Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2017/0245(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A8-0356/2018

Ingediende teksten :

A8-0356/2018

Debatten :

Stemmingen :

PV 29/11/2018 - 8.7
CRE 29/11/2018 - 8.7
PV 04/04/2019 - 6.24
CRE 04/04/2019 - 6.24

Aangenomen teksten :

P8_TA(2018)0472
P8_TA(2019)0356

Aangenomen teksten
PDF 197kWORD 67k
Donderdag 29 november 2018 - Brussel
Tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen ***I
P8_TA(2018)0472A8-0356/2018

Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 29 november 2018 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2016/399 wat betreft de regels die van toepassing zijn op de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen (COM(2017)0571 – C8-0326/2017 – 2017/0245(COD))(1)

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Door de Commissie voorgestelde tekst   Amendement
Amendement 1
Voorstel voor een verordening
Overweging -1 (nieuw)
(-1)  De totstandbrenging van een ruimte waarin het vrije verkeer van personen over binnengrenzen is gegarandeerd, is een van de belangrijkste verwezenlijkingen van de Unie. Het waarborgen van de normale werking en het versterken van die ruimte, die is gebaseerd op vertrouwen en solidariteit, moet een gezamenlijke doelstelling zijn van de Unie en de lidstaten die zich ertoe hebben verbonden eraan deel te nemen. Daarnaast is het noodzakelijk om, wanneer zich een situatie voordoet die een ernstige bedreiging vormt voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid in die ruimte of in delen daarvan, gezamenlijk op te treden, door in uitzonderlijke omstandigheden en als uiterste maatregel tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen toe te staan, en de samenwerking tussen de betrokken lidstaten te versterken.
Amendement 2
Voorstel voor een verordening
Overweging 1
(1)  In een ruimte van vrij verkeer van personen moet de herinvoering van grenstoezicht aan de binnengrenzen een uitzondering blijven. Binnengrenstoezicht mag alleen opnieuw worden ingevoerd als uiterste middel, voor een beperkte termijn en voor zover dat toezicht noodzakelijk is en evenredig met de vastgestelde ernstige bedreigingen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid.
(1)  In een ruimte van vrij verkeer van personen moet de herinvoering van grenstoezicht aan de binnengrenzen een uitzondering blijven. Aangezien de tijdelijke herinvoering van binnengrenstoezicht gevolgen heeft voor het vrije verkeer van personen, mag herinvoering alleen plaatsvinden als uiterste middel, voor een beperkte termijn en voor zover dat toezicht noodzakelijk is en evenredig met de vastgestelde ernstige bedreigingen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid. Een dergelijke maatregel moet worden ingetrokken zodra de redenen die hebben geleid tot de vaststelling ervan wegvallen.
Amendement 3
Voorstel voor een verordening
Overweging 1 bis (nieuw)
(1 bis)  Migratie en het overschrijden van buitengrenzen door een groot aantal onderdanen van derde landen moet niet per definitie worden gezien als een bedreiging van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid.
Amendement 4
Voorstel voor een verordening
Overweging 2
(2)  De vastgestelde ernstige bedreigingen kunnen met verschillende maatregelen worden aangepakt, naargelang hun aard en omvang. De lidstaten beschikken ook over politiebevoegdheid, zoals bedoeld in artikel 23 van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode)8, die onder bepaalde voorwaarden in de grensgebieden kan worden uitgeoefend. De aanbeveling van de Commissie inzake evenredige politiecontroles en politiële samenwerking in het Schengengebied9 biedt de lidstaten richtsnoeren op dat gebied.
(2)  De vastgestelde ernstige bedreigingen kunnen met verschillende maatregelen worden aangepakt, naargelang hun aard en omvang. Hoewel het duidelijk is dat politiebevoegdheid een ander karakter heeft en andere doelstellingen dient dan grenstoezicht, beschikken de lidstaten ook over politiebevoegdheid, zoals bedoeld in artikel 23 van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode)8, die onder bepaalde voorwaarden in de grensgebieden kan worden uitgeoefend. De aanbeveling van de Commissie inzake evenredige politiecontroles en politiële samenwerking in het Schengengebied9 biedt de lidstaten richtsnoeren op dat gebied.
__________________
__________________
8 PB L 77 van 23.3.2016, blz. 1.
8 PB L 77 van 23.3.2016, blz. 1.
9 C(2017)3349 van 12.5.2017.
9 C(2017)3349 van 12.5.2017.
Amendement 5
Voorstel voor een verordening
Overweging 2 bis (nieuw)
(2 bis)  De lidstaten moeten voorrang geven aan alternatieve maatregelen voordat zij overgaan tot herinvoering van grenstoezicht aan de binnengrenzen. Met name moet de betrokken lidstaat op basis van een risicobeoordeling, wanneer dit noodzakelijk en gerechtvaardigd is, overwegen om op zijn grondgebied, met inbegrip van grensgebieden en belangrijke vervoersverbindingen, doeltreffender of intensiever politiecontroles uit te voeren, en daarbij ervoor zorgen dat deze politiecontroles geen grenstoezicht tot doel hebben. Moderne technologieën kunnen helpen bij het aanpakken van bedreigingen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid. De lidstaten moeten beoordelen of de situatie op passende wijze kan worden aangepakt door middel van intensievere grensoverschrijdende samenwerking, zowel vanuit operationeel oogpunt als wat betreft de informatie-uitwisseling tussen de politie en inlichtingendiensten.
