Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2018/2145(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A8-0341/2018

Ingediende teksten :

A8-0341/2018

Debatten :

PV 28/11/2018 - 25
CRE 28/11/2018 - 25

Stemmingen :

PV 29/11/2018 - 8.15
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P8_TA(2018)0480

Aangenomen teksten
PDF 166kWORD 58k
Donderdag 29 november 2018 - Brussel
Verslag 2018 over de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië
P8_TA(2018)0480A8-0341/2018

Resolutie van het Europees Parlement van 29 november 2018 over het Commissieverslag 2018 over de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (2018/2145(INI))

Het Europees Parlement,

–  gezien het besluit van de Europese Raad van 16 december 2005 om het land de status van kandidaat-land voor EU-lidmaatschap toe te kennen,

–  gezien de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds,

–  gezien de definitieve overeenkomst voor de regeling van geschillen zoals beschreven in resoluties 817 (1993) en 845 (1993) van de VN-Veiligheidsraad, de beëindiging van het interimakkoord van 1995 en de oprichting van een strategisch partnerschap tussen Griekenland en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië van 17 juni 2018, de zogenoemde Prespa-overeenkomst,

–  gezien de kaderovereenkomst die in Ohrid werd gesloten en op 13 augustus 2001 in Skopje werd ondertekend (kaderovereenkomst van Ohrid),

–  gezien de dringende hervormingsprioriteiten van de Commissie voor de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië van juni 2015,

–  gezien het politieke akkoord (het zogenoemde "Pržino-akkoord") dat op 2 juni en 15 juli 2015 in Skopje werd gesloten tussen de vier belangrijkste politieke partijen, evenals het vierpartijenakkoord over de tenuitvoerlegging ervan van 20 juli en 31 augustus 2016,

–  gezien de aanbevelingen van de deskundigengroep op hoog niveau inzake structurele rechtsstatelijke problemen van 14 september 2017,

–  gezien het proces van Berlijn dat is gestart op 28 augustus 2014,

–  gezien de eindrapporten van OVSE/ODIHR betreffende de vervroegde parlementsverkiezingen van 11 december 2016, die eveneens door het Europees Parlement zijn waargenomen, en de gemeenteraadsverkiezingen van 15 oktober en 29 oktober 2017,

–  gezien de verklaring van de top EU-Westelijke Balkan van 17 mei 2018 en de op deze top vastgestelde prioriteitenagenda van Sofia,

–  gezien de conclusies van de Europese Raad van 28 juni 2018, die de conclusies over uitbreiding en het stabilisatie- en associatieproces die de Raad op 26 juni 2018 heeft aangenomen, onderschrijven,

–  gezien het besluit dat de staatshoofden en regeringsleiders namen tijdens de NAVO-vergadering van 11 en 12 juli 2018 om het land uit te nodigen de gesprekken over de toetreding tot de alliantie te openen,

–  gezien de veertiende bijeenkomst van de Stabilisatie- en Associatieraad tussen de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en de EU van 13 juli 2018,

–  gezien de mededeling van de Commissie van 6 februari 2018 getiteld "Een geloofwaardig vooruitzicht op toetreding en een grotere EU-betrokkenheid bij de Westelijke Balkan" (COM(2018)0065),

–  gezien de mededeling van de Commissie van 17 april 2018 getiteld "Mededeling over het EU-uitbreidingsbeleid 2018" (COM(2018)0450) en het bijbehorende werkdocument van de diensten van de Commissie getiteld "Verslag 2018 over de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië" (SWD(2018)0154), waarin wordt aanbevolen om toetredingsonderhandelingen te beginnen in het licht van de geboekte vooruitgang en gezien de blijvende inzet voor hervormingen,

–  gezien het werkdocument van de diensten van de Commissie over haar beoordeling van het economische hervormingsprogramma van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (SWD(2018)0134) en de op 25 mei 2018 aangenomen gezamenlijke conclusies van de economische en financiële dialoog tussen de EU en de landen van de Westelijke Balkan en Turkije,

–  gezien de aanbevelingen van de veertiende bijeenkomst van de Gemengde Parlementaire Commissie EU-voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, die op 7-8 februari 2018 werd gehouden in Straatsburg,

–  gezien de gestructureerde Jean Monnetdialoog met de parlementaire leiders en de politieke partijen in het parlement (Sobranie), begonnen in Ohrid op 17 en 18 mei 2018,

–  gezien zijn eerdere resoluties over het land,

–  gezien artikel 52 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken (A8-0341/2018),

A.  overwegende dat door verregaande en brede democratische hervormingen door te voeren en zich actief in te zetten voor de verbetering van de betrekkingen met de buurlanden, de nieuwe regering laat zien dat het land nog altijd het Europese en Euro-Atlantische pad wil inslaan; overwegende dat de hervormingsinspanningen gepaard moeten gaan met voortdurende EU-steun voor de uitvoering van de dringende hervormingsprioriteiten en meetbare resultaten; overwegende dat het vooruitzicht op EU-lidmaatschap de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië sterk aanmoedigt hervormingen door te voeren, in het bijzonder op het gebied van de rechtsstaat, de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en de bestrijding van corruptie; overwegende dat de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië wordt beschouwd als de kandidaat-lidstaat die de meeste vooruitgang heeft geboekt bij de aanpassing van zijn wetgeving aan het EU-acquis;

B.  overwegende dat Prespa-overeenkomst van 17 juni 2018 over de regeling van geschillen en de oprichting van een strategisch partnerschap tussen de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Griekenland een hoognodig positief signaal doet uitgaan voor stabiliteit en verzoening in de gehele Westelijke Balkan, de geest van goed nabuurschap en regionale samenwerking verbetert en het pad effent voor de Europese integratie van het land;

