Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2017/0017(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A8-0258/2017

Ingediende teksten :

A8-0258/2017

Debatten :

PV 11/09/2017 - 20
CRE 11/09/2017 - 20
PV 11/12/2017 - 18
CRE 11/12/2017 - 18

Stemmingen :

PV 13/09/2017 - 9.7
CRE 13/09/2017 - 9.7
Stemverklaringen
PV 12/12/2017 - 5.3
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P8_TA(2017)0338
P8_TA(2017)0477

Aangenomen teksten
PDF 453kWORD 63k
Woensdag 13 september 2017 - Straatsburg
Emissiehandelssysteem van de EU (EU-ETS): voorzetting van de huidige beperkingen van het toepassingsgebied voor luchtvaartactiviteiten en voorbereiding van de tenuitvoerlegging van een wereldwijde marktgebaseerde maatregel vanaf 2021 ***I
P8_TA(2017)0338A8-0258/2017

Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 13 september 2017 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG om de huidige beperkingen van het toepassingsgebied voor luchtvaartactiviteiten voort te zetten en de tenuitvoerlegging van een wereldwijde marktgebaseerde maatregel vanaf 2021 voor te bereiden (COM(2017)0054 – C8-0028/2017 – 2017/0017(COD))(1)

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Door de Commissie voorgestelde tekst   Amendement
Amendement 1
Voorstel voor een verordening
Overweging 2 bis (nieuw)
(2 bis)  Milieubescherming is één van de belangrijkste uitdagingen waarmee de Unie wordt geconfronteerd.
Amendement 38
Voorstel voor een verordening
Overweging 3
(3)  Wat de reductie van de door de hele economie uitgestoten broeikasgassen betreft, heeft de Europese Raad van 23-24 oktober 2014 een bindend streefcijfer van ten minste 40 % eigen reductie van de broeikasgasemissies tegen 2030 vastgesteld ten opzichte van 1990. Tijdens de zitting van de Raad op 6 maart 2015 is deze bijdrage van de Unie en haar lidstaten formeel goedgekeurd als hun voorgenomen nationaal vastgestelde bijdrage krachtens de Overeenkomst van Parijs. Volgens de conclusies van de Europese Raad van oktober 2014 moet het streefcijfer collectief door de EU op de meest kosteneffectieve manier worden behaald, waarbij de reducties door de sectoren die wel en niet onder de regeling voor de handel in emissierechten (ETS) vallen, tegen 2030 respectievelijk 43 % en 30 % moeten bedragen ten opzichte van 2005. Alle economische sectoren moeten een bijdrage leveren om die emissiereductie te verwezenlijken.
(3)  Wat de reductie van de door de hele economie uitgestoten broeikasgassen betreft, heeft de Europese Raad van 23-24 oktober 2014 een bindend streefcijfer van ten minste 40 % eigen reductie van de broeikasgasemissies tegen 2030 vastgesteld ten opzichte van 1990. Tijdens de zitting van de Raad op 6 maart 2015 is deze bijdrage van de Unie en haar lidstaten formeel goedgekeurd als hun voorgenomen nationaal vastgestelde bijdrage krachtens de Overeenkomst van Parijs. Volgens de conclusies van de Europese Raad van oktober 2014 moet het streefcijfer collectief door de EU op de meest kosteneffectieve manier worden behaald, waarbij de reducties door de sectoren die wel en niet onder de regeling voor de handel in emissierechten (ETS) vallen, tegen 2030 respectievelijk 43 % en 30 % moeten bedragen ten opzichte van 2005. Alle economische sectoren moeten een bijdrage leveren om die emissiereductie te verwezenlijken en daartoe moet de Commissie onder andere een platform opzetten voor de uitwisseling tussen de lidstaten van beste praktijken en de geleerde lessen in de sector emissiearme mobiliteit.
Amendement 2
Voorstel voor een verordening
Overweging 3 bis (nieuw)
(3 bis)  Een goed functionerende, hervormde EU-ETS met een verbeterd instrument voor de stabilisatie van de markt zal het belangrijkste Europese instrument zijn voor de verwezenlijking van het streefcijfer van 40 % reductie, met een lineaire factor en kosteloze toewijzing na 2020. Om de planningszekerheid met betrekking tot investeringsbeslissingen te verhogen, de transparantie te vergroten, koolstoflekkage te minimaliseren en het systeem in zijn geheel eenvoudiger en gemakkelijker te begrijpen te maken, moet in de wetgevingshandeling het te veilen aandeel als een percentage worden uitgedrukt. Die bepalingen moeten verenigbaar zijn met de klimaatdoelstellingen van de Unie en haar verplichtingen in het kader van de Overeenkomst van Parijs, en in overeenstemming worden gebracht met de faciliterende dialoog in 2018, de eerste algemene wereldwijde inventarisatie in 2023, en de algemene inventarisaties elke vijf jaar daarna, om informatie te bieden voor opeenvolgende nationaal bepaalde bijdragen (NDC's).
