Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2018/2040(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A8-0230/2018

Ingediende teksten :

A8-0230/2018

Debatten :

PV 02/07/2018 - 20
CRE 02/07/2018 - 20

Stemmingen :

PV 05/07/2018 - 6.12
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P8_TA(2018)0312

Aangenomen teksten
PDF 196kWORD 76k
Donderdag 5 juli 2018 - Straatsburg
73e zitting van de Algemene Vergadering van de VN
P8_TA(2018)0312A8-0230/2018

Aanbeveling van het Europees Parlement van 5 juli 2018 aan de Raad betreffende de 73e zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (2018/2040(INI))

Het Europees Parlement,

–  gezien het Handvest van de Verenigde Naties,

–  gezien de resolutie van 3 april 2006 (A/RES/60/251) van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties,

–  gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), met name de artikelen 21, 34 en 36,

–  gezien het EU-Jaarverslag over mensenrechten en democratie in de wereld in 2016 en het beleid van de Europese Unie ter zake,

–  gezien de Universele Verklaring van de rechten van de mens, met name de preambule en artikel 18, en de mensenrechtenverdragen van de VN alsmede de facultatieve protocollen daarbij,

–  gezien zijn aanbeveling aan de Raad van 5 juli 2017 over de 72e zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties(1),

–  gezien de resolutie van de Algemene Vergadering van de VN van 3 mei 2011 over de deelname van de Europese Unie aan de werkzaamheden van de Verenigde Naties, waarin de EU het recht is verleend om te interveniëren in de Algemene Vergadering van de VN, mondeling voorstellen en amendementen in te dienen die op verzoek van een lidstaat in stemming zullen worden gebracht, en het recht op weerwoord uit te oefenen,

–  gezien de conclusies van de Raad van 17 juli 2017 over de prioriteiten van de EU voor de 72e Algemene Vergadering van de VN,

–  gezien de Verklaring van New York voor vluchtelingen en migranten van 19 september 2016,

–  gezien resoluties 1325 (2000), 1820 (2009), 1888 (2009), 1889 (2010), 1960 (2011), 2106 (2013), 2122 (2013) en 2242 (2015) van de VN‑Veiligheidsraad (UNSC)) over vrouwen, vrede en veiligheid,

–  gezien de in de integrale strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU van juni 2016 vervatte kernbeginselen, in het bijzonder met betrekking tot de soevereiniteit, de territoriale integriteit en de onschendbaarheid van de landsgrenzen, die door alle deelnemende landen in gelijke mate worden geëerbiedigd,

–  gezien de resolutie van 13 december 2017 over het het jaarverslag over de uitvoering van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid(2),

–  gezien de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en de duurzameontwikkelingsdoelstellingen (SDG's) van de Verenigde Naties,

–  gezien artikel 113 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken (A8-0230/2018),

A.  overwegende dat de EU en haar lidstaten zich blijven inzetten voor het multilateralisme, goed mondiaal bestuur, de bevordering van de kernwaarden van de VN als vast onderdeel van het buitenlands beleid van de EU en de drie pijlers van het VN-stelsel: mensenrechten, vrede en veiligheid, en ontwikkeling; overwegende dat een multilateraal systeem dat gebaseerd is op universele regels en waarden, het meest geschikt is om mondiale crises, uitdagingen en bedreigingen aan te pakken; overwegende dat de toekomst van het multilateraal systeem op zich meer dan ooit onder druk staat;

B.  overwegende dat de integrale EU-strategie een afspiegeling is van de omvang van de huidige mondiale uitdagingen, die om een sterke en efficiëntere VN-organisatie en een intensievere samenwerking op het niveau van de lidstaten binnen de EU en binnen de VN vragen;

C.  overwegende dat de EU-lidstaten er alles aan moeten doen om hun optreden in de organen van het VN-stelsel te coördineren door met één stem te spreken op grond van het internationaal recht inzake mensenrechten en de kernwaarden van de EU; overwegende dat deze samenwerking gebaseerd moet zijn op gezamenlijke inspanningen om verdere escalatie van bestaande conflicten te voorkomen en hun oplossing te ondersteunen, effectieve ontwapening en wapencontrole te bevorderen, met name wat kernwapenarsenalen betreft, de SDG's en de Overeenkomst van Parijs inzake Klimaatverandering ten uitvoer te leggen, en bij te dragen aan een op regels gebaseerde internationale orde, overeenkomstig het in artikel 34, lid 1, VEU vastgestelde mandaat;

D.  overwegende dat de mondiale politieke orde en de veiligheidssituatie een snelle ontwikkeling doormaken, waarop op mondiale schaal moet worden gereageerd; overwegende dat de VN nog altijd centraal staat in het multilaterale stelsel van samenwerking tussen de lidstaten om deze uitdagingen te overwinnen en de meest geschikte organisatie is om internationale crises en wereldwijde uitdagingen en bedreigingen aan te pakken;

E.  overwegende dat de wereld wordt geconfronteerd met mondiale uitdagingen door bestaande en opkomende conflicten en de gevolgen daarvan, zoals klimaatverandering en terrorisme, die op mondiale schaal moeten worden aangepakt; overwegende dat de huidige structuur van de UNSC nog steeds gebaseerd is op een gedateerd politiek scenario en het besluitvormingsproces de veranderende wereldorde niet goed weerspiegelt; overwegende dat de EU en haar lidstaten de drijvende kracht zijn geweest achter de vormgeving van de mondiale VN-Agenda 2030 en de EU ernaar blijft streven een koploper te zijn wat betreft het mobiliseren van alle uitvoeringsmiddelen en een krachtig follow-up-, monitoring- en evaluatiemechanisme om vorderingen en verantwoording te garanderen, en dat dit wordt weerspiegeld in het externe optreden van de EU en ander beleid via de verschillende financiële instrumenten van de EU;

F.  overwegende dat de drie pijlers van de VN, namelijk vrede en veiligheid, ontwikkeling, en mensenrechten en de rechtsstaat, onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en elkaar versterken; overwegende dat het oorspronkelijke doel van de VN om vrede te handhaven in gevaar wordt gebracht door voortdurende complexe crises;

G.  overwegende dat de omslachtige bureaucratische procedures en de complexe en starre structuur van de VN de goede werking van de instelling en haar vermogen om snel op crises en wereldwijde uitdagingen te reageren soms hebben belemmerd;

H.  overwegende dat een doeltreffend multilateraal systeem dat gegrondvest is op universele regels en waarden, noodzakelijk is om succesvol op wereldwijde crises, bedreigingen en uitdagingen te reageren;

I.  overwegende dat verschillende nationalistische en protectionistische bewegingen in de wereld vraagtekens zetten bij de internationale orde die is gebaseerd op samenwerking, dialoog en mensenrechten;

J.  overwegende dat het alsmaar groeiende takenpakket van het VN-stelsel om passende financiering door de lidstaten vraagt; overwegende dat er sprake is van een groeiende kloof tussen de behoeften en de door de organisatie verstrekte financiering; overwegende dat, gezien het voornemen van de Verenigde Staten om minder te gaan bijdragen aan de VN-begroting, de EU en de lidstaten samen nog steeds de grootste financiële bijdrage aan de financiering van de VN leveren, en zij de secretaris-generaal van de VN (UNSG) actief moeten ondersteunen bij zijn inspanningen om de behoorlijke werking en financiering van de VN veilig te stellen, met als voornaamste doelstellingen om armoede uit te bannen, duurzame vrede en stabiliteit te bevorderen, de mensenrechten te verdedigen, sociale ongelijkheden te bestrijden, en humanitaire hulp te bieden aan bevolkingen, landen en regio's die te kampen hebben met alle soorten natuurlijke of door de mens veroorzaakte crises; overwegende dat de EU-bijdragen aan de VN meer zichtbaarheid moeten krijgen; overwegende dat de VN-agentschappen, met inbegrip van de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen in het Nabije Oosten (UNRWA), grote bezuinigingen hebben ondergaan; overwegende dat het huidige algehele financieringsniveau voor de VN ontoereikend is en de organisatie niet in staat stelt haar mandaat uit te voeren en de huidige mondiale uitdagingen het hoofd te bieden;

K.  overwegende dat de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat in verschillende delen van de wereld steeds ernstiger worden bedreigd en het maatschappelijk middenveld in veel VN-lidstaten steeds minder ruimte heeft; overwegende dat mensenrechtenverdedigers en burgeractivisten wereldwijd door hun legitieme werk met steeds ernstigere bedreigingen en gevaren te maken hebben;