Amendement 6
Voorstel voor een verordening
Overweging 4
(4)  De ervaring heeft echter uitgewezen dat bepaalde ernstige bedreigingen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid, zoals grensoverschrijdende terroristische dreigingen of specifieke gevallen van secundaire bewegingen van irreguliere migranten in de Unie, die de herinvoering van grenstoezicht rechtvaardigden, ook lang na het verstrijken van bovengenoemde termijn kunnen blijven bestaan. Het is derhalve nodig en gerechtvaardigd om de voor de tijdelijke herinvoering van grenstoezicht geldende termijnen aan de huidige behoeften aan te passen, en er tegelijkertijd voor te zorgen dat deze maatregel niet wordt misbruikt en een uitzondering blijft, die alleen als uiterste middel kan worden gebruikt. Daartoe moet de algemene termijn die op grond van artikel 25 van de Schengengrenscode van toepassing is, worden verlengd tot een jaar.
(4)  De ervaring heeft echter uitgewezen dat het zelden nodig is opnieuw grenstoezicht aan de binnengrenzen in te voeren voor een periode van meer dan twee maanden. Slechts in uitzonderlijke omstandigheden kan het voorkomen dat bepaalde ernstige bedreigingen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid blijven bestaan na het verstrijken van de maximumtermijn van zes maanden die momenteel voor herinvoering van grenstoezicht aan de binnengrenzen is toegestaan. Het is derhalve noodzakelijk om de voor de tijdelijke herinvoering van grenstoezicht geldende termijnen aan te passen, en er tegelijkertijd voor te zorgen dat deze maatregel niet wordt misbruikt en een uitzondering blijft, die alleen als uiterste middel kan worden gebruikt.
Amendement 7
Voorstel voor een verordening
Overweging 4 bis (nieuw)
(4 bis)  Elke afwijking van het grondbeginsel van het vrije verkeer van personen moet restrictief worden opgevat en het begrip openbare orde veronderstelt dat er sprake is van een werkelijke, actuele en voldoende ernstige bedreiging die een fundamenteel belang van de samenleving aantast.
Amendement 8
Voorstel voor een verordening
Overweging 5
(5)  Om te waarborgen dat het binnengrenstoezicht een uitzondering blijft, moeten de lidstaten een risicobeoordeling betreffende de voorgenomen herinvoering van grenstoezicht of de verlenging daarvan overleggen. Bij de risicobeoordeling moet in het bijzonder worden nagegaan hoelang de vastgestelde bedreiging naar verwachting zal blijven bestaan en welke delen van de binnengrenzen worden getroffen, moet worden aangetoond dat de verlenging van het toezicht een uiterste middel is en moet worden uitgelegd hoe grenstoezicht de vastgestelde bedreiging zou helpen aanpakken. Ingeval het grenstoezicht langer dan zes maanden duurt, moet in de risicobeoordeling ook retrospectief de doeltreffendheid van het opnieuw ingevoerde grenstoezicht voor de aanpak van de vastgestelde bedreiging worden aangetoond en in detail worden uitgelegd hoe met elke door dergelijke verlenging getroffen aangrenzende lidstaat werd overlegd en hoe deze lidstaten zijn betrokken bij het bepalen van de minst belastende operationele regelingen.
(5)  Om te waarborgen dat het binnengrenstoezicht alleen als uiterste middel wordt heringevoerd en een uitzondering blijft, moeten de lidstaten een risicobeoordeling betreffende de voorgenomen verlenging van het grenstoezicht voor meer dan twee maanden overleggen. Bij de risicobeoordeling moet in het bijzonder worden nagegaan hoelang de vastgestelde bedreiging naar verwachting zal blijven bestaan en welke delen van de binnengrenzen worden getroffen, moet worden aangetoond dat de verlenging van het toezicht een uiterste middel is, met name door aan te tonen dat alternatieve maatregelen onvoldoende zijn gebleken of onvoldoende worden geacht, en moet worden uitgelegd hoe grenstoezicht de vastgestelde bedreiging zou helpen aanpakken. In de risicobeoordeling moeten ook retrospectief de efficiëntie en de doeltreffendheid van het opnieuw ingevoerde grenstoezicht voor de aanpak van de vastgestelde bedreiging worden aangetoond en in detail worden uitgelegd hoe met elke door dergelijke verlenging getroffen aangrenzende lidstaat werd overlegd en hoe deze lidstaten zijn betrokken bij het bepalen van de minst belastende operationele regelingen. De lidstaten moeten de mogelijkheid houden om waar nodig alle verstrekte informatie of delen daarvan te rubriceren.
Amendement 9
Voorstel voor een verordening
Overweging 5 bis (nieuw)
(5 bis)   Wanneer herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen wordt voorgesteld in verband met specifieke geplande evenementen van uitzonderlijke aard en duur, zoals sportevenementen, moet de periode van herinvoering van dit toezicht zeer nauwkeurig worden omschreven, afgebakend zijn, en gekoppeld zijn aan de werkelijke duur van het evenement.
Amendement 10
Voorstel voor een verordening
Overweging 6
(6)  De kwaliteit van de door de lidstaat overgelegde risicobeoordeling zal van groot belang zijn voor de beoordeling van de noodzaak en de evenredigheid van de voorgenomen herinvoering of verlenging van het grenstoezicht. Het Europees Grens- en kustwachtagentschap en Europol moeten bij deze beoordeling worden betrokken.
(6)  De kwaliteit van de door de lidstaat overgelegde risicobeoordeling zal van groot belang zijn voor de beoordeling van de noodzaak en de evenredigheid van de voorgenomen herinvoering of verlenging van het grenstoezicht. Het Europees Grens- en kustwachtagentschap, Europol, het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken, het Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht en het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten moeten bij deze beoordeling worden betrokken.
