risicoprofiel en een betere reputatie.
Amendement 14 Voorstel voor een richtlijn Overweging 5
(5) Een beter publiek toezicht op de vennootschapsbelasting ten laste van multinationale ondernemingen die activiteiten in de Unie verrichten, is een essentieel element om maatschappelijk verantwoord ondernemen verder te bevorderen, tot de welvaart bij te dragen door belastingen te betalen, een eerlijkere belastingconcurrentie binnen de Unie te stimuleren door middel van een beter onderbouwd openbaar debat en het publieke vertrouwen in de billijkheid van de nationale belastingstelsels te herstellen. Dit publiek toezicht kan worden bereikt door middel van een verslag met informatie over de winstbelasting, ongeacht waar de uiteindelijke moederonderneming van de multinationale groep is gevestigd.
(5) Naast een verhoogde transparantie door middel van rapportage per land aan nationale belastingautoriteiten, vormt een beter publiek toezicht op de vennootschapsbelasting ten laste van multinationale ondernemingen die activiteiten in de Unie verrichten een essentieel element om de verantwoordingsplicht van bedrijven te stimuleren en maatschappelijk verantwoord ondernemen verder te bevorderen, om tot de welvaart bij te dragen door belastingen te betalen, een eerlijkere belastingconcurrentie binnen de Unie te stimuleren door middel van een beter onderbouwd openbaar debat en het publieke vertrouwen in de billijkheid van de nationale belastingstelsels te herstellen. Dit publiek toezicht kan worden bereikt door middel van een verslag met informatie over de winstbelasting, ongeacht waar de uiteindelijke moederonderneming van de multinationale groep is gevestigd. Publiek toezicht moet echter worden uitgeoefend zonder schade toe te brengen aan het investeringsklimaat in de Unie of aan het concurrentievermogen van ondernemingen in de Unie, met name kmo's als gedefinieerd in deze richtlijn en midcap-ondernemingen als gedefinieerd in Verordening (EU) 2015/10171 bis, die moeten worden uitgezonderd van de op grond van deze richtlijn ingestelde rapportageverplichting.
__________________
1 bis Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).
Amendement 15 Voorstel voor een richtlijn Overweging 5 bis (nieuw)
(5 bis) De Commissie heeft maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) gedefinieerd als de verantwoordelijkheid die ondernemingen dragen voor de effecten van hun activiteiten op de samenleving. MVO moet door ondernemingen worden aangestuurd. De overheid kan een ondersteunende rol spelen door middel van een slimme mix van vrijwillige beleidsmaatregelen en, waar nodig, aanvullende regelgeving. Ondernemingen kunnen maatschappelijk verantwoord worden door zich aan de wet te houden of door sociale, ecologische, ethische, consument- of mensenrechtengerelateerde aspecten te integreren in hun bedrijfsstrategie en -activiteiten, of door beide te doen.
Amendement 16 Voorstel voor een richtlijn Overweging 6
(6) Het publiek moet alle activiteiten van een groep nauwlettend kunnen volgen als die groep vestigingen heeft in de Unie. Voor groepen die alleen via dochterondernemingen of bijkantoren activiteiten in de Unie uitoefenen, moeten de dochterondernemingen en bijkantoren het verslag van de uiteindelijke moederonderneming publiceren en toegankelijk maken. Omwille van de evenredigheid en doeltreffendheid moet de verplichting om het verslag te publiceren en toegankelijk te maken beperkt blijven tot middelgrote of grote in de Unie gevestigde dochterondernemingen of in een lidstaat opgerichte bijkantoren van een vergelijkbare grootte. Het toepassingsgebied van Richtlijn 2013/34/EU moet daarom dienovereenkomstig worden uitgebreid tot bijkantoren die in een lidstaat zijn opgericht door een onderneming die buiten de Unie is gevestigd.
(6) Het publiek moet alle activiteiten van een groep nauwlettend kunnen volgen als die groep vestigingen heeft in en buiten de Unie. Groepen met vestigingen in de Unie moeten de EU-beginselen van goed fiscaal bestuur naleven. Multinationale ondernemingen zijn wereldwijd actief en hun ondernemingsgedrag heeft een aanzienlijke impact op ontwikkelingslanden. Door toegang te krijgen tot bedrijfsinformatie per land zouden burgers en belastingautoriteiten in deze landen toezicht kunnen houden op deze bedrijven, ze kunnen beoordelen en ter verantwoording kunnen roepen. Door de informatie openbaar te maken voor elk fiscaal rechtsgebied waar de multinationale onderneming actief is, zou de Unie haar beleidscoherentie voor ontwikkeling kunnen verhogen en potentiële constructies om belastingen te ontwijken aan banden kunnen leggen in landen waar de mobilisering van binnenlandse middelen is aangemerkt als een centraal onderdeel van het ontwikkelingsbeleid van de Unie.