L.  overwegende dat bevordering en bescherming van de mensenrechten de kern van het multilateralisme vormen en een centrale rol in het VN-stelsel spelen; overwegende dat de EU een groot voorstander is van alle mensenrechten, die universeel, ondeelbaar, onderling afhankelijk en met elkaar verbonden zijn; overwegende dat de EU een van de meest toegewijde beschermers en pleitbezorgers is van de mensenrechten, de fundamentele vrijheden, culturele waarden en diversiteit, de democratie en de rechtsstaat; overwegende dat deze waarden in verschillende delen van de wereld steeds ernstiger worden bedreigd; overwegende dat mensenrechtenverdedigers en burgeractivisten voor hun legitieme werk met steeds ernstigere bedreigingen en gevaren te maken hebben en steeds vaker ook met represailles wanneer zij met organen en mechanismen van de VN in contact treden; overwegende dat de internationale gemeenschap en de EU zich sterker moeten inzetten om mensenrechtenverdedigers te beschermen en te ondersteunen en internationale maatstaven van democratie, mensenrechten en de rechtsstaat te eerbiedigen, met name ten aanzien van de rechten van de personen die tot minderheden behoren of personen in kwetsbare situaties, waaronder vrouwen, kinderen, jongeren, etnische, raciale of religieuze minderheden, migranten, vluchtelingen en in eigen land ontheemde burgers, personen met een handicap, lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders en interseksuelen (LGBTI-personen) en inheemse mensen;

1.  beveelt de Raad het volgende aan:

  

Hervorming van het VN-stelsel, met een hervorming van de Veiligheidsraad

   (a) actieve steun te geven aan de drieledige hervormingsagenda van de UNSG, met het doel om het VN-stelsel daadwerkelijk gecoördineerd, doeltreffend, effectief, geïntegreerd, transparant en verantwoordingsplichtig te maken; steun te geven aan het stroomlijnen van de structuur voor vrede en veiligheid, die efficiënter, gerichter, beter gefinancierd en operationeler moet gaan werken, waarbij de macht op evenwichtigere wijze moet worden verdeeld en voor meer daadwerkelijke diversiteit in de regionale vertegenwoordiging in alle organen moet worden gezorgd;
   (b) vermindering van de bureaucratie, vereenvoudigde procedures en gedecentraliseerde besluitvorming te ondersteunen, met meer transparantie en verantwoording ten aanzien van missies en werk van VN-personeel, met name wat betreft activiteiten in het veld;
   (c) steun te geven aan de door de UNSG nagestreefde substantiële verandering om het VN-ontwikkelingsbestel op één lijn te brengen met de prioriteiten van de Agenda 2030, de SDG's en de verantwoordelijkheid om te beschermen (R2P), en dit bestel zodanig aan te passen dat het de tenuitvoerlegging daarvan beter ondersteunt;
   (d) de VN-lidstaten op te roepen om zowel aan de UNSG als aan de adjunct-secretaris-generaal en aan hun respectieve autoriteiten een grotere bevoegdheid toe te kennen bij het stroomlijnen van het VN-management, teneinde de VN en zijn organen doeltreffender, flexibeler, reactiever en rendabeler te maken;
   (e) alle VN-lidstaten te herinneren aan hun verplichting om hun financiële inspanningen om alle VN-agentschappen te ondersteunen op peil te houden en hun verbintenissen wat betreft uitgaven voor ontwikkelingshulp na te komen en tegelijkertijd de effectiviteit en de efficiëntie te vergroten en regeringen verantwoordelijk te houden voor de tenuitvoerlegging van de mondiale SDG's;
   (f) de UNSG actief te ondersteunen bij de inspanningen voor de uitvoering van de VN-strategie inzake gendergelijkheid als cruciaal middel om een gelijke vertegenwoordiging van vrouwen in het VN-stelsel te verwezenlijken; op het niveau van het hoofdkantoor van de VN meer vrouwen, met name vrouwen die tot minderheidsgroepen behoren, in hogere leidinggevende functies te benoemen en in de begroting rekening te houden met gender en gelijkheid van mannen en vrouwen; de EU en de VN op te roepen om meer vrouwelijke politieofficieren en soldaten te selecteren voor missies en operaties; aan te dringen op intersectionele genderadviseurs voor afzonderlijke missies en operaties en specifieke actieplannen waarin wordt vastgelegd op welke manier resoluties 1325 en 2242 van de UNSC ten uitvoer wordt gelegd tijdens missies en operaties; ervoor te zorgen dat voor alle VN-troepen dezelfde minimumvereisten voor opleiding en vaardigheden worden gehanteerd en daarbij een duidelijke gender-, LGBTI- en antiracistische visie wordt gevolgd, met een nultolerantiebeleid voor alle vormen van seksuele uitbuiting en seksueel geweld en met inbegrip van een effectieve klokkenluidersregeling binnen de VN, opdat strafbare feiten die door VN-personeel worden gepleegd tegen VN-personeel of de lokale bevolking anoniem kunnen worden gemeld;
   (g) te wijzen op het belang dat de EU-lidstaten hechten aan coördinatie van hun handelen binnen de organen en instellingen van het bestel van de VN;
   (h) op te roepen tot een globale hervorming van de UNSC met het oog op een betere representativiteit, op basis van een brede consensus om ervoor te zorgen dat deze sneller en doeltreffender op bedreigingen van de internationale vrede en veiligheid reageert; zich ervoor in te zetten dat de werkzaamheden van de Algemene Vergadering nieuw leven wordt ingeblazen en dat de coördinatie en de samenhang tussen de acties van alle VN-instellingen worden verbeterd;
   (i) een extra inspanning te leveren om met name de UNSC te hervormen, door een aanzienlijke beperking van het vetorecht of door het gebruik ervan te reguleren, met name in gevallen waarin bewezen is dat er sprake is van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid en dit de besluitvormingsprocedure belemmerd heeft, en door een wijziging van de samenstelling van de Veiligheidsraad zodat deze de huidige globale wereldorde beter weerspiegelt, o.a. via een permanente zetel voor de Europese Unie;
   (j) er bij de EU en haar lidstaten op aan te dringen met één stem te spreken; steun te geven aan de inspanningen van de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO), de EU-delegaties in New York en Genève en de lidstaten om de EU-standpunten beter te coördineren en een gemeenschappelijke werkwijze van de EU te bereiken bij stemprocedures, teneinde de coherentie en geloofwaardigheid van de EU binnen de VN te verbeteren;
   (k) opnieuw zijn steun te betuigen aan het werk van de speciale procedures van de Mensenrechtenraad van de VN (UNHCR), met inbegrip van de speciale rapporteurs en andere thematische en landspecifieke mensenrechtenmechanismen, en alle VN-lidstaten opnieuw op te roepen ook alle speciale rapporteurs uit te nodigen hun landen te bezoeken;
   (l) steun te geven aan de lancering van een open en inclusief intergouvernementeel voorbereidingsproces, onder auspiciën van de Algemene Vergadering van de VN, voor een VN-top in 2020 ter gelegenheid van het 75‑jarig jubileum van de VN, waarbij uitgebreide hervormingsmaatregelen voor een vernieuwing en versterking van de VN worden overwogen;
   (m) te pleiten voor oprichting van een parlementaire vergadering van de VN (VNPV) binnen het VN-bestel, om het democratische karakter, de democratische verantwoordingsplicht en de transparantie van mondiale governance te vergroten, de burgers meer te laten deelnemen aan de VN‑activiteiten, en met name bij te dragen aan de succesvolle tenuitvoerlegging van de VN-Agenda 2030 en de SDG's;
  

