Resolutie van het Europees Parlement van 25 oktober 2018 over de opkomst van neofascistisch geweld in Europa (2018/2869(RSP))
Het Europees Parlement,
– gezien de Universele Verklaring van de rechten van de mens,
– gezien het verslag van 9 mei 2017 van de speciaal rapporteur van de Verenigde Naties over hedendaagse vormen van racisme, rassendiscriminatie, vreemdelingenhaat en aanverwante vormen van onverdraagzaamheid,
– gezien resolutie 71/179 van de Algemene Vergadering van de VN van 19 december 2016 getiteld "Combating glorification of Nazism, neo-Nazism and other practices that contribute to fuelling contemporary forms of racism, racial discrimination, xenophobia and related intolerance" (Bestrijding van verheerlijking van nazisme, neonazisme en andere praktijken die bijdragen tot het aanwakkeren van hedendaagse vormen van racisme, rassendiscriminatie, vreemdelingenhaat en aanverwante vormen van onverdraagzaamheid),
– gezien het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, en met name artikel 14 van protocol nr. 12 bij dit Verdrag,
– gezien het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie,
– gezien het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie,
– gezien de artikelen 2, 3, 6 en 7 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU),
– gezien Richtlijn 2000/43/EG van de Raad van 29 juni 2000(1) houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming (richtlijn inzake rassengelijkheid),
– gezien Kaderbesluit 2008/913/JBZ van de Raad van 28 november 2008 betreffende de bestrijding van bepaalde vormen en uitingen van racisme en vreemdelingenhaat door middel van het strafrecht(2),
– gezien Richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten(3),
– gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen(4),
– gezien de oprichting in juni 2016 van de EU-groep op hoog niveau voor de bestrijding van racisme, vreemdelingenhaat en andere vormen van onverdraagzaamheid,
– gezien de resolutie van de Raad van Europa van 30 september 2014 over optreden tegen manifestaties van neonazi's en rechts-extremisten;
– gezien de praktijkcode over desinformatie van de EU,
– gezien de gedragscode tegen illegale haatzaaiende uitlatingen op internet,
– gezien artikel 123, leden 2 en 4, van zijn Reglement,
A. overwegende dat krachtens artikel 2 VEU eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren, de waarden zijn waarop de Unie berust; overwegende dat alle lidstaten deze waarden delen;
B. overwegende dat het uitblijven van serieus optreden tegen neofascistische en neonazistische groeperingen ertoe geleid heeft dat vreemdelingenhaat nu zo sterk toeneemt in Europa;
C. overwegende dat openlijk neofascistische, neonazistische, racistische en xenofobe groeperingen en politieke partijen hebben opgeroepen tot haat en geweld in de samenleving en ons eraan herinneren waartoe zij in staat waren in het verleden;
D. overwegende dat online haatzaaien vaak leidt tot een toename van geweld, ook door neofascistische groeperingen;
E. overwegende dat neofascistische groeperingen duizenden mensen hebben vermoord, waaronder vluchtelingen en immigranten, etnische en religieuze minderheden, mensen met een LGBTQI-achtergrond, mensenrechtenactivisten, politici en leden van politiekorpsen;
F. overwegende dat neofascistische groeperingen onze democratische middelen misbruiken om haat en geweld te verspreiden;