Amendement 17 Voorstel voor een richtlijn Overweging 8
(8) Het verslag met informatie over de winstbelasting moet informatie verschaffen over alle activiteiten van een onderneming of van alle verbonden ondernemingen van een groep waarover een uiteindelijke moederonderneming zeggenschap uitoefent. Deze informatie moet gebaseerd zijn op de specificaties voor de rapportage in BEPS-actie 13 en moet beperkt zijn tot wat nodig is om een doeltreffend publiek toezicht mogelijk te maken, teneinde te voorkomen dat de openbaarmaking tot onevenredige risico's of nadelen leidt. Het verslag moet ook een korte beschrijving van de aard van de activiteiten bevatten. Die beschrijving kan gebaseerd zijn op de indeling in tabel 2 van bijlage III bij hoofdstuk V van de OESO-richtlijnen voor verrekenprijzen op het gebied van documentatie. Het verslag moet een algemene commentaar met uitleg bevatten als er op groepsniveau grote discrepanties bestaan tussen de toerekenbare belastingen en de betaalde belastingen, rekening houdend met de overeenkomstige bedragen in vorige boekjaren.
(8) Het verslag met informatie over de winstbelasting moet informatie verschaffen over alle activiteiten van een onderneming of van alle verbonden ondernemingen van een groep waarover een uiteindelijke moederonderneming zeggenschap uitoefent. Deze informatie moet rekening houden met de specificaties voor de rapportage in BEPS-actie 13 en moet beperkt zijn tot wat nodig is om een doeltreffend publiek toezicht mogelijk te maken, teneinde te voorkomen dat de openbaarmaking voor de ondernemingen in kwestie tot onevenredige risico's of nadelen leidt op het vlak van concurrentievermogen of verkeerde interpretaties. Het verslag moet ook een korte beschrijving van de aard van de activiteiten bevatten. Die beschrijving kan gebaseerd zijn op de indeling in tabel 2 van bijlage III bij hoofdstuk V van de OESO-richtlijnen voor verrekenprijzen op het gebied van documentatie. Het verslag moet een algemene commentaar met uitleg bevatten, ook als er op groepsniveau grote discrepanties bestaan tussen de toerekenbare belastingen en de betaalde belastingen, rekening houdend met de overeenkomstige bedragen in vorige boekjaren.
Amendement 18 Voorstel voor een richtlijn Overweging 9
(9) Om te zorgen voor een mate van detail waardoor burgers beter kunnen beoordelen hoe multinationale ondernemingen in elke lidstaat tot de welvaart bijdragen, moet de informatie per lidstaat worden uitgesplitst. Bovendien moet de informatie over de activiteiten van multinationale ondernemingen ook sterk in detail worden weergegeven voor bepaalde fiscale rechtsgebieden die een specifieke uitdaging vormen. Voor de activiteiten in alle andere derde landen moet de informatie in geaggregeerde cijfers worden weergegeven.
(9) Om te zorgen voor een mate van detail waardoor burgers beter kunnen beoordelen hoe multinationale ondernemingen tot de welvaart bijdragen in elk rechtsgebied waar zij actief zijn, zowel binnen als buiten de Unie, zonder dat het concurrentievermogen van de ondernemingen schade ondervindt, moet de informatie per rechtsgebied worden uitgesplitst.Verslagen met informatie over de winstbelasting kunnen pas op zinvolle wijze worden begrepen en gebruikt indien de gegevens worden uitgesplitst voor elk fiscaal rechtsgebied.
Amendement 82 Voorstel voor een richtlijn Overweging 9 bis (nieuw)
(9 bis) Indien de informatie die openbaar moet worden gemaakt, door de onderneming als commercieel gevoelige informatie kan worden beschouwd, moet de onderneming de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij gevestigd is, toestemming kunnen vragen om de informatie niet volledig openbaar te maken. Ingeval de nationale bevoegde autoriteit geen belastingautoriteit is, moet de bevoegde belastingautoriteit bij het besluit worden betrokken.
