Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2018/0061(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A8-0434/2018

Ingediende teksten :

A8-0434/2018

Debatten :

PV 17/04/2019 - 14
CRE 17/04/2019 - 14

Stemmingen :

PV 11/12/2018 - 5.14
CRE 11/12/2018 - 5.14
PV 17/04/2019 - 16.9
CRE 17/04/2019 - 16.9

Aangenomen teksten :

P8_TA(2018)0495
P8_TA(2019)0416

Aangenomen teksten
PDF 227kWORD 79k
Dinsdag 11 december 2018 - Straatsburg
Visumcode ***I
P8_TA(2018)0495A8-0434/2018

Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 11 december 2018 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 810/2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode) (COM(2018)0252 – C8-0114/2018 – 2018/0061(COD))(1)

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Door de Commissie voorgestelde tekst   Amendement
Amendement 1
Voorstel voor een verordening
Overweging 1
(1)  Het gemeenschappelijk beleid van de Europese Unie inzake visa voor kort verblijf is een integrerend onderdeel van de totstandbrenging van een ruimte zonder binnengrenzen. Het visumbeleid moet een essentieel instrument voor het faciliteren van toerisme en zakelijke transacties blijven en moet tegelijkertijd veiligheidsrisico's en het risico van irreguliere migratie naar de Unie tegengaan.
(1)  Het gemeenschappelijk beleid van de Europese Unie inzake visa voor kort verblijf is een integrerend onderdeel van de totstandbrenging van een ruimte zonder binnengrenzen. Een visumbeleid dat de mensenrechten en de fundamentele vrijheden eerbiedigt, moet reizen van onderdanen van derde landen naar de Unie faciliteren en moet tegelijkertijd het vrije verkeer van personen waarborgen en de veiligheid van personen op het grondgebied van de Unie garanderen. Het gemeenschappelijk visumbeleid moet stroken met andere beleidsterreinen van de Unie en met name het beleid inzake vrij verkeer, verblijf en mobiliteit.
Amendement 3
Voorstel voor een verordening
Overweging 2 bis (nieuw)
(2 bis)   De lidstaten dienen bij de toepassing van deze verordening hun respectieve verplichtingen uit hoofde van het internationale recht te eerbiedigen, met name de verplichtingen uit hoofde van het Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen, het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, het Verdrag van de Verenigde Naties tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van het kind en andere relevante internationale instrumenten.
Amendement 4
Voorstel voor een verordening
Overweging 4
(4)  De visumaanvraagprocedure dient zo eenvoudig mogelijk te zijn voor de aanvragers. Het dient duidelijk te zijn welke lidstaat bevoegd is om een visumaanvraag te onderzoeken, met name als de aanvrager van plan is meerdere lidstaten te bezoeken. Waar mogelijk moeten de lidstaten aanvragers de mogelijkheid bieden hun aanvraagformulieren elektronisch in te vullen en in te dienen. Er moeten termijnen worden vastgesteld voor de verschillende stappen van de procedure, met name zodat reizigers hun reis beter kunnen plannen en tijden van grote drukte in de consulaten kunnen vermijden.
(4)  De visumaanvraagprocedure dient zo eenvoudig en zo betaalbaar mogelijk te zijn voor de aanvragers. Het dient duidelijk te zijn welke lidstaat bevoegd is om een visumaanvraag te onderzoeken, met name als de aanvrager van plan is meerdere lidstaten te bezoeken. De lidstaten moeten aanvragers de mogelijkheid bieden hun aanvraagformulieren elektronisch in te vullen en in te dienen. Er moeten termijnen worden vastgesteld voor de verschillende stappen van de procedure, met name zodat reizigers hun reis tijdig kunnen plannen en tijden van grote drukte in de consulaten kunnen vermijden. Als onderdeel van de verdere ontwikkeling van het acquis in de richting van een echt gemeenschappelijk visumbeleid dienen de procedures en voorwaarden voor de afgifte van visa evenwel verder te worden geharmoniseerd en dient de uniforme toepassing ervan te worden versterkt.
Amendement 6
Voorstel voor een verordening
Overweging 4 bis (nieuw)
(4 bis)   Visumaanvragen en beslissingen over een aanvraag worden onderzocht en genomen door consulaten. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat zij aanwezig zijn of door een andere lidstaat worden vertegenwoordigd in de derde landen waar de onderdanen aan de visumplicht zijn onderworpen, en dat de consulaten voldoende kennis hebben van de plaatselijke situatie om de integriteit van de visumaanvraagprocedure te waarborgen.
Amendement 7
Voorstel voor een verordening
Overweging 5
(5)   De lidstaten mogen er niet toe worden verplicht de mogelijkheid om rechtstreeks een aanvraag bij het consulaat in te dienen, te handhaven in plaatsen waar zij een externe dienstverlener hebben ingeschakeld om namens hen visumaanvragen in ontvangst te nemen – onverminderd de verplichtingen die voor de lidstaten voortvloeien uit Richtlijn 2004/38/EG18, met name artikel 5, lid 2.
Schrappen
_________________
18 Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden (PB L 229 van 29.6.2004, blz. 35)
Amendement 8
Voorstel voor een verordening
Overweging 5 bis (nieuw)
(5 bis)  Van aanvragers van een visum voor kort verblijf mag niet worden geëist dat zij in het bezit zijn van een medische reisverzekering. Dat vormt voor de visumaanvragers een onevenredige belasting en er is geen bewijs dat houders van een visum voor kort verblijf een groter risico vormen voor de volksgezondheidsuitgaven van de lidstaten dan onderdanen van derde landen die visumvrijstelling genieten.
Amendement 9
Voorstel voor een verordening
Overweging 6
(6)  De visumleges moeten ervoor zorgen dat voldoende financiële middelen beschikbaar zijn om de kosten te dekken voor de behandeling van visumaanvragen, onder meer voor passende structuren en voldoende personeel om de kwaliteit en integriteit van het onderzoek van visumaanvragen te waarborgen. Het bedrag van de visumleges moet om de twee jaar opnieuw worden bezien op basis van objectieve criteria.
(6)  De visumleges moeten ervoor zorgen dat voldoende financiële middelen beschikbaar zijn om de kosten te dekken voor de behandeling van visumaanvragen, onder meer voor passende structuren en voldoende personeel om de kwaliteit, snelheid en integriteit van het onderzoek van visumaanvragen te waarborgen. Het bedrag van de visumleges moet om de twee jaar opnieuw worden bezien op basis van objectieve beoordelingscriteria.
Amendement 10
Voorstel voor een verordening
Overweging 6 bis (nieuw)
(6 bis)   De nadere bepalingen voor de opvang van aanvragers moeten de menselijke waardigheid en de grondrechten, zoals opgenomen in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, naar behoren eerbiedigen. Visumaanvragen moeten op niet-discriminerende, professionele en respectvolle wijze worden behandeld.
Amendement 11
Voorstel voor een verordening
Overweging 7
(7)  Om ervoor te zorgen dat onderdanen van derde landen die zijn onderworpen aan de visumplicht, hun visumaanvraag kunnen indienen in het land waar zij wonen, ook al is daar geen lidstaat aanwezig om aanvragen in ontvangst te nemen, moeten externe dienstverleners in staat worden gesteld de nodige diensten te verlenen tegen betaling van een vergoeding die meer bedraagt dan het algemene maximum.
(7)  Om ervoor te zorgen dat onderdanen van derde landen die zijn onderworpen aan de visumplicht, hun visumaanvraag zo dicht mogelijk bij hun woonplaats kunnen indienen, moeten externe dienstverleners in staat worden gesteld aanvragen in ontvangst te nemen tegen betaling van een vergoeding die meer bedraagt dan het algemene maximum.