Amendement 11
Voorstel voor een verordening
Overweging 7
(7)  De bevoegdheid van de Commissie om overeenkomstig artikel 27, lid 4, van de Schengengrenscode advies uit te brengen, moet worden gewijzigd om rekening te houden met de nieuwe verplichtingen voor de lidstaten in verband met de risicobeoordeling, inclusief de samenwerking met de betrokken lidstaten. Wanneer het grenstoezicht aan de binnengrenzen langer dan zes maanden duurt, dient de Commissie verplicht advies uit te brengen. Ook de in artikel 27, lid 5, van de Schengengrenscode bedoelde overlegprocedure moet worden gewijzigd om rekening te houden met de rol van de agentschappen (Europees Grens- en kustwachtagentschap en Europol), met de klemtoon op de praktische uitvoering van diverse aspecten van de samenwerking tussen de lidstaten, met inbegrip van, in voorkomend geval, de coördinatie van verschillende maatregelen aan beide zijden van de grens.
(7)  De in artikel 27, lid 5, van de Schengengrenscode bedoelde overlegprocedure moet worden gewijzigd om rekening te houden met de rol van de agentschappen van de Unie, met de klemtoon op de praktische uitvoering van diverse aspecten van de samenwerking tussen de lidstaten.
Amendement 12
Voorstel voor een verordening
Overweging 8
(8)  Om de herziene regels beter af te stemmen op de uitdagingen in verband met aanhoudende ernstige bedreigingen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid, moet een specifieke mogelijkheid worden geboden tot verlenging van het grenstoezicht aan de binnengrenzen voor meer dan één jaar. Samen met een dergelijke verlenging moeten ook op het grondgebied vergelijkbare uitzonderlijke nationale maatregelen worden getroffen, zoals de afkondiging van de noodtoestand. In elk geval mag een dergelijke mogelijkheid niet leiden tot een verdere verlenging van het tijdelijke toezicht aan de binnengrenzen tot meer dan twee jaar.
(8)  Om de herziene regels beter af te stemmen op de uitdagingen in verband met aanhoudende ernstige bedreigingen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid, moet een specifieke mogelijkheid worden geboden tot verlenging, bij wijze van uitzondering, van het grenstoezicht aan de binnengrenzen voor meer dan zes maanden. Samen met een dergelijke verlenging moeten ook op het grondgebied vergelijkbare uitzonderlijke nationale maatregelen worden getroffen, zoals de afkondiging van de noodtoestand. In elk geval mag een dergelijke mogelijkheid niet leiden tot een verdere verlenging van het tijdelijke toezicht aan de binnengrenzen tot meer dan één jaar.
Amendement 13
Voorstel voor een verordening
Overweging 8 bis (nieuw)
(8 bis)   De noodzaak en evenredigheid van de herinvoering van binnengrenstoezicht dient te worden afgewogen tegen de bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid die tot deze herinvoering noopt; dit geldt ook voor andere maatregelen die op nationaal of Unieniveau of op beide niveaus zouden kunnen worden getroffen, en de gevolgen van dergelijk toezicht voor het vrije verkeer van personen binnen de ruimte zonder binnengrenstoezicht dienen in de afweging te worden meegewogen.
Amendement 14
Voorstel voor een verordening
Overweging 9
(9)  De verwijzing naar artikel 29 in artikel 25, lid 4, moet worden gewijzigd met het oog op de verduidelijking van de verhouding tussen de termijnen die van toepassing zijn op grond van artikel 29 en artikel 25 van de Schengengrenscode.
Schrappen
Amendement 15
Voorstel voor een verordening
Overweging 10
(10)  De mogelijkheid om tijdelijk binnengrenstoezicht uit te oefenen als reactie op een specifieke bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid die langer dan een jaar aanhoudt, moet aan een specifieke procedure worden onderworpen.
(10)  De mogelijkheid om tijdelijk binnengrenstoezicht uit te oefenen als reactie op een specifieke bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid die langer dan zes maanden aanhoudt, moet aan een specifieke procedure worden onderworpen, waaraan een aanbeveling van de Raad ten grondslag moet liggen.
Amendement 16
Voorstel voor een verordening
Overweging 11
(11)  Daartoe moet de Commissie advies uitbrengen over de noodzaak en de evenredigheid van een dergelijke verlenging en, in voorkomend geval, over de samenwerking met de aangrenzende lidstaten.
(11)  Daartoe moet de Commissie advies uitbrengen over de noodzaak en de evenredigheid van een dergelijke verlenging. Het Europees Parlement moet onverwijld van de voorgestelde verlenging in kennis worden gesteld. De betrokken lidstaten moeten de mogelijkheid krijgen om bij de Commissie opmerkingen in te dienen, alvorens zij haar advies uitbrengt.
Amendement 17
Voorstel voor een verordening
Overweging 13
(13)  De Raad kan, rekening houdend met het advies van de Commissie, een dergelijke buitengewone verdere verlenging aanbevelen en, in voorkomend geval, de voorwaarden voor samenwerking tussen de betrokken lidstaten bepalen, om ervoor te zorgen dat het om een uitzonderlijke maatregel gaat, die slechts zo lang blijft gelden als nodig en gerechtvaardigd is, en consistent is met de maatregelen die ook op het nationale grondgebied zijn getroffen om dezelfde specifieke bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid aan te pakken. De aanbeveling van de Raad moet een voorwaarde zijn voor elke verdere verlenging na de periode van een jaar en dus van dezelfde aard zijn als die waarin artikel 29 reeds voorziet.
(13)  De Raad kan, rekening houdend met het advies van de Commissie, een dergelijke buitengewone verdere verlenging aanbevelen en, in voorkomend geval, de voorwaarden voor samenwerking tussen de betrokken lidstaten vaststellen, om ervoor te zorgen dat het om een uitzonderlijke maatregel gaat, die slechts zo lang blijft gelden als nodig en gerechtvaardigd is, en consistent is met de maatregelen die ook op het nationale grondgebied zijn getroffen om dezelfde specifieke bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid aan te pakken. De aanbeveling van de Raad moet een voorwaarde zijn voor elke verdere verlenging na de periode van zes maanden. De aanbeveling van de Raad moet onverwijld aan het Europees Parlement worden toegezonden.