Vrede en veiligheid

   (n) er bij de EU en de VN op aan te dringen dat zij elkaar aanvullen en versterken telkens wanneer de vrede en de veiligheid gevaar lopen; de aanzet te geven tot een gestructureerde politieke samenwerking tussen de EU en de VN;
   (o) een krachtigere inzet van de lidstaten voor vrede en veiligheid op zowel internationaal als binnenlands niveau te bevorderen; de UNSG te ondersteunen bij zijn inspanningen om de betrokkenheid van de VN bij vredesonderhandelingen te vergroten; er bij de VN op aan te dringen prioriteit te verlenen aan preventie, bemiddeling en politieke oplossingen voor conflicten en tegelijkertijd de onderliggende oorzaken en aanjagende factoren van de crises aan te pakken; het werk, de acties en de initiatieven van de speciale gezanten van de VN gericht op het oplossen van deze conflicten te blijven ondersteunen; de steun van de lidstaten voor vredeshandhavings- en vredesopbouwoperaties van de VN te vergroten, met name door personeel en uitrusting te leveren, en de EU in dit verband een grotere ondersteunende rol te laten spelen; te zorgen voor grotere zichtbaarheid van deze steun en bijdrage; ervoor te zorgen dat alle vredeshandhavings- en vredesopbouwoperaties van de VN een mensenrechtenmandaat hebben en zijn toegerust met voldoende personeel om deze taak uit te voeren;
   (p) de samenwerking met de VN in het kader van het strategisch partnerschap op het gebied van vredeshandhaving en crisismanagement te verdiepen; de samenwerking tussen de EU en de VN bij de hervorming van de veiligheidssector (SSR) aan te moedigen; er bij de VN op aan te dringen vredeshandhavingsoperaties geloofwaardiger en transparanter te maken door doeltreffende mechanismen in te stellen en te versterken om eventueel misbruik door VN-personeel te voorkomen en personeelsleden aansprakelijk te stellen; in het gehele proces van de missies een multilaterale aanpak te hanteren; contacten met lokale gemeenschappen te intensiveren en bescherming en hulp te bieden; ervoor te zorgen dat de bescherming van burgers bij vredeshandhavingsmissies centraal staat; de steun aan lokale actoren te vergroten door de meest kwetsbare groepen in staat te stellen te fungeren als aanjagers van verandering en de ruimten te creëren om hen te betrekken in alle fasen van de humanitaire en vredesopbouwwerkzaamheden; er bij de VN op aan te dringen het algemene milieueffect van VN-vredeshandhavingsoperaties te verlagen en voor een betere kostenefficiëntie en veiligheid voor zowel troepen als burgers van gastlanden te zorgen;
   (q) te onderstrepen dat het bij mondiale en regionale bedreigingen en gezamenlijke mondiale zorgen nodig is dat de hele internationale gemeenschap sneller reageert en haar verantwoordelijkheid neemt; te benadrukken dat wanneer een staat niet in staat of niet bereid is zijn verantwoordelijkheid om te beschermen uit te oefenen, deze verantwoordelijkheid toevalt aan de internationale gemeenschap, met inbegrip van alle permanente leden van de UNSC, waarbij ook alle andere belangrijke opkomende economieën en ontwikkelingslanden integraal moeten worden betrokken, en te onderstrepen dat degenen die het internationaal recht schenden daarvoor moeten worden berecht; de capaciteiten van de blauwhelmen te versterken; er bij de EU op aan te dringen opkomende en ontwikkelingslanden aan te moedigen deel uit te maken van de internationale gemeenschap wanneer deze in actie komt op grond van haar R2P;
   (r) zich verheugd te tonen over de samenwerking tussen de EU, de VN en andere intergouvernementele organisaties, zoals de trilaterale samenwerking tussen de Afrikaanse Unie (AU), de EU en de VN, als een krachtige manier om het multilateralisme en de mondiale governance en de verlening van bijstand aan personen die behoefte hebben aan internationale bescherming te versterken, waarbij moet worden gewaarborgd dat de mensenrechten en het internationaal humanitair recht worden geëerbiedigd; aan te dringen op gezamenlijke inspanningen voor capaciteitsopbouw in dit opzicht door de EU, de VN en de AU;
   (s) een brede definitie van het begrip menselijke veiligheid en het beginsel van de R2P verder te bevorderen en bij de uitvoering daarvan een sterke rol van de VN verder te ondersteunen; de rol van R2P te versterken als belangrijk beginsel bij de werkzaamheden van de VN-lidstaten op het gebied van conflictoplossing, mensenrechten en ontwikkeling; steun te blijven verlenen aan de inspanningen om het R2P-concept in de praktijk te brengen en de VN te ondersteunen om een cruciale rol te blijven spelen inzake het bijstaan van landen bij de toepassing van dat beginsel teneinde ervoor te zorgen dat de mensenrechten, de rechtsstaat en het internationaal humanitair recht worden geëerbiedigd; te herinneren aan de verbintenis van de EU met betrekking tot de uitoefening van haar R2P en de preventie en beëindiging van mensenrechtenschendingen in de context van gruweldaden;
   (t) alle instrumenten te gebruiken die de Raad tot zijn beschikking heeft om ervoor te zorgen dat het optreden van statelijke en niet-statelijke actoren in overeenstemming is met het internationaal humanitair recht (IHR); de inspanningen te ondersteunen die worden geleid door het Internationaal Comité van het Rode Kruis teneinde een effectief mechanisme tot stand te brengen voor een betere naleving van het IHR;
   (u) terrorisme nogmaals ondubbelzinnig te veroordelen en opnieuw zijn volledige steun uit te spreken voor maatregelen die gericht zijn op het verslaan en uitroeien van terroristische organisaties, die een onmiskenbare bedreiging voor de regionale en internationale veiligheid vormen, met name Da'esh/ISIS; samen te werken met de Algemene Vergadering van de UN en de UNSC om de financiering van terrorisme te bestrijden, rekening houdend met de aanbevelingen van het Parlement van 1 maart 2018(3), en mechanismen voor het aanwijzen van terroristische personen en organisaties op te zetten en mechanismen voor de bevriezing van tegoeden op wereldschaal te versterken om het Interregionaal criminologisch en gerechtelijk onderzoeksinstituut van de VN (UNICRI) te ondersteunen bij het uitvoeren en in de praktijk brengen van het Mondiaal Terrorismebestrijdingsforum (GCTF), voortbouwend op het mondiale initiatief tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad; de gezamenlijke inspanningen van de EU en de VN in de strijd tegen de oorzaken van terrorisme, in het bijzonder bestrijding van hybride dreigingen en ontwikkeling van onderzoek en capaciteitsopbouw op het gebied van cyberdefensie, kracht bij te zetten; uit te gaan van de bestaande initiatieven die zijn opgezet door de lokale partners om benaderingen voor de bestrijding van radicalisering en de rekrutering voor terrorisme te ontwerpen, uit te voeren en te ontwikkelen; meer inspanningen te leveren om rekrutering tegen te gaan en terroristische propaganda te bestrijden, zowel op socialemediaplatforms als via netwerken van geradicaliseerde haatpredikers; acties te ondersteunen ter versterking van de spankracht van gemeenschappen die vatbaar zijn voor radicalisering, onder meer door de economische, sociale, culturele en politieke oorzaken ervan aan te pakken; de doeltreffendheid van de internationale politie-, juridische en justitiële samenwerking in de strijd tegen terrorisme en grensoverschrijdende misdaad te vergroten; onderwijs te bevorderen als middel om terrorisme te voorkomen; beleid ter bestrijding van radicalisering en met het oog op deradicalisering te ondersteunen, in overeenstemming met het VN-actieplan ter voorkoming van gewelddadig extremisme; steun te verlenen aan een grotere bijdrage van de EU aan de initiatieven van de VN voor capaciteitsopbouw in het kader van de strijd tegen buitenlandse terroristische strijders en gewelddadig extremisme;
   (v) aan te dringen op krachtigere multilaterale toezeggingen om duurzame politieke oplossingen te vinden voor de huidige conflicten in het Midden-Oosten en Noord-Afrika; het werk, de acties en de initiatieven van de speciale gezanten van de VN gericht op het oplossen van deze conflicten te blijven ondersteunen; de rol van de EU op humanitair gebied te blijven ondersteunen; aan te dringen op blijvende humanitaire, financiële en politieke bijstand van de internationale gemeenschap; plegers van schendingen van het internationaal humanitair recht en de internationale mensenrechtenverdragen te berechten en werk te maken van de onmiddellijke beëindiging van geweld; te benadrukken dat een door Syriërs geleid politiek proces met vrije en eerlijke verkiezingen als einddoel, onder begeleiding en toezicht van de VN en georganiseerd op basis van een nieuwe grondwet, de enige manier is om vrede te brengen in het land; te beklemtonen dat een nationaal inclusief staakt-het-vuren en een vreedzame, wederzijds aanvaardbare oplossing voor de crisis in Syrië kunnen worden bereikt onder auspiciën van de VN en, zoals voorzien in het communiqué van Genève van 2012 en resolutie 2254 (2015) van de UNSC, met steun van de speciale gezant van de VN voor Syrië; de internationale gemeenschap op te roepen alles te doen wat in haar macht ligt om degenen die zich schuldig hebben gemaakt aan oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid in het conflict in Syrië met kracht te veroordelen; steun te geven aan het verzoek van de UNSG om een nieuwe onpartijdige en onafhankelijke instantie op te richten om de plegers van de chemische aanslagen in Syrië aan te wijzen, aangezien zonder een dergelijke instantie het risico op een militaire escalatie toeneemt; het initiatief van de VN tot een vredesplan in Jemen te ondersteunen en de aanhoudende humanitaire crisis met spoed aan te pakken; alle partijen op te roepen de mensenrechten en de vrijheden van alle burgers van Jemen te eerbiedigen, en te wijzen op de noodzaak om via een inclusieve dialoog binnen Jemen een politieke overeenkomst uit te onderhandelen;
   (w) ervoor te zorgen dat de Algemene Vergadering van de VN, in samenwerking met de EU, voorziet in alle positieve instrumenten om te waarborgen dat een tweestatenoplossing, op basis van de grenzen van 1967, met Jeruzalem als de hoofdstad van beide staten, waarbij een veilige staat Israël met veilige en erkende grenzen en een onafhankelijke, democratische, aangrenzende en levensvatbare staat Palestina zij aan zij leven in vrede en veiligheid, duurzaam en doeltreffend is;
   (x) de inspanningen van de VN te steunen om een eerlijke en duurzame oplossing voor het conflict in de Westelijke Sahara te garanderen, die is gebaseerd op het recht op zelfbeschikking van het Sahrawi-volk en die in overeenstemming is met de relevante VN-resoluties;
   (y) te blijven werken aan de grote veiligheidsbedreigingen in de Sahel, de Sahara, de Hoorn van Afrika en de regio rond het Tsjaadmeer, met als doel de terroristische dreiging van groeperingen die gelieerd zijn aan ISIS/Da'esh en Al Qaida, alsmede van Boko Haram en overige aanverwante terroristische groeperingen, uit te roeien;
   (z) het nucleaire akkoord tussen Iran en de leden van de Veiligheidsraad plus Duitsland te bekrachtigen als een belangrijk succes van de internationale, en in het bijzonder de EU-diplomatie en bij de Verenigde Staten te blijven aandringen op de praktische uitvoering van het akkoord;
   (aa) te blijven oproepen tot de volledige eerbiediging van de soevereiniteit, internationaal overeengekomen grenzen en de territoriale integriteit van Georgië, Moldavië en Oekraïne, gezien de schendingen van het internationaal recht in deze gebieden; de diplomatieke inspanningen voor een vreedzame en duurzame oplossing van deze lopende en geblokkeerde conflicten te steunen en nieuw leven in te blazen; de internationale gemeenschap ertoe aan te sporen het beleid om de illegale annexatie van de Krim niet te erkennen, volledig uit te voeren;
   (ab) steun te geven aan de gesprekken tussen Noord- en Zuid-Korea bij hun inspanningen om het Koreaanse schiereiland kernwapenvrij te maken; alle betrokken internationale actoren op te roepen op een actieve en positieve manier door middel van dialoog tot deze doelstelling bij te dragen;
   (ac) er bij de Algemene Vergadering en de Veiligheidsraad van de VN op aan te dringen de spanningen in de Zuid-Chinese Zee te bespreken, met de intentie alle betrokken partijen aan te moedigen om de onderhandelingen over een gedragscode te beëindigen;
  