Amendement 12
Voorstel voor een verordening
Overweging 8
(8)  De vertegenwoordigingsregelingen moeten worden gestroomlijnd en hindernissen die dergelijke regelingen tussen de lidstaten in de weg staan, moeten worden vermeden. De vertegenwoordigende lidstaat dient verantwoordelijk te zijn voor de uitvoering van het gehele proces van verwerking van de visumaanvragen, zonder dat de vertegenwoordigde lidstaat hier een rol in speelt.
(8)  De vertegenwoordigingsregelingen moeten worden gestroomlijnd en versoepeld en hindernissen die dergelijke regelingen tussen de lidstaten in de weg staan, moeten worden vermeden. De vertegenwoordigende lidstaat dient verantwoordelijk te zijn voor de uitvoering van het gehele proces van verwerking van de visumaanvragen, zonder dat de vertegenwoordigde lidstaat hier een rol in speelt.
Amendement 14
Voorstel voor een verordening
Overweging 11
(11)  Indien het derde land geen medewerking verleent bij de overname van eigen onderdanen die zijn aangehouden in een irreguliere situatie, of niet doeltreffend meewerkt bij het terugkeerproces, moet zijn medewerking op het gebied van de overname van irreguliere migranten worden gestimuleerd door sommige bepalingen van Verordening (EG) nr. 810/2009 restrictief en tijdelijk toe te passen op basis van een transparant en op objectieve criteria gestoeld mechanisme.
(11)  Indien het derde land onvoldoende of geen medewerking verleent bij de overname van eigen onderdanen die zijn aangehouden in een irreguliere situatie, of niet doeltreffend of goed meewerkt bij het terugkeerproces, moet zijn medewerking op het gebied van de overname van irreguliere migranten worden gestimuleerd of moet worden aangemoedigd dat de medewerking wordt voortgezet door sommige bepalingen van Verordening (EG) nr. 810/2009 restrictief en tijdelijk toe te passen op basis van een transparant en op objectieve criteria gestoeld mechanisme.
Amendement 15
Voorstel voor een verordening
Overweging 12
(12)  Aanvragers aan wie een visum is geweigerd, moeten het recht hebben beroep aan te tekenen en dat beroep moet, in een bepaalde fase van de procedure, een doeltreffende voorziening in rechte waarborgen. In de kennisgeving van de weigering moet meer gedetailleerde informatie worden opgenomen over de weigeringsgronden en over de procedures om beroep tegen negatieve besluiten aan te tekenen.
(12)  Aanvragers aan wie een visum is geweigerd, moeten het recht hebben beroep aan te tekenen en dat beroep moet zo spoedig mogelijk een doeltreffende voorziening in rechte waarborgen. In de kennisgeving van de weigering moet gedetailleerde informatie worden opgenomen over de weigeringsgronden en over de procedures om beroep tegen negatieve besluiten aan te tekenen.
Amendement 17
Voorstel voor een verordening
Overweging 13 bis (nieuw)
(13 bis)   Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de rechten en beginselen in acht die met name zijn erkend in de internationale verdragen en in het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie. In het bijzonder is zij erop gericht de onvoorwaardelijke eerbiediging te garanderen van het recht op de bescherming van persoonsgegevens als bedoeld in artikel 16 VWEU, het recht op een privéleven en een familie- en gezinsleven als bedoeld in artikel 7, het asielrecht als bedoeld in artikel 18 en de rechten van het kind als bedoeld in artikel 24 van genoemd Handvest en de bescherming van kwetsbare bevolkingsgroepen.
Amendement 18
Voorstel voor een verordening
Overweging 16
(16)  Er dienen flexibele voorschriften te worden vastgesteld zodat de lidstaten hun middelen optimaal kunnen delen en de consulaire vertegenwoordiging kunnen verbeteren. De samenwerking tussen de lidstaten (Schengenvisumcentra) kan elke vorm aannemen, afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden, met als doel de geografische consulaire vertegenwoordiging te verbeteren, de kosten van de lidstaten te verlagen, de zichtbaarheid van de Unie te vergroten en de dienstverlening aan de visumaanvragers te verbeteren.
(16)  Er dienen flexibele voorschriften te worden vastgesteld zodat de lidstaten hun middelen optimaal kunnen delen en de consulaire vertegenwoordiging kunnen verbeteren. De samenwerking tussen de lidstaten (Schengenvisumcentra) kan elke vorm aannemen, afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden, met als doel de geografische consulaire vertegenwoordiging te verbeteren, de kosten van de lidstaten te verlagen, de zichtbaarheid van de Unie te vergroten en de dienstverlening aan de visumaanvragers te verbeteren. Het gemeenschappelijk visumbeleid moet bijdragen tot meer groei en in overeenstemming zijn met ander EU-beleid, zoals op het gebied van externe betrekkingen, handel, onderwijs, cultuur en toerisme.
Amendement 19
Voorstel voor een verordening
Overweging 17
(17)  Door de lidstaten ontwikkelde elektronische systemen voor het aanvragen van een visum dragen bij tot de versoepeling van de aanvraagprocedures, zowel voor de aanvrager als voor het consulaat. Met behulp van de recente juridische en technologische ontwikkelingen moet een gemeenschappelijke oplossing worden ontwikkeld waarmee het volledige proces kan worden gedigitaliseerd.
(17)  Door de lidstaten ontwikkelde elektronische systemen voor het aanvragen van een visum zijn essentieel voor de versoepeling van de aanvraagprocedures, zowel voor de aanvrager als voor het consulaat. Er moet tegen 2025 een gemeenschappelijke oplossing worden ontwikkeld waarmee het volledige proces kan worden gedigitaliseerd in de vorm van een digitaal platform en een elektronisch EU-visum (e-visum), met behulp van de recente juridische en technologische ontwikkelingen, teneinde online visumaanvragen mogelijk te maken om het aanvragers makkelijker te maken en meer bezoekers naar het Schengengebied te halen. Het elektronische systeem voor het aanvragen van een visum moet volledig toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. De eenvoudige en gestroomlijnde procedurele garanties moeten worden versterkt en overal op dezelfde manier worden toegepast.
Amendement 20
Voorstel voor een verordening
Overweging 17 bis (nieuw)
(17 bis)  De lidstaten dienen bij de toepassing van Verordening (EG) nr. 810/2009 hun respectieve verplichtingen uit hoofde van het internationale recht te eerbiedigen, met name de verplichtingen uit hoofde van het Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen, het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, het Verdrag van de Verenigde Naties tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van het kind en andere relevante internationale instrumenten.
Amendement 21
Voorstel voor een verordening
Overweging 27 bis (nieuw)
(27 bis)   De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld. Aan de Commissie moet de bevoegdheid worden verleend om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen om de technische wijzigingen aan te brengen aan de bijlagen bij deze verordening.
Amendement 22
Voorstel voor een verordening
Overweging 27 ter (nieuw)
(27 ter)   Er moeten passende maatregelen worden uitgewerkt voor de monitoring en evaluatie van deze verordening met betrekking tot de harmonisatie van de behandeling van visumaanvragen. Bij de monitoring en evaluatie moet er ook op worden toegezien dat de lidstaten bij de verwerking van aanvragen de grondrechten volledig eerbiedigen, het beginsel van non-discriminatie toepassen en de bescherming van persoonsgegevens garanderen.
Amendement 23
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 1
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 1 – lid 1
1.  In deze verordening worden de voorwaarden en procedures vastgesteld voor de afgifte van visa voor een voorgenomen verblijf op het grondgebied van de lidstaten van ten hoogste 90 dagen binnen een periode van 180 dagen.
