Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2017/2868(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B8-0543/2017

Debatten :

Stemmingen :

PV 05/10/2017 - 4.1

Aangenomen teksten :

P8_TA(2017)0381

Aangenomen teksten
PDF 180kWORD 53k
Donderdag 5 oktober 2017 - Straatsburg
De situatie van mensen met albinisme in Malawi en andere Afrikaanse landen
P8_TA(2017)0381RC-B8-0543/2017

Resolutie van het Europees Parlement van 5 oktober 2017 over de situatie van mensen met albinisme in Malawi en andere Afrikaanse landen (2017/2868(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien zijn eerdere resoluties over albinisme in Afrika, met name die van 7 juli 2016 over de situatie van personen met albinisme in Afrika, met name in Malawi(1), en die van 4 september 2008 over het vermoorden van albino's in Tanzania(2),

–  gezien de verslagen van 24 maart 2017 en 18 januari 2016 van de onafhankelijke deskundige van de VN voor de uitoefening van de mensenrechten door personen met albinisme,

–  gezien de verklaring van de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) van 13 juni 2017 over Wereld Albinismedag,

–  gezien het perscommuniqué van het Bureau van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten (OHCHR) van 19 september 2017 getiteld "Ground-breaking step to tackle impunity for witchcraft related human rights violations" (Een baanbrekende stap om de straffeloosheid inzake mensenrechtenschendingen die verband houden met hekserij aan te pakken), en dat van 28 juli 2017 getiteld "Tanzania: 'Reported attacks against persons with albinism decline, but root causes still rife in rural areas' – UN expert" (Tanzania: 'Meldingen van aanvallen op mensen met albinisme nemen af, maar de grondoorzaken zijn nog steeds wijdverspreid in plattelandsgebieden' – VN-deskundige),

–  gezien resolutie 69/170 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) van 18 december 2014 over Wereld Albinismedag,

–  gezien AVVN-resolutie 70/229 van 23 december 2015 over personen met albinisme,

–  gezien resolutie 263 van 5 november 2013 van de Afrikaanse Commissie voor de rechten van mensen en volkeren (ACHPR) over het verhinderen van aanvallen en discriminatie gericht tegen personen met albinisme,

–  gezien het regionale actieplan voor de periode 2017-2021 om een eind te maken aan aanvallen op personen met albinisme in Afrika en ACHPR-resolutie 373 van 22 mei 2017 hierover,

–  gezien de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van 10 december 1948,

–  gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten,

–  gezien het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind,

–  gezien het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap,

–  gezien het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie,

–  gezien de VN-verklaring van 18 december 1992 over de rechten van personen die behoren tot nationale, etnische, godsdienstige en taalkundige minderheden,

–  gezien het Afrikaanse Handvest inzake de rechten van mensen en volkeren,

–  gezien de Partnerschapsovereenkomst van Cotonou,

–  gezien artikel 135, lid 5, en artikel 123, lid 4, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat albinisme een erfelijke genetische aandoening is waaraan wereldwijd ongeveer 20 000 mensen lijden en dat de aandoening opmerkelijk vaker voorkomt in landen ten zuiden van de Sahara, met name in Tanzania, Malawi en Burundi, waar de hoogste concentratie van personen met albinisme aanwezig is;

B.  overwegende dat de allergrootste bedreiging van personen met albinisme in de meeste Afrikaanse landen wordt gevormd door misleidende overtuigingen en bijgeloof in verband met de aandoening; overwegende dat albinisme onterecht in verband wordt gebracht met magische krachten en dat dit een uiterst ernstige bedreiging inhoudt voor personen met albinisme; overwegende dat dergelijke mythen worden aangegrepen om geweld tegen hen te plegen en hun lichaamsdelen te verhandelen als voorwerpen die geluk, gezondheid en fortuin brengen; overwegende dat vrouwen met albinisme te lijden hebben onder verkrachtingen, wegens de misvatting dat het hebben van seksuele betrekkingen met hen een remedie vormt tegen HIV/AIDS;

C.  overwegende dat er volgens mensenrechtenorganisaties in Afrika de laatste tien jaar aangifte is gedaan van meer dan 600 aanvallen op personen met albinisme en dat de werkelijke aantallen waarschijnlijk nog veel hoger liggen; overwegende dat deze aanvallen de voorbije jaren sterk in aantal zijn toegenomen, met name in Malawi, Tanzania en Mozambique;