Agenda inzake vrouwen, vrede en veiligheid

   (ad) er bij alle lidstaten op aan te dringen om de acht bovengenoemde resoluties van de UNSC die de Agenda inzake vrouwen, vrede en veiligheid vormen, te blijven ondersteunen en uit te voeren, en sturing te geven aan de werkzaamheden om volledige gendergelijkheid te bereiken en de participatie, de bescherming en de rechten van vrouwen tijdens de hele conflictcyclus, van conflictpreventie tot wederopbouw na een conflict, te verzekeren, en tegelijkertijd een aanpak te ontwikkelen waarin de slachtoffers centraal staan om verder leed voor vrouwen en meisjes die rechtstreeks door het conflict worden getroffen, te beperken;
   (ae) eraan te herinneren dat de deelname van vrouwen in vredesprocessen het aspect van de Agenda inzake vrouwen, vrede en veiligheid is waarbij de minste vooruitgang is geboekt, terwijl vrouwen de voornaamste slachtoffers van veiligheids-, politieke en humanitaire crises zijn; te benadrukken dat de belangrijkste doelstelling van resolutie 1325 van de VN-Veiligheidsraad over vrouwen, vrede en veiligheid, te weten het beschermen van vrouwen en het aanmerkelijk versterken van hun deelname aan politieke en besluitvormingsprocessen, niet is verwezenlijkt; eraan te herinneren dat gelijkheid van vrouwen en mannen een kernbeginsel is van de Europese Unie en haar lidstaten en dat de bevordering van deze gelijkheid een van de voornaamste doelstellingen van de Unie is; gelijkheid tussen mannen en vrouwen en non-discriminatie te blijven bevorderen en verdere maatregelen tegen de schending van LGBTI-rechten actief te bevorderen; de meest kwetsbare personen op alle niveaus van besluitvorming en in alle processen te betrekken;
   (af) eraan te herinneren dat in gewapende conflicten zowel mannen als vrouwen kwetsbaar zijn, maar dat vrouwen een groter risico lopen op economisch en seksueel misbruik, gedwongen arbeid, ontheemding en detentie, en seksueel geweld, zoals verkrachting, dat als oorlogstactiek wordt gebruikt en een oorlogsmisdaad is; ervoor te zorgen dat er veilige medische bijstand is voor gevallen van verkrachting tijdens een oorlog; aan te dringen op een sterkere bescherming van minderjarigen, vrouwen, meisjes en ouderen in conflictsituaties, met name tegen seksueel geweld, en gedwongen, vroege en kinderhuwelijken, en ook van mannen en jongens die slachtoffer hiervan zijn, aangezien hun aantallen in conflictgebieden volgens de WHO en internationale onderzoeken zwaar worden onderschat(4); er bij alle VN-lidstaten op aan te dringen alle noodzakelijke financiële en personele middelen vrij te maken om de bevolking in de conflictgebieden te helpen;
   (ag) er bij de VN op aan te dringen doeltreffende procedures in te stellen om zorgen over of bewijzen van misbruik, fraude, corruptie en wangedrag in verband met activiteiten van het militaire en civiele personeel van de VN tijdens vredeshandhavingsmissies te melden, en deze gevallen door middel van specifieke onderzoeken tijdig aan te pakken; onmiddellijk verandering aan te brengen in het feit dat het momenteel louter een vrijwillige keuze is om gerechtelijke stappen te ondernemen naar aanleiding van vermeende gevallen van misbruik, en dat het een keuze is die afhangt van het troepenleverende land; urgent en onverwijld aandacht te besteden aan alle aspecten van het evaluatierapport van de VN van 15 mei 2015 over handhavings- en bijstandsinspanningen ter bestrijding en voorkoming van seksuele uitbuiting en seksueel misbruik door VN- en aanverwant personeel bij vredeshandhavingsoperaties, en de daders te berechten; onverwijld en daadkrachtig onderzoek te voeren naar al het militaire en civiele personeel dat zich schuldig heeft gemaakt aan seksueel geweld en hen te vervolgen en veroordelen; ervoor te pleiten het VN-vredeshandhavingspersoneel verder bij te scholen met betrekking tot het internationaal protocol over de documentatie van en het onderzoek naar seksueel geweld in conflicten, teneinde deskundigheid op het gebied van kwesties omtrent seksueel geweld te bevorderen;
   (ah) via de VN internationale inspanningen te ondersteunen en te versterken die erop gericht zijn genderanalyses te garanderen en aan de genderproblematiek en de mensenrechten een plaats toe te kennen in alle activiteiten van de VN, met name in vredeshandhavingsoperaties, humanitaire operaties, wederopbouw na een conflict en verzoeningsprocessen; indicatoren te ontwikkelen en monitoringinstrumenten toe te passen om de vooruitgang te meten bij de deelname van vrouwen aan vredes- en veiligheidsactiviteiten, ook in vredeshandhavingsoperaties, en om voor een verantwoordingsplicht te zorgen, en daarnaast daadwerkelijke interactie met gemeenschappen te bewerkstelligen en te zorgen voor verbeterde culturen en gedragingen, die ook in overeenstemming zijn met het panel op hoog niveau van de UNSG voor economische empowerment van vrouwen; te verzekeren dat bij de tenuitvoerlegging van de agenda inzake vrouwen, vrede en veiligheid voorzien wordt in voldoende financiering en ondersteuning om vrouwen een centrale rol toe te bedelen in alle inspanningen voor het aanpakken van wereldwijde uitdagingen, waaronder toenemend gewelddadig extremisme, conflictpreventie en -bemiddeling, humanitaire crises, armoede, klimaatverandering, migratie, duurzame ontwikkeling, vrede en veiligheid;
   (ai) de internationale inspanningen in het kader van de VN te ondersteunen en te versterken om een einde te maken aan het misbruik van kinderen in gewapende conflicten en om de gevolgen van conflict- en post-conflictsituaties voor meisjes doeltreffender aan te pakken; steun te geven aan de rol van de werkgroep van de VN voor kinderen in gewapende conflicten, om de rechten van jonge mensen die door de oorlog worden getroffen beter te beschermen, en de VN-campagne "Children, Not Soldiers" (Kinderen, geen soldaten) te ondersteunen om een einde te maken aan de werving en inzet van kinderen door gewapende troepen van regeringen en niet-statelijke actoren in conflicten;
   (aj) met de VN te blijven samenwerken voor de follow-up en de doeltreffende tenuitvoerlegging van het Spotlight-initiatief dat tot doel heeft alle vormen van geweld tegen vrouwen en meisjes te stoppen;
  