G. overwegende dat Europol heeft gemeld dat de EU-commissaris voor Veiligheid, Sir Julian King, in zijn toespraak op 22 maart 2017 bij de herdenking van de aanslagen in Brussel van 2016 wees op de toenemende dreiging van gewelddadig rechts-extremisme en verklaarde dat er bij zijn weten geen enkele EU-lidstaat was die niet op enigerlei wijze te maken had met dit fenomeen, waarbij hij met name verwees naar de aanslagen in Noorwegen in 2011, de moord op het Britse parlementslid Jo Cox, en de aanslagen op asielzoekerscentra en moskeeën in heel Europa om te wijzen op deze "onderbelichte" veiligheidsdreiging; overwegende dat neofascistische en neonazistische groeperingen zich op diverse manieren uiten; overwegende dat de meeste van deze groeperingen bepaalde individuen en groepen buitensluiten van de samenleving; overwegende dat deze organisaties vaak agressieve taal bezigen jegens minderheden en zich daarbij vaak beroepen op de vrijheid van meningsuiting; overwegende dat de vrijheid van meningsuiting niet absoluut is;
H. overwegende dat in artikel 30 van de Universele Verklaring van de rechten van de mens duidelijk wordt verklaard dat niets in deze Verklaring "zodanig [zal] mogen worden uitgelegd, dat welke Staat, groep of persoon dan ook, daaraan enig recht kan ontlenen om iets te ondernemen of handelingen van welke aard ook te verrichten, die vernietiging van een van de rechten en vrijheden, in deze Verklaring genoemd, ten doel hebben";
I. overwegende dat in het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie wordt bekrachtigd dat de staten die partij zijn bij dit verdrag alle propaganda en organisaties veroordelen die gebaseerd zijn op ideeën of theorieën over de superioriteit van een bepaald ras of een groep personen met een bepaalde huidskleur of etnische afkomst;
J. overwegende dat de bevordering van fascisme in verschillende lidstaten bij wet verboden is;
K. overwegende dat in het TESAT-verslag van Europol uit 2018 melding wordt gemaakt van bijna een verdubbeling van het aantal personen dat in 2017 gearresteerd werd vanwege rechts-extremistische vergrijpen;
L. overwegende dat er op 22 juli 2011 bij de aanslagen in Noorwegen 77 doden en 151 gewonden vielen;
M. overwegende dat Jo Cox, lid van het parlement van het VK, op 16 juni 2016 op wrede wijze vermoord is in het Britse Birstall;
N. overwegende dat volgens het TESAT-verslag van Europol uit 2018 er in 2017(5) in het Verenigd Koninkrijk melding is gemaakt van vijf verijdelde, mislukte of geslaagde terroristische aanslagen die werden toegeschreven aan ultrarechtse daders;
O. overwegende dat Eleonora Forenza, lid van het Parlement, en haar medewerker Antonio Perillo op 21 september 2018 aangevallen werden na een antifascistische demonstratie in Bari, Italië;
P. overwegende dat de Franse inlichtingendienst zijn bezorgdheid heeft geuit over het toenemende aantal werknemers van het leger en rechtshandhavingsinstanties dat zich aansluit bij gewelddadige ultrarechtse groeperingen(6);
Q. overwegende dat de Europese Commissie tegen Racisme en Onverdraagzaamheid (ECRI), die is opgericht door de Raad van Europa, in een verslag dat is gepubliceerd op 15 mei 2018 de noodklok heeft geluid vanwege de opkomst van rechts-extremisme en neofascisme in Kroatië(7);
R. overwegende dat in Polen, tijdens een demonstratie in november 2017, foto's van zes leden van het Europees Parlement die zich inzetten voor tolerantie, de rechtsstaat en andere Europese waarden, op een plein van de zuidelijke stad Katowice aan een provisorische galg werden opgeknoopt door leden van de ultrarechtse Poolse beweging ONR (Nationaal Radicaal Kamp); overwegende dat de zaak nog wordt onderzocht, maar dat er tot dusver geen vervolging tegen de vermoedelijke daders is ingesteld, hoewel in diverse media verslag werd gedaan van het evenement, onder meer met videomateriaal;