C.  overwegende dat Griekenland en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië 11 vertrouwenwekkende maatregelen zijn overeengekomen, voornamelijk op het gebied van politieke en EU-aangelegenheden, onderwijs en cultuur, handel en economische samenwerking, connectiviteit, justitie en binnenlandse zaken, en samenwerking op gezondheidsgebied; overwegende dat deze vertrouwenwekkende maatregelen al concrete resultaten hebben opgeleverd;

D.  overwegende dat alle politieke partijen en overheidsinstellingen de plicht hebben bij te dragen aan een inclusiever en opener politiek klimaat, dat verdere voortuitgang in het EU-toetredingsproces mogelijk maakt;

E.  overwegende dat het land onder andere de parlementaire wetgevings- en toezichtsbevoegdheden verder moet versterken, evenals de rechterlijke macht, de eerbiediging van de rechtsstaat, de mediavrijheid en de strijd tegen georganiseerde misdaad en corruptie; overwegende dat aanhoudende hervormingsinspanningen nodig zijn op het gebied van de overheid, de economie en werkgelegenheid, en dat een brede herziening van de uitvoering van de kaderovereenkomst van Ohrid eveneens vereist is;

F.  overwegende dat de toetreding tot de NAVO door de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië zal bijdragen tot de vrede en stabiliteit van de gehele regio;

G.  overwegende dat de Europese Raad op 28 juni 2018 de conclusies van de Raad van 26 juni 2018 heeft goedgekeurd, waarmee het pad is ingeslagen dat moet leiden tot de opening van toetredingsonderhandelingen in juni 2019;

H.  overwegende dat de Commissie op 18 juli 2018 een statusovereenkomst met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië heeft geparafeerd zodat teams van het Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex) gezamenlijke operaties met en binnen het land kunnen uitvoeren in het kader van migratie- en grensbeheer, als een kernelement van de strategie van de Commissie voor de Westelijke Balkan;

I.  overwegende dat luchtverontreiniging een groot probleem is in Macedonische steden en dat volgens de laatste studie van het Fins Meteorologisch Instituut en het Macedonische Instituut voor Volksgezondheid, Skopje en Tetovo de hoogste concentratie fijnstof in de lucht (PM2.5) hebben van alle Europese steden;

J.  overwegende dat de Balkanregio van strategisch belang is;

K.  overwegende dat elke kandidaat-lidstaat afzonderlijk op zijn eigen verdiensten wordt beoordeeld en dat de snelheid en kwaliteit van de hervormingen het tijdspad voor de toetreding en het ritme van de onderhandelingen bepalen;

L.  overwegende dat Nikola Gruevski na een grondig en transparant proces door de Macedonische rechtbank wegens machtsmisbruik veroordeeld is tot twee jaar gevangenisstraf; overwegende dat verschillende rechtbanken deze veroordeling hebben gehandhaafd en dat de uitspraak van kracht is geworden toen er geen verder beroep meer mogelijk was; overwegende dat hij ook is aangeklaagd in vier verdere aanhangige strafzaken en betrokken is bij nog eens vijf lopende strafrechtelijke onderzoeken;

Algemene hervormingen en betrekkingen van goed nabuurschap

1.  is verheugd over de sterke politieke wil van de regering om het Pržino-akkoord en de dringende hervormingsprioriteiten volledig ten uitvoer te leggen, hetgeen zal leiden tot hernieuwde inspanningen voor EU-gerelateerde hervormingen, op basis van partijoverschrijdende en interetnische samenwerking en raadpleging van het maatschappelijk middenveld, en benadrukt dat het belangrijk is dat deze inspanningen worden voortgezet voor de Europese toekomst van het land; moedigt de nieuwe regering aan het positieve momentum aan te houden en op een transparante en inclusieve manier de EU-gerelateerde hervormingen te bevorderen, versnellen en volledig ten uitvoer te leggen; verzoekt om steun voor de toetreding van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië tot de Euro-Atlantische organisaties om de regionale veiligheid te vergroten;

2.  prijst ten sterkste de positieve diplomatie en de actieve inspanningen gericht op het kweken van vertrouwen die moeten leiden tot compromissen, de regeling van lopende bilaterale kwesties en de bevordering van goed nabuurschap; benadrukt dat bilaterale kwesties het toetredingsproces niet mogen belemmeren; is zeer verheugd over de inwerkingtreding op 14 februari 2018 van het vriendschapsverdrag met Bulgarije dat moet zorgen voor duurzaam, verzoenend en goed nabuurschap tussen de twee landen;

3.  is verheugd over de Prespa-overeenkomst van 17 juni 2018 tussen Griekenland en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en prijst beide landen voor de aanzienlijke inspanningen die ze hebben geleverd om een voor beide landen bevredigende oplossing voor de naamkwestie tot stand te brengen; is verheugd over de ratificatie ervan door het parlement van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië op 20 juni en 5 juli 2018; is van mening dat het in het belang van de burgers van het land is dat alle politieke actoren en het maatschappelijke middenveld op een constructieve manier handelen en hun historische verantwoordelijkheden nemen; spoort de partijen aan om de belangen van hun land boven de partijpolitieke belangen te stellen, om hun burgers naar behoren op de hoogte te brengen van de inhoud en de gevolgen van de overeenkomst en om alle interne procedures voor de ratificatie en de uitvoering van deze strategisch belangrijke overeenkomst zorgvuldig te doorlopen en zo een einde te maken aan de langdurige geopolitieke onzekerheid en een goed voorbeeld te geven voor vrede en stabiliteit in de regio; benadrukt het belang van het referendum op 30 september 2018 betreffende de integratie van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië in de EU en de NAVO;