D.  overwegende dat er in 2016 verspreid over 25 Afrikaanse landen 172 personen met albinisme zijn vermoord en er 276 op een andere manier zijn aangevallen; overwegende dat er behalve in Malawi dit jaar ook melding is gedaan van aanvallen tegen personen met albinisme in Burundi, Mozambique, Zambia en Tanzania, waarbij de slachtoffers in de meeste gevallen kinderen zouden zijn;

E.  overwegende dat een nieuwe golf van moorden en aanvallen op personen met albinisme sinds het begin van 2017 is aangewakkerd door systeemfalen in het strafrechtstelsel van Malawi, waardoor deze kwetsbare mensen zijn overgeleverd aan criminele bendes; overwegende dat er sinds januari 2017 ten minste twee personen met albinisme zijn vermoord en dat zeven anderen aangifte hebben gedaan van misdrijven als poging tot moord of ontvoering;

F.  overwegende dat er in Malawi in 2016 weliswaar strengere wetgeving is ingevoerd, waaronder hervormingen in het strafwetboek en de wet anatomie, maar dat dit niet heeft kunnen verhinderen dat de moorden en aanvallen op deze kwetsbare bevolkingsgroep opnieuw aan een opmars bezig zijn, voornamelijk wegens een povere rechtshandhaving en een geringe gerechtelijke capaciteit, onderliggende oorzaken en het sociaal en cultureel klimaat; overwegende dat daders zelden worden geïdentificeerd, voor het gerecht worden gebracht of worden veroordeeld;

G.  overwegende dat personen met albinisme te maken krijgen met extreme mensenrechtenschendingen, gaande van pesterijen, vervolging, maatschappelijke discriminatie en uitsluiting tot ontvoering, verkrachting en moord;

H.  overwegende dat vrouwen en kinderen met albinisme bijzonder kwetsbaar zijn voor maatschappelijke uitsluiting; overwegende dat baby's in de steek worden gelaten als gevolg van hun aandoening; overwegende dat de opvoeding van kinderen te lijden heeft onder pesterijen, stigmatisering en de algemene vrees aangevallen te worden;

I.  overwegende dat de regering van Tanzania ernstige en concrete maatregelen heeft ingevoerd om hekserij in het land tegen te gaan, waaronder de schorsing van de licenties van traditionele genezers en verschillende arrestaties van medicijnmannen; overwegende dat de president van Tanzania in 2008 het eerste parlementslid met albinisme heeft benoemd, en in december 2015 de eerste viceminister met albinisme;

J.  overwegende dat Mozambique, Nigeria en Kenia een actieplan hebben vastgesteld om te reageren op aanvallen, in de eerste plaats gericht op een betere scholing van de bevolking met betrekking tot albinisme en een groter bewustzijn van deze problematiek bij gezinnen en gemeenschappen, op een gewaarborgde bescherming van personen met albinisme en sociale bijstand voor deze groep, op het verzekeren van juridische bijstand, snelle procedures en de preventie van aanvallen, op het verspreiden en bekendmaken van rechterlijke beslissingen als afschrikkingsmiddel en op het voeren van bijkomend onderzoek ter verbetering van de in het plan opgenomen maatregelen en ter ondersteuning van wetenschappelijk onderbouwde beleidsvorming;

K.  overwegende dat de ACHPR in juni 2017 een regionaal actieplan heeft vastgesteld voor de periode 2017-2021 om een eind te maken aan aanvallen op personen met albinisme in Afrika, dat wordt gesteund door de VN en tal van regionale en internationale belanghebbende partijen; overwegende dat dit actieplan tot doel heeft gezamenlijke inspanningen en maatregelen te stimuleren om geweld jegens personen met albinisme te bestrijden en om hun rechten en die van hun gezinnen te beschermen;

L.  overwegende dat de problematiek weliswaar steeds meer internationale zichtbaarheid krijgt en er in de getroffen landen nieuwe wetgeving wordt ingevoerd, maar dat het aantal vervolgingen en veroordelingen zeer laag blijft en de misdaden en folteringen in vele Afrikaanse landen totaal ongestraft kunnen blijven doorgaan;