S. overwegende dat ultrarechtse organisaties ter ere van de Onafhankelijkheidsdag van Polen in november 2017 een grote demonstratie organiseerden in Warschau waar meer dan 60 000 mensen aan deelnamen; overwegende dat de betogers xenofobe spandoeken droegen met slogans als "wit Europa van broedernaties", soms met een afbeelding van het falanga-symbool, een fascistisch symbool uit de jaren dertig van de twintigste eeuw;
T. overwegende dat in Griekenland de rechtszaak tegen de neonazistische Gouden Dageraad, die ervan wordt beschuldigd een criminele organisatie te zijn en die naast andere misdrijven wordt beschuldigd van de moord op Pavlos Fyssas, nog steeds loopt;
U. overwegende dat de LGBTQI-activist Zak Kostopoulos op 21 september 2018 op brute wijze werd vermoord in het centrum van Athene; overwegende dat een van de verdachten naar verluidt in verband wordt gebracht met extreemrechtse groeperingen; overwegende dat er een diepgaand onderzoek moet komen om ervoor te zorgen dat degenen die verantwoordelijk zijn voor zijn mishandeling en dood kunnen worden berecht;
V. overwegende dat een Italiaanse man tot 12 jaar gevangenisstraf is veroordeeld wegens het beschieten en verwonden van zes Afrikaanse migranten tijdens een door racistische motieven ingegeven aanslag in de stad Macerata in het midden van Italië;
W. overwegende dat zeven leden van een ultrarechtse "burgerwacht" die half september 2018 in Chemnitz werden gearresteerd wegens het verstoren van de vrede onlangs in staat van beschuldiging zijn gesteld op verdenking van het vormen van een terroristische organisatie die zichzelf Revolution Chemnitz noemt; overwegende dat volgens federale openbaar aanklagers rechercheurs de aanklacht hebben verzwaard van crimineel naar terroristisch na het bekijken van de interne communicatie van de groepering;
X. overwegende dat in Frankrijk op 7 december 2017 vijf leden van de beweging Génération Identitaire werden veroordeeld wegens aanzetten tot godsdienst- en rassenhaat; overwegende dat personen die banden onderhouden met ultrarechtse groeperingen, zoals Action Française, voorbereidingen troffen om tijdens de presidentsverkiezingen in 2017 een terroristische aanslag op een aantal Franse politici en moskeeën te plegen; overwegende dat op 24 juni 2018 10 leden van de ultrarechtse groep Action des Forces Opérationnelles (AFO) zijn gearresteerd wegen het voorbereiden van een reeks aanslagen op leden van de moslimgemeenschap; overwegende dat op 14 september 2018 twee voormalige skinheads schuldig zijn bevonden aan de moord op Clément Méric, een jonge student en antifascistische activist die in juni 2013 werd vermoord;
Y. overwegende dat in Spanje momenteel een onderzoek loopt naar 12 leden van de neonazistische organisatie Hogar Social Madrid wegens het aanzetten tot haat; overwegende dat leden van de Spaanse fascistische groeperingen Falange, Alianza Nacional en Democracia Nacional zijn gearresteerd en door het hooggerechtshof van Spanje zijn veroordeeld voor de aanval op het culturele centrum Blanquerna in Madrid tijdens feestelijkheden voor de nationale feestdag van Catalonië in 2013; overwegende dat de antiracistische ngo SOS Racismo in 2016 309 gevallen van xenofoob geweld heeft gedocumenteerd; overwegende dat de voorzitter van deze organisaties doodsbedreigingen ontving nadat hij deze gevallen bekendmaakte, en dat hij zich kritisch heeft uitgelaten over het ontbreken van een doeltreffend mechanisme om dergelijke misdaden aan de kaak te stellen;
Z. overwegende dat de Francisco Franco-stichting, een instelling die een dictatoriaal regime en zijn misdaden verheerlijkt, en de familie Franco 19 personen hebben beschuldigd van diverse misdrijven waarvoor zij tot 13 jaar gevangenisstraf zouden kunnen krijgen, vanwege hun betrokkenheid bij een vreedzame en symbolische actie, waarbij zij twee grote spandoeken van het herenhuis Pazo de Meirás naar beneden lieten zakken om de overheidsautoriteiten op te roepen dit pand terug te geven aan de bevolking van Galicië;