Amendement 39
Voorstel voor een verordening
Overweging 4
(4)  De Unie en haar lidstaten hebben er sinds 1997 naar gestreefd voortgang te maken met een internationale overeenkomst om de gevolgen van de broeikasgasemissies van de luchtvaart te beperken en sinds 2008 beschikken zij over wetgeving om de gevolgen van luchtvaartactiviteiten voor de klimaatverandering te beperken door middel van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (EU-ETS), die sinds 2005 operationeel is. Om bij de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) sneller vooruitgang te kunnen maken, heeft de Unie tweemaal tijdgebonden afwijkingen van de EU-ETS goedgekeurd teneinde de nalevingsverplichtingen te beperken tot de emissies van vluchten tussen luchtvaartterreinen binnen de Europese Economische Ruimte (EER), met gelijke behandeling op de routes van de vliegtuigexploitanten, waar ze ook zijn gevestigd. De meest recente afwijking van de EU-ETS-Verordening (EU) nr. 421/2014 van het Europees Parlement en de Raad beperkte de nalevingsverplichtingen tot vluchten binnen de EER tussen 2013 en 2016 en beoogde mogelijke wijzigingen in het toepassingsgebied van de regeling voor activiteiten van en naar luchtvaartterreinen buiten de EER met ingang van 1 januari 2017, na de in die verordening bedoelde herziening.
(4)  De Unie en haar lidstaten hebben er sinds 1997 naar gestreefd voortgang te maken met een internationale overeenkomst om de gevolgen van de broeikasgasemissies van de luchtvaart te beperken en sinds 2008 beschikken zij over wetgeving om de gevolgen van luchtvaartactiviteiten voor de klimaatverandering te beperken door middel van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (EU-ETS), die sinds 2005 operationeel is. In zijn arrest van 21 december 20111 bis heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie geoordeeld dat het opnemen van vluchten buiten de EER in de EU-ETS-regeling geen schending van het internationaal recht inhoudt. Bovendien hebben de lidstaten zich er sinds 2004 en 2008 opnieuw toe verplicht het concept van het gemeenschappelijk Europees luchtruim ten uitvoer te leggen, rekening houdend met een toename van het luchtverkeer in de komende jaren. Om vooruitgang te boeken met het luchtverkeersbeheer moet de tenuitvoerlegging van Sesar (ATM-onderzoek voor het gemeenschappelijk Europees luchtruim) worden bespoedigd en moeten innovatieve technologieën worden bevorderd in het kader van het Clean Sky-project. De invoering via de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) van de wereldwijde marktgebaseerde maatregel moet bijdragen tot verdere vooruitgang met betrekking tot de emissiereductie van het luchtverkeer. Om bij de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) sneller vooruitgang te kunnen maken, heeft de Unie tweemaal tijdgebonden afwijkingen van de EU-ETS goedgekeurd teneinde de nalevingsverplichtingen te beperken tot de emissies van vluchten tussen luchtvaartterreinen binnen de Europese Economische Ruimte (EER), met gelijke behandeling op de routes van de vliegtuigexploitanten, waar ze ook zijn gevestigd. De meest recente afwijking van de EU-ETS-Verordening (EU) nr. 421/2014 van het Europees Parlement en de Raad beperkte de nalevingsverplichtingen tot vluchten binnen de EER tussen 2013 en 2016 en beoogde mogelijke wijzigingen in het toepassingsgebied van de regeling voor activiteiten van en naar luchtvaartterreinen buiten de EER met ingang van 1 januari 2017, na de in die verordening bedoelde herziening.
_________________
1 bis Arrest van het Hof van Justitie van 21 december 2011, Air Transport Association of America e.a./Secretary of State for Energy and Climate Change, C-366/10, ECLI:EU:C:2011:864.

Amendement 4
Voorstel voor een verordening
Overweging 5
(5)  In het licht van de op de 39e Algemene Vergadering van de ICAO in oktober 2016 aangenomen resolutie over de uitvoering van een wereldwijde marktgebaseerde maatregel vanaf 2021 ter compensatie van de emissies van de internationale luchtvaart boven de niveaus van 2020, wordt het passend geacht de bestaande uitzondering voort te zetten in afwachting van verdere vooruitgang met het ontwerp en de tenuitvoerlegging van de wereldwijde marktgebaseerde maatregel. In dit verband is de vaststelling van normen en aanbevolen praktijken door de ICAO ter completering van die resolutie en ter uitvoering van de mondiale regeling gepland voor 2018. Voor de concrete toepassing ervan zullen de ICAO-partijen echter actie moeten ondernemen op nationaal niveau. Ook governanceregelingen moeten door de ICAO worden uitgewerkt, zoals bijvoorbeeld een registratiesysteem. In deze context moet de huidige afwijking van de EU-ETS-verplichtingen voor vluchten naar en uit derde landen worden verlengd, onder voorbehoud van de herziening van de toepassing van de ICAO-regeling, teneinde de ICAO een nieuwe impuls te geven en de uitvoering van de regeling te vergemakkelijken. Als gevolg van de verlenging van de afwijking zou de hoeveelheid te veilen en kosteloos te verlenen emissierechten, met inbegrip van de speciale reserve, dezelfde moeten zijn als voor 2016 en evenredig moeten zijn met de reductie van de verplichting om emissierechten in te leveren.
(5)  In het licht van de op de 39e Algemene Vergadering van de ICAO in oktober 2016 aangenomen resolutie over de uitvoering van een wereldwijde marktgebaseerde maatregel vanaf 2021 ter compensatie van de emissies van de internationale luchtvaart boven de niveaus van 2020, is de vaststelling van normen en aanbevolen praktijken door de ICAO ter completering van die resolutie en ter uitvoering van de mondiale regeling gepland voor 2018. Voor de concrete toepassing ervan zullen de ICAO-partijen echter actie moeten ondernemen op nationaal niveau. Ook governanceregelingen moeten door de ICAO worden uitgewerkt, zoals bijvoorbeeld een registratiesysteem. In deze context moet de huidige afwijking van de EU-ETS-verplichtingen voor vluchten naar en uit derde landen worden verlengd tot 2021, teneinde de ICAO een nieuwe impuls te geven en de uitvoering van de regeling te vergemakkelijken. Als gevolg van de verlenging van de afwijking zou de hoeveelheid te veilen en kosteloos te verlenen emissierechten, met inbegrip van de speciale reserve, dezelfde moeten zijn als voor 2016 en evenredig moeten zijn met de reductie van de verplichting om emissierechten in te leveren.