M.  overwegende dat moord, verminking, discriminatie, pesterijen en stigmatisering honderden personen met albinisme hebben weggerukt uit hun vertrouwde omgeving naar gebieden waar ze tijdelijk kunnen schuilen; overwegende dat personen met albinisme zich hierdoor in een nog meer precaire en onzekere situatie bevinden, waarbij hun toegang tot basisdiensten zoals gezondheidszorg en onderwijs, hun kansen op een baan, en hun deelname aan de samenleving worden beperkt; overwegende dat passende medische zorg, waaronder geneesmiddelen ter preventie van huidkanker, wordt belemmerd door de problemen waaraan personen met albinisme het hoofd moeten bieden, hetgeen kan worden opgelost door de ontwikkeling van medische voorzieningen en kennis in de regio;

N.  overwegende dat langdurige en zelfs permanente psychosociale schade wordt aangericht door een leven in angst te leiden en steeds met discriminatie te worden geconfronteerd;

O.  overwegende dat de VN in maart 2015 Ikponwosa Ero heeft benoemd tot eerste onafhankelijke VN-deskundige voor de uitoefening van de mensenrechten van personen met albinisme en 13 juni officieel heeft uitgeroepen tot Wereld Albinismedag;

P.  overwegende dat de EU campagnes heeft gevoerd om bij de bevolking te pleiten voor een groter bewustzijn over de problematiek, en voor ondersteuning heeft gezorgd bij het betrekken van organisaties uit het maatschappelijk middenveld en bij de inspanningen van plaatselijke autoriteiten om capaciteit op te bouwen in de strijd tegen de moorden op personen met albinisme;

Q.  overwegende dat personen met albinisme onevenredig vaak worden getroffen door armoede wegens het geweld, de discriminatie en de marginalisering waarmee zij worden geconfronteerd;

1.  uit zijn grote bezorgdheid over de aanhoudende en wijdverspreide discriminatie en vervolging van personen met albinisme in Afrika, met name naar aanleiding van het recent oplaaiende geweld in Malawi; veroordeelt met klem alle moorden, ontvoeringen, verminkingen en andere onmenselijke en vernederende behandelingen die personen met albinisme worden aangedaan, en betuigt zijn medeleven en solidariteit aan de families van de slachtoffers; veroordeelt bovendien alle vormen van speculatieve handel in lichaamsdelen van personen met albinisme;

2.  blijft zich ernstig zorgen maken, omdat de invoering van strengere wetgeving in Malawi niet heeft kunnen verhinderen dat het aantal aanvallen op personen met albinisme de laatste tijd weer toeneemt; is verheugd over de hervormingen van het strafwetboek en de wet anatomie; verzoekt de autoriteiten in Malawi echter een grondig onderzoek in te stellen naar de recente vloedgolf aan misdrijven jegens personen met albinisme en de daders van misdrijven die verband houden met albinisme voor het gerecht te brengen;

3.  wijst erop dat een staat in de eerste plaats verantwoordelijk is voor de bescherming van zijn burgers, met inbegrip van kwetsbare groepen, en verzoekt de regering van Malawi daadwerkelijke bescherming te bieden aan personen met albinisme, zodat hun recht op een leven en op persoonlijke veiligheid wordt gehandhaafd, overeenkomstig de internationale verplichtingen en verbintenissen inzake de mensenrechten van Malawi;

4.  dringt er bij de autoriteiten van Malawi op aan om proactief op te treden tegen alle criminele organisaties die zich bezighouden met hekserij en mensenhandel, om de politie naar behoren op te leiden en passende middelen te geven, om misdrijven die verband houden met albinisme grondig te onderzoeken, om een einde te maken aan straffeloosheid en om hoogdringend op zoek te gaan naar internationale hulp bij het voeren van onpartijdig en doeltreffend onderzoek naar alle gemelde aanvallen op personen met albinisme, zodat de verantwoordelijken voor het gerecht worden gebracht en ter verantwoording worden geroepen;

5.  verzoekt de getroffen Afrikaanse landen waar nodig uitgebreidere wetgeving vast te stellen, zodat het bezit en het verhandelen van lichaamsdelen strafbaar worden gesteld;

6.  roept de regering van Malawi op om beter te voorzien in de medische, psychosociale en sociale behoeften van personen met albinisme door gelijke toegang tot gezondheidszorg en onderwijs te waarborgen, als onderdeel van een beleid gericht op inclusie; wijst erop dat toegang tot gezondheidszorg en onderwijs nog steeds erg problematisch is voor personen met albinisme, en dat hier iets aan moet worden gedaan; dringt erop aan meer te investeren in de totstandbrenging van passende sociale, zorg- en counselingstructuren voor slachtoffers, met name voor vrouwen en kinderen, en beter in te spelen op hun medische en psychosociale behoeften; benadrukt dat er maatregelen moeten worden ingevoerd om te bevorderen dat zij opnieuw worden opgenomen in hun gemeenschap;