Amendement 18
Voorstel voor een verordening
Overweging 13 bis (nieuw)
(13 bis)  Maatregelen die in het kader van de specifieke procedure worden genomen wanneer de algemene werking van de ruimte zonder binnengrenstoezicht in gevaar is als gevolg van uitzonderlijke omstandigheden, mogen niet worden verlengd op grond van of gecombineerd met maatregelen die worden genomen in het kader van een andere procedure voor de herinvoering of verlenging van binnengrenstoezicht uit hoofde van Verordening (EU) 2016/399.
Amendement 19
Voorstel voor een verordening
Overweging 13 ter (nieuw)
(13 ter)  Indien de Commissie van oordeel is dat een lidstaat een van de krachtens de Verdragen op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen, moet de Commissie, als hoedster van de Verdragen toeziend op de toepassing van het Unierecht, overeenkomstig artikel 258 passende maatregelen nemen. Een van de maatregelen die zij kan nemen is de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.
Amendement 20
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 1
Verordening (EU) 2016/399
Artikel 25 – lid 1
1.  Indien zich in de ruimte zonder binnengrenstoezicht een ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid van een lidstaat voordoet, kan die lidstaat bij wijze van uitzondering aan alle of bepaalde delen van zijn binnengrenzen grenstoezicht herinvoeren, gedurende een beperkte periode van ten hoogste dertig dagen, dan wel voor de voorzienbare duur van de ernstige bedreiging, indien deze langer is dan dertig dagen, maar niet langer dan zes maanden. De omvang en de duur van het tijdelijk heringevoerde grenstoezicht aan de binnengrenzen blijven beperkt tot hetgeen strikt noodzakelijk is om op de ernstige bedreiging te kunnen reageren.
1.  Indien zich in de ruimte zonder binnengrenstoezicht een ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid van een lidstaat voordoet, kan die lidstaat bij wijze van uitzondering aan alle of bepaalde delen van zijn binnengrenzen grenstoezicht herinvoeren als uiterste middel. De omvang en de duur van het tijdelijk heringevoerde grenstoezicht aan de binnengrenzen blijven beperkt tot hetgeen strikt noodzakelijk is om op de ernstige bedreiging te kunnen reageren.
Amendement 21
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 1
Verordening (EU) 2016/399
Artikel 25 – lid 2
2.  Het grenstoezicht aan de binnengrenzen wordt slechts als uiterste middel en in overeenstemming met de artikelen 27, 27 bis, 28 en 29 heringevoerd. Wanneer wordt overwogen het grenstoezicht aan de binnengrenzen krachtens respectievelijk artikel 27, 27 bis, 28 of 29 opnieuw in te voeren, wordt in elk geval rekening gehouden met de in artikel 26, respectievelijk artikel 30 bedoelde criteria.
Schrappen
Amendementen 22 en 52
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 1
Verordening (EU) 2016/399
Artikel 25 – lid 3
3.  Indien de ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid in de betrokken lidstaat langer duurt dan de in lid 1 bedoelde periode, kan die lidstaat, rekening houdend met de in artikel 26 vermelde criteria en overeenkomstig artikel 27, het grenstoezicht aan zijn binnengrenzen op de in lid 1 genoemde gronden, en rekening houdend met nieuwe elementen, verlengen met hernieuwbare perioden die overeenstemmen met de voorzienbare duur van de ernstige bedreiging en niet langer zijn dan zes maanden.
Schrappen
Amendement 23
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 1
Verordening (EU) 2016/399
Artikel 25 – lid 4
4.  De totale periode gedurende welke het grenstoezicht aan de binnengrenzen opnieuw wordt ingevoerd, duurt met inbegrip van de verlengingen overeenkomstig lid 3 niet langer dan een jaar.
Schrappen
In de in artikel 27 bis bedoelde uitzonderlijke gevallen kan die totale periode overeenkomstig dat artikel verder worden verlengd met maximaal twee jaar.
In de in artikel 29 bedoelde uitzonderlijke omstandigheden kan de totale periode overeenkomstig lid 1 van dat artikel worden verlengd met maximaal twee jaar."
Amendement 24
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 bis (nieuw)
Verordening (EU) 2016/399
Artikel 26
(1 bis)  Artikel 26 wordt vervangen door:
Artikel 26
"Artikel 26
Criteria voor de tijdelijke herinvoering van grenstoezicht aan de binnengrenzen
Criteria voor de tijdelijke herinvoering van grenstoezicht aan de binnengrenzen
Indien een lidstaat besluit tot tijdelijke herinvoering, als uiterste middel, van het grenstoezicht aan een of meer binnengrenzen of delen daarvan, of tot verlenging van dergelijke herinvoering, overeenkomstig artikel 25 of artikel 28, lid 1, beoordeelt de lidstaat in hoeverre een dergelijke maatregel de bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid voldoende kan verhelpen, en of de maatregel tot die bedreiging in verhouding staat. Bij een dergelijke beoordeling houdt de lidstaat in het bijzonder rekening met het volgende:
Voordat een lidstaat besluit tot tijdelijke herinvoering, als uiterste middel, van het grenstoezicht aan een of meer binnengrenzen of delen daarvan, of tot verlenging van een dergelijke tijdelijke herinvoering, beoordeelt de lidstaat:
a)  of de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen de bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid voldoende kan verhelpen;
b)  of andere maatregelen dan de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen, zoals nauwere grensoverschrijdende politiële samenwerking of intensievere politiecontroles, de bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid voldoende kunnen verhelpen;
c)  of de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen tot die bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid in verhouding staat, in het bijzonder rekening houdend met:
a)   de verwachte gevolgen van de bedreigingen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid, met name in geval van terroristische incidenten of bedreigingen, waaronder die welke uitgaan van georganiseerde criminaliteit;
i)   de verwachte gevolgen van de bedreigingen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid, met name in geval van terroristische incidenten of bedreigingen, waaronder die welke uitgaan van georganiseerde criminaliteit; en
b)   de verwachte gevolgen van de maatregel op het vrije verkeer van personen in de ruimte zonder binnengrenstoezicht.
ii)   de verwachte gevolgen van de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen op het vrije verkeer van personen in de ruimte zonder binnengrenstoezicht.