4.  neemt kennis van de uitkomst van het referendum van 30 september 2018; benadrukt de noodzaak van de verdere ondersteuning van de Euro-Atlantische toekomst van het land en de uitvoering van de Prespa-overeenkomst van 17 juni 2018; moedigt de regering in Skopje aan om alle noodzakelijke en mogelijke stappen te nemen voor de naleving van de Prespa-overeenkomst, die het pad vrijmaakt voor de onderhandelingen voor de toetreding tot de EU en de NAVO;

5.  is ingenomen met de stemming van 19 oktober 2018 in het Macedonische parlement (Sobranje) om het proces van grondwetswijziging op te starten met het doel de bepalingen toe te passen die zijn neergelegd in de Prespa-overeenkomst; roept alle politieke partijen op bij de volgende stappen van de wijzigingsprocedure te blijven samenwerken in een geest van gedeelde verantwoordelijkheid; benadrukt zijn krachtige steun aan de Europese en Euro-Atlantische toekomst en spoort de regering en het parlement aan te blijven werken aan hervormingen die de weg naar toetreding tot de EU effenen; spoort de bijzondere openbaar aanklager en de rechtbanken aan hun onafhankelijk onderzoek naar alle aanhangige gevallen van politiek wangedrag en strafbare feiten uit te voeren en degenen die verantwoordelijk zijn, voor de rechter te brengen;

6.  is verheugd over de diplomatieke inspanningen van het land om de bilaterale en regionale samenwerking met Albanië te bevorderen en nieuwe, goede betrekkingen tot stand te brengen op gebieden als handel, wetshandhaving, fraudebestrijding en preventie van terrorisme;

7.  brengt in herinnering dat het land reeds een hoog niveau van aanpassing aan het acquis heeft bereikt; betreurt niettemin dat een deel van deze wetgeving nog niet ten uitvoer is gelegd; neemt nota van de vooruitgang op het gebied van aanpassingen die worden doorgevoerd in overeenstemming met EU-verklaringen en Raadsbesluiten over het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en benadrukt dat geleidelijk volledige aanpassing moet worden bereikt, wat een vereiste is voor de Euro-Atlantische toekomst van het land;

8.  erkent de vooruitgang die is geboekt in de overheidssector met de goedkeuring van de hervormingsstrategie voor de overheid en het hervormingsprogramma inzake financieel beheer; roept de regering op te zorgen voor volledige uitvoering van deze hervormingen; moedigt het land aan professioneler te handelen door te zorgen voor meer transparantie, een evenwichtiger vertegenwoordiging en een volledige invulling van functies in overheidsdiensten op basis van verdiensten;

9.  veroordeelt ten sterkste de aanval van 27 april 2017 op het nationale parlement, die een aanval op de democratie vormt en tijdens welke een aantal parlementsleden en journalisten ernstige verwondingen opliepen, en dringt erop aan dat de aanstichters en daders worden berecht; is verheugd over de lopende onderzoeken en rechtszaak in deze zaak; benadrukt dat het vaststellen van de verantwoordelijkheid voor deze gewelddaden moet worden voortgezet in overeenstemming met de wet en op een transparante, onafhankelijke en evenredige manier; veroordeelt verder elke vorm van belemmering en misbruik van parlementaire procedures of presidentiële bevoegdheden die in strijd zijn met de grondwet;

10.  is het volledig eens met de aanbeveling van de Commissie en het hieruit voortvloeiende besluit van de Raad waarin juni 2019 is vastgesteld als begindatum voor de toetredingsonderhandelingen uit waardering voor de aanmoedigende hervormingsinspanningen; is van mening dat een spoedige start van het doorlichtingsproces en de toetredingsonderhandelingen de hervormingsdynamiek op peil zal houden en zal verdiepen; is van mening dat de opening van de onderhandelingen het democratiseringsproces een extra impuls zal geven en het toezicht en de verantwoordingsplicht zal versterken;

11.  is verheugd over de formele uitnodiging van 11 juli 2018 van de NAVO aan het land om de onderhandelingen te beginnen om tot de organisatie toe te treden;

12.  is van mening dat het lidmaatschap van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië van de NAVO zou kunnen bijdragen tot meer veiligheid en politieke stabiliteit in Zuidoost-Europa; dringt er bij alle EU-lidstaten die lid zijn van de NAVO op aan de toetreding van het land tot de NAVO actief te ondersteunen;

13.  is verheugd over het feit dat het land weldra overgaat naar de tweede fase van de stabilisatie- en associatieovereenkomst en over de opname van het land in het Adriatisch-Ionische initiatief, en verzoekt de Raad het land op te nemen in de EU-strategie voor de Adriatische en Ionische regio;

Democratisering

14.  is verheugd over de eerste stappen die zijn genomen voor de hernieuwde invoering van "checks and balances" en de bevordering van inclusie door middel van maatregelen om het klimaat waarin onafhankelijke toezichthoudende instellingen, de media en maatschappelijke organisaties handelen, te verbeteren; is verheugd over de constructieve dialoog tussen de regering en maatschappelijke organisaties en over de rol die laatstgenoemden hebben gespeeld bij het waarborgen van meer "checks and balances"; benadrukt dat de lopende fundamentele veranderingen moeten worden doorgevoerd in een inclusieve en open politieke sfeer;

15.  waardeert de inspanningen van de regering om achteruitgang te voorkomen en de laatste vormen van "gijzeling" van de staat uit te bannen, en moedigt de regering aan deze inspanningen op te voeren; brengt in herinnering dat het land een koploper was in het toetredingsproces in de jaren 2000;

