Besluit van het Europees Parlement van 29 november 2018 over de voordracht voor de benoeming van de voorzitter van de raad van toezicht van de Europese Centrale Bank (N8-0120/2018 – C8-0466/2018 – 2018/0905(NLE))
(Goedkeuring)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Europese Centrale Bank van 7 november 2018 tot benoeming van de voorzitter van de raad van toezicht van de Europese Centrale Bank (C8-0466/2018),
– gezien artikel 26, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013, waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen(1),
– gezien het Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement en de Europese Centrale Bank over de praktische regelingen in verband met de uitoefening van democratische verantwoordingsplicht en toezicht op de uitoefening van de taken die in het kader van het gemeenschappelijk toezichtmechanisme aan de Europese Centrale Bank zijn opgedragen(2),
– gezien artikel 122 bis van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken (A8-0380/2018),
A. overwegende dat in artikel 26, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad is bepaald dat de Europese Centrale Bank haar voorstel tot benoeming van de voorzitter van de raad van toezicht aan het Europees Parlement voorlegt en dat de voorzitter op basis van een open selectieprocedure wordt gekozen uit een voordracht van personen met een erkende kwalificatie en ervaring in het bankwezen en financiële aangelegenheden, die geen lid zijn van de raad van bestuur;
B. overwegende dat in artikel 26, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad is bepaald dat bij benoemingen voor de raad van toezicht overeenkomstig die verordening de beginselen van genderevenwicht, ervaring en kwalificaties moeten worden nageleefd;
C. overwegende dat de Europese Centrale Bank in een brief d.d. 7 november 2018 aan het Parlement heeft voorgesteld Andrea Enria te benoemen als voorzitter van de raad van toezicht;
D. overwegende dat de Commissie economische en monetaire zaken van het Parlement vervolgens de kwalificaties van de voorgedragen kandidaat heeft onderzocht, met name tegen de achtergrond van de eisen in artikel 26, leden 2 en 3, van Verordening (EU) nr. 1024/2013; overwegende dat de commissie met het oog op dit onderzoek een curriculum vitae van de voorgedragen kandidaat heeft ontvangen;
E. overwegende dat de commissie de voorgedragen kandidaat op 20 november 2018 heeft gehoord, waarbij hij een openingsverklaring heeft afgelegd en vervolgens vragen van de commissieleden heeft beantwoord;
1. stemt in met het voorstel van de Europese Centrale Bank om Andrea Enria te benoemen tot voorzitter van de raad van toezicht van de Europese Centrale Bank;
2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de Europese Centrale Bank, de Raad, alsmede aan de regeringen van de lidstaten.