Conflictpreventie en bemiddeling

   (ak) alle middelen beschikbaar te stellen voor proactieve steun aan de prioriteiten van de UNSG inzake conflictpreventie en bemiddeling(5), bijvoorbeeld door de instelling van een adviesorgaan op hoog niveau voor bemiddeling, en in overeenstemming met de prioriteiten van de instrumenten van het VN-fonds voor bijzondere politieke missies en vredesopbouw; ervoor te zorgen dat de mensenrechten centraal staan in het beleid op het gebied van conflictpreventie en bemiddeling;
   (al) de operationele kant van de prioriteiten van de EU en de VN voor conflictpreventie en -beperking te versterken, o.a. door ervoor te zorgen dat er ervaren bemiddelaars en adviseurs op het gebied van bemiddeling beschikbaar zijn, onder wie vrouwelijke afgezanten en hooggeplaatste ambtenaren, en te zorgen voor een effectievere coördinatie van de politieke, humanitaire, veiligheids- en ontwikkelingsinstrumenten van de VN;
   (am) rekening te houden met het feit dat vrouwen duidelijk zijn ondervertegenwoordigd aan de vredesonderhandelingstafel, waar cruciale besluiten over herstel na conflicten en bestuur worden genomen, ondanks het feit dat, wanneer vrouwen in het vredesproces een duidelijke rol spelen, de kans op een overeenkomst die ten minste twee jaar gehandhaafd blijft 20 % groter is, en de kans op een overeenkomst die ten minste 15 jaar gehandhaafd blijft 35 % groter is;
   (an) krachtige steun te geven aan de Agenda voor jongeren, vrede en veiligheid en de daarin opgenomen doelstelling om jongeren een krachtigere stem te geven in de besluitvorming op lokaal, nationaal, regionaal en internationaal niveau; in dit verband steun te geven aan de opzet van mechanismen die jonge mensen in staat stellen op zinvolle wijze aan vredesprocessen deel te nemen;
   (ao) de samenwerking tussen de EU en de VN verder te versterken bij het ontwerpen van instrumenten waarmee het steeds terugkerende probleem van verkiezingsgeweld kan worden aangepakt, o.a. door gebruik te maken van de ervaring van EP-leden als verkiezingswaarnemers en de parlementaire dialoog met politieke partijen voorafgaande aan verkiezingen, teneinde verkiezingen geloofwaardiger te maken in landen die ernaar streven hun democratische procedures te versterken, en een sterk signaal af te geven aan diegenen die erop uit zijn het systeem te misbruiken;
   (ap) eens te meer te wijzen op de aanzienlijke bijdragen van de EU (instrumenten voor externe financiering) aan het VN-stelsel, waaronder ook aan de wereldvrede, de rechtsstaat en de mensenrechten, en de ontwikkelingsagenda;
   (aq) krachtige steun te geven aan de voorstellen van de secretaris-generaal om het VN-ontwikkelingsbestel doeltreffender vorm te geven en een bekrachtigend standpunt vast te stellen ten aanzien van de voorgestelde financieringsovereenkomst die de doeltreffendheid, transparantie en verantwoording moet verbeteren;
  

Non-proliferatie, wapenbeheersing en ontwapening

   (ar) stelselmatig steun te verlenen aan VN-acties in verband met de ontwapening, de non-proliferatie en het tegengaan van de proliferatie van massavernietigingswapens, met inbegrip van de ontwikkeling, de productie, de verwerving, de opslag, het in bezit houden, de overdracht en het gebruik van chemische wapens door een statelijke of niet-statelijke partij;
   (as) zorgen te uiten over de uitholling van het bestaande wapenbeheersings- en ontwapeningssysteem en de juridische instrumenten ervan; steun te geven aan alle inspanningen om de wapenbeheersings- en ontwapeningsagenda opnieuw te lanceren, o.a. door de conferentie over ontwapening nieuw leven in te blazen; de non-proliferatie van kernwapens te bevorderen via het herzieningsproces voor 2020 door het Alomvattend kernstopverdrag (CTBT) onverwijld in werking te doen treden; inspanningen te leveren om het Verdrag inzake chemische wapens (CWC) te handhaven; zijn verbintenis aan de doelen van dit verdrag opnieuw te bevestigen en alle VN-lidstaten ertoe aan te sporen dit verdrag te bekrachtigen of ertoe toe te treden; de Organisatie voor het verbod van chemische wapens (OPCW) te versterken en haar werkzaamheden uit te bouwen door ervoor te zorgen dat zij over passende financiële en personele middelen beschikt om haar doelstellingen te verwezenlijken; te garanderen dat in gevallen waarin melding wordt gemaakt van het gebruik van chemische wapens, de daders worden vervolgd; ervoor te zorgen dat degenen die wapenbeheersings- en ontwapeningsverdragen schenden ter verantwoording worden geroepen door bestaande mechanismen van wapenbeheersings- en ontwapeningsinstrumenten te gebruiken; steun te geven aan het Verdrag inzake het verbod op kernwapens, dat in 2017 door 122 VN‑lidstaten werd bekrachtigd, en ervoor te ijveren dat dit verdrag door alle VN‑lidstaten wordt ondertekend en geratificeerd; dringend vorderingen te maken met de nucleaire ontwapening op zowel regionaal als mondiaal niveau, overeenkomstig de resolutie van 27 oktober 2016 van het Parlement(6), waarin alle EU-lidstaten worden opgeroepen steun te geven aan de VN-conferentie voor de vaststelling van een juridisch bindend instrument om kernwapens te verbieden; steun te verlenen aan de inspanningen van de VN om te voorkomen dat niet-overheidsactoren en terroristische groeperingen massavernietigingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor ontwikkelen, produceren, verwerven of overdragen; aan te dringen op de volledige naleving van het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (NPV), het Verdrag inzake chemische wapens en het Verdrag inzake biologische wapens;
   (at) het Wapenhandelsverdrag (WHV) volledig ten uitvoer te leggen en alle VN‑lidstaten ertoe aan te sporen dit verdrag te bekrachtigen of ertoe toe te treden;
   (au) werk te maken van doeltreffender optreden tegen het doorsluizen van en de illegale handel in wapens en munitie, met inbegrip van handvuurwapens en lichte wapens, met name door een wapentraceringssysteem te ontwikkelen; de VN-leden te vragen om actief stappen te ondernemen ten behoeve van de wereldwijde ontwapening en de preventie van wapenwedlopen;
   (av) speciale aandacht te besteden aan de technologische vooruitgang op het gebied van de militarisering van de robotica en in het bijzonder bewapende robots en drones en de mate waarin zij in overeenstemming zijn met het internationaal recht; een juridisch kader te creëren voor drones en bewapende robots in overeenstemming met het bestaande IHR, om te voorkomen dat deze technologie door statelijke en niet-statelijke actoren wordt misbruikt voor illegale activiteiten; ertoe aan te sporen effectieve onderhandelingen te starten over een verbod op drones en gewapende robots die aanvallen zonder menselijke controle kunnen uitvoeren; zijn steun te betuigen aan het op de VN gebaseerde juridische kader waarin strikt wordt bepaald dat het gebruik van gewapende drones in overeenstemming moet zijn met internationaal humanitair recht en mensenrechtenverdragen; de wijdverspreide schending van mensenrechten en van het internationaal humanitair recht sterk te veroordelen; betere bescherming te eisen van de mensenrechten en fundamentele vrijheden op alle gebieden, onder meer in de context van nieuwe technologieën; stappen te zetten op weg naar een internationaal verbod op wapensystemen met te weinig menselijke controle op het gebruik van geweld, waar het Parlement meermaals om heeft verzocht, en in voorbereiding op desbetreffende bijeenkomsten op VN-niveau dringend een gemeenschappelijk standpunt over autonome wapensystemen te ontwikkelen en vast te stellen, en op desbetreffende fora met één stem te spreken en hiernaar te handelen;
   (aw) alle VN-lidstaten aan te sporen om het Verdrag inzake het verbod van het gebruik, de aanleg van voorraden, de productie en de overdracht van antipersoneelsmijnen en inzake de vernietiging van deze wapens te ondertekenen en te ratificeren;
   (ax) stappen te zetten, gelet op resolutie UNEP/EA.3/Res.1 van de VN-Milieuvergadering en resolutie 34/20 van de VN-Mensenrechtenraad, op weg naar een verduidelijking en ontwikkeling van verplichtingen na conflicten inzake zuivering en beheer van besmetting als gevolg van het gebruik van wapens met verarmd uranium en hulp aan gemeenschappen die hierdoor zijn getroffen;
  