16.  is verheugd over de verbeteringen van de kieswetgeving, maar benadrukt dat de kieswet tijdig moet worden herzien door een nauwkeurige uitvoering van de resterende aanbevelingen van de OVSE/ODIHR, de Commissie van Venetië en de Groep van Staten tegen Corruptie (Greco) over campagnefinanciering en over politieke partijen; benadrukt dat er meer inspanningen nodig zijn om elke vorm van intimidatie van kiezers te voorkomen en te onderzoeken; spoort de politieke partijen ertoe aan hun interne besluitvormingsprocessen democratischer te maken;

17.  moedigt de autoriteiten aan de onderbroken volkstelling te voltooien om nauwkeurige statistieken over de bevolking te verkrijgen die als basis kunnen dienen voor ontwikkelingsprogramma's van de overheid en adequate begrotingsplanning, en voor het organiseren van verkiezingen en het berekenen van verkiezingsuitslagen;

18.  is verheugd over de hervatting van de bijeenkomsten van de Gemengde Parlementaire Commissie EU-voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en moedigt een voortzetting aan van de constructieve werkzaamheden in dit interparlementaire kader;

19.  is verheugd over de aanvang van de gestructureerde Jean Monnetdialoog in Ohrid op 17 en 18 mei 2018 en de hieruit voortvloeiende aanneming, door unanieme steun van alle partijen, van de gedragscode; moedigt de werkgroep hervormingen en werking van het parlement (Sobranie) aan het reglement van het parlement te herzien en wijzigingsvoorstellen en tijdschema's voor de aanneming ervan op de prioritaire gebieden zoals opgenomen in de conclusies van Ohrid, in te dienen; moedigt alle actoren in het politieke proces aan de cultuur van overleg en constructieve politieke dialoog, in het bijzonder tussen parlementsleden, te blijven versterken, en de effectieve werking van het parlement geen strobreed in de weg te leggen;

20.  beveelt aan dat het nationale parlement volledig gebruikmaakt van zijn toezichts- en wetgevingsbevoegdheden en tegelijk het gebruik van spoedprocedures tot een absoluut minimum beperkt omdat ze de parlementaire en publieke controle ondermijnen; roept op tot een geloofwaardige staat van dienst met betrekking tot het toezicht op inlichtingendiensten en de monitoring van mensenrechten en fundamentele vrijheden in het land;

21.  is verheugd over de belangrijke stappen die de regering heeft gezet om een overlegcultuur geleidelijk opnieuw in te voeren door alle belanghebbenden, met inbegrip van de oppositie, bij het werk te betrekken, om de democratie en de rechtsstaat te versterken en de oprechte wens om op een inclusieve en transparante manier te hervormen kracht bij te zetten;

22.  verzoekt om de aanvang van de effectieve tenuitvoerlegging van de hervormingsstrategie voor de overheid en om een duidelijke afbakening van de verantwoordelijkheden; onderstreept het belang van een op verdiensten gebaseerde invulling van functies en open concurrentie voor alle aanwervingsprocedures en roept op tot uitbreiding van de capaciteit op het gebied van personeelsbeheer; dringt aan op versterkte maatregelen om de sectorale en financiële planningscapaciteiten binnen het openbaar bestuur te verbeteren;

23.  is verheugd over de versterking van de decentralisatieprocessen door de regering met de goedkeuring van het actieplan voor decentralisatie en ontwikkeling 2018-2020 als een belangrijke stap om de schaarste aan financiering en diensten in de gemeenten aan te pakken;

24.  is verheugd over de huidige inspanningen om goed bestuur, verantwoordingsplicht en een vrij mediaklimaat te bevorderen, de transparantie te vergroten en de toegang tot openbare informatie te verbeteren, onder meer door de bekendmaking van de uitgaven van overheidsinstellingen; roept op tot verdere maatregelen om het recht van burgers op toegang tot openbare informatie te waarborgen; roept op tot aanhoudende inspanningen om de inclusiviteit van het besluitvormingsproces te versterken, en de coördinatie tussen instellingen te verbeteren;

25.  verzoekt om verdere vooruitgang op het gebied van het digitaliseren van de beschikbaarheid van openbare informatie en moedigt de autoriteiten aan om innovatieve e-oplossingen te vinden om de transparantie verder te vergroten, de toegang tot openbare informatie verder te vergemakkelijken en de hiermee gepaard gaande bureaucratie te verminderen;

Rechtsstaat

26.  herinnert eraan dat een goede werking van het rechtsstelsel en doeltreffende maatregelen ter bestrijding van corruptie van het allergrootste belang zijn om tot de EU te kunnen toetreden;

27.  is verheugd over de strategie voor de hervorming van het justitiële stelsel met als doel de onafhankelijkheid, de verantwoordingsplicht en het professionalisme van de rechterlijke macht te herstellen en een einde te maken aan politieke bemoeienis en selectieve rechtspleging, en verzoekt de regering van het land en andere actoren om meer inspanningen te leveren voor de correcte tenuitvoerlegging van de strategie voor de hervorming van het justitiële stelsel door te voorzien in goede monitoring- en beoordelingsmechanismen; benadrukt dat de aanpassing van de wetgeving moet worden voltooid in overeenstemming met de aanbevelingen van de Commissie van Venetië; verzoekt om maatregelen in het kader van de strategie voor de hervorming van het justitiële stelsel te blijven aannemen en uitvoeren; onderstreept dat meer maatregelen nodig zijn om de rechterlijke macht te beschermen tegen politieke bemoeienis;

28.  is verheugd over de oprichting van de Raad voor rechtsbewustzijn in januari 2018 en de organisatie van opleidingen door de academie voor rechters en openbaar aanklagers over ethisch gedrag bij rechters om belangenconflicten te voorkomen en anticorruptiemaatregelen in te voeren;