1.  In deze verordening worden de voorwaarden en procedures vastgesteld voor de afgifte van visa voor een voorgenomen verblijf op het grondgebied van de lidstaten van ten hoogste 90 dagen binnen een periode van 180 dagen en voor een voorgenomen verblijf van professionele sporters en cultuurwerkers van maximaal één jaar zonder dat zij gedurende een periode van 180 dagen langer dan 90 dagen in één lidstaat verblijven.
Amendement 24
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 bis (nieuw)
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 1 – lid 3 bis (nieuw)
(1 bis)  Aan artikel 1 wordt het volgende lid toegevoegd:
"3 bis. Bij de toepassing van deze verordening handelen de lidstaten met volledige inachtneming van het toepasselijke Unierecht, waaronder het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie ("het Handvest"), het toepasselijke internationale recht, waaronder het VN-Verdrag betreffende de status van vluchtelingen ("het Verdrag van Genève"), de verplichtingen inzake de toegang tot internationale bescherming, in het bijzonder het beginsel van non-refoulement, en de grondrechten. In overeenstemming met de algemene beginselen van het Unierecht worden besluiten die overeenkomstig deze verordening worden genomen, op individuele basis genomen.";
Amendement 25
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 ter (nieuw)
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 1 – lid 3 ter (nieuw)
(1 ter)  Aan artikel 1 wordt het volgende lid toegevoegd:
(3 ter)   De Europese Commissie presenteert uiterlijk in 2025 een systeem voor het aanvragen van een elektronisch visum (e-visum).
Amendement 26
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – letter d
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 2 – punt 12 bis (nieuw)
12 bis.   "professionele sporters en cultuurwerkers": onderdanen van derde landen die geen burger van de Unie in de zin van artikel 20, lid 1, van het Verdrag zijn en behoren tot de volgende categorieën: uitvoerend kunstenaars en hun ondersteunend personeel, topsporters en hun ondersteunend personeel en, indien van toepassing, gezinsleden van deze categorieën personen, die de administratieve en logistieke belemmeringen in verband met de organisatie van een tournee of een wedstrijd van langer dan drie maanden in meerdere lidstaten van het Schengengebied, duidelijk hebben kunnen aantonen.
Amendement 27
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 – letter a (nieuw)
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 3 – lid 5
(3)  In artikel 3, lid 5, wordt het bepaalde onder b) en c) vervangen door:
(3)  In artikel 3, lid 5, wordt het bepaalde onder b) en c) vervangen door:
"b) onderdanen van derde landen die in het bezit zijn van een geldige verblijfstitel die is afgegeven door een lidstaat die niet deelneemt aan de vaststelling van deze verordening of door een lidstaat die de bepalingen van het Schengenacquis nog niet volledig toepast, of onderdanen van derde landen die in het bezit zijn van een geldige verblijfstitel zoals vermeld op de lijst in bijlage V, die is afgegeven door Andorra, Canada, Japan, San Marino of de Verenigde Staten van Amerika en de onvoorwaardelijke overname van de houder garandeert, of die in het bezit zijn van een verblijfstitel voor de Caribische Koninkrijksdelen van Nederland (Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba);
c)  onderdanen van derde landen die in het bezit zijn van een geldig visum voor een lidstaat die niet deelneemt aan de vaststelling van deze verordening, of voor een lidstaat die de bepalingen van het Schengenacquis nog niet volledig toepast, of voor een land dat partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, of voor Canada, Japan of de Verenigde Staten van Amerika, of houders van een geldig visum voor de Caribische Koninkrijksdelen van Nederland (Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba), wanneer zij reizen naar het land van afgifte of naar een ander derde land, of wanneer zij op terugreis zijn van het land van afgifte, na gebruik te hebben gemaakt van het visum;";
Amendement 28
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 5
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 5 – lid 1 – letter b
b)  indien het bezoek meer dan één bestemming omvat of binnen een periode van twee maanden verschillende afzonderlijke bezoeken zullen worden gebracht, de lidstaat op het grondgebied waarvan de hoofdbestemming van het (de) bezoek(en) is gelegen qua duur van het verblijf, gerekend in dagen, of,
b)  indien het bezoek meer dan één bestemming omvat of binnen een periode van twee maanden verschillende afzonderlijke bezoeken zullen worden gebracht, de lidstaat waar het uitnodigend bedrijf of, in voorkomend geval, de uitnodigende organisatie is gevestigd, of de lidstaat op het grondgebied waarvan de hoofdbestemming van het (de) bezoek(en) is gelegen qua duur van het verblijf, gerekend in dagen, of, indien de hoofdbestemming niet kan worden vastgesteld, de lidstaat langs wiens buitengrens de aanvrager voornemens is het grondgebied van de lidstaten binnen te komen;
Amendement 29
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 bis (nieuw)
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 5 – lid 2 bis (nieuw)
(5 bis)  In artikel 5 wordt het volgende lid ingevoegd:
"2 bis. Indien de op grond van lid 1, onder a) of b), bevoegde lidstaat niet aanwezig of vertegenwoordigd is in het derde land waar de aanvrager overeenkomstig artikel 10 zijn aanvraag indient, mag de aanvrager zijn aanvraag indienen:
a)  bij het consulaat van een van de lidstaten op het grondgebied waarvan de bestemming van het voorgenomen bezoek is gelegen,
b)  bij het consulaat van de lidstaat van eerste binnenkomst, als a) niet van toepassing is,
c)  in alle andere gevallen bij het consulaat van een van die lidstaten die in het land waar de aanvrager zijn aanvraag indient aanwezig zijn.
Indien het consulaat van de op grond van lid 1 bevoegde lidstaat of het consulaat van de lidstaat als bedoeld in de eerste alinea van dit lid zich bevindt op een afstand van meer dan 500 km van de woonplaats van de aanvrager of een retour met het openbaar vervoer vanuit de woonplaats van de aanvrager niet mogelijk is zonder overnachting en het consulaat van een andere lidstaat zich dichter bij de woonplaats van de aanvrager bevindt, kan de aanvrager zijn aanvraag bij het consulaat van die lidstaat indienen.";
Amendement 30
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 ter (nieuw)
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 5 – lid 2 ter (nieuw)
(5 ter)  In artikel 5 wordt het volgende lid ingevoegd:
"2 ter. Indien de op grond van lid 1 of lid 2 bevoegde lidstaat overeenkomstig artikel 8 met een andere lidstaat een vertegenwoordigingsregeling is overeengekomen voor het onderzoeken van aanvragen voor en de afgifte van visa, dient de aanvrager zijn aanvraag in te dienen bij het consulaat van de vertegenwoordigende lidstaat.";
Amendement 31
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 – letter -a (nieuw)
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 8 – lid 1
1.  Een lidstaat kan ermee instemmen een andere lidstaat die op grond van artikel 5 bevoegd is, te vertegenwoordigen voor het onderzoeken van aanvragen voor en de afgifte van visa namens die lidstaat. Een lidstaat mag ook een andere lidstaat in beperkte mate vertegenwoordigen voor uitsluitend het in ontvangst nemen van aanvragen en de afname van biometrische kenmerken.
"1. Onverminderd artikel 6, kan een lidstaat ermee instemmen een andere lidstaat die op grond van artikel 5 bevoegd is, te vertegenwoordigen voor het onderzoeken van aanvragen voor en de afgifte van visa namens die lidstaat. Een lidstaat mag ook een andere lidstaat in beperkte mate vertegenwoordigen voor uitsluitend het in ontvangst nemen van aanvragen en de afname van biometrische kenmerken.";
Amendement 32
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 – letter b bis (nieuw)
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 8 – lid 6
(b bis)   lid 6 wordt als volgt gewijzigd:
6.  Om ervoor te zorgen dat beperkte vervoersmogelijkheden of grote afstanden in een specifieke regio of geografisch gebied geen onevenredige moeite van visumaanvragers vergt om toegang tot een consulaat te krijgen, trachten lidstaten zonder eigen consulaat in die regio of dat gebied een regeling inzake vertegenwoordiging te treffen met andere lidstaten die wel over een consulaat in die regio of dat gebied beschikken.
