Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2017/2282(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A8-0320/2018

Ingediende teksten :

A8-0320/2018

Debatten :

PV 13/11/2018 - 11
CRE 13/11/2018 - 11

Stemmingen :

PV 14/11/2018 - 14.9
CRE 14/11/2018 - 14.9
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P8_TA(2018)0457

Aangenomen teksten
PDF 163kWORD 58k
Woensdag 14 november 2018 - Straatsburg
Uitvoering van de associatieovereenkomst tussen de EU en Georgië
P8_TA(2018)0457A8-0320/2018

Resolutie van het Europees Parlement van 14 november 2018 over de uitvoering van de associatieovereenkomst tussen de EU en Georgië (2017/2282(INI))

Het Europees Parlement,

–  gezien de artikelen 2, 3 en 8, en gezien Titel V, met name de artikelen 21, 22, 36 en 37 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), evenals deel vijf van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU),

–  gezien de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds, die op 1 juli 2016 volledig in werking is getreden,

–  gezien zijn eerdere resoluties van 18 december 2014 over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds(1), en van 21 januari 2016 over de associatieovereenkomsten / diepe en brede vrijhandelsruimten met Georgië, Moldavië en Oekraïne(2), zijn aanbeveling van 15 november 2017 over het Oostelijk Partnerschap(3), zijn wetgevingsresolutie van 14 maart 2018 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Georgië(4) en zijn resolutie van 14 juni 2018 over de Georgische bezette gebieden tien jaar na de Russische inval(5),

–  gezien de jaarlijkse nationale actieplannen voor de uitvoering van de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Georgië,

–  gezien het gezamenlijke werkdocument van de Europese Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) van 9 november 2017 over het Uitvoeringsverslag inzake de associatieovereenkomst met Georgië (SWD(2017)0371),

–  gezien de gezamenlijke verklaringen van de topbijeenkomsten van het Oostelijk Partnerschap, waarvan de meest recente op 24 november 2017 in Brussel heeft plaatsgevonden,

–  gezien het samenwerkingskader "20 mijlpalen voor 2020", vastgesteld tijdens de topconferentie in Riga in 2015 ter bevordering van een sterkere economie, sterker bestuur, sterkere samenhang en sterkere gemeenschap,

–  gezien het integraal steunkader voor de steun van de EU aan Georgië voor 2017-2020,

–  gezien de uitkomst van de vierde vergadering van de Associatieraad tussen de EU en Georgië op 5 februari 2018,

–  gezien de resultaten van de bijeenkomsten van Euronest, meest recentelijk de bijeenkomst van 25-27 juni 2018, resulterend in 7 resoluties en een oproep aan de EU om de inspanningen ter bemiddeling in vastgelopen conflicten op te schroeven,

–  gezien de slotverklaring en de aanbevelingen van de zesde bijeenkomst van het Parlementair Associatiecomité EU-Georgië op 26 april 2018,

–  gezien de gezamenlijke verklaring van de derde bijeenkomst van het platform maatschappelijke organisaties EU-Georgië op 22 maart 2018,

–  gezien het eerste verslag van de Europese Commissie in het kader van het visumopschortingsmechanisme dat op 20 december 2017 is gepubliceerd (COM(2017)0815),

–  gezien het definitieve advies van de Commissie van Venetië van 19 maart 2018 over de constitutionele hervorming van Georgië (CDL-AD(2018)005),

–  gezien het gezamenlijke werkdocument van 21 september 2015 getiteld "Gendergelijkheid en empowerment van vrouwen: het leven van meisjes en vrouwen via de externe betrekkingen van de EU veranderen (2016-2020)" (SWD(2015)0182),

–  gezien het verslag van Transparency International van 2 juli 2015 met als titel "The State of Corruption: Armenia, Azerbaijan, Georgia, Moldova and Ukraine",

–  gezien de deskundigenonderzoeken die voor de Commissie buitenlandse zaken zijn opgesteld, met inbegrip van het onderzoek over herziening van de kiesstelsels van drie associatielanden in het oostelijk nabuurschap – Oekraïne, Georgië en Moldavië – en de gevolgen hiervan voor de ontwikkeling van deze landen, als gepubliceerd op 26 oktober 2017(6), het onderzoek over de associatieovereenkomsten tussen de EU en Moldavië, Georgië en Oekraïne, als gepubliceerd op 28 juni 2018(7), en het vergelijkend onderzoek over de ontwikkeling van een institutioneel kader voor de uitvoering van de associatieovereenkomsten in Georgië, Moldavië en Oekraïne, als gepubliceerd in juli 2018(8),

–  gezien artikel 52 van zijn Reglement alsmede artikel 1, lid 1, onder e), van en bijlage 3 bij het besluit van de Conferentie van voorzitters van 12 december 2002 betreffende de procedure inzake het verlenen van toestemming voor het opstellen van initiatiefverslagen,