29.  is nog altijd bezorgd over de wijdverspreide corruptie en is verheugd over de eerste resultaten bij de preventie en vervolging ervan; uit zijn zorgen over het beperkte aantal definitieve rechterlijke beslissingen in zaken van corruptie op hoog niveau, maar neemt nota van de eerste rechterlijke uitspraken in zaken met betrekking tot corruptie en machtsmisbruik, en inzake de gebeurtenissen van 27 april 2017; roept op tot aanhoudende inspanningen om tot goede resultaten te komen op het gebied van onderzoeken, vervolgingen en definitieve veroordelingen in zaken van corruptie op hoog niveau en georganiseerde misdaad; prijst het werk dat de speciale openbaar aanklager in moeilijke omstandigheden heeft verricht en is nog steeds bezorgd over aanvallen op en belemmering van zijn werkzaamheden en het gebrek aan samenwerking vanuit andere instellingen;

30.  roept de autoriteiten ertoe op de strijd tegen witwassen en belangenconflicten op te voeren door eenheden voor corruptiebestrijding, misdaadbestrijding en financiële onderzoeken nieuwe bevoegdheden te geven en hun bestaande bevoegdheden uit te breiden, en door activa te bevriezen, te confisqueren, terug te vorderen en te beheren; dringt er bij de autoriteiten op aan om tot goede resultaten te komen ten aanzien van onderzoeken en vervolgingen en om het aantal veroordelingen te verhogen in zaken met betrekking tot witwassen en financiële misdrijven op hoog niveau; is verheugd over de aanneming van de wet over de bescherming van klokkenluiders die zorgt voor een betere bescherming van klokkenluiders en voor een versterkt overheidsbeleid ter bestrijding van corruptie; roept op tot een spoedige herziening van de wetten op het gebied van corruptiebestrijding, financieel toezicht en openbare aanbestedingen; moedigt een hervorming aan van het algemene wettelijke kader, zodat de Staatscommissie voor de preventie van corruptie beschikt over duidelijke bevoegdheden en volledig onafhankelijk kan werken en zodat de openbaar aanklager voor georganiseerde misdaad en corruptie regelmatig onderzoeken kan uitvoeren;

31.  wijst erop dat corruptie en georganiseerde misdaad wijdverspreid zijn in de regio en ook een obstakel vormen voor de democratische, sociale en economische ontwikkeling van het land; is van mening dat een regionale strategie en een versterkte samenwerking tussen alle landen in de regio essentieel zijn om deze problemen op doeltreffendere wijze aan te pakken;

32.  wenst dat er nauwlettend op toe wordt gezien dat politieke en juridische verantwoording wordt genomen voor begane strafbare feiten, waaronder strafbare feiten in het kader van het afluisterschandaal; spoort het parlement ertoe aan de hervorming van de inlichtingendiensten te voltooien, door te zorgen voor effectief extern toezicht op veiligheids- en inlichtingendiensten;

33.  dringt er bij de autoriteiten op aan krachtig op te treden om criminele netwerken die zich bezighouden met mensenhandel of met de handel in wapens en drugs te ontmantelen, en de institutionele capaciteit en de interinstitutionele samenwerking tussen wetshandhavingsinstanties op te voeren en tot betere resultaten te komen ten aanzien van het aantal onderzoeken, vervolgingen en definitieve veroordelingen;

34.  erkent de inspanningen van het land en de constructieve rol die het land heeft gespeeld om de uitdagingen van de Europese migratie- en vluchtelingencrisis aan te gaan; neemt nota van de aanhoudende inspanningen en dringt aan op verdere verbeteringen van het asielstelsel en het migratiebeheer; moedigt het land aan de voor beide partijen bevredigende regionale samenwerking en het partnerschap met Frontex te versterken en verder te verdiepen op grond van een nieuwe statusovereenkomst met als doel mensenhandelnetwerken te ontmantelen;

35.  benadrukt dat ervoor moet worden gezorgd dat migranten en vluchtelingen, en met name vrouwen en kinderen, die in het land asiel aanvragen of via het grondgebied van het land reizen, worden behandeld in overeenstemming met het internationale en EU-recht;

36.  acht het noodzakelijk dat de autoriteiten hun inspanningen voortzetten en intensiveren om islamitische radicalisering en buitenlandse terroristische strijders te bestrijden; vraagt om de uitvoering hiervan door middel van meer samenwerking tussen veiligheidsdiensten en organisaties uit het maatschappelijk middenveld, religieuze leiders, lokale gemeenschappen en andere overheidsinstellingen op het gebied van onderwijs, gezondheid en sociale diensten; dringt aan op de permanente monitoring van terugkerende buitenlandse strijders door de veiligheidsdiensten, hun passende herintegratie in de samenleving en een constante informatie-uitwisseling met de autoriteiten van de EU- en buurlanden;

37.  verzoekt om een verdere verbetering van het stelsel voor de rechtsbedeling voor kinderen; verzoekt de bevoegde autoriteiten te voorzien in voldoende begrotingsmiddelen voor de uitvoering van de wet inzake rechtsbedeling voor kinderen en de ondersteunende diensten te verbeteren voor meisjes en jongens die het slachtoffer zijn geworden van geweld en misbruik en voor kinderen die in aanraking zijn gekomen met de wet;