Mensenrechten, democratie en de rechtsstaat

   (ay) eraan te herinneren dat de mensenrechten ondeelbaar en van elkaar afhankelijk zijn en onderling samenhangen; de EU en de VN te verzoeken om niet alleen de verontrustende mondiale trend van marginalisering en ontkenning van de mensenrechten en de democratie krachtig te veroordelen om negatieve tendensen te stoppen, ook met betrekking tot de ruimte voor het maatschappelijk middenveld, maar ook effectief gebruik te maken van de beschikbare juridische instrumenten, met name artikel 2 van de associatieovereenkomsten van de EU met derde landen, in voorkomend geval; alle VN-lidstaten dringend te verzoeken alle belangrijke mensenrechtenverdragen van de VN te bekrachtigen en daadwerkelijk ten uitvoer te leggen, met inbegrip van het VN-verdrag tegen foltering en het daarbij behorende facultatieve protocol, de facultatieve protocollen van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten waarin klachten- en onderzoeksmechanismen zijn vastgesteld, en de bij deze instrumenten vastgestelde verslagleggingsverplichtingen en de toezegging om in goed vertrouwen met VN-mensenrechtenmechanismen samen te werken, na te leven; de aandacht te vestigen op het mondiale verzet tegen mensenrechtenverdedigers en voorstanders van democratisering;
   (az) erop toe te zien dat de hervormingen op mensenrechtengebied volledig geïntegreerd blijven in de drie hervormingspijlers van de VN; ertoe bij te dragen dat de mensenrechtendimensie een gangbaar onderdeel wordt van alle werkzaamheden van de VN;
   (ba) met het oog hierop de vrijheid van deïsten en theïsten en van mensen die zichzelf als atheïsten, agnosten, humanisten en vrije denkers beschouwen, te bevorderen;
   (bb) te blijven ijveren voor de vrijheid van godsdienst en overtuiging; te pleiten voor meer inspanningen voor de bescherming van de rechten van religieuze en andere minderheden; aan te dringen op een betere bescherming van religieuze minderheden tegen vervolging en geweld; op te roepen tot de intrekking van wetten waarin godslastering of geloofsafval strafbaar wordt gesteld en die als voorwendsel dienen voor de vervolging van religieuze minderheden en niet‑gelovigen; steun te verlenen aan de werkzaamheden van de speciale rapporteur voor de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging; er actief naar te streven dat de door ISIS/Da'esh gepleegde genocide tegen religieuze en overige minderheden door de VN wordt erkend en dat zaken van vermoedelijke misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en volkerenmoord naar het Internationaal Strafhof (ICC) worden verwezen;
   (bc) de VN-Mensenrechtenraad (UNHRC) aan te moedigen toezicht te houden op de eerbiediging van de mensenrechten in zijn eigen lidstaten, om fouten uit het verleden te voorkomen, zoals het toekennen van het lidmaatschap aan landen die de mensenrechten met voeten treden en het vaststellen van antisemitische politieke standpunten;
   (bd) alle VN-lidstaten aan te sporen om ervoor te zorgen dat hun burgers de mogelijkheid hebben zich volledig bij politieke, sociale en economische processen, met inbegrip van de vrijheid van godsdienst of overtuiging, te betrekken, zonder discriminatie;
   (be) alle nationale en internationale autoriteiten op te roepen met spoed bindende instrumenten aan te nemen voor de effectieve bescherming van de mensenrechten, en ervoor te zorgen dat alle nationale en internationale verplichtingen die voortvloeien uit internationale regels volledig worden gehandhaafd; eens meer te wijzen op het belang van de UNHRC; te herinneren aan de verplichting van de Algemene Vergadering om bij de verkiezing van de leden van de UNHRC rekening te houden met de eerbied van de kandidaten voor de bevordering en bescherming van de mensenrechten, de rechtsstatelijkheid en de democratie; te verzoeken om vaststelling van duidelijke criteria op basis van de prestaties op het gebied van de mensenrechten voor lidmaatschap van de UNHRC;
   (bf) betreurt ten zeerste het besluit van de VS om zich terug te trekken uit de UNHRC; herinnert aan de deelname aan en steun van de EU voor dit onmisbare mensenrechtenorgaan en dringt er bij de administratie van de VS op aan dit besluit te heroverwegen;
   (bg) er bij alle landen, met inbegrip van de EU-lidstaten, op aan te dringen het facultatieve protocol bij het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten houdende de vaststelling van klachten- en onderzoeksmechanismen snel te ratificeren;
   (bh) met alle VN-lidstaten samen te werken om het recht op vrijheid van meningsuiting, zoals opgenomen in artikel 19 van de Universele Verklaring van de rechten van de mens, te eerbiedigen, en de nadruk te leggen op het belang van pers- en mediavrijheid in een gezonde samenleving en de rol van elke burger daarin; de nadruk te leggen op het belang van mediavrijheid, pluralisme en media-onafhankelijkheid en veiligheid van journalisten om de nieuwe uitdagingen aan te pakken; een debat te beginnen om het juiste evenwicht te vinden tussen enerzijds de bescherming van de mediavrijheid en de vrijheid van meningsuiting en anderzijds de bestrijding van valse informatie; te trachten bescherming te bieden aan journalisten die werken rond corruptiezaken met gevaar voor hun eigen leven;
   (bi) zich krachtig te blijven inzetten voor de bevordering van de afschaffing van de doodstraf wereldwijd; te blijven pleiten voor een nultolerantiebeleid ten aanzien van de doodstraf; op te roepen tot een moratorium op het gebruik van de doodstraf en zich verder in te spannen voor de algehele afschaffing ervan; de toename van het beroep dat wordt gedaan op doodvonnissen voor drugsdelicten te veroordelen en erop aan te dringen dat het gebruik van de doodstraf en van standrechtelijke executie als straf voor deze delicten strafbaar wordt gesteld;
   (bj) via de VN internationale inspanningen te ondersteunen en te versterken die erop gericht zijn genderanalyses te garanderen en aan de genderproblematiek en de mensenrechten een plaats toe te kennen in alle activiteiten van de VN; op te roepen tot de uitbanning van alle vormen van geweld en discriminatie tegen vrouwen en meisjes, door ook rekening te houden met discriminatie op basis van genderidentiteit; voorvechter te zijn van de rechten van LGBTI's en deze rechten te beschermen en te verzoeken om intrekking van wetgeving in VN‑lidstaten die mensen criminaliseert op basis van hun seksualiteit of genderidentiteit; de Veiligheidsraad aan te moedigen de rechten van LGBTI's verder te behandelen en te versterken;
   (bk) de rol van ICC en de internationale strafrechtspraak te versterken om de verantwoordingsplicht te bevorderen en een einde te maken aan straffeloosheid; het Strafhof te voorzien van krachtige diplomatieke, politieke en financiële ondersteuning; alle VN-lidstaten op te roepen zich bij het ICC aan te sluiten door zo spoedig mogelijk het Statuut van Rome te ratificeren, en aan te sporen tot ratificatie en tenuitvoerlegging van de in Kampala overeengekomen wijzigingen; staten die zich uit het ICC terugtrekken te verzoeken hun besluit terug te draaien; het ICC als belangrijkste instelling voor het berechten van daders en het helpen van slachtoffers om gerechtigheid te krijgen, te ondersteunen en te versterken, en een krachtige dialoog en nauwe samenwerking tussen het ICC, de VN en zijn agentschappen en de VN-Veiligheidsraad aan te moedigen;
   (bl) krachtig te veroordelen dat mensenrechtenverdedigers wereldwijd geconfronteerd worden met juridische pesterijen, detentie, moord, bedreigingen en intimidatie als gevolg van hun legitieme mensenrechtenwerk; te pleiten voor internationale inspanningen en de VN-lidstaten te verzoeken beleidsmaatregelen aan te nemen om bescherming en steun te bieden aan mensenrechtenverdedigers die gevaar lopen, om hen in staat te stellen hun werk uit te voeren; een beleid vast te stellen om moord op mensenrechtenverdedigers stelselmatig en op ondubbelzinnige wijze te veroordelen, net als elke poging om hen te onderwerpen aan allerlei vormen van geweld, vervolging, bedreiging, intimidatie, verdwijning, gevangenneming of willekeurige arrestatie; om zich krachtig uit te spreken tegen al wie dergelijke wreedheden begaat of laat gebeuren, en om intensiever aan publieksdiplomatie te doen om mensenrechtenverdedigers te ondersteunen; te benadrukken dat mensenrechtenverdedigers en burgeractivisten behoren tot de belangrijkste actoren voor duurzame ontwikkeling; de VN-lidstaten te verzoeken beleidsmaatregelen aan te nemen om bescherming en steun te bieden aan mensenrechtenverdedigers die gevaar lopen; te erkennen dat inheemse mensenrechtenverdedigers en zij die zich inzetten voor het milieu en land steeds meer met bedreigingen te maken krijgen;
   (bm) zich in te spannen, rekening houdend met het Europese acquis op het gebied van corruptiebestrijding, om de inclusie in de VN-programma's voor corruptiebestrijding te bevorderen en te versterken;
   (bn) de EU en haar lidstaten te verzoeken samen te werken met partners voor de verdere tenuitvoerlegging van de VN-richtsnoeren inzake bedrijven en mensenrechten te ondersteunen door alle landen, inclusief de EU-lidstaten, dringend te verzoeken nationale actieplannen te ontwerpen en uit te voeren die bedrijven verplichten de mensenrechten te eerbiedigen; de EU en haar lidstaten nogmaals aan te sporen actief en constructief te werken aan de formulering, op zo kort mogelijke termijn, van een juridisch bindend instrument van internationaal recht inzake de mensenrechten dat de activiteiten van transnationale bedrijven en andere ondernemingen reguleert, om mensenrechtenschendingen te voorkomen en, indien zij plaatsvinden, deze te onderzoeken en te voorzien in verhaalmogelijkheden en toegang tot rechtsmiddelen; steun te geven aan een bindend VN-verdrag inzake bedrijven en mensenrechten om ervoor te zorgen dat bedrijven ter verantwoording worden geroepen; in dit verband steun te betuigen aan het werk van de VN‑werkgroep voor bedrijven en mensenrechten, en de VN, de EU en de EU‑lidstaten eens te meer te verzoeken constructief samen te werken om deze onderhandelingen te versnellen en de resterende zorgpunten van de EU aan te pakken;
   (bo) zijn inspanningen in het kader van de internationale alliantie voor handel zonder foltering, die door de EU is opgezet in samenwerking met regionale partners, op te voeren; een internationaal fonds op te richten om landen bij te staan bij het ontwikkelen en uitvoeren van wetgeving voor het verbieden van goederen die voor foltering en de doodstraf gebruikt zouden kunnen worden; steun te geven aan de opzet van een internationaal instrument voor het verbieden van de handel in dergelijke goederen, voortbouwend op de ervaring met Verordening (EG) nr. 1236/2005 van de Raad over dit onderwerp;
   (bp) ervoor te zorgen dat vrouwen toegang hebben tot gezinsplanning en het volledige bereik aan openbare en universele seksuele en reproductieve gezondheidszorg en rechten, met inbegrip van moderne contraceptie en veilige en legale abortus; te benadrukken dat universele toegang tot gezondheid, in het bijzonder tot seksuele en reproductieve gezondheid en tot de daarmee verband houdende rechten, een fundamenteel mensenrecht is, om tegenwicht te bieden aan de "global gag rule" die begin 2017 opnieuw werd ingevoerd door de regering van de Verenigde Staten;
   (bq) een op de mensenrechten gebaseerde benadering van invaliditeit te steunen in risicosituaties, overeenkomstig het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap van de Verenigde Naties;
   (br) in overweging te nemen dat de Roma tot de minderheden in de wereld behoren die het meest worden gediscrimineerd en dat de discriminatie in verschillende landen erger wordt; eraan te herinneren dat de Roma op alle continenten leven en dit dus een wereldwijd probleem is; de VN op te roepen een speciale rapporteur voor Roma-kwesties aan te stellen om het bewustzijn te vergroten en te waarborgen dat de VN-programma's ook de Roma bereiken;
   (bs) de VN-lidstaten, met inbegrip van de EU-lidstaten, te verzoeken om de aanbevelingen van de speciale VN-rapporteur voor hedendaagse vormen van racisme, rassendiscriminatie, vreemdelingenhaat en aanverwante onverdraagzaamheid uit te voeren;
  