Amendement 5
Voorstel voor een verordening
Overweging 5 bis (nieuw)
(5 bis)  Vanaf 1 januari 2021 moet 50 % van de emissierechten worden geveild, en op de totale hoeveelheid toegewezen emissierechten moet de lineaire reductiefactor, zoals voorzien in artikel 9 van Richtlijn 2003/87/EG, worden toegepast.
Amendement 6
Voorstel voor een verordening
Overweging 5 ter (nieuw)
(5 ter)  Opbrengsten van de veiling van emissierechten, of het financiële waarde-equivalent ervan, dienen te worden gebruikt om de klimaatverandering in de Unie en in derde landen aan te pakken, onder meer om de emissie van broeikasgassen terug te dringen, om de aanpassing aan het effect van de klimaatverandering in de Unie en derde landen, met name ontwikkelingslanden, te bevorderen, om onderzoek en ontwikkeling te financieren op het gebied van beperking en aanpassing, waaronder in de luchtvaart, het luchtvervoer en duurzame alternatieve brandstoffen voor de luchtvaart, om de emissies terug te dringen via transport met een lage emissie en om de beheerskosten van de EU-ETS te dekken. Speciale aandacht moet worden besteed aan lidstaten die deze opbrengsten gebruiken voor de cofinanciering van onderzoeks- en innovatieprogramma's of initiatieven op grond van het negende kaderprogramma voor onderzoek. Transparantie over het gebruik van de opbrengsten uit de veiling van emissierechten krachtens Richtlijn 2003/87/EG is essentieel ter ondersteuning van de verplichtingen van de Unie.
Amendement 7
Voorstel voor een verordening
Overweging 5 quater (nieuw)
(5 quater)  Emissiecompensaties onder de wereldwijde marktgebaseerde maatregel vormen één element van het pakket aan maatregelen van de ICAO ter verwezenlijking van het ambitieuze doel van koolstofneutrale groei vanaf 2020 (CNG 2020) en moeten worden aangevuld met ontwikkelingen op het gebied van casco- en aandrijvingstechnologieën. Voortzetting van de financiering voor onderzoeksstrategieën en -programma's zoals de gezamenlijke technologie-initiatieven Clean Sky, Galileo, Sesar en Horizon 2020 is van essentieel belang voor technologische innovatie en operationele verbeteringen, om verder te gaan dan CNG 2020 en sectorbrede absolute emissiereducties te realiseren. Het is daarnaast belangrijk dat de lidstaten Uniewetgeving, zoals die inzake het gemeenschappelijk Europees luchtruim, die erop gericht is fragmentering van het Europese luchtruim en bijgevolg een toename van de CO2-emissies van de luchtvaart te verhinderen, snel en volledig ten uitvoer leggen.
Amendement 8
Voorstel voor een verordening
Overweging 6
(6)   Aangezien essentiële elementen van de wereldwijde marktgebaseerde maatregel nog moeten worden uitgewerkt en de uitvoering ervan afhankelijk is van de eigen wetgeving van de staten en regio’s, wordt het passend geacht om, zodra er duidelijkheid is over de aard en omvang van deze wettelijke instrumenten vóór de start van de wereldwijde marktgebaseerde maatregel van de ICAO, een onderzoek in te stellen en daar bij het Europees Parlement en de Raad verslag over uit te brengen. In dat verslag moet aandacht worden besteed aan alle via de ICAO goedgekeurde normen of andere instrumenten, aan de acties die door derde landen zijn ondernomen om de wereldwijde marktgebaseerde maatregel uit te voeren zodat deze vanaf 2021 van toepassing is op de emissies, en aan andere internationale ontwikkelingen op dit gebied (bv. regels krachtens het UNFCCC en de Overeenkomst van Parijs inzake koolstofmarkten en boekhouding). In dat verslag moet worden onderzocht hoe deze instrumenten door middel van een herziening van de EU-ETS in de wetgeving van de Unie kunnen worden opgenomen. Ook moet daarin worden nagegaan of de regels die voor vluchten binnen de EER gelden, adequaat zijn. Dat verslag dient zo nodig vergezeld te gaan van een voorstel aan het Europees Parlement en de Raad om erop toe te zien dat de luchtvaart bijdraagt aan de verbintenis tot reductie van de broeikasgasemissies die de Unie voor 2030 voor de hele economie is aangegaan.