38.  doet een beroep op de Hongaarse autoriteiten om alle relevante informatie en de nodige uitleg te verschaffen over het geval van de voormalige Macedonische premier Gruevski die zijn land is ontvlucht met de geheime diplomatieke hulp van Hongarije om aan een gevangenisstraf te ontkomen; beschouwt dit als een daad van inmenging in de binnenlandse zaken van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en met name als een daad van minachting voor de rechterlijke macht en de rechtsstaat in dit land; neemt kennis van het uitwijzingsverzoek van de autoriteiten in Skopje en verwacht dat Hongarije handelt met strikte eerbiediging van het desbetreffende nationale en internationale recht door positief op dit verzoek te reageren;

Grondrechten en het maatschappelijk middenveld

39.  is verheugd over maatregelen om het vertrouwen tussen etnische groepen te versterken en roept op tot een inclusieve en transparante herziening van de nog niet uitgevoerde onderdelen van de kaderovereenkomst van Ohrid; acht het van wezenlijk belang dat wordt gewaarborgd dat etnische minderheden volledig deel kunnen nemen aan het openbare leven; roept op tot verdere maatregelen om de onderwijsdeelname van minderheden te bevorderen om de sociale samenhang en de integratie van gemeenschappen nieuw leven in te blazen;

40.  is van mening dat de Macedonische gerechtelijke procedures volgens de procedures van het land moeten worden voortgezet en dat Nikola Gruevski in het kader van het Macedonische rechtsstelsel ter verantwoording moet worden geroepen; verzoekt Hongarije de onafhankelijkheid van het Macedonische rechtsstelsel en de rechtsstaat van het land te respecteren, het aan Nikola Gruevski verleende politiek asiel te heroverwegen en hem aan Skopje uit te leveren; verwacht van alle betrokken partijen dat zij met strikte eerbiediging van het desbetreffende nationale en internationale recht handelen; benadrukt dat deze gerechtelijke procedures niet gepolitiseerd mogen worden;

41.  is verheugd over de hervormingen en de inspanningen die zijn geleverd om het wettelijke kader geleidelijk af te stemmen op de Europese normen, het besluit van het land om waarnemer te worden in het Bureau voor de grondrechten van de Europese Unie en de ratificatie van de meeste internationale mensenrechteninstrumenten; moedigt een volledige uitvoering van de normen en beleidsdocumenten op het vlak van de mensenrechten aan, zoals het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (EVRM), waarbij bijzondere aandacht moet worden besteed aan het recht op een onpartijdig gerecht, de vrijheid van vergadering en vereniging, het recht op leven, de vrijheid van meningsuiting en de eerbiediging van privéleven, familie- en gezinsleven;

42.  wijst erop dat de aanneming van de wet over het gebruik van talen een belangrijke verwezenlijking vormt en betreurt dat gepoogd is de aanneming ervan in volledige overeenstemming met de standaardprocedures, te belemmeren;

43.  is verheugd over de ratificatie door het land van het Verdrag van Istanbul op 23 maart 2018 en spoort het aan de juridische hervormingen ter bestrijding van discriminatie en geweld tegen vrouwen, meisjes en alle kinderen te voltooien en verder te gaan met de uitroeiing van het nog altijd veel voorkomende huiselijk en gendergerelateerd geweld;

44.  onderstreept de noodzaak om ervoor te zorgen dat onafhankelijke toezichtsorganen autonoom kunnen optreden en over voldoende menselijke en financiële middelen beschikken; prijst de rol van de Ombudsman bij het toezicht op de eerbiediging van de mensenrechten en onderstreept de noodzaak om ervoor te zorgen dat systematisch gevolg wordt gegeven aan de besluiten van deze instelling;

45.  blijft bezorgd over de nijpende situatie van mensen met een handicap en de aanhoudende discriminatie van deze mensen; verzoekt om de doeltreffende uitvoering van de bestaande instrumenten en strategieën;

46.  is verheugd over de eerste stappen om de preventie van discriminatie te verbeteren en spoort de autoriteiten aan om seksuele gerichtheid en genderidentiteit op te nemen als gronden voor discriminatie in de wet inzake de voorkoming van en bescherming tegen discriminatie; verzoekt de autoriteiten passende middelen toe te wijzen voor de uitvoering van de nationale strategie voor gelijkheid en non-discriminatie 2016-2020; spoort de autoriteiten ertoe aan om effectief op te treden tegen haatmisdrijven en haatuitingen tegen minderheden, met inbegrip van kwetsbare groepen zoals de Roma en de LGBTI-gemeenschap, en homofoob en transfoob geweld en aanzetten tot geweld te bestraffen; blijft bezorgd dat maatschappelijke vooroordelen blijven bestaan en dat haatuitingen tegen LGBTI-personen veel voorkomen in de media, op het internet en op de sociale media; verzoekt de autoriteiten te zorgen voor een doeltreffende bescherming en te voorzien in afschrikkende en evenredige sancties voor haatuitingen en homofobe/transfobe acties en geweld; benadrukt dat toegang moet worden geboden tot gezondheidszorg voor transgenders; betreurt de aanhoudende tekortkomingen in het werk van de Commissie inzake bescherming tegen discriminatie; is verheugd over de oprichting van een parlementaire interfractiegroep voor rechten van de LGBTI-gemeenschap en de parlementaire interfractiegroep voor de rechten van Roma;

47.  verzoekt om de volledige uitvoering en ondersteuning door middel van overheidsmiddelen van strategieën en wetgeving inzake de rechten van personen die tot een minderheid behoren en hun bescherming; dringt erop aan dat maatregelen verder moeten gaan om het onderwijs, de werkgelegenheidsgraad, de gezondheid, de huisvesting, de toegang tot goederen en diensten en de levensomstandigheden van Roma te verbeteren en veroordeelt de scheiding op scholen en andere vormen van discriminatie;