–  gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken en het advies van de Commissie internationale handel (A8-0320/2018),

A.  overwegende dat de relaties tussen de EU en Georgië voortdurend worden verdiept dankzij nieuwe belangrijke ontwikkelingen in lijn met de associatieovereenkomst EU-Georgië, de diepe en brede vrijhandelsruimte (DCFTA) en de associatieagenda, zoals de inwerkingtreding van een regeling voor visumvrij reizen en de toetreding van Georgië tot de Energiegemeenschap;

B.  overwegende dat volledige eerbiediging van kernwaarden, met inbegrip van democratie, rechtsstaat, goed bestuur, mensenrechten en fundamentele vrijheden, met inbegrip van de rechten van minderheden, een hoeksteen vormt voor verdere Europese integratie;

C.  overwegende dat de humanitaire situatie en de isolatie van de bezette regio's Zuid-Ossetië en Abchazië nog altijd behoren tot de belangrijkste uitdagingen voor Georgië;

D.  overwegende dat uit de corruptieperceptie-index 2017 van Transparency International blijkt dat goede resultaten zijn behaald op het gebied van corruptiebestrijding;

E.  overwegende dat de nieuwe nationale strategie inzake de bestrijding van georganiseerde misdaad voor 2017-2020 en het actieplan dat werd aangenomen in 2017 zijn gericht op bestrijding van criminaliteit binnen het rechtsapparaat, drugssmokkel en cybermisdaad, en de introductie van op analyse gebaseerde gemeenschapsgerichte politiezorg;

F.  overwegende dat het Verdrag van Istanbul, ter voorkoming en bestrijding van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, van kracht is geworden op 1 september 2017, en een commissie voor gendergelijkheid en bestrijding van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld is opgericht;

G.  overwegende dat de wereldindex voor persvrijheid 2018 van Verslaggevers zonder Grenzen een lichte verbetering voor Georgië laat zien, van de 64e plaats in 2017 naar de 61e plaats;

1.  is zeer verheugd over het voortgezette hervormingstraject en de vooruitgang die is geboekt bij de uitvoering van de associatieovereenkomst en de DCFTA, die Georgië tot een belangrijke partner van de EU in de regio hebben gemaakt; verzoekt de Georgische overheid te blijven zorgen voor stabiliteit, verdere democratische hervormingen en economische en maatschappelijke verbeteringen voor de inwoners van het land, die getroffen worden door armoede, werkloosheid en een hoog niveau van economische emigratie, omdat dit sleutelfactoren zijn om de bevolking te overtuigen en zo de weg vrij te maken voor soevereiniteit en territoriale integriteit voor Georgië binnen zijn internationaal erkende grenzen, en een versterkte samenwerking tussen de EU en Georgië;

2.  merkt met tevredenheid op dat de Europese agenda van Georgië nog altijd door alle partijen en het merendeel van de Georgische burgers wordt ondersteund; wijst erop dat elke Europese staat krachtens artikel 49 VEU en in overeenstemming met de Verklaring van Rome van 25 maart 2017 kan verzoeken lid te worden van de EU, op voorwaarde dat hij aan de criteria van Kopenhagen voldoet; herinnert tegelijkertijd aan het voorstel voor een "Oostelijk Partnerschap+"-beleid zoals voorgestaan door het Parlement om verdere vooruitzichten mogelijk te maken; is verheugd over het initiatief van de Georgische overheid tot het opstellen van een routekaart gericht op versterking van de bestaande betrekkingen tussen de Europese Unie en Georgië; verwelkomt de actieve betrokkenheid van Georgië bij de activiteiten van de multilaterale platforms van het Oostelijk Partnerschap;

3.  looft de Georgische overheid om zijn regelmatige voorlichtingscampagnes over de voordelen en economische kansen die voortvloeien uit de associatieovereenkomst en de DCFTA en om de steun die is verleend bij het beheer van noodzakelijke aanpassingen;

Het institutionele kader voor de uitvoering van de associatieovereenkomst

4.  merkt op dat de steun van de EU aan Georgië oploopt tot een bedrag tussen 371 en 453 miljoen EUR voor de periode 2017-2020, waarbij aanvullende gelden beschikbaar zijn op grond van het beginsel "meer voor meer" in lijn met de Associatieagenda EU-Georgië; moedigt de Commissie aan om dergelijke bijstand af te stemmen op de absorptiecapaciteit en hervormingsinspanningen van Georgië; neemt kennis van het besluit van Georgië om het totale aantal ministeries te verlagen van veertien tot elf in het kader van functionele optimalisatie en kostenverlaging; verwelkomt het besluit van de Georgische regering om de daaruit voortvloeiende besparingen aan te wenden voor het onderwijs;