(6)   Aangezien essentiële elementen van de wereldwijde marktgebaseerde maatregel nog moeten worden uitgewerkt en de uitvoering ervan afhankelijk is van de eigen wetgeving van de deelnemende staten en regio’s, dient de Commissie regelmatig verslag uit te brengen aan het Europees Parlement en de Raad over de in de ICAO-onderhandelingen geboekte vooruitgang, met name over de via de ICAO goedgekeurde relevante instrumenten, de acties die door derde landen zijn ondernomen om de wereldwijde marktgebaseerde maatregel uit te voeren zodat deze voor de periode 2021-2035 van toepassing is op de emissies, inspanningen voor het instellen van ambitieuze en bindende maatregelen ter verwezenlijking van de langetermijndoelen van de luchtvaartsector om de CO2-emissies in die sector tegen 2050 te halveren ten opzichte van de niveaus van 2005, en andere internationale ontwikkelingen en toepasselijke instrumenten op dit gebied (bv. regels krachtens het UNFCCC en de Overeenkomst van Parijs inzake koolstofmarkten en boekhouding). Zodra er duidelijkheid is over de aard en inhoud van de ICAO-instrumenten, en vóór de start van de wereldwijde marktgebaseerde maatregel van de ICAO, dient de Commissie een verslag uit te brengen waarin wordt onderzocht hoe deze instrumenten door middel van een herziening van de EU-ETS-richtlijn kunnen worden toegepast en in overeenstemming gebracht met de wetgeving van de Unie. In dat verslag moet tevens worden nagegaan of de regels die voor vluchten binnen de EER gelden, adequaat zijn. Dat verslag dient zo nodig vergezeld te gaan van een voorstel aan het Europees Parlement en de Raad om erop toe te zien dat de luchtvaart bijdraagt aan de verbintenis tot reductie van de broeikasgasemissies die de Unie voor 2030 voor de hele economie is aangegaan.
Amendement 9
Voorstel voor een verordening
Overweging 6 bis (nieuw)
(6 bis)  Om ervoor te zorgen dat de bestaande en toekomstige klimaatnormen van de Unie worden geëerbiedigd, en onverminderd de herziening als bedoeld in artikel 28 ter van Richtlijn 2003/87/EG, moet de Corsia worden geïmplementeerd in en verenigd worden met het Unierecht via de EU-ETS.
Amendement 41
Voorstel voor een verordening
Overweging 6 ter (nieuw)
(6 ter)  Op het niveau van de Unie zijn diverse wetgevingshandelingen vastgesteld die erop gericht zijn de versnippering van het Europese luchtruim te voorkomen, om de doorstroming van het luchtverkeer en de controle van het luchtruimgebruik te verbeteren en zo de emissies te verminderen. Binnen de Unie moet de Corsia-regeling worden beschouwd als onderdeel van het zogeheten ICAO-pakket van maatregelen, naast volledige tenuitvoerlegging door de lidstaten van de wetgeving inzake het gemeenschappelijk Europees luchtruim, Sesar, het gebruik van GNSS voor satellietnavigatie en gezamenlijke technologie-initiatieven als Clean Sky I en Clean Sky II. De Commissie moet aan het Europees Parlement en de Raad ook verslag uitbrengen over maatregelen voor de tenuitvoerlegging van de wereldwijde marktgebaseerde maatregel, die door de lidstaten zijn genomen om de broeikasgasemissies van de luchtvaart te verminderen, met inbegrip van informatie in verband met het gebruik van de opbrengsten, die door de lidstaten is ingediend overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) nr. 525/2013.
Amendement 10
Voorstel voor een verordening
Overweging 6 quater (nieuw)
(6 quater)  Hoewel de technische regels voor de wereldwijde marktgebaseerde maatregel van de ICAO nog door de ICAO-raad moeten worden goedgekeurd, is het van belang dat regelgevende autoriteiten en vliegtuigexploitanten zo vroeg mogelijk informatie krijgen over de monitoring-, rapportage- en verificatievereisten en emissie-eenheden die krachtens de ICAO-regeling in aanmerking komen, om de voorbereiding voor de tenuitvoerlegging van de ICAO-regeling en de monitoring van CO2-emissies vanaf 1 januari 2019 te vergemakkelijken. Dergelijke monitoring-, rapportage- en verificatievereisten moeten net zo strikt zijn als de vereisten voor de monitoring en rapportage van broeikasgasemissies vervat in Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie, en moeten waarborgen dat de ingediende emissieverslagen in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 600/2012 van de Commissie worden geverifieerd.
Amendement 11
Voorstel voor een verordening
Overweging 6 quinquies (nieuw)
(6 quinquies)  Hoewel het vertrouwelijke karakter van het technische werk in de ICAO moet worden erkend, is het ook van belang dat ICAO-lidstaten, vliegtuigexploitanten en het maatschappelijk middenveld betrokken blijven bij de werkzaamheden van de ICAO met betrekking tot de uitvoering van de wereldwijde marktgebaseerde maatregel en dat de ICAO alle belanghebbenden tijdig op de hoogte stelt van vorderingen en besluiten. Om dit alles te bereiken, kan het nodig zijn de niet-openbaarmakingsprotocollen voor leden en waarnemers van het Comité Milieubescherming en Luchtvaart (CAEP) van de ICAO te herzien.
Amendement 12
Voorstel voor een verordening
Overweging 7
(7)  Teneinde niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking vast te stellen ter aanvulling of wijziging van sommige niet-essentiële elementen van een wetgevingshandeling, moet de bevoegdheid om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag aan de Commissie worden overgedragen om maatregelen te nemen voor de monitoring, rapportage en verificatie van de emissies die op vliegtuigexploitanten van toepassing zijn met het oog op de wereldwijde marktgebaseerde maatregel die in het kader van de ICAO wordt uitgewerkt. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau, in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016. Om met name te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen, ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van gedelegeerde handelingen.
(7)  Teneinde niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking vast te stellen ter aanvulling of wijziging van sommige niet-essentiële elementen van een wetgevingshandeling, moet de bevoegdheid om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag aan de Commissie worden overgedragen om maatregelen te nemen voor de monitoring, rapportage en verificatie van de emissies die op vliegtuigexploitanten van toepassing zijn met het oog op de wereldwijde marktgebaseerde maatregel die in het kader van de ICAO wordt uitgewerkt. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, in het bijzonder op deskundigenniveau, in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016. Om met name te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen, ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van gedelegeerde handelingen, teneinde zo de transparantie en doelmatigheid van het besluitvormingsproces te vergroten.