Mondiale pacten voor migratie en inzake vluchtelingen

   (bt) volledige steun te geven aan de pogingen onder leiding van de VN om op basis van de Verklaring van New York voor vluchtelingen en migranten van september 2016 twee mondiale pacten voor migratie en inzake vluchtelingen tot stand te brengen, om een meer doeltreffende internationale reactie op de kwestie te ontwikkelen en aan het daaraan verbonden proces voor de ontwikkeling van wereldwijde governance, voor nauwere samenwerking op het gebied van internationale migratie, mobiliteit van mensen, grote vluchtelingenstromen en langdurige vluchtelingensituaties, en voor de invoering van duurzame oplossingen en benaderingen om het onvermogen om de rechten van vluchtelingen en migranten te beschermen, duidelijk te omschrijven; de EU-lidstaten te verzoeken zich bij dit standpunt aan te sluiten en de onderhandelingen over deze belangrijke kwestie actief te bevorderen en vooruit te helpen; eraan te herinneren dat in de SDG's van de VN-Agenda 2030 wordt erkend dat geplande en goed aangestuurde beleidsmaatregelen op het gebied van migratie kunnen bijdragen aan het verwezenlijken van duurzame ontwikkeling en inclusieve groei, alsmede het verminderen van de ongelijkheid binnen en tussen landen;
   (bu) aan te dringen op ambitieuze, evenwichtige bepalingen die een effectievere internationale samenwerking en een eerlijker, voorspelbare mondiale verdeling van verantwoordelijkheid mogelijk maken bij de aanpak van migratiebewegingen en het ontheemdenvraagstuk, om vluchtelingen in de hele wereld adequaat te kunnen ondersteunen;
   (bv) steun te geven aan alle inspanningen om te zorgen voor degelijke en duurzame steun aan ontwikkelingslanden die grote aantallen vluchtelingen onderdak bieden, en om ervoor te zorgen dat vluchtelingen duurzame oplossingen worden aangeboden, onder meer door zelfredzaam te worden en geïntegreerd te worden in de gemeenschappen waar zij leven; eraan te herinneren dat de uitvoering van het mondiaal pact een unieke mogelijkheid biedt om humanitaire hulp en ontwikkelingsbeleid sterker met elkaar te verbinden;
   (bw) ervoor te zorgen dat de mondiale pacten mensgericht zijn, op de mensenrechten zijn gebaseerd en in duurzame en alomvattende langetermijnmaatregelen voorzien die aan alle betrokken partijen ten goede komen; bijzondere aandacht te besteden aan migranten in een kwetsbare positie, zoals kinderen, vrouwen die gevaar lopen, slachtoffers van mensenhandel en personen met een handicap, en aan andere groepen die risico lopen, met inbegrip van de LGBTI-gemeenschap, waarbij het belang onderstreept moet worden van de ontwikkeling van een migratiebeleid vanuit een intersectioneel gezichtspunt, om aan de specifieke behoeften van de migranten te kunnen voldoen; de aandacht te vestigen op de noodzaak om een hernieuwd en horizontaal genderperspectief te ontwikkelen voor een gemeenschappelijke internationale respons op vluchtelingen waarmee aan de specifieke beschermingsbehoeften van vrouwen wordt voldaan, inclusief de bestrijding van geweld tegen vrouwen, en waarmee de bekwaamheden en vaardigheden van vrouwen bij wederopbouw en verzoening worden versterkt; de VN-lidstaten te verzoeken een autonome verbintenis aan te gaan om gendergelijkheid en empowerment van vrouwen en meisjes te bevorderen als centraal element van het mondiaal pact, overeenkomstig SDG 5;
   (bx) te vragen dat er meer inspanningen worden geleverd ter voorkoming van irreguliere migratie en ter bestrijding van mensensmokkel en mensenhandel, in het bijzonder door de strijd tegen criminele netwerken via de snelle en doeltreffende uitwisseling van relevante inlichtingen; de methoden te verbeteren om slachtoffers te identificeren en te beschermen en de samenwerking met derde landen te versterken om de opbrengsten van criminele activiteiten in deze sector op te sporen, in beslag te nemen en in te vorderen; op VN-niveau te hameren op het belang van de ratificatie en volledige uitvoering van het VN-Verdrag ter bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad en de bijbehorende protocollen tegen de smokkel van migranten over land, over zee en door de lucht, en inzake de voorkoming, bestrijding en bestraffing van mensenhandel, in het bijzonder vrouwenhandel en kinderhandel;
   (by) ervoor te zorgen dat bijzondere aandacht wordt besteed aan vrouwelijke vluchtelingen en asielzoekers, die doelwit zijn van diverse vormen van discriminatie en kwetsbaarder zijn voor seksueel en genderspecifiek geweld, zowel in hun land van herkomst als tijdens hun reis naar veiliger bestemmingen; eraan te herinneren dat vrouwen en meisjes die asiel aanvragen specifieke behoeften en problemen hebben die anders zijn dan bij mannen, en die het noodzakelijk maken dat al het asielbeleid en alle asielprocedures individueel en op basis van gender worden afgestemd; op te roepen tot een versterking van de stelsels voor de bescherming van het kind en concrete maatregelen te steunen in het belang van minderjarige vluchtelingen en migranten, op basis van het Verdrag inzake de rechten van het kind;
   (bz) het wijdverbreide fenomeen van stateloosheid aan te pakken, dat acute uitdagingen met betrekking tot mensenrechten met zich meebrengt; te garanderen dat deze kwestie tijdens de lopende onderhandeling over het mondiaal pact op passende wijze wordt aangepakt;
   (ca) de steun, waaronder de financiële steun, aan de Hoge Commissaris voor de vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) voor de uitvoering van zijn internationale mandaat ter bescherming van vluchtelingen voort te zetten en uit te breiden, en in dit verband vluchtelingen ook te beschermen tegen criminele bendes en personen die betrokken zijn bij mensenhandel en mensensmokkel in de herkomst- en doorvoerlanden;
   (cb) de landen van het Oostelijk Partnerschap te helpen bij het aanpakken van problemen waarmee zij te kampen hebben als gevolg van de massale gedwongen binnenlandse ontheemding uit conflictgebieden en om daadkrachtig op te treden om de rechten van ontheemden te beschermen en te herstellen, in het bijzonder hun recht op terugkeer, hun eigendomsrechten en het recht op persoonlijke veiligheid;
   (cc) er eens te meer op te wijzen dat onderwijs voor meisjes en vrouwen van zeer groot belang is om economische kansen te creëren;
   (cd) nogmaals uiting te geven aan zijn zorgen om het feit dat honderdduizenden binnenlandse ontheemden en vluchtelingen die vanwege aanhoudende conflicten hun thuisland zijn ontvlucht, nog steeds ontheemd zijn, en nogmaals te wijzen op het recht van alle binnenlandse ontheemden en vluchtelingen om veilig en waardig naar hun plaats van herkomst terug te keren;
   (ce) nadrukkelijk te wijzen op de noodzaak om specifieke financiering te verstrekken voor de deelname van vrouwen aan internationale besluitvormingsprocessen;
  