5.  roept op tot een sterkere betrokkenheid van de minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken voor politiek toezicht op hoog niveau op de tenuitvoerlegging van de associatieovereenkomst, met name door stroomlijning van de relevante overheidsstructuren, de coördinatie en synchronisatie van de plannen van vakministeries en de volledige en effectieve tenuitvoerlegging ervan; is verheugd over de opname van het kabinet van de minister van staat voor Europese integratie in het ministerie van Buitenlandse Zaken; raadt echter aan de verantwoordelijkheid voor Europese integratie te verdelen over het volledige ministeriële apparaat;

6.  verneemt met instemming dat een driejarige versie van het tenuitvoerleggingsplan voor de associatieovereenkomst en de DCFTA is aangenomen, en beveelt de Georgische autoriteiten aan een hervormingsstrategie op te stellen die een aanvulling vormt op deze plannen, gericht is op resultaten die verder gaan dan wetgeving en personeelsopleiding, en gebaseerd is op een deskundige impactbeoordeling, die ook de interinstitutionele samenwerking tussen het parlement, de regering en de presidentiële administratie behelst; moedigt in dit verband het Georgische parlement aan om de nalevingscontroles van nationale ontwerphervormingsvoorstellen wat de associatieovereenkomst betreft op te voeren;

7.  benadrukt dat Georgië hoogopgeleid personeel moet inzetten om de Associatieagenda ten uitvoer te leggen; roept de Georgische autoriteiten daarom op te garanderen dat de structurele eenheden die de Europese integratiekwesties behandelen in alle ministeries worden voorzien van een toereikend aantal specifiek gekwalificeerde functionarissen; roept de EDEO en/of de Europese Commissie op hulp te verlenen bij het vergroten van de capaciteit van het trainen van Georgische functionarissen die zijn betrokken bij de tenuitvoerlegging van de associatieovereenkomst en de DCFTA;

8.  is verheugd over de oprichting van de interparlementaire assemblee van Georgië, Moldavië en Oekraïne en moedigt deze assemblee aan om ook toezicht uit te oefenen op de tenuitvoerlegging van de associatieovereenkomsten;

9.  spoort de EDEO en/of de Europese Commissie aan de interne capaciteit te vergroten om de controle van de tenuitvoerlegging van de associatieovereenkomst te versterken, met name door middel van een uitbreiding van het aangewezen personeel met grondige expertise op het gebied van het Georgische bestuurlijke en juridische bestel, alsmede over te gaan tot een kwalitatieve evaluatie van de vooruitgang, met name door toepassing van screeningprocessen die het mogelijk maken te evalueren in hoeverre de afstemming op het acquis van de EU daadwerkelijk is bereikt, zoals vereist door de associatieovereenkomst;

10.  benadrukt de cruciale rol die maatschappelijke organisaties, met inbegrip van de sociale partners, spelen in de tenuitvoerlegging van de associatieovereenkomst als actoren die toezicht houden op de hervormingen, en is opgezet met hun inspanningen om de tenuitvoerlegging van de overeenkomst te monitoren; verzoekt de Georgische autoriteiten om ervoor te zorgen dat de hervormingen met betrekking tot de invoering van een "Europees" sociaal model in het kader van de associatieovereenkomst en de DCFTA uitgevoerd worden met volledige betrokkenheid van lokale overheden, vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, en sociale partners; roept de autoriteiten en de EU op om hun toegang, en die van de bevolking in perifere zones, tot informatie over de uitvoering van de associatieovereenkomst te verzekeren;

11.  benadrukt het belang van proactieve communicatie met de Georgische bevolking over de concrete voordelen en doelstellingen van het Oostelijk Partnerschap, alsmede de noodzaak misinformatie te bestrijden door middel van op feiten gebaseerde, toegankelijke en hoogwaardige informatie in alle talen van het partnerland; vraagt Georgië zijn communicatiestrategie te versterken, met de hulp van de EU en haar lidstaten;

12.  is verheugd over de opening van de Europese school van het Oostelijk Partnerschap met een internationaal bachelorprogramma voor studenten uit alle landen van het Oostelijk Partnerschap in Tbilisi op 4 september 2018; adviseert de Georgische autoriteiten om de rol van Europese studies binnen de normale lesprogramma's van scholen en universiteiten uit te breiden;

13.  ondersteunt de voorlopige bevindingen en conclusies over de eerste ronde van de presidentsverkiezingen 2018 in Georgië, als gepresenteerd door de internationale verkiezingswaarnemingsmissie, ook door de eigen delegatie van het Europees Parlement; is ingenomen met de competitieve aard van de verkiezingen en het uitblijven van geweld; betreurt de bezetting door Rusland van Zuid-Ossetië en Abchazië, alsmede het besluit van de feitelijke machthebbers in Zuid-Ossetië om de administratieve grens met Georgië te sluiten, waardoor vele Georgische burgers werd belet hun stem uit te brengen; verzoekt de autoriteiten en politieke partijen de punten van zorg vóór de tweede ronde aan te pakken, met name het oneigenlijk gebruik van overheidsmiddelen en de excessief hoge plafonds voor de financiering van de campagnes, alsmede de hevige verbale agressie van hoge functionarissen jegens onafhankelijke maatschappelijke organisaties;