Wanneer een lidstaat op grond van de eerste alinea, onder a), van oordeel is dat de tijdelijke herinvoering van grenstoezicht aan de binnengrenzen de bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid niet voldoende kan verhelpen, gaat hij niet over tot herinvoering van binnengrenstoezicht.
Wanneer een lidstaat op grond van de eerste alinea, onder b), van oordeel is dat andere maatregelen dan de tijdelijke herinvoering van binnengrenstoezicht de bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid voldoende kunnen verhelpen, gaat hij niet over tot herinvoering of verlenging van binnengrenstoezicht en neemt hij die andere maatregelen.
Wanneer een lidstaat op grond van de eerste alinea, onder c), van oordeel is dat de voorgenomen herinvoering van grenstoezicht aan de binnengrenzen niet in verhouding staat tot de bedreiging, gaat hij niet over tot herinvoering of verlenging van binnengrenstoezicht."
Amendement 25
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – punt -i (nieuw)
Verordening (EU) 2016/399
Artikel 27 – titel
-i)  de titel wordt vervangen door:
Procedure voor de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen op grond van artikel 25
"Procedure voor de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen in geval van een voorzienbare ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid"
Amendement 26
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – punt -i bis (nieuw)
Verordening (EU) 2016/399
Artikel 27 – lid -1 (nieuw)
-i bis)  in artikel 27 wordt vóór lid 1 het volgende lid ingevoegd:
"-1. Indien zich in de ruimte zonder binnengrenstoezicht een ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid van een lidstaat voordoet, kan die lidstaat bij wijze van uiterste middel en overeenkomstig de criteria van artikel 26 aan alle of bepaalde delen van zijn binnengrenzen grenstoezicht herinvoeren, gedurende een beperkte periode van ten hoogste dertig dagen dan wel, indien de ernstige bedreiging de termijn van dertig dagen overschrijdt, voor de voorzienbare duur van de ernstige bedreiging, maar in geen geval voor een langere periode dan twee maanden."
Amendement 27
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – punt -i ter (nieuw)
Verordening (EU) 2016/399
Artikel 27 – lid 1 – inleidende formule
-i ter)  in lid 1 wordt de aanhef vervangen door:
1.  Een lidstaat die overweegt op grond van artikel 25 het grenstoezicht aan de binnengrenzen opnieuw in te voeren, stelt uiterlijk vier weken vóór de geplande herinvoering, of eerder, indien de tot herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen nopende omstandigheden minder dan vier weken vóór de geplande herinvoering bekend worden, de andere lidstaten en de Commissie hiervan in kennis. Daartoe verstrekt hij de volgende informatie:
"1. Voor de toepassing van lid -1 stelt de betrokken lidstaat uiterlijk vier weken vóór de geplande herinvoering, of eerder, indien de tot herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen nopende omstandigheden minder dan vier weken vóór de geplande herinvoering bekend worden, de andere lidstaten en de Commissie hiervan in kennis. Daartoe verstrekt hij de volgende informatie:"
Amendementen 28 en 57
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – punt i
Verordening (EU) 2016/399
Artikel 27 – lid 1 – letter a bis
(i)  aan lid 1 wordt een nieuwe letter a bis) toegevoegd, die als volgt luidt:
Schrappen
a bis)  een risicobeoordeling waarin wordt nagegaan hoelang de vastgestelde bedreiging naar verwachting zal blijven bestaan en welke delen van de binnengrenzen worden getroffen, wordt aangetoond dat de verlenging van het toezicht een uiterste middel is en wordt uitgelegd hoe grenstoezicht de vastgestelde bedreiging zou helpen aanpakken. Wanneer het grenstoezicht aan de binnengrenzen reeds voor meer dan zes maanden is heringevoerd, wordt in de risicobeoordeling ook uitgelegd hoe de vorige herinvoering van grenstoezicht heeft bijgedragen tot het verhelpen van de vastgestelde bedreiging.
De risicobeoordeling bevat ook een gedetailleerd verslag van de coördinatie tussen de betrokken lidstaat en de lidstaat of lidstaten waarmee hij binnengrenzen deelt waaraan grenstoezicht is uitgeoefend.
De Commissie deelt de risicobeoordeling met het Europees Grens- en kustwachtagentschap en Europol, naargelang het geval.
Amendement 29
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – punt i bis (nieuw)
Verordening (EU) 2016/399
Artikel 27 – lid 1 – letter a ter (nieuw)
i bis)  In lid 1 wordt het volgende punt a ter) ingevoegd:
"a ter) elke andere maatregel dan de voorgestelde herinvoering van grenstoezicht die door de lidstaat is genomen of wordt overwogen om de bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid het hoofd te bieden, alsmede de onderbouwde redenen waarom alternatieve maatregelen zoals nauwere grensoverschrijdende politiële samenwerking of intensievere politiecontroles ontoereikend werden geacht;"
Amendement 30
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – punt ii
Verordening (EU) 2016/399
Artikel 27 – lid 1 – letter e
e)  in voorkomend geval, de maatregelen die de andere lidstaten zouden moeten treffen, zoals overeengekomen vóór de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen.
e)  in voorkomend geval, de maatregelen die de andere lidstaten zouden moeten treffen, zoals overeengekomen vóór de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de desbetreffende binnengrenzen.