"6. Om ervoor te zorgen dat beperkte vervoersmogelijkheden of grote afstanden in een specifieke regio of geografisch gebied geen onevenredige moeite van visumaanvragers vergt om toegang tot een consulaat te krijgen, trachten lidstaten zonder eigen consulaat in die regio of dat gebied een regeling inzake vertegenwoordiging te treffen met andere lidstaten die wel over een consulaat in die regio of dat gebied beschikken teneinde de discriminatie te bestrijden die tussen de onderdanen van derde landen ontstaat als gevolg van ongelijke toegang tot consulaire diensten.
Dergelijke regelingen kunnen ook worden overeengekomen met de vertegenwoordiging van een lidstaat van de Unie in een buurland van het betrokken derde land, indien deze dichter bij de woonplaats van de aanvrager ligt."
Amendement 33
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 7 – letter a
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 9 – lid 1
Aanvragen kunnen ten hoogste zes maanden en voor zeevarenden bij de uitvoering van hun taken ten hoogste negen maanden – tot ten laatste vijftien kalenderdagen voor het begin van het voorgenomen bezoek worden ingediend.
Aanvragen kunnen ten hoogste negen maanden en tot ten laatste vijftien kalenderdagen voor het begin van het voorgenomen bezoek worden ingediend. In gemotiveerde spoedeisende gevallen, bijvoorbeeld op professionele gronden, op humanitaire gronden, vanwege het nationale belang of gelet op internationale verplichtingen, kunnen consulaten van deze termijn afwijken.
Amendement 34
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 7 – letter a bis (nieuw)
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 9 – lid 3
(a bis)   lid 3 wordt als volgt gewijzigd:
In gemotiveerde spoedeisende gevallen kan het consulaat aanvragers toestaan hun aanvraag zonder afspraak in te dienen of vindt de afspraak onmiddellijk plaats.
In gemotiveerde spoedeisende gevallen kan het consulaat aanvragers toestaan hun aanvraag zonder afspraak in te dienen of vindt de afspraak onmiddellijk plaats.
Indien in het geval van een elektronische procedure niet binnen een maand na de indiening van de aanvraag wordt gereageerd, wordt voorzien in een beroepsmogelijkheid om de aanvraag in elk geval te kunnen onderzoeken.
Amendement 35
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 7 – letter b
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 9 – lid 4 – letter a bis (nieuw)
(a bis)  door de wettelijke vertegenwoordigers van de aanvrager;
Amendement 36
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 8 – letter a
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 10 – lid 1
De aanvrager dient bij het indienen van de aanvraag persoonlijk te verschijnen voor het verzamelen van zijn vingerafdrukken, overeenkomstig artikel 13, leden 2 en 3, en lid 7, onder b).
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 13, 42, 43 en 45 kan een aanvrager zijn aanvraag persoonlijk of langs elektronische weg indienen.
Amendement 37
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 bis (nieuw)
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 13 – lid 2 – alinea 1 bis (nieuw)
(9 bis)  In artikel 13 wordt aan lid 2 de volgende alinea toegevoegd:
Onverminderd lid 3 mag de aanvrager niet door een externe dienstverlener worden gevraagd in persoon te verschijnen voor elke aanvraag, om de biometrische kenmerken telkens opnieuw te verzamelen. Om externe dienstverleners in staat te stellen om na te gaan dat de biometrische kenmerken verzameld werden, moet de aanvrager een bewijs krijgen nadat zijn biometrische kenmerken werden verzameld.
Amendement 38
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 10 – letter a
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 14 – lid 4 – alinea 1
4.  De lidstaten kunnen van de aanvragers verlangen dat zij een bewijs van garantstelling en/of particuliere logiesverstrekking overleggen door het invullen van een formulier dat is opgesteld door de lidstaat. Dit formulier bevat met name de volgende informatie:
4.  De lidstaten kunnen van de aanvragers verlangen dat zij een bewijs van garantstelling en/of particuliere logiesverstrekking overleggen door het invullen van een formulier dat is opgesteld door de Commissie. Dit formulier bevat met name de volgende informatie:
Amendement 39
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 10 – letter a
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 14 – lid 4 – alinea 2
Het formulier wordt in de officiële taal of talen van de lidstaat opgesteld en daarnaast in ten minste één andere officiële taal van de instellingen van de Europese Unie. Een model van het formulier wordt aan de Commissie toegestuurd.
De Commissie stelt het formulier vast door middel van uitvoeringshandelingen volgens de in artikel 52, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. Het formulier wordt gebruikt om de garantsteller/uitnodigende persoon op de hoogte te brengen van de verwerking van zijn/haar persoonsgegevens en de toepasselijke regels. Het formulier wordt in de officiële taal of talen van de lidstaat opgesteld en daarnaast in ten minste één andere officiële taal van de instellingen van de Europese Unie.
Amendement 40
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 11
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 15
(11)  Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 15 wordt geschrapt.
(a)  lid 1 wordt vervangen door:
Schrapping van de medische reisverzekering
"1. Aanvragers van een eenvormig visum voor één binnenkomst dienen aan te tonen dat zij in het bezit zijn van een toereikende en geldige medische reisverzekering ter dekking van eventuele uitgaven voor repatriëring om medische redenen, dringende medische zorg en spoedbehandeling in een ziekenhuis of wegens overlijden tijdens hun voorgenomen verblijf op het grondgebied van de lidstaten;"
(b)  in lid 2 wordt de eerste alinea vervangen door:
"2. Aanvragers die een eenvormig visum voor meerdere binnenkomsten aanvragen, dienen aan te tonen dat zij in het bezit zijn van een toereikende en geldige medische reisverzekering voor de duur van hun eerste voorgenomen bezoek;"
Amendement 41
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 12
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 16
Artikel 16 wordt vervangen door:
Artikel 16
"Artikel 16
Visumleges
Visumleges
1.  Aanvragers dienen een bedrag van 80 EUR aan visumleges te voldoen.
1.  Aanvragers dienen een bedrag van 80 EUR aan visumleges te voldoen.
1 bis.  Voor aanvragers van wie de gegevens reeds in het Visuminformatiesysteem zijn geregistreerd en van wie de biometrische kenmerken overeenkomstig artikel 13 worden verzameld, bedragen de visumleges 60 EUR.
2.  Voor kinderen tussen zes en twaalf jaar bedragen de visumleges 40 EUR;
2.   Voor kinderen tussen twaalf en achttien jaar bedragen de visumleges 40 EUR.
2 bis.  Voor aanvragers die deel uitmaken van een groep die reist voor culturele, sport- of onderwijsdoeleinden, bedragen de visumleges 60 EUR.