Politieke dialoog

14.  herhaalt dat het standpunt van de EU over de constitutionele hervorming van Georgië overeenkomt met de over het algemeen positieve beoordeling van de Commissie van Venetië; betreurt het uitstel van de tenuitvoerlegging van een volledig proportioneel kiesstelsel tot 2024; herhaalt zijn bereidheid om toekomstige verkiezingen in Georgië waar te nemen en om de Georgische overheid bij te staan bij het handelen naar en het uitvoeren van de aanbevelingen die in dat kader zullen worden gedaan; herhaalt dat de samenstelling van de centrale verkiezingscommissie vrij moet zijn van politieke invloeden en dat in de periode voorafgaand aan de verkiezingen geen misbruik mag worden gemaakt van bestuurlijke middelen; vraagt de Georgische autoriteiten een zinvol onderzoek te voeren naar de politiek gemotiveerde gewelddadige incidenten bij de parlementsverkiezingen van 2016;

15.  ondersteunt de versterking van het democratische karakter van de politieke instellingen van Georgië en wil het land hier graag in bijstaan; stelt vast dat Georgië een van de weinige landen is waar alle takken van de macht zijn betrokken bij het Open Bestuurspartnerschap; benadrukt dat een ambitieuze hervormingsagenda nagestreefd moet worden, gericht op de politieke onpartijdigheid van staatsinstellingen en hun personeel; benadrukt de rol van de oppositie in een parlementair systeem en dringt aan op het aanbrengen van meer rigoureuze mechanismen voor het controleren van het bestuur, waaronder de mogelijkheid voor parlementsleden om op regelmatige basis vragen te stellen aan ministers en de minister-president zodat deze publieke verantwoording moeten afleggen;

16.  is verheugd over de effectieve tenuitvoerlegging van de visumvrije regeling voor Georgische burgers sinds 27 maart 2017; neemt kennis van de naleving door Georgië van benchmarks voor visumliberalisering en pleit voor een regelmatig toezicht hierop om ervoor te zorgen dat het land deze blijft naleven; stelt vast dat de introductie van visumvrije regelingen positieve resultaten met zich meebrengt voor de ontwikkeling van contacten tussen mensen; prijst Georgië voor de maatregelen die zijn genomen om de schendingen van het visumstelsel kordaat aan te pakken, en roept de EU-lidstaten op Georgië te erkennen als een veilig land van herkomst; benadrukt het belang van uitbreiding van de samenwerking tussen de rechterlijke en rechtshandhavingsinstanties van Georgië en de EU-lidstaten;

17.  is verheugd over de voortdurende uitvoering van de migratiestrategie en het actieplan van Georgië en het versterkte herstel van grensgebieden met Turkije en Azerbeidzjan;

18.  staat achter het Georgische beleid dat gericht is op vreedzame oplossing van het conflict, verzoening en betrokkenheid, en de constructieve deelname van het land aan het internationaal overleg van Genève; verneemt met instemming dat Georgië inspanningen levert om de dialoog met Rusland in stand te houden; prijst het initiatief "Een stap naar een betere toekomst", gepresenteerd op 4 april 2018, dat bedoeld is om de humanitaire en sociaal-economische omstandigheden van de bevolking in de bezette regio's te verbeteren en om het contact tussen mensen te stimuleren en het vertrouwen tussen verdeelde gemeenschappen op te bouwen;

19.  herinnert er met spijt aan dat de Russische Federatie al meer dan 10 jaar Georgisch grondgebied illegaal bezet, en herhaalt zijn ondubbelzinnige steun voor de soevereiniteit en de territoriale integriteit van Georgië; neemt kennis van de rechtszaak die Georgië bij het Europees Hof voor de rechten van de mens (EHRM) tegen Rusland heeft ingesteld over het gebruik van dwangmaatregelen tegen de bevolking van Abchazië en Zuid-Ossetië en van de resolutie die het Georgische parlement heeft aangenomen over de vaststelling van een zwarte lijst (de Otkhozoria-Tatunashvili-lijst) van personen die veroordeeld zijn of naar wie een onderzoek loopt voor moord, ontvoering, foltering of onmenselijke behandeling; benadrukt dat de internationale gemeenschap een consistent, gecoördineerd, verenigd en vastberaden standpunt moet innemen tegen het bezettings- en annexatiebeleid van Rusland;

20.  roept de Georgische autoriteiten op verdere inspanningen te verrichten om de bestaande obstakels uit de weg te ruimen en te proberen de voordelen van de associatieovereenkomst en de DCFTA ook ten goede te laten komen aan de bevolking van Abchazië en de Tschinvali-regio/Zuid-Ossetië door de communicatie over de nieuwe mogelijkheden die voortvloeien uit de overeenkomst te verbeteren en ad-hoc projecten voor handel en economische samenwerking op te zetten op lokaal niveau;