Amendement 31
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – punt iii
Verordening (EU) 2016/399
Artikel 27 – lid 1 – laatste zin
Indien nodig kan de Commissie de betrokken lidstaat of lidstaten om aanvullende informatie verzoeken, onder meer over de samenwerking met de lidstaten die door de voorgenomen verlenging van het grenstoezicht aan de binnengrenzen worden getroffen, alsook om aanvullende informatie die nodig is om na te gaan of de maatregel een uiterste middel is.
Indien nodig kan de Commissie de betrokken lidstaat of lidstaten om aanvullende informatie verzoeken, onder meer over de samenwerking met de lidstaten die door de voorgenomen herinvoering of verlenging van het grenstoezicht aan de binnengrenzen worden getroffen, alsook om aanvullende informatie die nodig is om na te gaan of de maatregel een uiterste middel is.
Amendement 32
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – punt iii bis (nieuw)
Verordening (EU) 2016/399
Artikel 27 – lid 1 bis (nieuw)
iii bis)  het volgende lid 1 bis wordt ingevoegd:
"1 bis. Indien de ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid in de betrokken lidstaat langer duurt dan twee maanden, kan die lidstaat, rekening houdend met de in artikel 26 vermelde criteria, het grenstoezicht aan zijn binnengrenzen op de in lid -1 genoemde gronden, en rekening houdend met nieuwe elementen, verlengen met een periode die overeenstemt met de voorzienbare duur van de ernstige bedreiging en in geen geval langer is dan vier maanden. De betrokken lidstaat stelt de overige lidstaten en de Commissie binnen de in lid 1 genoemde termijn in kennis."
Amendement 33
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – punt iii ter (nieuw)
Verordening (EU) 2016/399
Artikel 27 – lid 1 ter (nieuw)
iii ter)  het volgende lid 1 ter wordt ingevoegd:
"1 ter. Voor de toepassing van lid 1 bis verstrekt de betrokken lidstaat, naast de uit hoofde van lid 1 verstrekte informatie, een risicobeoordeling waarin:
i)  wordt nagegaan hoelang de vastgestelde bedreiging naar verwachting zal blijven bestaan en welk deel van zijn binnengrenzen is getroffen;
ii)  de alternatieve acties en maatregelen worden geschetst die eerder zijn getroffen om de vastgestelde bedreiging aan te pakken;
iii)  wordt uitgelegd waarom de onder ii) bedoelde alternatieve acties of maatregelen de bedreiging onvoldoende hebben verholpen;
iv)  wordt aangetoond dat de verlenging van het grenstoezicht een uiterste middel is; en
v)  wordt uitgelegd hoe grenstoezicht de vastgestelde bedreiging beter zou helpen aanpakken.
De in de eerste alinea bedoelde risicobeoordeling bevat ook een gedetailleerd verslag van de samenwerking tussen de betrokken lidstaat en de lidstaat of lidstaten die rechtstreeks door de herinvoering van het grenstoezicht worden geraakt, met inbegrip van de lidstaten waarmee de betrokken lidstaat binnengrenzen deelt waaraan grenstoezicht wordt uitgeoefend.
De Commissie deelt de risicobeoordeling met het agentschap en Europol en kan hen in voorkomend geval verzoeken zich daarover uit te spreken.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 37 gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde deze verordening aan te vullen door de methode voor de risicobeoordeling vast te stellen."
Amendement 34
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – punt iii quater (nieuw)
Verordening (EU) 2016/399
Artikel 27 – lid 2
iii quater)  lid 2 wordt vervangen door:
2.  De in lid 1 bedoelde informatie wordt ingediend bij het Europees Parlement en de Raad op hetzelfde moment als waarop zij overeenkomstig dat lid ter kennis van de andere lidstaten en de Commissie wordt gebracht.
2.  De in de leden 1 en 1 ter bedoelde informatie wordt ingediend bij het Europees Parlement en de Raad op hetzelfde moment als waarop zij overeenkomstig die leden ter kennis van de andere lidstaten en de Commissie wordt gebracht.
Amendement 35
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – punt iii quinquies (nieuw)
Verordening (EU) 2016/399
Artikel 27 – lid 3
iii quinquies)  lid 3 wordt vervangen door:
3.  Lidstaten die overeenkomstig lid 1 een kennisgeving doen, kunnen, indien nodig en in overeenstemming met het nationale recht, besluiten de informatie gedeeltelijk te rubriceren. Die rubricering van informatie verhindert niet dat de Commissie informatie ter beschikking van het Europees Parlement stelt. De toezending en behandeling van informatie en documenten die uit hoofde van dit artikel aan het Europees Parlement zijn toegezonden, voldoen aan de regels voor het doorsturen en behandelen van gerubriceerde gegevens die tussen het Europees Parlement en de Commissie van toepassing zijn.
"3. Lidstaten die kennisgeving doen, kunnen, indien nodig en in overeenstemming met het nationale recht, alle in de leden 1 en 1 ter bedoelde informatie of delen daarvan rubriceren. Die rubricering verhindert niet dat andere lidstaten die door de tijdelijke herinvoering van de grenscontroles aan de binnengrenzen worden geraakt, via passende en veilige kanalen voor politiële samenwerking toegang hebben tot informatie, en verhindert niet dat de Commissie informatie ter beschikking stelt aan het Europees Parlement. De toezending en behandeling van informatie en documenten die uit hoofde van dit artikel aan het Europees Parlement zijn toegezonden, voldoen aan de regels voor het doorsturen en behandelen van gerubriceerde gegevens die tussen het Europees Parlement en de Commissie van toepassing zijn."