4.  Aanvragers die tot een van de volgende categorieën behoren zijn vrijgesteld van visumleges:
4.  Aanvragers die tot een van de volgende categorieën behoren zijn vrijgesteld van visumleges:
a)  kinderen jonger dan zes jaar;
a)  kinderen jonger dan twaalf jaar;
b)  scholieren, studenten, postacademische studenten en begeleidende docenten als het doel van hun verblijf studie of beroepsopleiding is;
b)  scholieren, studenten, postacademische studenten en begeleidende docenten als het doel van hun verblijf studie of beroepsopleiding is;
c)  onderzoekers uit derde landen die reizen voor het verrichten van wetenschappelijk onderzoek in de zin van Aanbeveling nr. 2005/761/EG27 van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 tot vergemakkelijking van de afgifte door de lidstaten van eenvormige visa voor een verblijf van korte duur aan onderzoekers die onderdaan zijn van een derde land en die zich met het oog op wetenschappelijk onderzoek verplaatsen in de Gemeenschap [21];
c)  onderzoekers uit derde landen, zoals gedefinieerd in Richtlijn 2005/71/EG27 van de Raad, die reizen om wetenschappelijk onderzoek te verrichten of om deel te nemen aan een wetenschappelijk seminar of een wetenschappelijke conferentie;
d)  vertegenwoordigers van non-profitorganisaties die vijfentwintig jaar of jonger zijn en deelnemen aan door non-profitorganisaties georganiseerde studiebijeenkomsten, conferenties, sportieve, culturele of educatieve evenementen.
d)  vertegenwoordigers van non-profitorganisaties die vijfentwintig jaar of jonger zijn en deelnemen aan door non-profitorganisaties georganiseerde studiebijeenkomsten, conferenties, sportieve, culturele of educatieve evenementen;
e)  familieleden van burgers van de Unie, als bedoeld in artikel 5, lid 2, van Richtlijn 2004/38/EG.
5.  Van betaling van visumleges kunnen worden vrijgesteld:
5.  Van betaling van visumleges kunnen worden vrijgesteld:
a)  kinderen tussen zes en twaalf jaar oud;
a)  kinderen tussen twaalf en achttien jaar oud;
b)  houders van diplomatieke en dienstpaspoorten;
b)  houders van diplomatieke en dienstpaspoorten;
c)  deelnemers aan door non-profitorganisaties georganiseerde studiebijeenkomsten, conferenties, sportieve, culturele of educatieve evenementen die vijfentwintig jaar of jonger zijn.
c)  deelnemers aan door non-profitorganisaties georganiseerde studiebijeenkomsten, conferenties, sportieve, culturele of educatieve evenementen die vijfentwintig jaar of jonger zijn;
d)  aanvragers van een visum met territoriaal beperkte geldigheid dat is afgegeven op humanitaire gronden, vanwege het nationale belang of gelet op internationale verplichtingen, alsmede begunstigden van een Europees hervestigings- of herplaatsingsprogramma;
e)  aanvragers van een visum met territoriaal beperkte geldigheid.
6.  In individuele gevallen kan het te betalen bedrag aan visumleges worden kwijtgescholden of verminderd wanneer daarmee culturele of sportieve belangen alsmede belangen op het gebied van buitenlands beleid, ontwikkelingsbeleid en andere vitale openbare belangen of humanitaire redenen gediend zijn.
6.  In individuele gevallen kan het te betalen bedrag aan visumleges worden kwijtgescholden of verminderd wanneer daarmee culturele of sportieve belangen, belangen op het gebied van buitenlands beleid, ontwikkelingsbeleid en andere vitale openbare belangen of humanitaire redenen of internationale verplichtingen gediend zijn.”;
________________
________________
27 Richtlijn 2005/71/EG van de Raad van 12 oktober 2005 betreffende een specifieke procedure voor de toelating van onderdanen van derde landen met het oog op wetenschappelijk onderzoek (PB L 289 van 3.11.2005, blz. 15).
27 Richtlijn 2005/71/EG van de Raad van 12 oktober 2005 betreffende een specifieke procedure voor de toelating van onderdanen van derde landen met het oog op wetenschappelijk onderzoek (PB L 289 van 3.11.2005, blz. 15).
Amendement 42
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 13
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 17
(13)  Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 17
Dienstverleningskosten
1.  De in artikel 43 bedoelde externe dienstverleners kunnen dienstverleningskosten aanrekenen. De dienstverleningskosten staan in verhouding tot de kosten van de externe dienstverlener voor het uitvoeren van een of meer van de in artikel 43, lid 6, genoemde taken.
1.  De in artikel 43 bedoelde externe dienstverleners kunnen dienstverleningskosten aanrekenen. De dienstverleningskosten staan in verhouding tot de kosten van de externe dienstverlener voor het uitvoeren van een of meer van de in artikel 43, lid 6, genoemde taken.
2.  Die dienstverleningskosten worden gespecificeerd in het in artikel 43, lid 2, bedoelde rechtsinstrument.
2.  Die dienstverleningskosten worden gespecificeerd in het in artikel 43, lid 2, bedoelde rechtsinstrument.
3.  In het kader van de plaatselijke Schengensamenwerking zorgen de lidstaten ervoor dat de aan een aanvrager in rekening gebrachte dienstverleningskosten naar behoren de door de externe dienstverlener verleende diensten weerspiegelen en aan de plaatselijke omstandigheden zijn aangepast. Voorts streven zij ernaar de dienstverleningskosten te harmoniseren.
4.  De dienstverleningskosten mogen niet meer bedragen dan de helft van de visumleges als genoemd in artikel 16, lid 1, ongeacht de mogelijke ontheffingen of vrijstellingen van de visumleges als bedoeld in artikel 16, leden 4, 5 en 6.
4.  De dienstverleningskosten mogen niet meer bedragen dan de helft van de visumleges als genoemd in artikel 16, lid 1, ongeacht de mogelijke ontheffingen of vrijstellingen van de visumleges als bedoeld in artikel 16, leden 4, 5 en 6. De dienstverleningskosten omvatten alle kosten in verband met het indienen van de visumaanvraag, met inbegrip van de kosten van het toezenden van de aanvraag en het reisdocument door de externe dienstverlener aan het consulaat en het terugbezorgen van het reisdocument aan de externe dienstverlener.
5.  De betrokken lidstaten behouden voor alle aanvragers de mogelijkheid rechtstreeks een aanvraag in te dienen bij hun consulaat.
5.  De betrokken lidstaten behouden voor alle aanvragers de mogelijkheid rechtstreeks een aanvraag in te dienen bij hun consulaat of bij een consulaat van een lidstaat waarmee een vertegenwoordigingsregeling is overeengekomen overeenkomstig artikel 40.
5 bis.  Aanvragers ontvangen voor de betaalde dienstverleningskosten een kwitantie.
Amendement 43
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 13 bis (nieuw)
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 19 – lid 3
(13 bis)  Artikel 19 – lid 3
Indien het bevoegde consulaat vaststelt dat niet aan de voorwaarden van lid 1 is voldaan, is de aanvraag niet ontvankelijk, met als gevolg dat het consulaat onverwijld:
"Indien het bevoegde consulaat vaststelt dat niet aan de voorwaarden van lid 1 is voldaan, stelt het de aanvrager waar mogelijk hiervan in kennis, waarbij het de tekortkomingen vermeldt en de aanvrager de gelegenheid biedt om ze te verhelpen. Als de tekortkomingen niet worden verholpen, is de aanvraag niet ontvankelijk, met als gevolg dat het consulaat onverwijld:
–  het aanvraagformulier en alle door de aanvrager verstrekte documenten teruggeeft;
–  het aanvraagformulier en alle door de aanvrager verstrekte documenten teruggeeft;
–  de verzamelde biometrische gegevens vernietigt;
–  de verzamelde biometrische gegevens vernietigt;
–  de visumleges terugbetaalt, en
–  de visumleges terugbetaalt, en
–  de aanvraag niet onderzoekt.
–  de aanvraag niet onderzoekt.";
Amendement 44
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 13 bis (nieuw)
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 19 – lid 4
(13 bis)  Artikel 19, lid 4, wordt vervangen door:
4.  In afwijking hiervan kan een aanvraag die niet aan de eisen van lid 1 voldoet, op humanitaire gronden of vanwege het nationale belang ontvankelijk worden geacht.