48.  is verheugd over de aanzienlijke verbetering van de operationele omgeving voor, en de raadpleging van, maatschappelijke organisaties, met inbegrip van de oprichting van de raad voor samenwerking met het maatschappelijk middenveld; benadrukt de noodzaak om het juridische, financiële, administratieve en beleidskader uit te breiden, onder andere met wetten betreffende stichtingen en donaties; benadrukt het belang van structurele betrokkenheid van organisaties uit het maatschappelijk middenveld door middel van een regelmatiger, uitgebreid, niet-discriminerend en voorspelbaar raadplegingsproces;

49.  spreekt nogmaals zijn steun uit voor het initiatief tot oprichting van de regionale commissie voor de vaststelling van feiten over alle slachtoffers van oorlogsmisdaden en andere ernstige schendingen van de mensenrechten die zijn begaan op het grondgebied van het voormalige Joegoslavië (Recom); dringt er bij de regering op aan het voortouw te nemen bij de oprichting ervan; onderstreept het belang van dit proces en van de actieve betrokkenheid van alle regionale politieke leiders zodat Recom haar werkzaamheden onverwijld kan beginnen; vestigt de aandacht op de coalitie voor het voorstel van Recom voor het actieplan voor Recom, met duidelijke data en benchmarks;

50.  verwelkomt de verhoogde inspanningen van de regering om het proces van de-institutionalisering en hervorming van de sociale sector te intensiveren; prijst de inzet om een einde te maken aan de plaatsing van kinderen in grote overheidsinstanties en om in plaats daarvan te voorzien in zorgvoorzieningen in de familie en de gemeenschap; verzoekt de autoriteiten onverwijld maatregelen te nemen om de toenemende perinatale sterfte terug te dringen en een systeem op te richten voor de analyse van de oorzaken van deze alarmerende trend;

51.  is verheugd over het partnerschap tussen de regering en de nationale jeugdraad van het land bij de uitvoering van de jongerengarantie als goed samenwerkingsmechanisme tussen jongeren en besluitvormers bij het opstellen en uitvoeren van jongerenbeleid; verzoekt de regering de financiële steun voor jongerenorganisaties en jongeren te verhogen om het probleem van de braindrain aan te pakken;

Media

52.  onderstreept de cruciale rol die de onafhankelijke media spelen voor een democratisch en gunstig klimaat; wijst op de bescheiden verbeteringen van het mediaklimaat en de voorwaarden voor onafhankelijke berichtgeving; verzoekt om initiatieven om tot een klimaat te komen dat professioneel gedrag van alle belanghebbenden in de media, vrij van interne en externe beïnvloeding, en onderzoeksjournalisme bevordert; is verheugd over het feit dat de door de staat gesponsorde reclame in de media op basis van politiek favoritisme is afgeschaft en beschouwt dit als een belangrijke maatregel om een gelijk speelveld in de sector te bevorderen en roept op tot aanvullende waarborgen tegen de politisering van de media; herinnert aan de noodzaak van versterking van de onafhankelijkheid en de capaciteit van de toezichthouder van de media en van de publieke omroep; dringt aan op maatregelen om de sociale en arbeidsrechten van journalisten beter te beschermen en om ervoor te zorgen dat geweld tegen en misbruik en bedreigingen van journalisten niet onbestraft blijven, hetgeen ook zou bijdragen tot de beperking van de heersende zelfcensuur onder journalisten;

53.  is verheugd over de verbeteringen om toegang tot informatie te waarborgen; benadrukt de noodzaak om de regelgeving over mediadiensten en toegang tot openbare informatie te herzien; benadrukt de noodzaak om een beleid van nultolerantie te voeren en effectief op te treden tegen bedreiging en intimidatie van en aanvallen tegen journalisten door middel van een adequate registratie van en diepgaande onderzoeken naar dergelijke incidenten; veroordeelt elke vorm van haatzaaiende en opruiende taal; verzoekt om doeltreffende maatregelen ter bestrijding hiervan en van de schending van de ethische gedragscode van journalisten op het internet; wijst bovendien op de noodzaak om de media onverwijld te hervormen met het oog op de versterking van het agentschap voor audio- of audiovisuele mediadiensten en de garantie van objectieve en professionele verslaggeving;

Economie

54.  benadrukt de noodzaak het ondernemingsklimaat te verbeteren door te zorgen voor begrotingsconsolidatie en transparantie en betrouwbaarheid van de regelgeving, en tegelijkertijd aanhoudende tekortkomingen in de rechtsstaat, omslachtige regelgevingsprocedures en willekeurige inspecties aan te pakken;

55.  spoort de autoriteiten ertoe aan de omvangrijke informele economie aan te pakken, evenals de aanhoudende problemen op het gebied van belastingontduiking en gebrekkig toezicht op de naleving van contracten, die nog altijd een afschrikkende werking hebben op buitenlandse directe investeringen; benadrukt de noodzaak om maatregelen uit te voeren op het gebied van openbare aanbestedingen en intern financieel toezicht; wijst op de noodzaak om de transparantie te verbeteren van de gegevens over openbare uitgaven, aanbestedingen, staatssteun en het gebruik van EU-middelen; verzoekt om maatregelen om de plannings-, programmerings- en beheerscapaciteiten van de nationale structuren van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA) te verbeteren;

56.  verzoekt de regering de digitalisering tot een van haar sectoroverschrijdende kernprioriteiten te maken; dringt aan op de onverwijlde ontwikkeling van een digitale agenda voor de lange termijn, met inbegrip van onder andere een strategie voor e-bestuur, een ICT-strategie en een nationale strategie voor cyberveiligheid; benadrukt dat een alomvattende digitale agenda het economische klimaat en de economische prestaties zal verbeteren en de transparantie en efficiëntie van het openbaar bestuur en de openbare diensten zal verhogen;