Amendement 19 Voorstel voor een richtlijn Overweging 11
(11) Om ervoor te zorgen dat gevallen van niet-naleving openbaar worden gemaakt, moet(en) de wettelijke auditor(s) of het auditkantoor (de auditkantoren) nagaan of het verslag met informatie over de winstbelasting overeenkomstig deze richtlijn is ingediend en gepresenteerd en op de website van de betrokken onderneming of op de website van een verbonden onderneming beschikbaar is.
(11) Om ervoor te zorgen dat gevallen van niet-naleving openbaar worden gemaakt, moet(en) de wettelijke auditor(s) of het auditkantoor (de auditkantoren) nagaan of het verslag met informatie over de winstbelasting overeenkomstig deze richtlijn is ingediend en gepresenteerd en op de website van de betrokken onderneming of op de website van een verbonden onderneming beschikbaar is, alsook of openbaar gemaakte informatie overeenstemt met de gecontroleerde financiële informatie van de onderneming, binnen de termijnen als bepaald in deze richtlijn.
Amendement 20 Voorstel voor een richtlijn Overweging 11 bis (nieuw)
(11 bis) Gevallen van inbreuk door ondernemingen en bijkantoren met betrekking tot de vereisten inzake de rapportage van informatie over de winstbelasting die leiden tot sancties van lidstaten in het kader van Richtlijn 2013/34/EU, moeten worden gemeld in een openbaar register dat door de Commissie wordt beheerd. Deze sancties kunnen onder meer bestaan uit administratieve boetes of uitsluiting van openbare aanbestedingen en van de toekenning van financiering uit de structuurfondsen van de Unie.
Amendement 21 Voorstel voor een richtlijn Overweging 13
(13) Om vast te stellen voor welke fiscale rechtsgebieden sterk in detail moet worden getreden, moet overeenkomstig artikel 290 VWEU de bevoegdheid om handelingen vast te stellen aan de Commissie worden overgedragen met betrekking tot het opstellen van een gemeenschappelijke Unielijst met die fiscale rechtsgebieden. Die lijst moet worden opgesteld op basis van een aantal criteria, die zijn vastgesteld op basis van bijlage 1 bij de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over een externe strategie voor effectieve belastingheffing (COM(2016) 24 final). Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat deze raadplegingen worden uitgevoerd overeenkomstig de beginselen die zijn vastgelegd in het interinstitutioneel akkoord over beter wetgeven, zoals goedgekeurd door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie en waarvan de formele ondertekening wordt verwacht. Om met name te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde moment als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.
Schrappen
Amendement 22 Voorstel voor een richtlijn Overweging 13 bis (nieuw)
(13 bis) Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de tenuitvoerlegging van artikel 48 ter, leden 1, 3, 4, en 6, en artikel 48 quater, lid 5, van Richtlijn 2013/34/EU moeten er ook aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad1 bis.
________________
1 bis Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
Amendement 23 Voorstel voor een richtlijn Overweging 14
(14) Daar de doelstelling van deze richtlijn niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de gevolgen ervan beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.
(14) Daar de doelstelling van deze richtlijn niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de gevolgen ervan beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Een optreden van de Unie is dus gerechtvaardigd om de grensoverschrijdende dimensie bij agressieve fiscale planning of verrekenprijsregelingen aan te pakken. Dit initiatief komt tegemoet aan de bezorgdheid die de belanghebbende partijen uitspreken in verband met de noodzaak om iets te doen aan verstoringen op de eengemaakte markt zonder afbreuk te doen aan het concurrentievermogen van de Unie. Het mag geen onnodige administratieve lasten voor ondernemingen veroorzaken, niet tot verdere fiscale disputen leiden of geen risico van dubbele belasting doen ontstaan. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken, althans wat grotere transparantie betreft.
Amendement 24 Voorstel voor een richtlijn Overweging 15
(15) Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
(15) In het kader van deze richtlijn staat de omvang van de openbaar gemaakte informatie in het algemeen in verhouding tot de doelstellingen om grotere openbare transparantie en meer publiek toezicht tot stand te brengen. Deze richtlijn wordt derhalve geacht de grondrechten te eerbiedigen en neemt de beginselen in acht die met name zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
Amendement 25 Voorstel voor een richtlijn Overweging 16
(16) Overeenkomstig de gezamenlijke politieke verklaring van de lidstaten en de Commissie van 28 september 2011 over toelichtende stukken24 hebben de lidstaten zich ertoe verbonden om in gerechtvaardigde gevallen de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van een of meer stukken waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige delen van de nationale omzettingsinstrumenten wordt toegelicht. Met betrekking tot deze richtlijn acht de wetgever de toezending van dergelijke stukken gerechtvaardigd.