Ontwikkeling

   (cf) de ambitieuze VN-Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en de daarin vastgestelde 17 doelstellingen voor duurzame ontwikkeling (SDG's) ten uitvoer te leggen; de nadruk te leggen op de leidende rol van de EU in het proces dat heeft geleid tot de vaststelling van de VN-Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en de Addis Abeba-actieagenda; concrete stappen te nemen om te zorgen voor een doelmatige tenuitvoerlegging van de VN‑Agenda 2030 en de Addis Abeba-agenda als belangrijke instrumenten voor preventie en ontwikkeling; ervoor te zorgen dat de EU en de VN een cruciale rol blijven spelen in de tenuitvoerlegging van de VN-Agenda 2030 om armoede uit te bannen en collectieve welvaart te creëren, ongelijkheden aan te pakken, een veiligere en meer rechtvaardige wereld te creëren, klimaatverandering te bestrijden en het milieu te beschermen;
   (cg) concrete stappen te nemen om te zorgen voor een doelmatige tenuitvoerlegging van de VN-Agenda 2030 en alle 17 SDG's als belangrijke instrumenten voor preventie en duurzame ontwikkeling; landen aan te sporen en te ondersteunen om zelf verantwoordelijkheid te nemen en nationale kaders vast te stellen om de 17 SDG's te verwezenlijken; de VN-lidstaten aan te sporen hun begrotingen af te stemmen op de VN-Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling; te herhalen dat de EU nog steeds de grootste donor van ontwikkelingshulp ter wereld is met een bijdrage van 75,7 miljard EUR, en de aanhoudende groei van de collectieve hulp van de EU aan te moedigen, die het fundament vormt van de voortdurende inspanningen van de lidstaten om vrede, welvaart en duurzame ontwikkeling in de hele wereld te bevorderen; de VN-lidstaten ertoe aan te zetten hun toezeggingen op het gebied van uitgaven voor ontwikkelingshulp na te komen en aan te dringen op de vaststelling van een solide kader van indicatoren en het gebruik van statistische gegevens om de situatie van de ontwikkelingslanden te beoordelen, de vooruitgang te monitoren en de verantwoordingsplicht te waarborgen; ernaar te streven beleidscoherentie voor ontwikkeling te bewerkstelligen voor al het EU-beleid, aangezien dit cruciaal is voor het realiseren van de SDG's, en op VN-niveau aan te dringen op grotere beleidscoherentie in overeenstemming met SDG 17;
  

Klimaatverandering en klimaatdiplomatie

   (ch) de verbintenis van de EU aan de Overeenkomst van Parijs nogmaals te bevestigen, alle VN-lidstaten aan te moedigen deze te bekrachtigen en daadwerkelijk ten uitvoer te leggen en te benadrukken dat de Overeenkomst van Parijs wereldwijd en door alle VN-lidstaten moet worden uitgevoerd; opnieuw de noodzaak van een ambitieus EU-klimaatbeleid te bevestigen, nogmaals te verklaren bereid te zijn om de op EU-niveau bestaande nationaal bepaalde bijdragen (NDC's) voor 2030 te verbeteren, ook die van de EU, en eens te meer te wijzen op de noodzaak van de tijdige ontwikkeling van een langetermijnstrategie voor 2050, en elk initiatief in deze richting te ondersteunen; werk te maken van doeltreffendere maatregelen voor duurzaamheid van het milieu, met name in de strijd tegen de klimaatverandering, door zich in te zetten voor internationale maatregelen en acties voor het behoud en de verbetering van de kwaliteit van het milieu en voor het duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen; ons ambitieniveau ten aanzien van emissiereducties verder te verhogen en de rol van de EU als mondiale leider op het gebied van klimaatactie te benadrukken;
   (ci) te herhalen dat klimaatactie een belangrijke prioriteit is voor de Europese Unie; ervoor te zorgen dat de EU het voortouw blijft nemen in de strijd tegen de klimaatverandering, en op dit gebied met de VN blijft samenwerken; een beroep te doen op alle VN-leden om de Overeenkomst van Parijs te bekrachtigen en te zorgen voor een snelle tenuitvoerlegging van de besluiten die zijn genomen op de VN-conferentie over klimaatverandering in 2016; meer inspanningen te leveren om de VS opnieuw te betrekken in de multilaterale samenwerking op het gebied van klimaatverandering;
   (cj) bij alle inspanningen van de VN een proactieve partner te zijn om wereldwijde partnerschappen en samenwerking op het gebied van klimaatverandering te bevorderen, waarbij benadrukt moet worden dat klimaat een aanknopingspunt kan vormen voor diplomatieke betrekkingen met partners met wie overige agendapunten sterk worden betwist, waardoor de mogelijkheid tot versterking van de stabiliteit en vrede ontstaat;
   (ck) zijn inspanningen op het gebied van klimaatdiplomatie op te schroeven door een alomvattende klimaatdiplomatiestrategie te ontwikkelen en klimaatmaatregelen binnen alle gebieden van het externe optreden van de EU een plaats te geven, waaronder handel, ontwikkelingssamenwerking, humanitaire hulp en veiligheid en defensie, en daarbij in overweging te nemen dat een in milieuopzicht niet-duurzaam systeem tot instabiliteit leidt; een krachtig bondgenootschap te vormen van landen en actoren die vasthouden aan de doelstelling om de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder de 2 °C en tegelijkertijd te streven naar een temperatuurstijging van hoogstens 1,5 °C, en aan de verwezenlijking hiervan te blijven bijdragen;
   (cl) eraan te herinneren dat de gevolgen van de klimaatverandering door vrouwen en mannen anders worden ervaren; te beklemtonen dat vrouwen kwetsbaarder zijn en om diverse redenen met grotere risico's en hindernissen te maken hebben, die uiteenlopen van ongelijke toegang tot hulpbronnen, onderwijs, banen en landrechten tot sociale en culturele normen; te benadrukken dat hier dienovereenkomstig rekening mee moet worden gehouden; ervoor te zorgen dat vrouwen een centrale rol spelen bij het vinden van oplossingen voor de beperking van en aanpassing aan klimaatuitdagingen, o.a. bij internationale klimaatonderhandelingen, opdat genderbewuste responsen worden ontwikkeld om de onderliggende ongelijkheden aan te pakken;
   (cm) eraan te herinneren dat waar vrouwen beperkte toegang tot en beperkte controle over productiemiddelen hebben en hun rechten beperkt zijn, zij minder mogelijkheden hebben om vorm te geven aan de besluitvorming en het beleid te beïnvloeden, zoals officieel is erkend sinds de 13e Conferentie van de partijen inzake klimaatverandering (COP 13) op Bali in 2007;
   (cn) nauw samen te werken met kleine eilandstaten en andere landen die het meest worden geconfronteerd met de ernstigste gevolgen van klimaatverandering om te garanderen dat hun stemmen in de verschillende VN-fora worden gehoord en er rekening wordt gehouden met hun behoeften;
   (co) een uitgebreid publiek debat aan te zwengelen met alle VN-lidstaten over het belang van het eerbiedigen van de grondwettelijke grenzen aan de presidentiële mandaten in de wereld;

2.  verzoekt zijn Voorzitter deze aanbeveling te doen toekomen aan de Raad, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de speciale vertegenwoordiger van de EU voor de mensenrechten, de Europese Dienst voor extern optreden, de Commissie en, ter informatie, de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en de secretaris‑generaal van de Verenigde Naties.

(1) Aangenomen teksten, P8_TA(2017)0304.
(2) Aangenomen teksten, P8_TA(2017)0493.
(3) Aanbeveling van het Europees Parlement van 1 maart 2018 aan de Raad, de Commissie en de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid inzake de drooglegging van inkomstenbronnen voor jihadi's – bestrijding van de financiering van terrorisme. Aangenomen teksten, P8_TA(2018)0059.
(4) Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), "World Report on Violence and Health" (Wereldverslag over geweld en gezondheid), Genève, 2002, blz. 154; Bureau van de Verenigde Naties voor de coördinatie van humanitaire zaken (UNOCHA), "Discussion paper 2: the nature, scope and motivation for sexual violence against men and boys in armed conflict" (Discussienota 2: de aard en omvang van seksueel geweld tegen mannen en jongens in gewapende conflicten en de motieven ervoor), nota gepresenteerd tijdens de onderzoeksbijeenkomst van UNOCHA over het gebruik van seksueel geweld in gewapende conflicten: hiaten op onderzoeksgebied ontdekken om informatie te verschaffen met het oog op doeltreffendere interventies, 26 juni 2008.
(5) zoals uiteengezet in zijn eerste verklaring in de UNSC op 10 januari 2017.
(6) PB C 215 van 19.6.2018, blz. 202.

Laatst bijgewerkt op: 7 november 2019Juridische mededeling - Privacybeleid