7.  onderstreept dat het algemene gebrek aan inzicht in albinisme en aan gezondheidsinformatie over albinisme de gezondheid van personen met albinisme nog dreigt te verslechteren; wijst erop dat hun toegang tot gezondheidszorg verzekerd moet zijn, met name in landelijke en afgelegen gebieden; meent dat gezondheidswerkers sensitiviteitstraining over albinisme moeten krijgen; dringt aan op betere opleidingen voor leerkrachten en schoolbesturen over albinisme, en vraagt de autoriteiten in Malawi ervoor te zorgen dat personen met albinisme toegang tot onderwijs krijgen en scholing kunnen genieten;

8.  is ingenomen met de inspanningen die de regering van Tanzania heeft geleverd in de strijd tegen discriminatie ten aanzien van personen met albinisme en met haar beslissing om de praktijken van medicijnmannen te verbieden in een poging om de moorden op personen met albinisme te stoppen, maar wijst erop dat al te weinig zaken voor het gerecht worden gebracht; is daarnaast ook verheugd over de inspanningen die worden geleverd door Mozambique, Kenia en Nigeria;

9.  herhaalt dat er meer inspanningen nodig zijn om de grondoorzaken van discriminatie en geweld jegens personen met albinisme te bestrijden door middel van bewustmakingscampagnes; wijst nadrukkelijk op de cruciale rol van lokale autoriteiten en organisaties uit het maatschappelijk middenveld bij het bevorderen van de rechten van personen met albinisme, het informeren en opleiden van de bevolking en het komaf maken met mythen en vooroordelen over albinisme;

10.  uit zijn bezorgdheid over de specifieke problemen waarmee vrouwen en kinderen worden geconfronteerd, waardoor zij meer met armoede, onzekerheid en isolement te kampen hebben; dringt erop aan dat alle slachtoffers toegang krijgen tot behoorlijke medische en psychologische zorg, en dat er passende maatregelen worden ingevoerd om ervoor te zorgen dat zij opnieuw worden opgenomen in hun gemeenschap;

11.  verzoekt de autoriteiten van de betrokken landen om zich samen met hun internationale en regionale partners in te zetten voor het bestrijden van het schadelijke bijgeloof waardoor personen met albinisme een mikpunt blijven, voor het treffen van alle nodige maatregelen om de illegale handel in lichaamsdelen van personen met albinisme te verhinderen en aan te pakken en om gevallen van vermoedelijke grafroof opnieuw te onderzoeken, de bron van de vraag naar deze lichaamsdelen op te sporen en vast te stellen, en al wie op personen met albinisme jaagt voor het gerecht te brengen;

12.  wijst erop dat geweld jegens personen met albinisme vaak een grensoverschrijdend karakter heeft en benadrukt dat er op dit gebied een betere regionale samenwerking tot stand moet komen; is daarom verheugd over alle initiatieven die op regionaal en internationaal niveau worden genomen in de strijd tegen geweld jegens personen met albinisme, en met name over de recente vaststelling van het regionaal actieplan inzake albinisme voor de periode 2017-2021 door de Afrikaanse Unie en de VN, hetgeen een positief en concreet signaal vormt dat Afrikaanse leiders zich hiervoor willen inzetten; dringt aan op een onmiddellijke en doeltreffende tenuitvoerlegging van het actieplan;

13.  roept de EU en haar lidstaten op om de dialoog met de getroffen landen gaande te houden, teneinde deze landen effectief ondersteuning te bieden bij hun inspanningen om beleidsmaatregelen te formuleren die afgestemd zijn op de specifieke behoeften en rechten van personen met albinisme, op basis van het beginsel van non-discriminatie en sociale inclusie, door de nodige financiële en technische ondersteuning te verstrekken;

14.  roept de EU op om nauw toezicht te blijven houden op de mensenrechtensituatie van personen met albinisme in Afrika, met name via regelmatige rapportering en opvolging door de EU-delegaties, en om aanzienlijke verbeteringen in de bescherming en maatschappelijke integratie van deze personen te blijven stimuleren;

15.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van Malawi en Tanzania, de Afrikaanse Unie en de secretaris-generaal van de Verenigde Naties.

(1) Aangenomen teksten, P8_TA(2016)0314.
(2) PB C 295 E van 4.12.2009, blz. 94.

Juridische mededeling - Privacybeleid