Amendement 13
Voorstel voor een verordening
Overweging 7 bis (nieuw)
(7 bis)  Hoewel het langetermijndoel moet zijn dat er in de tweede fase van de ICAO-regeling in 2024 één enkele wereldwijde reductieregeling voor de aanpak van koolstofemissies van de luchtvaart is, moeten er ook andere mogelijkheden voor koolstofvermindering worden onderzocht, voor het geval dat de wereldwijde marktgebaseerde maatregel van de ICAO onvoldoende bijdraagt aan het verwezenlijken van de Uniale klimaatdoelstellingen en verplichtingen in het kader van de Overeenkomst van Parijs.
Amendement 14
Voorstel voor een verordening
Overweging 7 ter (nieuw)
(7 ter)  De luchtvaart oefent ook invloed uit op het klimaat door middel van het vrijkomen van stikstofoxiden, waterdamp en sulfaat- en roetdeeltjes op grote hoogten. De Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering (IPCC) heeft geschat dat het totale klimaateffect van de luchtvaart momenteel zo'n twee tot vier maal groter is dan het effect van haar eerdere kooldioxide-uitstoot alleen. In afwachting van de wetenschappelijke vooruitgang moeten alle gevolgen van de luchtvaart zo veel mogelijk worden aangepakt. Onderzoek naar de vorming van condensatiesporen, ook wel condensstrepen genoemd, de ontwikkeling hiervan tot cirruswolken, naar de kleinere directe effecten van sulfaat-aerosolen, roet, condensstrepen van waterdamp en cirruswolken en naar doeltreffende maatregelen daartegen, inclusief operationele en technische maatregelen, moet ook worden bevorderd.
Amendement 15
Voorstel voor een verordening
Overweging 9 bis (nieuw)
(9 bis)  Het staat buiten kijf dat het klimaat niet alleen schade ondervindt van de CO2-emissies van het luchtverkeer. In Richtlijn 2008/101/EG van het Europees Parlement en de Raad1 bis heeft de Commissie toegezegd in 2008 een gepast voorstel in te dienen op het gebied van stikstofoxiden. Ondanks de technische en politieke moeilijkheden op dit gebied dient de Commissie spoed te zetten achter de hierop betrekking hebbende werkzaamheden.
__________________
1 bis Richtlijn 2008/101/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG teneinde ook luchtvaartactiviteiten op te nemen in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (PB L 8 van 13.1.2009, blz. 3).
Amendement 16
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt -1 (nieuw)
Richtlijn 2003/87/EG
Artikel 3 quater – lid 3 bis (nieuw)
(-1)  In artikel 3 quater wordt het volgende lid toegevoegd:
“3 bis. De totale hoeveelheid rechten die in 2021 wordt toegewezen aan vliegtuigexploitanten moet 10 % lager liggen dan de gemiddelde toewijzing voor de periode van 1 januari 2014 t/m 31 december 2016, en daarna afnemen met hetzelfde jaarlijkse percentage als voor het totale plafond van de EU-ETS als bedoeld in artikel 9, tweede alinea, zodat het plafond voor de luchtvaartsector uiterlijk in 2030 beter overeenstemt met het plafond voor de andere bedrijfstakken die onder de EU-ETS vallen.
Voor luchtvaartactiviteiten van en naar luchtvaartterreinen in landen buiten de EER kan de hoeveelheid vanaf 2021 toe te wijzen rechten worden aangepast met inachtneming van de wereldwijde marktgebaseerde maatregel van de ICAO die vanaf 2021 moet worden uitgevoerd ter compensatie van internationale luchtvaartemissies boven de niveaus van 2020.”
Amendement 36
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt -1 bis (nieuw)
Richtlijn 2003/87/EG
Artikel 3 quinquies – lid 2
(-1 bis) Artikel 3 quinquies, lid 2, wordt vervangen door:
2.  Vanaf 1 januari 2013 wordt 15 % van de rechten geveild. Dit percentage kan worden verhoogd, als onderdeel van de algehele evaluatie van deze richtlijn.
"2. Vanaf 1 januari 2021 wordt 50 % van de rechten geveild. Dit percentage kan worden verhoogd, als onderdeel van de algehele evaluatie van deze richtlijn."
Amendement 18
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt -1 ter (nieuw)
Richtlijn 2003/87/EG
Artikel 3 quinquies – lid 3 – alinea 1
(-1 ter) In artikel 3 quinquies, lid 3, wordt de eerste alinea vervangen door:
Er wordt een verordening vastgesteld met gedetailleerde voorschriften voor de veiling door lidstaten van emissierechten die niet kosteloos behoeven te worden verleend in overeenstemming met de leden 1 en 2 van dit artikel of artikel 3 septies, lid 8. Voor alle lidstaten geldt dat het aantal in elke periode te veilen emissierechten evenredig is met het aandeel van de betreffende lidstaat in de totale hoeveelheid aan de luchtvaart toegewezen emissies voor de referentiejaren, als gerapporteerd ingevolge artikel 14, lid 3, en geverifieerd ingevolge artikel 15. Voor de in artikel 3 quater, lid 1, bedoelde periode is het referentiejaar 2010; voor elke volgende in artikel 3 quater bedoelde periode is het referentiejaar het kalenderjaar dat 24 maanden voor het begin van de periode waarop de veiling betrekking heeft, afloopt.”