21.  prijst de aanhoudende Georgische deelname aan civiele en militaire crisisoperaties in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB); benadrukt de noodzaak van verdere ontwikkeling van een dialoog op hoog niveau tussen de EU en Georgië over veiligheidszaken, met name de bestrijding van radicalisering, gewelddadig extremisme, propaganda en hybride dreigingen;

Rechtsstaat, goed bestuur en vrijheid van media

22.  erkent de resultaten die Georgië boekt in de strijd tegen corruptie in de lage en middelhoge regionen, wat voor de goede regionale positie in de perceptie-indexen heeft gezorgd; benadrukt niettemin dat corruptie onder de elite op hoog niveau nog steeds een ernstig probleem is; prijst de uitvoering door de Georgische overheid van de anticorruptiestrategie en het actieplan; verzoekt de Georgische overheid ervoor te zorgen dat het agentschap voor corruptiebestrijding onafhankelijk, vrij van politieke inmenging en gescheiden van de staatsveiligheidsdienst functioneert; herinnert aan het belang van een effectieve scheiding van de machten en een duidelijk onderscheid tussen politieke en economische belangen; benadrukt dat om corruptie te bestrijden een onafhankelijke rechterlijke macht nodig is evenals degelijke resultaten bij onderzoeken naar gevallen van corruptie op hoog niveau, wat tot nu toe niet het geval is; beschouwt Georgië als een belangrijke partner van de EU op verschillende terreinen van samenwerking, zoals de strijd tegen terrorisme en georganiseerde misdaad;

23.  spoort de Georgische autoriteiten aan een ten volle ontwikkeld onafhankelijk en doeltreffend mechanisme op te richten, dat niet onder de bevoegdheid van de openbare aanklager valt, voor onderzoek naar en veroordeling van gevallen van misbruik door rechtshandhavers, om het aanhoudende gebrek aan verantwoordingsplicht aan te pakken; verneemt dus met instemming dat een inspectiedienst van de staat is opgericht voor onderzoek naar mensenrechtenschendingen door rechtshandhavingsambtenaren;

24.  is uitermate bezorgd over de druk die door Turkije wordt uitgeoefend op Turkse inwoners van Georgië, alsmede op de onderwijsinstellingen vanwege hun vermeende banden met de Gülenbeweging; dringt erop aan bij de Georgische autoriteiten deze kwestie nauwgezet te volgen om ervoor te zorgen dat gerechtelijke procedures en stappen die in gang worden gezet volledig in lijn zijn met Europese beginselen en normen; roept de EU op de landen van het Oostelijk Partnerschap te steunen en te helpen om de in de afgelopen maanden uitgeoefende druk, met name van de kant van Turkije, te weerstaan;

25.  neemt kennis van de lopende hervorming van het judiciële stelsel en van de tekenen van een grotere onpartijdigheid en transparantie van de rechterlijke macht, maar herinnert eraan dat de Commissie van Venetië bezorgdheid heeft geuit over de voorgestelde wetswijzigingen, die niet voor de onpartijdigheid van de raad voor rechtsvervolging van Georgië zullen zorgen; vraagt dat alle nodige maatregelen ter versterking van het rechtssysteem, met inbegrip van een uitbreiding van de administratieve capaciteit, genomen worden, en dat de volledige onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en van de openbare aanklager gewaarborgd worden; roept op tot democratisch toezicht op het ministerie van Binnenlandse Zaken, met inbegrip van de politie- en veiligheidsdiensten, die herzien en hervormd moeten worden, onder meer met het oog op transparantie, met name bij de selectie, aanwijzing en bevordering van rechters, alsook in tuchtprocedures die betrekking op hen hebben;

26.  benadrukt het belang van de huidige overheidshervormingen; is verheugd over de nieuwe wet inzake de overheidsdienst en gaat ervan uit dat deze in het belang van een duurzame toename van het vertrouwen onder de burgers snel wordt omgezet;

27.  verneemt met bezorgdheid dat de Georgische regering geen nieuwe wetgeving heeft aangenomen om de toegang van de bevolking tot informatie te verbeteren; betreurt het feit dat de voorgenomen hervorming de toegang op dit gebied nog verder beperkt; roept de Georgische regering op te zorgen voor effectieve toegang tot openbare informatie; herinnert eraan dat dit een essentiële afspraak is binnen het kader van de associatieovereenkomst;

28.  spoort de regering van Georgië aan om de uitvoering van de hervorming van het beheer van de overheidsfinanciën voort te zetten;

29.  is verheugd over de aanneming van de nationale strategie ter bestrijding van georganiseerde misdaad;