AA. overwegende dat het Spaanse congres van afgevaardigden heeft besloten een motie goed te keuren om de stoffelijke resten van Francisco Franco weg te halen uit de graftombe bij het oorlogsmonument dat bekend staat als de vallei der gevallenen, een bedevaartsoord voor ultrarechts; overwegende dat alle resterende symbolen of monumenten die dienen ter verheerlijking van de militaire opstand, de burgeroorlog en het dictatorschap van Franco daadwerkelijk moeten worden verwijderd, en overwegende dat de symbolen en monumenten die niet kunnen worden verwijderd, moeten worden voorzien van de noodzakelijke context en herinterpretatie, zodat zij bijdragen tot het publieke bewustzijn en het herdenken van het verleden;
AB. overwegende dat de neonazistische Noordse Verzetsbeweging (NMR) in heel Scandinavië geregeld bijeenkomsten houdt, waarbij slogans worden gescandeerd en er wordt gezwaaid met de groen-witte vlaggen van de organisatie; overwegende dat diverse leden van de NMR zijn veroordeeld wegens gewelddadige aanvallen op burgers en politieagenten; overwegende dat de Zweedse regering vanwege het grote aantal gevallen van brandstichting bij opvangcentra voor vluchtelingen in 2015 heeft besloten om de locatie van gebouwen die zijn bestemd om vluchtelingen te huisvesten, geheim te houden;
AC. overwegende dat in Riga op 16 maart jaarlijks duizenden mensen bijeen komen voor de Letse Legioen Dag ter ere van Letse soldaten die bij de Waffen-SS dienden;
AD. overwegende dat C14 en andere ultrarechtse groeperingen in Oekraïne, zoals de aan Azov gelieerde Nationale Milities, Rechtse Sector, Karpatska Sich en andere, sinds begin 2018 herhaaldelijk aanvallen hebben uitgevoerd op groepen Roma, alsook op antifascistische demonstraties, gemeenteraadsvergaderingen, een door Amnesty International georganiseerd evenement, kunsttentoonstellingen, LGBTQI-evenementen, vrouwenrechtenactivisten en milieuactivisten;
1. veroordeelt en betreurt de terroristische aanslagen, moorden, het psychologisch geweld, de gewelddadige aanvallen en marsen door neofascistische en neonazistische organisaties die hebben plaatsgevonden in diverse EU-lidstaten ten stelligste;
2. is ernstig bezorgd over de toenemende normalisering van fascisme, racisme, vreemdelingenhaat en andere vormen van onverdraagzaamheid in de Europese Unie, en is bezorgd over berichten uit sommige lidstaten over samenzwering tussen politieke leiders, politieke partijen en ordehandhavingstroepen en neofascisten en neonazi's;
3. is met name verontrust over het neofascistische geweld dat de samenleving als geheel schaadt en gericht is tegen specifieke minderheden, zoals zwarte Europeanen/mensen van Afrikaanse afkomst, joden, moslims, Roma, mensen uit derde landen, mensen met een LGBTI-achtergrond en personen met een beperking;
4. beschouwt alle gewelddadige aanvallen door neofascistische groeperingen op politici en leden van politieke partijen, die gemeld worden in een aantal lidstaten, als zeer verwerpelijk, en met name de recente aanval door fascistische brigades van CasaPound op Europarlementariër Eleonora Forenza, haar assistent Antonio Perillo, en anderen die deelnamen aan een antiracistische demonstratie in Bari, Italië, op 21 september 2018;
5. is zeer bezorgd over de straffeloosheid waarmee neofascistische en neonazistische groeperingen in sommige lidstaten te werk gaan, en benadrukt dat dit gevoel van straffeloosheid een van de redenen is voor de alarmerende toename van gewelddadigheden die door bepaalde ultrarechtse organisaties worden begaan;