‘4. In afwijking hiervan kan een aanvraag die niet aan de eisen van lid 1 voldoet, op humanitaire gronden of vanwege het nationale belang, of gelet op internationale verplichtingen, ontvankelijk worden geacht.";
Amendement 45
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 14 – letter a
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 21 – lid 3 – letter e
a)  in lid 3 wordt het bepaalde onder e) vervangen door:
a)  in lid 3 wordt het bepaalde onder e) geschrapt.
Amendement 46
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 14 – letter c
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 21 – lid 8
8.  Bij het onderzoeken van een aanvraag kunnen de consulaten de aanvrager in gerechtvaardigde gevallen om een onderhoud en aanvullende documenten verzoeken.
8.  Bij het onderzoeken van een aanvraag kunnen de consulaten de aanvrager in gerechtvaardigde gevallen om een onderhoud en aanvullende documenten verzoeken. Voor dit onderhoud kan gebruik worden gemaakt van moderne, digitale hulpmiddelen en middelen voor communicatie op afstand, zoals audio- of video-oproepen via internet. De grondrechten van de aanvragers worden tijdens het proces gewaarborgd.
Amendement 47
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 15 – letter a bis (nieuw)
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 22 – lid 4
(a bis)  lid 4 wordt vervangen door:
4.  De Commissie stelt de lidstaten op de hoogte van deze kennisgevingen.
‘4. De Commissie publiceert deze kennisgevingen.";
Amendement 48
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 16 – letter a
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 23 – lid 1
Over aanvragen die overeenkomstig artikel 19 ontvankelijk zijn, wordt beslist binnen tien kalenderdagen na de datum van indiening.
Over aanvragen die overeenkomstig artikel 19 ontvankelijk zijn, wordt beslist binnen tien kalenderdagen na de datum van indiening of binnen vijf kalenderdagen voor visumaanvragers van wie de gegevens reeds in het Visuminformatiesysteem zijn geregistreerd en van wie de biometrische kenmerken overeenkomstig artikel 13 zijn verzameld.
Amendement 49
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 16 – letter a
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 23 – lid 1 – alinea 2
Deze termijn kan in individuele gevallen worden verlengd tot ten hoogste 45 kalenderdagen, met name wanneer nader onderzoek van de aanvraag noodzakelijk is.";
Deze termijn kan in individuele gevallen worden verlengd tot ten hoogste 30 kalenderdagen, met name wanneer nader onderzoek van de aanvraag noodzakelijk is.";
Amendement 50
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 16 – letter a bis (nieuw)
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 23 – lid 2 bis (nieuw)
(a bis)  het volgende lid wordt ingevoegd:
"2 bis. In gemotiveerde spoedeisende gevallen wordt onverwijld beslist, onder meer als professionele gronden, humanitaire gronden, het nationale belang of internationale verplichtingen daartoe nopen.";
Amendement 51
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 17 – letter a bis (nieuw)
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 24 – lid 1 bis (nieuw)
1 bis.  Indien een consulaat van oordeel is dat een aanvrager aan de voorwaarden voor binnenkomst voldoet en er geen sprake is van gronden voor weigering als bedoeld in artikel 32, wordt overeenkomstig dit artikel een visum afgegeven.
Amendement 52
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 17 – letter b
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 24 – lid 2 – letter a
a)  voor een geldigheidsduur van één jaar, mits de aanvrager in de voorgaande twee jaar drie visa heeft gekregen en juist heeft gebruikt;
a)  voor een geldigheidsduur van één jaar, mits de aanvrager in de voorgaande twee jaar drie visa heeft gekregen en juist heeft gebruikt, en voor zeevarenden bij de uitvoering van hun taken voor een geldigheidsduur van een jaar, mits de aanvrager in de voorgaande twee jaar twee visa heeft gekregen en juist heeft gebruikt;
Amendement 53
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 17 – letter b
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 24 – lid 2 – letter b
b)  voor een geldigheidsduur van twee jaar, mits de aanvrager eerder een meervoudig inreisvisum met een geldigheidsduur van één jaar heeft gekregen en juist heeft gebruikt;
b)  voor een geldigheidsduur van twee jaar, mits de aanvrager in de voorgaande twee jaar een meervoudig inreisvisum met een geldigheidsduur van één jaar heeft gekregen;
Amendement 54
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 17 – letter b
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 24 – lid 2 – letter c
c)  voor een geldigheidsduur van vijf jaar, mits de aanvrager eerder een meervoudig inreisvisum met een geldigheidsduur van twee jaar heeft gekregen en juist heeft gebruikt;
c)  voor een geldigheidsduur van twee jaar, indien de aanvrager in de voorgaande drie jaar een meervoudig inreisvisum met een geldigheidsduur van twee jaar heeft gekregen;
Amendement 55
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 17 – letter c
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 24 – lid 2 quater
2 quater.  Onverminderd lid 2 kan een meervoudig inreisvisum met een geldigheidsduur van ten hoogste vijf jaar worden afgegeven aan aanvragers die de noodzaak aantonen of hun voornemen motiveren om veelvuldig en/of regelmatig te reizen, mits zij hun integriteit en betrouwbaarheid aantonen, waaronder met name het juiste gebruik van eerder afgegeven visa, hun economische situatie in het land van herkomst en hun werkelijke voornemen om het grondgebied van de lidstaten te verlaten vóór het verstrijken van de geldigheidsduur van het aangevraagde visum.
2 quater.  Onverminderd lid 2 wordt een meervoudig inreisvisum met een geldigheidsduur van ten hoogste vijf jaar afgegeven aan aanvragers die de noodzaak aantonen of hun voornemen motiveren om veelvuldig en/of regelmatig te reizen, met name wegens hun gezinssituatie of beroep, zoals zakenlieden, ambtenaren die regelmatig officieel contact hebben met lidstaten en EU-instellingen, vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties die reizen voor cursussen, educatieve seminars en conferenties, gezinsleden van staatsburgers van de Unie, gezinsleden van onderdanen van derde landen die in de lidstaten verblijven en zeevarenden, mits zij hun integriteit en betrouwbaarheid aantonen, waaronder met name het juiste gebruik van eerder afgegeven visa, hun economische situatie in het land van herkomst en hun werkelijke voornemen om het grondgebied van de lidstaten te verlaten vóór het verstrijken van de geldigheidsduur van het aangevraagde visum.
Amendement 57
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 18
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 25 bis
“Artikel 25 bis
“Artikel 25 bis
Samenwerking op het gebied van overname
Samenwerking op het gebied van overname
1.   Artikel 14, lid 6, artikel 16, lid 1 en lid 5, onder b), artikel 23, lid 1, en artikel 24, lid 2, zijn niet van toepassing op aanvragers of categorieën van aanvragers die onderdaan zijn van een derde land dat overeenkomstig dit artikel op basis van relevante en objectieve criteria wordt beschouwd als een land dat onvoldoende medewerking aan de lidstaten verleent op het gebied van de overname van irreguliere migranten. Dit artikel doet geen afbreuk aan de bevoegdheden die op grond van artikel 24, lid 2 quinquies, aan de Commissie zijn overgedragen.
1.   Afhankelijk van het niveau van samenwerking van derde landen met de lidstaten op het gebied van de overname van irreguliere migranten, beoordeeld op basis van relevante en objectieve gegevens, kan de toepassing van artikel 16, lid 1 en lid 5, onder b), en artikel 24, lid 2, hierna aangepast worden voor aanvragers of categorieën van aanvragers die de nationaliteit hebben van dat in lid 4 gespecificeerde derde land.
Dit artikel doet geen afbreuk aan de bevoegdheden die op grond van artikel 24, lid 2 quinquies, aan de Commissie zijn overgedragen.