30.  verzoekt het Georgische parlement te overwegen amendementen in te dienen voor de wijziging van de wetgeving op het gebied van drugsbeleid in overeenstemming met het besluit van het Georgische grondwettelijk hof van 30 november 2017;

31.  verneemt met instemming dat het Georgische parlement een wetgevingspakket heeft aangenomen dat gericht is op de verbetering van de situatie van gevangenen;

Eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden

32.  roept de Georgische overheid op het nationale coördinatiemechanisme voor de mensenrechten verder operationeel te maken en het meer te laten samenwerken in multilaterale fora; uit zijn bezorgdheid over het gebrek aan vooruitgang in het onderzoek naar de ontvoering van de Azerbeidzjaanse journalist Afgan Mukhtarli uit Tbilisi, waaruit veel tekortkomingen bleken met betrekking tot de werking van de veiligheidsdiensten, waaronder partijpolitieke inmenging; vraagt de Georgische regering het onderzoek op een snelle en geloofwaardige manier af te ronden; benadrukt dat Georgië een veilig en stabiel klimaat voor mensenrechtenactivisten op zijn grondgebied moet verzekeren om ervoor te zorgen dat dergelijke voorvallen niet opnieuw gebeuren;

33.  neemt kennis van de uitspraak van het EHRM van 28 november 2017 met betrekking tot voormalig premier Vano Merabishvili, waarin een schending van artikel 18 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens werd vastgesteld wegens het nastreven van een "verborgen agenda" en "bijbedoelingen" bij de arrestatie van de voormalige premier;

34.  benadrukt het belang van een uitgebreid, duidelijk, transparant en op mensenrechten gebaseerd beleid en mechanisme voor het onderzoeken, vervolgen en compenseren van schendingen van de mensenrechten die zijn begaan door eerdere regeringen met de verzekering dat de beginselen van de rechtsstaat en eerlijke rechtsbedeling hierbij volledig worden geëerbiedigd;

35.  verzoekt de Georgische overheid om verdere maatregelen te treffen om de fundamentele vrijheden en mensenrechten te handhaven, met name voor kwetsbare groepen, door haatzaaiende taal en discriminatie te bestrijden, ook op de werkvloer door middel van een wijziging van de arbeidswetgeving, tegen LGBTQI, leden van de Roma-gemeenschap, mensen met hiv/aids, personen met een beperking en andere minderheden; vraagt Georgië in het bijzonder om de wetgeving inzake de rechten van personen met een handicap in overeenstemming te brengen met het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, dat in 2014 door het land geratificeerd is; verneemt met instemming dat Georgië het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (het Verdrag van Istanbul) heeft geratificeerd en een wet over staatstaal en een nationale strategie voor gelijkheid en integratie heeft aangenomen; roept op tot een snelle tenuitvoerlegging daarvan en de oprichting van een efficiënt monitoringmechanisme;

36.  verzoekt de Georgische overheid om verdere maatregelen te treffen om vrouwen te beschermen tegen alle vormen van geweld, seksueel misbruik en intimidatie op het werk en in openbare ruimten, en om het nog steeds te lage aantal vrouwen in de politiek en op de arbeidsmarkt te verhogen;

37.  vraagt een betere bescherming van de rechten van kinderen, met inbegrip van de preventie van geweld tegen kinderen, en toegang tot onderwijs voor alle kinderen, ook kinderen met een handicap; wijst nogmaals op de verantwoordelijkheid van de Georgische regering om grondig toezicht te houden op de situatie van kinderen in weeshuizen en religieuze wooninstellingen;

38.  herhaalt het belang van vrije en onafhankelijke massamedia, persvrijheid, pluralisme en transparantie van de eigendomssituatie in de media als belangrijke democratische beginselen; stelt met tevredenheid de verbeteringen in Georgië vast die naar voren komen in de door Verslaggevers zonder Grenzen gepubliceerde wereldindex voor persvrijheid 2018; onderstreept de politisering van de media-inhoud; herinnert aan de zaak met betrekking tot de televisiezender Rustavi 2;

Handel en economische samenwerking

39.  is verheugd over de nadruk die gelegd is op het scheppen van banen en op arbeidsrechten met name door de aanneming van de wet over veiligheid op het werk om de dramatische aantallen menselijke slachtoffers van incidenten op het werk effectief aan te pakken; roept het parlement van Georgië op de reikwijdte van de wet te verbreden om uitzonderingen te vermijden; herinnert de Georgische autoriteiten aan de verplichting om de internationale normen voor het arbeidsrecht te eerbiedigen, en benadrukt de behoefte aan een transformatie van het departement voor inspectie van werkomstandigheden tot een volwaardig stelsel voor arbeidsinspectie in te voeren in lijn met IAO-verdragen om de veiligheid op het werk te verbeteren en zwart werk te verminderen; vraagt dat een einde gemaakt wordt aan discriminatie door werkgevers wegens uitoefening van vakbondsrechten; maakt zich zorgen over kinderarbeid en onvoldoende vrijheid van vereniging voor vakbonden; herinnert eraan dat veiligheid op het werk volgens de vereisten van de associatieovereenkomst van cruciaal belang is;