De Commissie is bevoegd gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel [23], om deze richtlijn aan te vullen door gedetailleerde regelingen vast te leggen voor de veiling door lidstaten van emissierechten die niet kosteloos behoeven te worden verleend in overeenstemming met de leden 1 en 2 van dit artikel of artikel 3 septies, lid 8. Voor alle lidstaten geldt dat het aantal in elke periode te veilen emissierechten evenredig is met het aandeel van de betreffende lidstaat in de totale hoeveelheid aan de luchtvaart toegewezen emissies voor de referentiejaren, als gerapporteerd ingevolge artikel 14, lid 3, en geverifieerd ingevolge artikel 15. Voor de in artikel 3 quater, lid 1, bedoelde periode is het referentiejaar 2010; voor elke volgende in artikel 3 quater bedoelde periode is het referentiejaar het kalenderjaar dat 24 maanden voor het begin van de periode waarop de veiling betrekking heeft, afloopt.”
Amendement 19
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt -1 quater (nieuw)
Richtlijn 2003/87/EG
Artikel 3 quinquies – lid 3 – alinea 2
(-1 quater) In artikel 3 quinquies, lid 3, wordt de tweede alinea geschrapt.
Amendement 42
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt -1 quinquies (nieuw)
Richtlijn 2003/87/EG
Artikel 3 quinquies – lid 4 – alinea 1
(-1 quinquies) In artikel 3 quinquies, lid 4, wordt de eerste alinea vervangen door:
"De lidstaten bepalen hoe de opbrengsten van de veiling van emissierechten worden gebruikt. De opbrengsten zouden moeten worden gebruikt om de klimaatverandering in de Europese Unie en in derde landen aan te pakken, onder meer om de emissie van broeikasgassen terug te dringen, om de aanpassing aan het effect van de klimaatverandering in de Europese Unie en derde landen, met name ontwikkelingslanden te bevorderen, om onderzoek en ontwikkeling te financieren op het gebied van beperking en aanpassing, inclusief met name in de luchtvaart en het luchtvervoer, om de emissies terug te dringen via transport met een lage emissie en om de beheerskosten van de Gemeenschapsregeling te dekken. De veilingopbrengsten moeten ook worden gebruikt voor de financiering van bijdragen aan het wereldfonds voor energie-efficiency en hernieuwbare energie, alsmede van maatregelen ter voorkoming van ontbossing."
"Alle opbrengsten van de veiling van emissierechten worden gebruikt om de klimaatverandering in de Europese Unie en in derde landen aan te pakken, onder meer om de emissie van broeikasgassen terug te dringen, om de aanpassing aan het effect van de klimaatverandering in de Europese Unie en derde landen, met name ontwikkelingslanden te bevorderen, om met name onderzoek en ontwikkeling te financieren op het gebied van beperking en aanpassing, met name in de luchtvaart en het luchtvervoer, om de emissies terug te dringen via transport met een lage emissie en om de beheerskosten van de Unieregeling te dekken, en voor de financiering van onderzoek en gemeenschappelijke projecten om de broeikasgasemissies van de luchtvaartsector te verminderen, bijvoorbeeld de gemeenschappelijke onderneming Sesar, de gezamenlijke technologie-initiatieven Clean Sky en alle initiatieven die de brede verspreiding mogelijk maken van GNSS voor satellietnavigatie en interoperabele capaciteiten in alle lidstaten, met name de capaciteiten die de infrastructuur voor de luchtvaartnavigatie, de verlening van luchtvaartnavigatiediensten en het gebruik van het luchtruim verbeteren. De veilingopbrengsten kunnen ook worden gebruikt voor de financiering van bijdragen aan het wereldfonds voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie, alsmede van maatregelen ter voorkoming van ontbossing. Speciale aandacht wordt besteed aan lidstaten die de opbrengsten gebruiken voor de cofinanciering van onderzoeks- en innovatieprogramma's of initiatieven in het kader van het negende kaderprogramma voor onderzoek. Transparantie over het gebruik van de opbrengsten uit de veiling van emissierechten krachtens deze richtlijn is essentieel ter ondersteuning van de verplichtingen van de Unie."
Amendement 21
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 - punt -1 sexies (nieuw)
Richtlijn 2003/87/EG
Artikel 12 – lid 3
(-1 sexies) In artikel 12 wordt lid 3 vervangen door:
3.  De lidstaten dragen er zorg voor dat de exploitant van iedere installatie uiterlijk 30 april van ieder jaar een hoeveelheid emissierechten die niet zijn verleend krachtens hoofdstuk II, inlevert die gelijk is aan de totale emissies van die installatie gedurende het voorgaande kalenderjaar, als geverifieerd overeenkomstig artikel 15, en dat die rechten vervolgens worden geannuleerd.
"3. De lidstaten dragen er zorg voor dat de exploitant van iedere installatie uiterlijk 30 april van ieder jaar een hoeveelheid emissierechten inlevert die gelijk is aan de totale emissies van die installatie gedurende het voorgaande kalenderjaar, als geverifieerd overeenkomstig artikel 15, en dat die rechten vervolgens worden geannuleerd.”
Amendement 47
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt -1 septies (nieuw)
Richtlijn 2003/87/EG
Artikel 12 – lid –3 bis (nieuw)
(-1 septies) In artikel 12 wordt het volgende lid voor lid 3 bis ingevoegd:
-3 bis. Om de milieu-integriteit van het EU-ETS te beschermen, mogen luchtvaartexploitanten en andere exploitanten binnen het EU-ETS geen gebruik maken van emissierechten die zijn uitgegeven op 1 januari 2018 of daarna door een lidstaat ten aanzien waarvan er sprake is van verplichtingen voor luchtvaartexploitanten of andere exploitanten die zijn komen te vervallen. Dit lid wordt toegepast door middel van de in artikel 19 genoemde rechtshandeling.