2.   De door een derde land verleende medewerking op het gebied van overname wordt regelmatig door de Commissie beoordeeld aan de hand van, met name, de volgende indicatoren:
2.   De door een derde land verleende medewerking op het gebied van overname wordt regelmatig, ten minste eens per jaar, door de Commissie beoordeeld aan de hand van, met name, de volgende indicatoren:
(a)  het aantal terugkeerbesluiten dat is uitgevaardigd ten aanzien van personen die illegaal op het grondgebied van de lidstaten verblijven en uit het betrokken derde land afkomstig zijn;
a)  het aantal onderdanen van derde landen die het onderwerp vormen van een administratieve of gerechtelijke beslissing overeenkomstig Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad;
(b)  het aantal personen ten aanzien van wie een terugkeerbesluit is uitgevaardigd, dat daadwerkelijk is teruggekeerd, uitgedrukt als een percentage van het aantal terugkeerbesluiten dat ten aanzien van onderdanen van het betrokken derde land is uitgevaardigd, met inbegrip van, in voorkomend geval, het aantal onderdanen van derde landen dat krachtens op Unie- of bilateraal niveau gesloten overnameovereenkomsten via het grondgebied van het betrokken derde land is doorgereisd;
(c)  het aantal door het betrokken derde land aanvaarde overnameverzoeken, uitgedrukt als een percentage van het aantal aanvragen dat het land in die zin heeft ontvangen.
b)  het aantal door het betrokken derde land aanvaarde overnameverzoeken, uitgesplitst naar lidstaat en uitgedrukt als een percentage van het aantal aanvragen dat het land in die zin heeft ontvangen;
c)  het niveau van de praktische medewerking op het gebied van terugkeer in de verschillende fasen van de terugkeerprocedure, zoals:
i)  tijdige bijstand bij identificatieprocedures;
ii)  afgifte en aanvaarding van de nodige reisdocumenten.
De Commissie rapporteert de resultaten van haar beoordeling aan het Europees Parlement en de Raad, die de kwestie zullen bespreken, met name wat betreft het niveau van samenwerking met het relevante derde land bij de overname van irreguliere migranten.
Om de medewerking van een land op het gebied van overname te beoordelen, worden in het bijzonder de volgende elementen in overweging genomen:
a)  deelname aan proefprojecten inzake arbeidsmigratie, wat bijdraagt aan het ontmoedigen van irreguliere migratie;
b)  aantoonbare inspanningen om repatrianten te re-integreren en de duurzaamheid van de terugkeer te waarborgen;
c)  aantoonbare inspanningen in de strijd tegen mensenhandel en -smokkel en de daaruit voortvloeiende schendingen van de rechten van betrokken personen (deelname aan capaciteitsopbouw- en opleidingsactiviteiten, ook over het voorkomen van misbruik en uitbuiting).
Het Parlement wordt door de Commissie op de hoogte gehouden van de conclusies van de beoordeling.
3.   Een lidstaat kan op grond van de in lid 2 opgenomen indicatoren de Commissie in kennis stellen van aanzienlijke en aanhoudende praktische problemen bij de samenwerking met een derde land op het gebied van de overname van irreguliere migranten.
3.   Een lidstaat kan op grond van de in lid 2 opgenomen indicatoren de Commissie in kennis stellen wanneer hij aanzienlijke en aanhoudende problemen of aanzienlijke verbetering opmerkt bij de samenwerking met een derde land op het gebied van de overname van irreguliere migranten.
4.  Krachtens lid 3 verrichte kennisgevingen worden binnen één maand door de Commissie onderzocht.
De kennisgevingen worden binnen vijftien dagen door de Commissie onderzocht. De Commissie stelt de Raad en het Parlement onmiddellijk in kennis van de resultaten van dit onderzoek.
5.   Wanneer de Commissie op basis van de in de leden 2 en 4 bedoelde analyse besluit dat een land onvoldoende medewerking verleent en dat bijgevolg actie vereist is, kan zij, mede in het licht van de algemene betrekkingen van de Unie met het derde land in kwestie, een uitvoeringshandeling vaststellen overeenkomstig de in artikel 52, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure:
4.   Wanneer de Commissie op basis van de in de leden 2 en 3 bedoelde analyse en met inachtneming van de algehele betrekkingen van de Unie met dat derde land, met name op het gebied van samenwerking inzake overname, en met inachtneming van de in lid 2 bedoelde beoordeling en besprekingen, besluit dat een land:
(a)   om de toepassing van artikel 14, lid 6, artikel 16, lid 5, onder b), artikel 23, lid 1, en/of artikel 24, lid 2, tijdelijk op te schorten voor alle onderdanen van het betrokken derde land of voor bepaalde categorieën van hen, of
a)   voldoende medewerking verleent, stelt zij volgens de in artikel 52, lid 2 bis, bedoelde onderzoeksprocedure, een uitvoeringshandeling vast voor bepaalde categorieën onderdanen of voor alle onderdanen van dat derde land die een visum aanvragen op het grondgebied van dat derde land:
i)  om de visumleges in overeenstemming met artikel 16, lid 2 bis, te verminderen;
ii)  om de termijn te verkorten waarbinnen een besluit over een aanvraag wordt genomen, in overeenstemming met artikel 23, lid 1 bis;
iii)  om de geldigheidsduur van meervoudige visa, in overeenstemming met de laatste alinea van artikel 24, lid 2, te verlengen; en/of
iv)  om de deelname aan arbeidsmigratieprojecten te vergemakkelijken;
b)  om de in artikel 16, lid 2 bis, vastgestelde visumleges toe te passen voor alle onderdanen van het betrokken derde land of voor bepaalde categorieën van hen.
b)  onvoldoende medewerking verleent, kan zij, mede in het licht van de algemene betrekkingen van de Unie met het derde land in kwestie, een uitvoeringshandeling vaststellen overeenkomstig de in artikel 52, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure:
i)  om de toepassing van artikel 14, lid 6, of artikel 23, lid 1, te wijzigen, of artikel 16, lid 5 ter, artikel 23, lid 1, of enkele van hun bepalingen, of artikel 24, lid 2, tijdelijk op te schorten.”
6.  De Commissie beoordeelt aan de hand van de in lid 2 opgenomen indicatoren of de door het betrokken derde land verleende medewerking op het gebied van de overname van irreguliere migranten significant is verbeterd, en kan, mede in het licht van de algemene betrekkingen van de Unie met het derde land in kwestie, besluiten tot intrekking of wijziging van de in lid 5 bedoelde uitvoeringshandeling.
7.  Uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van de in lid 5 bedoelde uitvoeringshandeling brengt de Commissie verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de voortgang van de door het betrokken derde land verleende medewerking op het gebied van overname.”
Amendement 58
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 22 – letter a bis (nieuw)
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 32 – lid 1 – letter a – punt vii
(a bis)   artikel 32, lid 1, onder a), punt vii), wordt geschrapt.
vii)  in voorkomend geval, niet heeft aangetoond te beschikken over een toereikende en geldige medische reisverzekering;
Amendement 59
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 22 – letter a ter (nieuw)
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 32 – lid 2
(a ter)  lid 2 wordt vervangen door:
2.  De afwijzende beslissing en de redenen voor de afwijzing van de aanvraag worden kenbaar gemaakt door middel van het standaardformulier van bijlage VI.
"2. De afwijzende beslissing en de redenen voor de afwijzing van de aanvraag worden in een taal die de aanvrager begrijpt of redelijkerwijs geacht wordt te begrijpen kenbaar gemaakt door middel van het standaardformulier van bijlage VI."
Amendement 60
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 22 – letter b
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 32 – lid 3
3.  Aanvragers aan wie een visum is geweigerd, hebben het recht beroep aan te tekenen en dat beroep moet, in een bepaalde fase van de procedure, een doeltreffende voorziening in rechte waarborgen. Het beroep wordt ingesteld tegen de lidstaat die de definitieve beslissing over de aanvraag heeft genomen, en de nationale wetgeving van die lidstaat is op het beroep van toepassing. De lidstaten verstrekken de aanvragers uitvoerige informatie over de procedure in geval van een beroep, zoals gespecificeerd in bijlage VI.