40.  stelt vast dat de EU de grootste handelspartner van Georgië is, bijna een derde van de totale handel vertegenwoordigt, en de belangrijkste donor en grootste bron van buitenlandse directe investeringen is; is verheugd over de tenuitvoerlegging van belangrijke structurele hervormingen gericht op de verbetering van economische en zakelijke omstandigheden, en het maximaliseren van de voordelen die worden geboden door de DCFTA; stelt met tevredenheid vast dat Georgië vooruitgang heeft geboekt bij de aanpassing van zijn wetgeving in handelsgerelateerde gebieden, met inbegrip van sanitaire en fytosanitaire maatregelen, maar vraagt om meer vooruitgang met betrekking tot de voedselveiligheid; beklemtoont het belang van de lopende structurele hervormingen ter verbetering van het investeringsklimaat in Georgië; benadrukt dat de Georgische autoriteiten de gelijkmatige verdeling van de resultaten van de groei van de Georgische economie onder de bevolking moeten waarborgen en de associatieovereenkomst ten uitvoer moeten leggen op een manier die de kmo's ten goede komt;

41.  stelt tevreden vast dat sommige nieuwe producten naar de EU uitgevoerd beginnen te worden, hoewel Georgië nog voornamelijk landbouwproducten en grondstoffen uitvoert; moedigt de Commissie aan om Georgië erbij te helpen vast te stellen welke gebieden voor verdere economische diversificatie kunnen zorgen, en daaraan prioriteit toe te kennen bij de uitvoering van de DCFTA; beveelt echter aan dat Georgië een diversificatiestrategie overweegt ten aanzien van de producten die naar EU-markten worden uitgevoerd;

42.  stelt verheugd vast dat vooruitgang is geboekt op het gebied van openbare aanbestedingen met als plan om tegen 2022 de wetgeving te hebben aangepast; benadrukt het belang van een onafhankelijk en onpartijdig beoordelingsorgaan; dringt erop aan dat de regering van Georgië de transparantie van het openbare aanbestedingsstelsel verbetert, met name door het aantal vrijstellingen van open aanbesteding in de aanbestedingswet te verlagen om het totale volume van directe uitbestedingen zonder concurrentie te verlagen;

43.  is ingenomen met de toetreding van Georgië tot de pan-Euro-mediterrane conventie betreffende oorsprongsregels, waardoor de cumulatie van oorsprong in het kader van de DCFTA mogelijk wordt; spoort Georgië ertoe aan eveneens toe te treden tot de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer;

Energie en andere samenwerkingsgebieden

44.  is verheugd over het lidmaatschap van Georgië van de Energiegemeenschap en de vooruitgang met het oog op de integratie van de energiemarkt van Georgië met die van de EU door middel van convergentie van de regelgeving, in overeenstemming met de associatieovereenkomst en het Energiegemeenschapsverdrag; is ervan overtuigd dat daarmee ook de voorwaarden van een gemeenschappelijke Europese energiemix ter verwezenlijking van de verplichtingen van het Protocol van Parijs inzake de strijd tegen de klimaatverandering, alsook de tiende doelstelling van de agenda voor duurzaamheid 2030 van de Verenigde Naties ter bestrijding van energiearmoede worden ondersteund; dringt er bij de Georgische autoriteiten op aan alle noodzakelijke inspanningen te verrichten om de aanneming van het EU-acquis op energiegebied, alsmede de wetenschappelijke samenwerking en ontwikkeling van vernieuwingen op het gebied van efficiënt energiegebruik en hernieuwbare energie te stimuleren; merkt op dat maatregelen zoals de opname van het Ministerie van Energie in het Ministerie van Economie en Duurzame ontwikkeling genomen moeten worden in nauw overleg met het Georgische parlement;

45.  beveelt aan dat de Georgische overheid een robuuste nationale energiestrategie ontwikkelt, het niveau van de energiesubsidies verlaagt, de energievoorzieningszekerheid en de energieonafhankelijkheid versterkt; moedigt de ontwikkeling van hernieuwbare energie en energie-efficiëntie aan, evenals de aanneming van de noodzakelijke wetgeving, alsmede een aanpassing van het institutionele kader; beveelt versterking van de functies voor energiedoorvoer aan;

46.  benadrukt de noodzaak van verdere tenuitvoerleggingsinspanningen op het gebied van transport en milieu; dringt erop aan dat de Georgische regering een strategie opstelt voor bestrijding van de luchtvervuiling; roept de Georgische autoriteiten op de betrokkenheid van het publiek bij het besluitvormingsproces rond milieuzaken te verhogen en meer informatie over het milieu te delen om de belangstelling onder het publiek te bevorderen;