Amendement 22
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt -1 octies (nieuw)
Richtlijn 2003/87/EG
Artikel 21 – lid 2 bis (nieuw)
(-1 octies) Aan artikel 21 wordt het volgende lid toegevoegd:
“2 bis. In het in lid 2 bedoelde verslag wordt, aan de hand van de gegevens die worden verstrekt via de in artikel 18 ter bedoelde samenwerking, een lijst opgenomen van vliegtuigexploitanten die aan de voorschriften van deze richtlijn zijn onderworpen en geen rekening in het register hebben geopend.”
Amendement 23
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 – letter a – punt i
Richtlijn 2003/87/EG
Artikel 28 bis – lid 1 – letter a
a)  alle emissies van vluchten naar of van luchtvaartterreinen gelegen in landen buiten de Europese Economische Ruimte (EER) in elk kalenderjaar met ingang van 1 januari 2013, behoudens de in artikel 28 ter bedoelde herziening;
a)  alle emissies van vluchten naar of van luchtvaartterreinen gelegen in landen buiten de Europese Economische Ruimte (EER) in elk kalenderjaar van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2020, behoudens de in artikel 28 ter bedoelde herziening;
Amendement 24
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 – letter a – punt i
Richtlijn 2003/87/EG
Artikel 28 bis – lid 1 – letter b
b)  alle emissies van vluchten tussen een luchtvaartterrein dat gelegen is in een ultraperifere regio in de zin van artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), en een luchtvaartterrein dat gelegen is in een andere regio van de EER in elk kalenderjaar met ingang van 1 januari 2013, behoudens de in artikel 28 ter bedoelde herziening.
b)  alle emissies van vluchten tussen een luchtvaartterrein dat gelegen is in een ultraperifere regio in de zin van artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), en een luchtvaartterrein dat gelegen is in een andere regio van de EER in elk kalenderjaar met ingang van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2020, behoudens de in artikel 28 ter bedoelde herziening.
Amendement 25
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 – letter a – punt i bis (nieuw)
Richtlijn 2003/87/EG
Artikel 28 bis – lid 1 – letter b bis (nieuw)
i bis.  De volgende letter wordt ingevoegd:
"b bis) alle emissies van vluchten tussen luchtvaartterreinen die gelegen zijn in de EER en uitgevoerd worden als gevolg van de afleiding van een vlucht als bedoeld onder a) of b) van dit lid naar een luchtvaartterrein dat gelegen is in de EER in elk kalenderjaar met ingang van 1 januari 2017, behoudens de in artikel 28 ter bedoelde evaluatie."
Amendement 26
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 – letter b – punt i
Richtlijn 2003/87/EG
Artikel 28 bis – lid 2 – alinea 1
In afwijking van de artikelen 3 quinquies tot en met 3 septies en totdat de wijzigingen als gevolg van de in artikel 28 ter bedoelde herziening in werking zijn getreden, wordt met ingang van 1 januari 2017 aan vliegtuigexploitanten jaarlijks het aantal emissierechten toegewezen dat overeenkomt met het jaar 2016. Vanaf 2021 zal op dat aantal emissierechten de lineaire factor van artikel 9 worden toegepast.
In afwijking van de artikelen 3 quinquies tot en met 3 septies en totdat de wijzigingen als gevolg van de in artikel 28 ter bedoelde herziening in werking zijn getreden, wordt met ingang van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2020 aan vliegtuigexploitanten jaarlijks het aantal emissierechten toegewezen dat overeenkomt met het jaar 2016. Vanaf 2021 zal op dat aantal emissierechten de lineaire factor van artikel 9 worden toegepast.
Amendement 27
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 – letter b – punt ii
Richtlijn 2003/87/EG
Artikel 28 bis – lid 2 – alinea 3
ii.  de derde alinea wordt geschrapt.
ii.  de derde alinea wordt vervangen door:
"Wat de activiteiten in de periode vanaf 1 januari 2017 tot en met 31 december 2020 betreft, publiceren de lidstaten uiterlijk op 1 september 2018 het aantal luchtvaartemissierechten dat zij aan elke vliegtuigexploitant hebben toegewezen."
Amendement 28
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 – letter c
Richtlijn 2003/87/EG
Artikel 28 bis – lid 4
4.  In afwijking van artikel 3 quinquies, lid 3, wordt het aantal emissierechten dat elke lidstaat vanaf 1 januari 2013 veilt, zo gereduceerd dat het overeenstemt met haar aandeel in de toegewezen emissierechten voor vluchten die niet vallen onder de afwijkingen in lid 1, onder a) en b), van dit artikel.
4.  In afwijking van artikel 3 quinquies, lid 3, wordt het aantal emissierechten dat elke lidstaat voor de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2020 veilt, zo gereduceerd dat het overeenstemt met haar aandeel in de toegewezen emissierechten voor vluchten die niet vallen onder de afwijkingen in lid 1, onder a) en b), van dit artikel.
Amendement 29
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 – letter d bis (nieuw)
Richtlijn 2003/87/EG
Artikel 28 bis – lid 8
d bis)  lid 8 wordt geschrapt.
Amendement 30
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 2
Richtlijn 2003/87/EG
Artikel 28 ter – lid 1
1.   De Commissie brengt aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de desbetreffende ICAO-normen of andere wettelijke instrumenten, alsook over binnenlandse maatregelen die door derde landen zijn genomen met het oog op de uitvoering van de wereldwijde marktgebaseerde maatregel die vanaf 2021 op de emissies moet worden toegepast, en over andere relevante internationale ontwikkelingen.