(16) Overeenkomstig de gezamenlijke politieke verklaring van de lidstaten en de Commissie van 28september 2011 over toelichtende stukken24 hebben de lidstaten zich ertoe verbonden om in gerechtvaardigde gevallen de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van een of meer stukken waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige delen van de nationale omzettingsinstrumenten wordt toegelicht, bijvoorbeeld in de vorm van een vergelijkende grafiek. Met betrekking tot deze richtlijn acht de wetgever de toezending van dergelijke stukken gerechtvaardigd om de doelstelling van deze richtlijn te verwezenlijken en mogelijke weglatingen en inconsistenties te voorkomen in verband met de tenuitvoerlegging door de lidstaten krachtens hun nationale wetgeving.
__________________
__________________
24 PB C 369 van 17.12.2011, blz. 14.
24 PB C 369 van 17.12.2011, blz. 14.
Amendement 26 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 ter– lid 1 – alinea 1
De lidstaten schrijven voor dat onder hun nationale recht vallende uiteindelijke moederondernemingen met een geconsolideerde netto-omzet van meer dan 750 000 000 EUR en onder hun nationale recht vallende ondernemingen die geen verbonden ondernemingen zijn en een netto-omzet van meer dan 750 000 000 EUR realiseren, jaarlijks een verslag met informatie over de winstbelasting moeten opstellen en publiceren.
De lidstaten schrijven voor dat onder hun nationale recht vallende uiteindelijke moederondernemingen met een geconsolideerde netto-omzet van 750000000 EUR of meer en onder hun nationale recht vallende ondernemingen die geen verbonden ondernemingen zijn en een netto-omzet van 750000000 EUR of meer realiseren, jaarlijks een verslag met informatie over de winstbelasting moeten opstellen en gratis beschikbaar moeten stellen voor het publiek.
Amendement 27 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 ter– lid 1 – alinea 2
Het verslag met informatie over de winstbelasting wordt op de datum van publicatie publiek toegankelijk gemaakt op de website van de onderneming.
Het verslag met informatie over de winstbelasting wordt gepubliceerd in een gemeenschappelijk model dat gratis beschikbaar is in een opendata-formaat en wordt in ten minste één van de officiële talen van de Unie op de datum van publicatie publiek toegankelijk gemaakt op de website van de onderneming. Op dezelfde datum laat de onderneming het verslag ook opnemen in een openbaar register dat wordt beheerd door de Commissie.
De lidstaten passen de in dit lid bedoelde regels niet toe indien deze ondernemingen enkel gevestigd zijn op het grondgebied van één enkele lidstaat en in geen enkel ander fiscaal rechtsgebied.
Amendement 28 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 ter – lid 3 – alinea 1
De lidstaten schrijven voor dat de in artikel 3, leden 3 en 4, bedoelde middelgrote en grote dochterondernemingen die onder hun nationale recht vallen en waarover een uiteindelijke moederonderneming die een geconsolideerde netto-omzet van meer dan 750 000 000 EUR realiseert en niet onder het recht van een lidstaat valt, zeggenschap uitoefent, jaarlijks het verslag met informatie over de winstbelasting van die uiteindelijke moederonderneming moeten publiceren.
De lidstaten schrijven voor dat dochterondernemingen die onder hun nationale recht vallen en waarover een uiteindelijke moederonderneming die op de balans van een boekjaar een geconsolideerde netto-omzet van 750000000 EUR of meer heeft en niet onder het recht van een lidstaat valt, zeggenschap uitoefent, jaarlijks het verslag met informatie over de winstbelasting van die uiteindelijke moederonderneming moeten publiceren.
Amendement 29 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 ter – lid 3 – alinea 2
Het verslag met informatie over de winstbelasting wordt op de datum van publicatie publiek toegankelijk gemaakt op de website van de dochteronderneming of op de website van een verbonden onderneming.
Het verslag met informatie over de winstbelasting wordt gepubliceerd in een gemeenschappelijk model dat gratis beschikbaar is in een opendata-formaat en wordt in ten minste één van de officiële talen van de Unie op de datum van publicatie publiek toegankelijk gemaakt op de website van de dochteronderneming of op de website van een verbonden onderneming. Op dezelfde datum laat de onderneming het verslag ook opnemen in een openbaar register dat wordt beheerd door de Commissie.