6. is zich bewust van de zorgelijke tendens dat neofascistische en neonazistische groeperingen gebruikmaken van sociale media en internet om zich overal in de Europese Unie te organiseren en strategieën uit te werken;
7. betreurt het feit dat de publieke omroep in sommige lidstaten is verworden tot een spreekbuis voor de partijpropaganda van een enkele partij, waarbij oppositiepartijen en minderheden vaak worden buitengesloten en zelfs wordt opgeroepen tot geweld;
8. herinnert eraan dat de fascistische ideologie en onverdraagzaamheid altijd in verband worden gebracht met een aanval op het wezen van de democratie;
9. roept de lidstaten op om haatmisdrijven, haatzaaiende taal van en het zoeken naar zondebokken door politici en ambtenaren op alle niveaus en in alle soorten media, ronduit te veroordelen en te bestraffen, aangezien zij haat en geweld in de samenleving direct normaliseren en versterken;
10. verzoekt de lidstaten verdere maatregelen te nemen om haatzaaiende taal en haatmisdrijven te voorkomen, te veroordelen en te bestrijden;
11. dringt er bij de Commissie, de lidstaten en socialemediabedrijven op aan op te treden tegen het verspreiden van racisme, fascisme en vreemdelingenhaat op het internet, in samenwerking met de relevante maatschappelijke organisaties op nationaal en internationaal niveau;
12. verzoekt de lidstaten haatmisdrijven te onderzoeken en te vervolgen en goede werkmethoden uit te wisselen voor het in kaart brengen en onderzoeken van haatmisdrijven, zo ook de misdrijven die specifiek zijn ingegeven door de verschillende vormen van vreemdelingenhaat;
13. verzoekt de lidstaten voldoende steun te voorzien en te bieden aan de slachtoffers van racistische of xenofobe misdrijven en haatmisdrijven, en toe te zien op de bescherming van alle getuigen tegen de daders;
14. dringt er bij de lidstaten op aan eenheden voor anti-haatmisdrijven op te zetten in hun politiemachten; verzoekt de politiemachten erop toe te zien dat hun personeel zich niet leent voor racistische, xenofobe of discriminerende handelingen, en dat dergelijke handelingen die desondanks begaan zijn onderzocht worden en de daders berecht worden;
15. verzoekt de Commissie maatschappelijke organisaties op te roepen haatzaaiende taal en haatmisdrijven in de lidstaten in de gaten te houden en hiervan melding te maken;
16. steunt, prijst en pleit voor de bescherming van belangengroepen en maatschappelijke organisaties die fascisme, racisme, vreemdelingenhaat en andere vormen van onverdraagzaamheid bestrijden;
17. pleit voor geconsolideerde EU-wetgeving inzake non-discriminatie, waaronder de omzetting/tenuitvoerlegging van bestaande wetgeving en het aannemen van nieuwe wetgeving, zoals de richtlijn inzake gelijke behandeling;
18. wijst erop dat Kaderbesluit 2008/913/JBZ van de Raad betreffende de bestrijding van bepaalde vormen en uitingen van racisme en vreemdelingenhaat door middel van het strafrecht, waarvan de termijn voor tenuitvoerlegging november 2010 was, voorziet in een rechtsgrond om straffen op te leggen aan rechtspersonen die aanzetten tot geweld of haat tegen een minderheidsgroepering, zoals uitsluiting van overheidssteun, verbod op het uitoefenen van commerciële activiteiten, plaatsing onder toezicht van de rechter of rechterlijk bevel tot ontbinding;
19. dringt er bij de Commissie op aan haar verslag uit 2014 over de tenuitvoerlegging van bovengenoemd kaderbesluit bij te werken, en inbreukprocedures in te stellen tegen de lidstaten die niet hebben voldaan aan de bepalingen van het besluit;