57.  waardeert de inspanningen van de regering om de omstandigheden voor jongeren te verbeteren en de participatie van jongeren in de politiek te versterken, bijvoorbeeld door middel van de nationale jongerenstrategie (2016-2025); moedigt de regering aan om de hoge jeugdwerkloosheid aan te pakken door iets te doen aan de "mismatch" tussen de vaardigheden van jonge afgestudeerden en de behoeften van particuliere bedrijven;

58.  dringt er bij de regering op aan de langdurige werkloosheid, de jeugdwerkloosheid en de lage arbeidsparticipatie van vrouwen op de arbeidsmarkt op alomvattende en innovatieve wijze aan te pakken; verzoekt om dringende hervormingen van het onderwijs om ervoor te zorgen dat de verworven vaardigheden overeenkomen met de behoeften op de arbeidsmarkt, om zo braindrain te voorkomen; moedigt de regering aan een strategie voor digitale vaardigheden te ontwikkelen en de digitale geletterdheid onder de bevolking te doen toenemen;

59.  herinnert eraan dat de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië in 2002 haar laatste volkstelling voltooide; onderstreept dat het houden van een nieuwe volkstelling een steeds dringender noodzaak wordt, waarmee actuele en realistische demografische statistieken in overeenstemming met de EU-normen kunnen worden verkregen;

60.  is verheugd over de goedkeuring van de nieuwe energiewet door het Macedonische parlement, waarin het derde energiepakket van de EU wordt omgezet en die volledig in overeenstemming is met het Energiegemeenschapsverdrag; verzoekt de autoriteiten zich te richten op hervormingen van de energiemarkt, en toe te zien op voorzieningszekerheid en diversificatie van energiebronnen, in het bijzonder door middel van hernieuwbare energiebronnen;

61.  neemt kennis van een aantal geplande infrastructuurprojecten in beschermde gebieden die waarschijnlijk ingrijpende gevolgen zullen hebben voor toekomstige Natura 2000-gebieden; roept ertoe op om in dit verband de aanbeveling van de vaste commissie van het Verdrag van Bern (nr. 184(2015)) te eerbiedigen door de tenuitvoerlegging van de projecten op het grondgebied van het nationaal park Mavrovo op te schorten totdat een strategische milieubeoordeling met volledige inachtneming van de EU-milieuwetgeving is afgerond; dringt voorts aan op de eerbiediging van het besluit van de Commissie voor het Werelderfgoed van de UNESCO (40 COM 7B.68) inzake het natuurlijk en cultureel erfgoed van de regio Ohrid en op het opstellen van een algemene strategische milieueffectbeoordeling (smb) en een erfgoedeffectbeoordeling voordat verdere werkzaamheden worden verricht; dringt aan op de ontwikkeling van een nationale waterkrachtstrategie in overeenstemming met de milieuwetgeving van de EU;

62.  spoort het land aan te werken aan mededinging op de gas- en energiemarkt om te komen tot een volledige loskoppeling van nutsvoorzieningen overeenkomstig het derde energiepakket; roept op tot forse verbeteringen van de energie-efficiëntie, de productie van hernieuwbare energie en de strijd tegen de klimaatverandering;

63.  prijst de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië voor het ratificeren van de Overeenkomst van Parijs op 9 januari 2018, aangezien de klimaatverandering alleen kan worden bestreden door middel van gezamenlijke inspanningen;

64.  is verheugd over de positieve benadering van de regering van regionale samenwerking en betrekkingen van goed nabuurschap en de actieve deelname aan regionale initiatieven, zoals het Zuidoost-Europees Samenwerkingsproces, de Raad voor regionale samenwerking, Cefta, het initiatief van de zes landen van de Westelijke Balkan, het Energiegemeenschapsverdrag, de overeenkomst inzake een Europese gemeenschappelijke luchtvaartruimte, het Midden-Europees initiatief, het regionale initiatief voor migratie, asiel en vluchtelingen (Marri) en het proces van Brdo-Brijuni;

65.  is verheugd over de inzet van het land voor connectiviteitsprojecten in het kader van het proces van Berlijn; wijst op de noodzaak om andere vervoersmiddelen dan wegvervoer te bevorderen door de uitvoering van maatregelen voor de hervorming van het spoorverkeer, onder meer door de modernisering of aanleg van spoorverbindingen van Skopje naar de hoofdsteden van de buurlanden; verzoekt om meer vooruitgang ten aanzien van de voltooiing van de spoor- en wegverbindingen in het kader van Corridor VIII en X;

66.  roept op tot verdere handels- en douanefacilitatie en exportdiversificatie, onder andere door het intraregionale handelspotentieel te benutten; verzoekt de Commissie het land vrijstelling te verlenen van de vrijwaringsmaatregelen voor staal en aluminium;

67.  uit zijn bezorgdheid over het alarmerend hoge niveau van luchtverontreiniging in Skopje en andere zwaar vervuilde steden en verzoekt de nationale en lokale autoriteiten dringend passende stappen te nemen om deze noodsituatie op te lossen, door middel van doeltreffende doelgerichte maatregelen voor toezicht op en verbetering van de luchtkwaliteit, onder andere door een verbetering van het openbaar vervoer en doeltreffende mobiliteitsplannen; roept het land op de wetgeving op het gebied van de bescherming van het milieu, de natuur en het klimaat onverwijld te harmoniseren met het acquis; roept op tot de ontwikkeling van afvalbeheersystemen;

o
o   o

68.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regering en het parlement van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

Laatst bijgewerkt op: 6 februari 2020Juridische mededeling - Privacybeleid