Amendement 30 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 ter – lid 4 – alinea 1
De lidstaten schrijven voor dat bijkantoren die op hun grondgebied zijn opgericht door een onderneming die niet onder het recht van een lidstaat valt, jaarlijks het verslag met informatie over de winstbelasting van de in lid 5, onder a), van dit artikel bedoelde uiteindelijke moederonderneming moeten publiceren.
De lidstaten schrijven voor dat bijkantoren die op hun grondgebied zijn opgericht door een onderneming die niet onder het recht van een lidstaat valt, jaarlijks het verslag met informatie over de winstbelasting van de in lid5, ondera), van dit artikel bedoelde uiteindelijke moederonderneming moeten publiceren en gratis beschikbaar moeten stellen voor het publiek.
Amendement 31 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 ter – lid 4 – alinea 2
Het verslag met informatie over de winstbelasting wordt op de datum van publicatie publiek toegankelijk gemaakt op de website van het bijkantoor of op de website van een verbonden onderneming.
Het verslag met informatie over de winstbelasting wordt gepubliceerd in een gemeenschappelijk model dat beschikbaar is in een opendata-formaat en in ten minste één van de officiële talen van de Unie op de datum van publicatie publiek toegankelijk gemaakt op de website van het bijkantoor of op de website van een verbonden onderneming. Op dezelfde datum laat de onderneming het verslag ook opnemen in een openbaar register dat wordt beheerd door de Commissie.
Amendement 32 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 ter – lid 5 – letter a
(a) de onderneming die het bijkantoor heeft opgericht is ofwel een verbonden onderneming van een groep waarover een uiteindelijke moederonderneming die niet onder het recht van een lidstaat valt en een geconsolideerde netto-omzet van meer dan 750 000 000 EUR realiseert, zeggenschap uitoefent, ofwel een onderneming die geen verbonden onderneming is en een netto-omzet van meer dan 750 000 000 EUR realiseert;
(a) de onderneming die het bijkantoor heeft opgericht is ofwel een verbonden onderneming van een groep waarover een uiteindelijke moederonderneming die niet onder het recht van een lidstaat valt en op haar balans een geconsolideerde netto-omzet van 750000000EUR of meer heeft, zeggenschap uitoefent, ofwel een onderneming die geen verbonden onderneming is en een netto-omzet van 750000000 EUR of meer realiseert;
Amendement 33 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 ter – lid 5 – letter b
(b) de onder a) bedoelde uiteindelijke moederonderneming heeft geen middelgrote of grote dochteronderneming als bedoeld in lid 3.
(b) de onder a) bedoelde uiteindelijke moederonderneming heeft geen middelgrote of grote dochteronderneming als bedoeld in lid 3 die reeds onder de rapportageverplichtingen valt.
Amendement 34 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 ter – lid 7 bis (nieuw)
7 bis. Voor de lidstaten die de euro niet hebben ingevoerd, wordt de tegenwaarde van de in de leden 1, 3 en 5 vastgestelde bedragen in de nationale munteenheid verkregen door toepassing van de wisselkoers die wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en die van kracht is met ingang van de datum waarop dit hoofdstuk in werking treedt.
Amendement 35 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 quater – lid 2 – inleidende formule
2. De in lid 1 bedoelde informatie omvat het volgende:
2. De in lid 1 bedoelde informatie wordt gepresenteerd in een gemeenschappelijk model en omvat de volgende gegevens, uitgesplitst per fiscaal rechtsgebied:
Amendement 36 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 quater – lid 2 – letter a
(a) een korte beschrijving van de aard van de activiteiten;
(a) de naam van de uiteindelijke onderneming en, in voorkomend geval, de lijst van alle dochterondernemingen, een korte beschrijving van de aard van hun activiteiten en hun respectieve geografische ligging;
Amendement 37 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 quater – lid 2 – letter b
(b) het aantal werknemers;
(b) het aantal werknemers, uitgedrukt in voltijdequivalenten;
Amendement 38 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 quater – lid 2 – letter b bis (nieuw)
(b bis) vaste activa, andere dan geldmiddelen of kasequivalenten;
Amendement 39 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 quater – lid 2 – letter c
(c) het bedrag van de netto-omzet, met inbegrip van de met verbonden partijen gerealiseerde omzet;
(c) het bedrag van de netto-omzet, waarin een onderscheid wordt gemaakt tussen de met verbonden partijen gerealiseerde omzet en de met niet-verbonden partijen gerealiseerde omzet;
Amendement 40 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 quater – lid 2 – letter g bis (nieuw)
(g bis) maatschappelijk kapitaal;
Amendement 65 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 quater – lid 2 – letter g ter (nieuw)
(g ter) ontvangen overheidssubsidies en eventuele donaties aan politici, aan politieke partijen en stichtingen met een politiek doel;
Amendement 41 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 quater – lid 2 – letter g quater (nieuw)
(g quater) of ondernemingen, dochterondernemingen of bijkantoren een preferentiële fiscale behandeling genieten in het kader van een octrooibox of equivalente regelingen.