20. dringt er bij de lidstaten op aan ervoor te zorgen dat zij aan de bepalingen van het kaderbesluit van de Raad voldoen, organisaties die in de publieke ruimte en online haatzaaiende taal en geweld verspreiden te bestrijden en neofascistische en neonazistische groeperingen en andere stichtingen of verenigingen die nazisme en fascisme verheerlijken doeltreffend te verbieden, waarbij de nationale rechtsorde en jurisdictie worden geëerbiedigd;
21. dringt aan op volledige en tijdige samenwerking tussen rechtshandhavingsdiensten, inlichtingendiensten, de rechterlijke macht en maatschappelijke organisaties in de strijd tegen fascisme, racisme, vreemdelingenhaat en andere vormen van onverdraagzaamheid;
22. dringt er bij de lidstaten op aan gevolg te geven aan de aanbevelingen van de Raad van Europa inzake maatregelen tegen neonazistische en rechts-extremistische manifestaties;
23. verzoekt de lidstaten op alle niveaus te voorzien in verplichte, op mensenrechten gebaseerde en op dienstverlening gerichte trainingen op de werkvloer voor rechtshandhavingsambtenaren en ambtenaren die werkzaam zijn binnen het gerechtelijk apparaat;
24. dringt er bij de lidstaten op aan zich te concentreren op preventie door educatie, bewustmaking en de uitwisseling van beste praktijken;
25. dringt er bij de lidstaten, nationale sportfederaties, en met name voetbalclubs, op aan op te treden tegen de gesel van racisme, fascisme en vreemdelingenhaat in voetbalstadions en in de voetbalcultuur, door de verantwoordelijken te veroordelen en te straffen, en door positieve educatieve activiteiten te bevorderen die gericht zijn op jonge fans in samenwerking met scholen en relevante maatschappelijke organisaties;
26. spoort de lidstaten aan opleidingen aan te bieden aan werknemers bij de publieke omroep en de media om hen bewust te maken van de uitdagingen en discriminatie waarmee de slachtoffers van neofascistische en neonazistische groeperingen te maken krijgen;
27. verzoekt de lidstaten nationale "exitprogramma's" op te zetten om mensen te helpen gewelddadige neofascistische en neonazistische groeperingen te verlaten; onderstreept dat deze programma's veel verder moeten gaan dan één-op-éénmaatregelen, en langetermijnondersteuning moeten bieden aan mensen die moeite hebben een baan te vinden, zich elders te vestigen en een nieuw en veilig sociaal netwerk op te bouwen;
28. wijst erop dat historisch bewustzijn een noodzakelijke voorwaarde is om dergelijke misdrijven in de toekomst te voorkomen, en dat dit een belangrijke rol speelt in het onderwijs aan de jongere generaties;
29. dringt er bij de lidstaten op aan alle vormen van ontkenning van de holocaust te veroordelen en daartegen op te treden, inclusief het bagatelliseren en minimaliseren van de misdaden van de nazi's en hun collaborateurs; wijst erop dat de waarheid over de holocaust niet mag worden gebagatelliseerd in politieke betogen en uitlatingen in de media;
30. roept op tot een gemeenschappelijke cultuur van herdenking waarin de fascistische misdaden uit het verleden worden verworpen; is ernstig bezorgd over het feit dat jongere generaties in Europa en elders zich steeds minder zorgen maken over de geschiedenis van het fascisme, en daardoor onverschilliger lijken te gaan staan ten opzichte van nieuwe dreigingen;
31. spoort de lidstaten aan educatie via de mainstreamcultuur over de diversiteit van onze samenleving en over onze gemeenschappelijke geschiedenis aan te moedigen, inclusief de wreedheden die zijn begaan in de Tweede Wereldoorlog, zoals de holocaust, en de stelselmatige en jarenlange ontmenselijking van de slachtoffers;
32. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de Raad van Europa, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa en de Verenigde Naties.