47.  herinnert eraan dat milieubeheer een belangrijk deel uitmaakt van de vereisten van de associatieovereenkomst; is verheugd over de inwerkingtreding van de nieuwe regels voor milieueffectbeoordeling in overeenstemming met de EU-wetgeving, evenals over de aanneming van het stappenplan voor het klimaatactieplan; verzoekt om verdere aanpassing van het nationaal milieubeleid aan de EU-doelstellingen ter bestrijding van klimaatverandering, in overeenstemming met de Overeenkomst van Parijs van 2015 en, in het bijzonder, om de voltooiing en aanneming van de strategie voor emissiearme ontwikkeling;

48.  merkt op dat Georgië heeft toegezegd multilaterale milieuovereenkomsten in het kader van het hoofdstuk over handel en duurzame ontwikkeling, dat verder moet worden verbeterd, doeltreffend ten uitvoer te leggen;

49.  neemt kennis van het plan van de Georgische overheid om meer waterkrachtcentrales te ontwikkelen; roept de Georgische autoriteiten in verband hiermee op de EU-normen aan te nemen en na te leven bij alle projecten, en met name in de belangrijkste stadia van het besluitvormingsproces een open en transparante procedure te hanteren voor het beoordelen van de impact op het milieu waarbij alle relevante belanghebbenden worden betrokken;

Institutionele bepalingen

50.  is van mening dat het nuttig zou zijn de Georgische autoriteiten te betrekken vanaf het moment van het opstellen van de relevante wetgeving om het proces inclusiever te maken en om de omzettingskosten voor Georgië te verminderen, en verzoekt de Commissie ten volle gebruik te maken van mechanismen voor voorafgaande informatie-uitwisseling;

51.  wijst nogmaals op het voornemen de controle van de tenuitvoerlegging van internationale overeenkomsten met de oostelijke partners van de EU te versterken; dringt er nogmaals bij de Commissie en de EDEO op aan vaker en gedetailleerder schriftelijk verslag uit te brengen aan het Parlement en de Raad over de uitvoering van deze overeenkomsten;

52.  merkt op dat de evaluatie van de uitvoering van de DCFTA sterk gericht is op handelsstromen en handelsbelemmeringen; verzoekt de Commissie om op passende wijze toe te zien op de tenuitvoerlegging van de DCFTA en deze te beoordelen, waarbij bijzondere aandacht moet worden besteed aan de omzetting en tenuitvoerlegging van het acquis, alsmede aan de gevolgen voor de Georgische samenleving, en een openbaar en volledig jaarverslag op te stellen, onder meer over de door de EU verstrekte technische en financiële steun;

53.  vraagt de Raad en de Commissie alle mogelijke hefboomeffecten te blijven benutten om Georgië aan te moedigen en bij te staan in zijn inspanningen om de DCFTA doeltreffend uit te voeren, en brengt in herinnering dat een duurzame tenuitvoerlegging van de DCFTA niet alleen afhankelijk kan zijn van EU-bijstand, maar ook vraagt om een onafhankelijk bestuur aan de Georgische kant, met het oog op een bevordering van de toename van de handelsstromen, een beperking van de bureaucratische lasten en de vereenvoudiging van administratieve procedures; vraagt beide zijden micro-, kleine en middelgrote ondernemingen meer steun te verlenen en technische bijstand te verstrekken. spoort de Commissie ertoe aan na te denken over de oprichting van een steungroep voor Georgië, zoals de steungroep die is opgericht voor Oekraïne;

54.  vraagt de EDEO en de Commissie alle jaarlijkse uitvoeringsverslagen over de associatie op hetzelfde moment te publiceren en tegelijkertijd een vergelijkende evaluatie te publiceren van de voortgang bij de uitvoering van de AO/DCFTA door elk van de associatiepartners ten opzichte van specifieke benchmarks;

55.  is voornemens jaarlijkse verslagen op te stellen over de uitvoering van de associatieovereenkomsten;

o
o   o

56.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, en de regering en het parlement van Georgië.

(1) PB C 294 van 12.8.2016, blz. 31.
(2) PB C 11 van 12.1.2018, blz. 82.
(3) PB C 356 van 4.10.2018, blz. 130.
(4) Aangenomen teksten, P8_TA(2018)0073.
(5) Aangenomen teksten, P8_TA(2018)0266.
(6) "The electoral reforms in three association countries of the Eastern Neighbourhood – Ukraine, Georgia and Moldova", Europees Parlement, 26 oktober 2017.
(7) "Association agreements between the EU and Moldova, Georgia and Ukraine", Europees Parlement, 28 juni 2018.
(8) "The Development of an Institutional Framework for the Implementation of the Association Agreements in Georgia, Moldova and Ukraine: a comparative perspective", Europees Parlement, september 2018.

Laatst bijgewerkt op: 6 februari 2020Juridische mededeling - Privacybeleid