Amendement 42 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 quater – lid 3 – alinea 1
In het verslag wordt de in lid 2 bedoelde informatie voor elke lidstaat afzonderlijk weergegeven. Wanneer een lidstaat meerdere fiscale rechtsgebieden omvat, wordt de informatie op het niveau van de lidstaat samengevoegd.
In het verslag wordt de in lid 2 bedoelde informatie voor elke lidstaat afzonderlijk weergegeven. Wanneer een lidstaat meerdere fiscale rechtsgebieden omvat, wordt de informatie voor elk fiscaal rechtsgebied afzonderlijk weergegeven.
Amendement 43 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 quater – lid 3 – alinea 2
Het verslag bevat ook de in lid 2 van dit artikel bedoelde informatie afzonderlijk voor elk fiscaal rechtsgebied dat aan het einde van het vorige boekjaar was opgenomen in de overeenkomstig artikel 48 octies opgestelde gemeenschappelijke Unielijst met bepaalde fiscale rechtsgebieden, tenzij in het verslag, onder de in artikel 48 sexies bedoelde verantwoordelijkheid, uitdrukkelijk wordt bevestigd dat de verbonden ondernemingen van een groep die onder het recht van dat fiscaal rechtsgebied vallen, niet rechtstreeks transacties uitvoeren met een verbonden onderneming van dezelfde groep die onder het recht van een lidstaat valt.
Het verslag bevat ook de in lid 2 van dit artikel bedoelde informatie afzonderlijk voor elk fiscaal rechtsgebied buiten de Unie.
Amendement 44 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 quater – lid 3 – alinea 3
In het verslag wordt de in lid 2 bedoelde informatie voor andere fiscale rechtsgebieden op geaggregeerde basis weergegeven.
Schrappen
Amendement 83 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 quater – lid 3 – alinea 3 bis (nieuw)
Om commercieel gevoelige informatie te beschermen en eerlijke concurrentie te waarborgen, kunnen de lidstaten toestaan dat een of meerdere specifieke gegevens als vermeld in dit artikel tijdelijk worden weggelaten uit het verslag wat activiteiten in een of meerdere specifieke fiscale rechtsgebieden betreft, indien deze van dien aard zijn dat de openbaarmaking ervan ernstige schade zou toebrengen aan de commerciële positie van de ondernemingen als bedoeld in artikel 48 ter, lid 1, en artikel 48 ter, lid 3, waarmee deze gegevens verband houden. Het weglaten van gegevens mag een eerlijk en evenwichtig inzicht in de fiscale positie van de onderneming niet in de weg staan. In het verslag wordt aangegeven dat er gegevens zijn weggelaten, vergezeld van een naar behoren gemotiveerde uitleg voor elk fiscaal rechtsgebied en met verwijzing naar het fiscale rechtsgebied of de fiscale rechtsgebieden in kwestie.
Amendement 69/rev Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 quater – lid 3 – alinea 3 ter (nieuw)
De lidstaten zorgen ervoor dat het weglaten van gegevens enkel mogelijk is met voorafgaande toestemming van de nationale bevoegde autoriteit. De onderneming verzoekt elk jaar opnieuw om toestemming van de bevoegde autoriteit, die haar besluit baseert op een nieuwe beoordeling van de situatie. Indien de weggelaten informatie niet langer voldoet aan de voorwaarde als vastgesteld in alinea 3 bis, wordt ze onmiddellijk openbaar gemaakt. Na afloop van de periode gedurende welke de informatie niet openbaar hoeft te worden gemaakt, maakt de onderneming ook de krachtens dit artikel vereiste informatie over de voorgaande jaren waarin de informatie niet openbaar hoefde te worden gemaakt, openbaar in de vorm van een rekenkundig gemiddelde.
Amendement 47 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 quater – lid 3 – alinea 3 quater (nieuw)
De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de verlening van een dergelijke tijdelijke afwijking en bezorgen haar de weggelaten gegevens op vertrouwelijke wijze, vergezeld van een uitvoerige motivering van de toegekende afwijking. Elk jaar publiceert de Commissie de kennisgevingen van de lidstaten op haar website, samen met de motiveringen die zijn verstrekt overeenkomstig alinea 3 bis.