Amendement 36
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – punt iv
Verordening (EU) 2016/399
Artikel 27 – lid 4 – alinea 1
Na de kennisgeving door de betrokken lidstaat op grond van lid 1 en met het oog op het in lid 5 bedoelde overleg, kan de Commissie of een andere lidstaat, onverminderd artikel 72 VWEU, advies uitbrengen.
Na de kennisgeving door de betrokken lidstaat op grond van de leden 1 en 1 bis en met het oog op het in lid 5 bedoelde overleg, kan de Commissie of een andere lidstaat, onverminderd artikel 72 VWEU, advies uitbrengen.
Amendement 37
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – punt iv
Verordening (EU) 2016/399
Artikel 27 – lid 4 – alinea 2
Indien de Commissie betwijfelt of de geplande herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen noodzakelijk dan wel evenredig is, of indien zij overleg over bepaalde aspecten van de kennisgeving wenselijk acht, brengt zij een advies in die zin uit.
Indien de Commissie op basis van de informatie in de kennisgeving of van aanvullende informatie die zij heeft ontvangen, betwijfelt of de geplande herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen noodzakelijk dan wel evenredig is, of indien zij overleg over een bepaald aspect van de kennisgeving wenselijk acht, brengt zij onverwijld een advies in die zin uit.
Amendement 38
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – punt iv
Verordening (EU) 2016/399
Artikel 27 – lid 4 – alinea 3
Wanneer het grenstoezicht aan de binnengrenzen reeds voor zes maanden is heringevoerd, brengt de Commissie advies uit."
Schrappen
Amendement 39
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – punt v
Verordening (EU) 2016/399
Artikel 27 – lid 5
Over de in lid 1 bedoelde informatie en over een advies van de Commissie of een lidstaat op grond van lid 4 wordt overleg gepleegd onder leiding van de Commissie. Waar nodig vindt het overleg onder meer plaats tijdens gezamenlijke vergaderingen tussen de lidstaat die het grenstoezicht aan de binnengrenzen opnieuw wil invoeren, de andere lidstaten, in het bijzonder de lidstaten die rechtstreeks door dergelijke maatregelen worden geraakt, en de betrokken agentschappen. De evenredigheid van de voorgenomen maatregelen, de vastgestelde bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid, alsook de manieren waarop de uitvoering van de onderlinge samenwerking tussen de lidstaten wordt gewaarborgd, worden onderzocht. De lidstaat die grenstoezicht aan de binnengrenzen wil herinvoeren of verlengen, houdt bij het uitvoeren van het grenstoezicht zoveel mogelijk rekening met de resultaten van dat overleg.
De in de leden 1 en 1 ter bedoelde informatie en de adviezen van de Commissie of lidstaten als bedoeld in lid 4 zijn het onderwerp van een raadpleging. Deze raadpleging omvat:
i)  gezamenlijke vergaderingen tussen de lidstaat die het grenstoezicht aan de binnengrenzen opnieuw wil invoeren, de andere lidstaten, in het bijzonder de lidstaten die rechtstreeks door dergelijke maatregelen worden geraakt, en de Commissie, welke worden gehouden teneinde tussen de lidstaten, indien nodig, wederzijdse samenwerking te organiseren, na te gaan of de maatregelen in verhouding staan tot de gebeurtenissen die aanleiding geven tot de herinvoering van het grenstoezicht, eventuele alternatieve maatregelen te beoordelen en de bedreigingen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid te onderzoeken;
ii)  waar nodig, onaangekondigde controles ter plaatse door de Commissie aan de desbetreffende binnengrenzen, zo nodig met steun van deskundigen uit de lidstaten en van het Agentschap, Europol of andere bevoegde organen en instanties van de Unie, om na te gaan in hoeverre het grenstoezicht aan die binnengrenzen doeltreffend is en om de naleving van deze verordening te beoordelen; de verslagen van dergelijke onaangekondigde controles ter plaatse worden aan het Europees Parlement toegezonden.
Amendement 40
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 3
Verordening (EU) 2016/399
Artikel 27 bis – titel
Specifieke procedure ingeval de ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid langer dan een jaar aanhoudt
Specifieke procedure ingeval de ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid langer dan zes maanden aanhoudt
Amendement 41
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 3
Verordening (EU) 2016/399
Artikel 27 bis – lid 1
1.  In uitzonderlijke gevallen, wanneer de lidstaat ook na de in artikel 25, lid 4, eerste zin, bedoelde periode met dezelfde ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid wordt geconfronteerd, en wanneer ook op het grondgebied vergelijkbare uitzonderlijke maatregelen zijn genomen om die bedreiging aan te pakken, kan het grenstoezicht, dat tijdelijk opnieuw is ingevoerd om op die bedreiging te reageren, overeenkomstig dit artikel verder worden verlengd.
1.  In uitzonderlijke omstandigheden, wanneer de lidstaat ook na de in artikel 27, lid 1 bis, bedoelde periode met dezelfde ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid wordt geconfronteerd, en wanneer ook op het grondgebied vergelijkbare uitzonderlijke maatregelen zijn genomen om die bedreiging aan te pakken, kan het grenstoezicht, dat tijdelijk opnieuw is ingevoerd om op die bedreiging te reageren, overeenkomstig dit artikel verder worden verlengd.
Amendement 42
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 3
Verordening (EU) 2016/399
Artikel 27 bis – lid 2
2.  Uiterlijk zes weken vóór het verstrijken van de in artikel 25, lid 4, eerste zin, bedoelde periode stelt de lidstaat de overige lidstaten en de Commissie in kennis van zijn voornemen het toezicht verder te verlengen volgens de in dit artikel vastgestelde specifieke procedure. De kennisgeving bevat de krachtens artikel 27, lid 1, onder a) tot en met e), vereiste informatie. Artikel 27, leden 2 en 3, is van toepassing.