1.   Uiterlijk op 1 januari 2019 en vervolgens op geregelde tijdstippen brengt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de desbetreffende ICAO-normen en aanbevolen praktijken, door de ICAO-raad goedgekeurde aanbevelingen in verband met de wereldwijde marktgebaseerde maatregel of andere wettelijke instrumenten, alsook over binnenlandse maatregelen die door derde landen zijn genomen met het oog op de uitvoering van de wereldwijde marktgebaseerde maatregel die vanaf 2021 op de emissies moet worden toegepast, de gevolgen van de bedenkingen van derde landen en over andere relevante internationale ontwikkelingen. Daarnaast houdt de Commissie het Europees Parlement en de Raad regelmatig op de hoogte over de opstelling van een mondiaal register en de ontwikkeling van de normen en aanbevolen praktijken in overeenstemming met de normalisatieprocedures van de ICAO. In overeenstemming met de ‘algemene inventarisatie’ van het UNFCCC brengt zij ook verslag uit over de inspanningen om het ambitieuze langetermijndoel van de luchtvaartsector om de CO2-emissies van de luchtvaart tegen 2050 te halveren ten opzichte van het niveau van 2005.
Amendement 31
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 2
Richtlijn 2003/87/EG
Artikel 28 ter – lid 2
2.   In het verslag moet worden onderzocht hoe die ICAO-instrumenten door middel van een herziening van deze richtlijn in het recht van de Unie kunnen worden opgenomen. In het verslag moet ook worden nagegaan of de regels die voor vluchten binnen de Europese Economische Ruimte (EER) gelden, adequaat zijn.
2.   De Commissie brengt uiterlijk op 1 maart 2020 verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de geschiktheid van die ICAO-instrumenten en over mogelijkheden om die ICAO-instrumenten door middel van een herziening van deze richtlijn in het recht van de Unie op te nemen. In het verslag moet ook worden nagegaan of de regels die voor vluchten binnen de Europese Economische Ruimte (EER) gelden, adequaat zijn. In het verslag wordt tevens de ambitie en de algemene milieu-integriteit van de wereldwijde marktgebaseerde maatregel onderzocht, met inbegrip van de mate van algemene ambitie met betrekking tot de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs, het participatieniveau, de uitvoerbaarheid, de transparantie, de sancties voor niet-naleving, de processen voor inbreng van het publiek, de kwaliteit van de compensatiecredits, de monitoring, rapportage en verificatie van de emissies, de registers, de verantwoordingsplicht en de regels voor het gebruik van biobrandstoffen. Bovendien moet in het verslag de afweging worden gemaakt of de overeenkomstig artikel 28 quater, lid 2, vastgestelde gedelegeerde handeling moet worden herzien.
Amendement 33
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 2
Richtlijn 2003/87/EG
Artikel 28 ter – lid 3
3.   Het verslag mag zo nodig vergezeld gaan van voorstellen aan het Europees Parlement en de Raad tot wijziging, schrapping, verlenging of vervanging van de afwijkingen waarin artikel 28 bis voorziet, zulks in overeenstemming met de verbintenis inzake reductie van broeikasgasemissies die de Unie voor 2030 voor de hele economie is aangegaan.
3.   Het in lid 2 van dit artikel genoemde verslag gaat zo nodig vergezeld van voorstellen aan het Europees Parlement en de Raad tot wijziging, schrapping, verlenging of vervanging van de afwijkingen waarin artikel 28 bis voorziet, zulks in overeenstemming met de verbintenis inzake reductie van broeikasgasemissies die de Unie voor 2030 voor de hele economie is aangegaan met het doel om volledige milieu-integriteit en doeltreffendheid van klimaatactie van de Unie te garanderen en om tegenstrijdigheden tegen te gaan voordat de Corsia in werking treedt.
Amendement 34
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 2
Richtlijn 2003/87/EG
Artikel 28 quater – lid 1
1.   De Commissie stelt bepalingen vast voor de passende monitoring, rapportage en verificatie van de emissies met het oog op de tenuitvoerlegging van de wereldwijde marktgebaseerde maatregel die in de ICAO wordt uitgewerkt. Die bepalingen steunen op dezelfde beginselen als de in artikel 14, lid 1, bedoelde verordening en zorgen ervoor dat de ingediende emissieverslagen worden geverifieerd overeenkomstig artikel 15.
1.   De Commissie stelt bepalingen vast voor de passende monitoring, rapportage en verificatie van de emissies met het oog op de tenuitvoerlegging van de wereldwijde marktgebaseerde maatregel die in de ICAO wordt uitgewerkt. Die bepalingen zijn geheel in overeenstemming met de beginselen van de in artikel 14, lid 1, bedoelde verordening en zorgen ervoor dat de ingediende emissieverslagen worden geverifieerd overeenkomstig artikel 15.
Amendement 35
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 bis (nieuw)
Richtlijn 2003/87/EG
Artikel 30 – lid 4 bis (nieuw)
(2 bis)  In artikel 30 wordt het volgende lid toegevoegd:
"4 bis. Uiterlijk op 1 januari 2020 dient de Commissie een bijgewerkte analyse te presenteren van de niet-CO2-effecten van de luchtvaart, zo nodig vergezeld van een wetgevingsvoorstel over de wijze waarop die effecten het best worden aangepakt."

(1) De zaak werd voor interinstitutionele onderhandelingen terugverwezen naar de bevoegde commissies op grond van artikel 59, lid 4, vierde alinea, van het Reglement (A8-0258/2017).

Juridische mededeling - Privacybeleid