Amendement 48 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 quater – lid 3 – alinea 3 quinquies (nieuw)
De Commissie gaat na of de voorwaarde als vastgesteld in alinea 3 bis naar behoren is vervuld en ziet toe op het gebruik van een dergelijke door nationale instanties verleende tijdelijke afwijking.
Amendement 70/rev Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 quater – lid 3 – alinea 3 sexies (nieuw)
Indien de Commissie na beoordeling van de ontvangen informatie als bedoeld in alinea 3 quater tot de vaststelling komt dat de voorwaarde als vastgesteld in alinea 3 bis niet is vervuld, maakt de onderneming in kwestie de informatie onmiddellijk openbaar. Na afloop van de periode gedurende welke de informatie niet openbaar hoeft te worden gemaakt, maakt de onderneming ook de krachtens dit artikel vereiste informatie over de voorgaande jaren waarin de informatie niet openbaar hoefde te worden gemaakt, openbaar in de vorm van een rekenkundig gemiddelde.
Amendement 50 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 quater – lid 3 – alinea 3 septies (nieuw)
De Commissie stelt door middel van een gedelegeerde handeling richtsnoeren vast die de lidstaten kunnen hanteren bij het omschrijven van gevallen waarin de openbaarmaking van gegevens wordt geacht erg schadelijk te zijn voor de commerciële positie van de ondernemingen waarop de informatie betrekking heeft.
Amendement 51 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 quater – lid 5
5. Het verslag met informatie over de winstbelasting wordt in ten minste één van de officiële talen van de Unie op de website gepubliceerd en toegankelijk gemaakt.
5. Het verslag met informatie over de winstbelasting wordt gepubliceerd in een gemeenschappelijk model dat gratis beschikbaar is in een opendata-formaat en wordt in ten minste één van de officiële talen van de Unie op de datum van publicatie publiek toegankelijk gemaakt op de website van de dochteronderneming of op de website van een verbonden onderneming.Op dezelfde datum laat de onderneming het verslag opnemen in een openbaar register dat wordt beheerd door de Commissie.
Amendement 52 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 sexies – lid 1
1. De lidstaten zorgen ervoor dat de leden van de administratieve, leidinggevende en toezichthoudende organen van de in artikel 48 ter, lid 1, bedoelde uiteindelijke moederonderneming, handelend binnen het kader van de hun krachtens het nationaal recht toegewezen bevoegdheden, collectief verantwoordelijk zijn om ervoor te zorgen dat het verslag met informatie over de winstbelasting wordt opgesteld, gepubliceerd en toegankelijk gemaakt overeenkomstig de artikelen 48 ter, 48 quater en 48 quinquies.
1. Om de verantwoordingsplicht ten opzichte van derden te versterken en behoorlijk bestuur te garanderen, zorgen de lidstaten ervoor dat de leden van de administratieve, leidinggevende en toezichthoudende organen van de in artikel 48ter, lid1, bedoelde uiteindelijke moederonderneming, handelend binnen het kader van de hun krachtens het nationaal recht toegewezen bevoegdheden, collectief verantwoordelijk zijn om ervoor te zorgen dat het verslag met informatie over de winstbelasting wordt opgesteld, gepubliceerd en toegankelijk gemaakt overeenkomstig de artikelen 48ter, 48quater en 48quinquies.
Amendement 53 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 octies
Artikel 48 octies
Schrappen
Gemeenschappelijke Unielijst met bepaalde fiscale rechtsgebieden
De Commissie is overeenkomstig artikel 49 bevoegd om gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot het opstellen van een gemeenschappelijke Unielijst met bepaalde fiscale rechtsgebieden. Die lijst is gebaseerd op de beoordeling van de fiscale rechtsgebieden die niet voldoen aan de volgende criteria:
(1) transparantie en uitwisseling van inlichtingen, met inbegrip van uitwisseling van inlichtingen op verzoek en automatische uitwisseling van inlichtingen over financiële rekeningen;
(2) eerlijke belastingconcurrentie;
(3) door de G20 en/of de OESO opgestelde normen;
(4) andere relevante normen, met inbegrip van door de Financial Action Task Force opgestelde internationale normen.
De Commissie evalueert de lijst regelmatig en wijzigt ze, indien nodig, om rekening te houden met nieuwe omstandigheden.