2.  Uiterlijk drie weken vóór het verstrijken van de in artikel 27, lid 1 bis, bedoelde periode stelt de lidstaat de overige lidstaten en de Commissie in kennis van zijn voornemen het toezicht verder te verlengen volgens de in dit artikel vastgestelde specifieke procedure. Deze kennisgeving bevat alle krachtens artikel 27, leden 1 en 1 ter, vereiste informatie. Artikel 27, leden 2 en 3, is van toepassing.
Amendement 43
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 3
Verordening (EU) 2016/399
Artikel 27 bis – lid 3
3.  De Commissie brengt advies uit.
3.  De Commissie brengt advies uit over de vraag of de voorgenomen verlenging aan de in de leden 1 en 2 bepaalde vereisten voldoet en of ze noodzakelijk en evenredig is. De betrokken lidstaten kunnen bij de Commissie opmerkingen indienen, alvorens zij haar advies uitbrengt.
Amendement 44
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 3
Verordening (EU) 2016/399
Artikel 27 bis – lid 4
4.  De Raad kan, rekening houdend met het advies van de Commissie, aanbevelen dat de lidstaat besluit tot een verdere verlenging van het grenstoezicht aan de binnengrenzen voor een periode van maximaal zes maanden. Die periode mag ten hoogste driemaal met een bijkomende periode van ten hoogste zes maanden worden verlengd. De Raad vermeldt in de aanbeveling ten minste de in artikel 27, lid 1, onder a) tot en met e), bedoelde informatie. In voorkomend geval bepaalt hij de voorwaarden voor samenwerking tussen de betrokken lidstaten.
4.  Nadat hij rekening heeft gehouden met het advies van de Commissie, kan de Raad als uiterste middel aanbevelen dat de betrokken lidstaat het grenstoezicht aan zijn binnengrenzen verder verlengt voor een periode van maximaal zes maanden. De Raad vermeldt in de aanbeveling de in artikel 27, leden 1 en 1 ter, bedoelde informatie en stelt de voorwaarden vast voor samenwerking tussen de betrokken lidstaten.
Amendementen 45 en 66
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 bis (nieuw)
Verordening (EU) 2016/399
Artikel 28 – lid 4
(3 bis)  Artikel 28, lid 4, wordt vervangen door:
4.  Onverminderd artikel 25, lid 4, duurt de totale periode gedurende welke het grenstoezicht aan de binnengrenzen is heringevoerd, uitgaande van de eerste termijn overeenkomstig lid 1 van dit artikel en van verlengingen overeenkomstig lid 3 van dit artikel, niet langer dan twee maanden.
"4. De totale periode gedurende welke het grenstoezicht aan de binnengrenzen is heringevoerd, duurt, uitgaande van de eerste termijn overeenkomstig lid 1 van dit artikel en van verlengingen overeenkomstig lid 3 van dit artikel, niet langer dan twee maanden."
Amendement 46
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 ter (nieuw)
Verordening (EU) 2016/399
Artikel 28 bis (nieuw)
(3 ter)  een nieuw artikel 28 bis wordt ingevoegd:
"Artikel 28 bis
Berekening van de periode gedurende welke het grenstoezicht wordt heringevoerd of verlengd wegens een voorzienbare bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid, ingeval de ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid langer dan zes maanden aanhoudt, en in gevallen die onmiddellijk optreden vereisen
Bij de berekening van de in de artikelen 27, 27 bis en 28 bedoelde periodes wordt rekening gehouden met elke herinvoering of verlenging van het grenstoezicht aan de binnengrenzen die heeft plaatsgevonden vóór ... [datum van inwerkingtreding van deze verordening]."
Amendement 67
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 quater (nieuw)
Verordening (EU) 2016/399
Artikel 29 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw)
(3 quater)  Aan artikel 29, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:
"De in artikel 30 bedoelde criteria worden in aanmerking genomen in alle gevallen waarin een besluit wordt overwogen om het grenstoezicht aan de binnengrenzen tijdelijk opnieuw in te voeren of te verlengen uit hoofde van dit artikel."
Amendement 47
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 quinquies (nieuw)
Verordening (EU) 2016/399
Artikel 29 – lid 5
(3 quinquies)  in artikel 29 wordt lid 5 vervangen door:
5.  Dit artikel geldt onverminderd de maatregelen die de lidstaten op grond van de artikelen 25, 27 en 28 kunnen vaststellen in geval van een ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid.
"5. Dit artikel geldt onverminderd de maatregelen die de lidstaten op grond van de artikelen 27, 27 bis en 28 kunnen vaststellen in geval van een ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid. De totale periode gedurende welke het grenstoezicht aan de binnengrenzen krachtens dit artikel opnieuw wordt ingevoerd of verlengd, mag echter niet worden verlengd door middel van of gecombineerd met maatregelen die uit hoofde van de artikelen 27, 27 bis of 28 getroffen zijn."
Amendement 69
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 bis (nieuw)
Artikel 1 bis
Deze verordening is van toepassing op kennisgevingen die overeenkomstig artikel 27 van de Schengengrenscode met ingang van ... [de datum van inwerkingtreding van deze verordening] door de lidstaten worden gedaan.
Bij de berekening van de in de artikel 28, lid 4, bedoelde periode wordt rekening gehouden met elke nog lopende periode van kennisgeving inzake herinvoering of verlenging van het grenstoezicht aan de binnengrenzen die afloopt vóór ... [de datum van inwerkingtreding van deze verordening].

(1) De zaak werd voor interinstitutionele onderhandelingen terugverwezen naar de bevoegde commissie op grond van artikel 59, lid 4, vierde alinea, van het Reglement (A8-0356/2018).

Laatst bijgewerkt op: 6 februari 2020Juridische mededeling - Privacybeleid