Amendement 54 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 decies – alinea 1
De Commissie brengt verslag uit over de naleving en de effecten van de in de artikelen 48 bis tot en met 48 septies vastgestelde rapportageverplichtingen. In dat verslag wordt nagegaan of het verslag met informatie over de winstbelasting passende en evenredige resultaten oplevert, rekening houdend met de noodzaak om te zorgen voor voldoende transparantie en de behoefte van ondernemingen aan een concurrerende omgeving.
De Commissie brengt verslag uit over de naleving en de effecten van de in de artikelen 48bis tot en met 48septies vastgestelde rapportageverplichtingen. In dat verslag wordt nagegaan of het verslag met informatie over de winstbelasting passende en evenredige resultaten oplevert en wordt beoordeeld wat de kosten en baten zijn van een verlaging van de drempelwaarde voor de geconsolideerde netto-omzet waarboven ondernemingen en bijkantoren verplicht zijn informatie over de winstbelasting te rapporteren. Daarnaast wordt in het verslag geëvalueerd of het eventueel nodig is verdere aanvullende maatregelen te nemen, rekening houdend met de noodzaak om te zorgen voor voldoende transparantie en de behoefte om voor ondernemingen en particuliere investeringen een concurrerende omgeving in stand te houden en te waarborgen.
Amendement 55 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 bis (nieuw) Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 decies bis (nieuw)
(2 bis) het volgende artikel wordt ingevoegd:
"Artikel 48 decies bis
Uiterlijk vier jaar na de aanneming van deze richtlijn en rekening houdend met de situatie op het niveau van de OESO, zorgt de Commissie voor een evaluatie, beoordeling en rapportage in verband met de bepalingen van dit hoofdstuk, met name wat betreft:
— ondernemingen en bijkantoren die verplicht zijn een verslag met informatie over de winstbelasting op te stellen, met name om na te gaan of het wenselijk is het toepassingsgebied van dit hoofdstuk uit te breiden naar grote ondernemingen als omschreven in artikel 3, lid 4, en grote groepen als gedefinieerd in artikel 3, lid 7, van deze richtlijn;
— de inhoud van het verslag met informatie over de winstbelasting overeenkomstig artikel 48 quater;
— de tijdelijke afwijking als bedoeld in artikel 48 quater, lid 3, alinea's 3 bis tot en met 3 septies.
De Commissie brengt hierover verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad, in voorkomend geval vergezeld van een wetgevingsvoorstel."
Amendement 56 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 ter (nieuw) Richtlijn 2013/34/EU Artikel 48 decies ter (nieuw)
(2 ter) het volgende artikel wordt ingevoegd:
"Artikel 48 decies ter
Gemeenschappelijk model voor het verslag
De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen het gemeenschappelijk model vast als bedoeld in artikel 48 ter, leden 1, 3, 4 en 6, en in artikel 48 quater, lid 5. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 50, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure."
Amendement 57 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 – letter b Richtlijn 2013/34/EU Artikel 49 – lid 3 bis
3 bis. Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn vastgesteld in het interinstitutioneel akkoord over beter wetgeven van [date]."
3 bis. Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn vastgesteld in het interinstitutioneel akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven*, met bijzondere inachtneming van de bepalingen van de Verdragen en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
________________
* PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1."
Amendement 58 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 bis (nieuw) Richtlijn 2013/34/EU Artikel 51 – alinea 1
(3 bis) in artikel 51 wordt lid 1 vervangen door:
De lidstaten voorzien in sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de overeenkomstig deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen en nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat die sancties worden gehandhaafd. De sancties waarin wordt voorzien, zijn doeltreffend, evenredig en afschrikkend."
"De lidstaten stellen regels vast voor sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de overeenkomstig deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen en nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat ze worden toegepast. De sancties waarin wordt voorzien, zijn doeltreffend, evenredig en afschrikkend.
De lidstaten voorzien ten minste in administratieve maatregelen en sancties voor inbreuken van ondernemingen op overeenkomstig deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen.
De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op ... [gelieve de datum van inwerkingtreding in te voegen] in kennis van deze bepalingen en stellen de Commissie tevens onverwijld in kennis van eventuele latere wijzigingen die gevolgen hebben voor de bepalingen.
Uiterlijk op ... [drie jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn] stelt de Commissie een lijst op van de maatregelen en sancties die elke lidstaat overeenkomstig deze richtlijn heeft vastgesteld."
De zaak werd voor interinstitutionele onderhandelingen terugverwezen naar de bevoegde commissies op grond van artikel 59, lid 4, vierde alinea, van het Reglement (A8-0227/2017).