3.  Aanvragers aan wie een visum is geweigerd, hebben het recht beroep aan te tekenen en dat beroep moet, in een bepaalde fase van de procedure, een doeltreffende voorziening in rechte waarborgen. Het beroep wordt ingesteld tegen de lidstaat die de definitieve beslissing over de aanvraag heeft genomen, en de nationale wetgeving van die lidstaat is op het beroep van toepassing. De termijn voor beroep bedraagt ten minste 30 kalenderdagen. De lidstaten verstrekken de aanvragers in een taal die zij begrijpen of redelijkerwijs worden geacht te begrijpen uitvoerige informatie over de procedure in geval van een beroep, zoals gespecificeerd in bijlage VI.
Amendement 61
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 22 – letter b
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 32 – lid 3 bis
3 bis.   Het standaardformulier voor kennisgeving en motivering van het weigeren, nietig verklaren of intrekken van een visum als bedoeld in bijlage VI is ten minste in de volgende talen beschikbaar:
a)  de officiële taal of talen van de lidstaat waarvoor een visum wordt aangevraagd; en
b)  de officiële taal of talen van het gastland.
Naast de onder a) bedoelde taal of talen kan het formulier ook beschikbaar worden gesteld in een andere officiële taal van de instellingen van de Europese Unie.
Er wordt voor een vertaling van dit formulier in de officiële taal of talen van het gastland gezorgd in het kader van plaatselijke Schengensamenwerking overeenkomstig artikel 48.
Amendement 62
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 22 quater (nieuw)
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 34 – lid 7
(22 quater)   Artikel 34, lid 7, wordt als volgt gewijzigd:
7.  Visumhouders van wie het visum is nietig verklaard of ingetrokken, hebben een recht van beroep tenzij het visum overeenkomstig lid 3 op zijn verzoek ingetrokken is. Het beroep wordt ingesteld tegen de lidstaat die de beslissing over de nietigverklaring of intrekking heeft genomen. De nationale wetgeving van die lidstaat is op het beroep van toepassing. De lidstaten verstrekken de aanvragers informatie over de beroepsprocedure, zoals gespecificeerd in bijlage VI.
"7. Visumhouders van wie het visum is nietig verklaard of ingetrokken, hebben een recht van beroep tenzij het visum overeenkomstig lid 3 op zijn verzoek ingetrokken is. Het beroep wordt ingesteld tegen de lidstaat die de beslissing over de nietigverklaring of intrekking heeft genomen. De nationale wetgeving van die lidstaat is op het beroep van toepassing. De lidstaten verstrekken de aanvragers informatie over de beroepsprocedure, zoals gespecificeerd in bijlage VI. Indien de begunstigde van het nietig verklaarde visum zich reeds op het grondgebied van een lidstaat bevindt, kan tegen hem geen terugkeerbesluit worden genomen zolang de beroepstermijn niet is verstreken of zolang de eindbeslissing over dit beroep niet naar behoren aan de begunstigde kenbaar is gemaakt."
Amendement 63
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 22 ter (nieuw)
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 35 – lid 2
(22 ter)  Artikel 35, lid 2, wordt geschrapt;
Amendement 64
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 24
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 36 bis– lid 3
3.  De betrokken lidstaat voorziet in passende structuren en zet speciaal opgeleid personeel in voor het behandelen van deze visumaanvragen en voor het uitvoeren van de in artikel 21 bedoelde controles en risicobeoordeling.
3.  De betrokken lidstaat voorziet in passende structuren en zet speciaal opgeleid personeel in voor het behandelen van deze visumaanvragen en voor het uitvoeren van de in artikel 21 bedoelde controles en risicobeoordeling. Het personeel wordt opgeleid voor het digitaal beheren van dossiers.
Amendement 65
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 24 ter (nieuw)
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 37 – lid 2
(24 ter)   Artikel 37, lid 2, wordt als volgt gewijzigd:
2.  Met betrekking tot de opslag en de behandeling van visumstickers worden passende veiligheidsmaatregelen getroffen om fraude of verlies te voorkomen. Elk consulaat houdt een inventaris bij van zijn voorraad visumstickers en registreert hoe elke visumsticker is gebruikt.
"2. Met betrekking tot de opslag en de behandeling van visumstickers worden passende veiligheidsmaatregelen getroffen om fraude of verlies te voorkomen. Elk consulaat houdt een inventaris bij van zijn voorraad visumstickers en registreert hoe elke visumsticker is gebruikt. Elk geval van fraude of aanzienlijk verlies moet aan de Commissie worden gemeld."
Amendement 66
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 25
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 37 – lid 3 – alinea 2
Individuele aanvraagdossiers worden ten minste een jaar bewaard, te rekenen vanaf de datum van de beslissing over de aanvraag als bedoeld in artikel 23, lid 1, of in geval van beroep, tot het einde van de beroepsprocedure.".
Individuele aanvraagdossiers worden ten minste twee jaar bewaard, te rekenen vanaf de datum van de beslissing over de aanvraag als bedoeld in artikel 23, lid 1, of in geval van beroep, tot het einde van de beroepsprocedure.".
Amendement 67
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 26 bis (nieuw)
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 38 – lid 4 bis (nieuw)
(26 bis)  In artikel 38 wordt het volgende lid ingevoegd:
"4 bis. De lidstaten zorgen ervoor dat consulaten beschikken over een klachtenprocedure voor visumaanvragers. Het consulaat, en in voorkomend geval de externe dienstverlener, stelt informatie over deze procedure beschikbaar op zijn website. De lidstaten zorgen ervoor dat de gegevens over die klachten worden geregistreerd.".
Amendement 68
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 26 ter (nieuw)
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 39 – lid 1
(26 ter)   Artikel 39, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:
1.  De consulaten van de lidstaten dragen er zorg voor dat aanvragers op correcte wijze worden bejegend.
"1. De consulaten van de lidstaten dragen er zorg voor dat aanvragers op correcte wijze worden bejegend. De nadere bepalingen voor de opvang van aanvragers en de behandeling van hun aanvragen moeten de menselijke waardigheid en de grondrechten, zoals opgenomen in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, naar behoren eerbiedigen. Visumaanvragen moeten op niet-discriminerende, professionele en respectvolle wijze worden behandeld."
Amendement 88
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 26 quater (nieuw)
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 39 – lid 3
(26 quater)  In artikel 39 wordt lid 3 als volgt gewijzigd:
3.   Bij de uitvoering van hun werkzaamheden dienen consulaire medewerkers zich te onthouden van discriminatie op grond van geslacht, afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid.
“3. Bij de uitvoering van hun werkzaamheden dienen consulaire medewerkers zich te onthouden van discriminatie op grond van nationaliteit, geslacht, gender, gezinssituatie, afkomst, feitelijke of veronderstelde godsdienst, overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid."
Amendement 70
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 29 – letter d
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 43 – lid 9
9.  De lidstaten zijn verantwoordelijk voor het naleven van de regels voor de bescherming van persoonsgegevens en zien erop toe dat de externe dienstverlener is onderworpen aan het toezicht van de toezichthoudende autoriteiten voor gegevensbescherming overeenkomstig artikel 51, lid 1, van Verordening (EU) 2016/679.
9.  De betrokken lidstaat of lidstaten blijft/blijven verantwoordelijk voor het naleven van de regels, met name wat betreft de eerbiediging van de grondrechten en in het bijzonder het beginsel van niet-discriminatie en de bescherming van persoonsgegevens en zien erop toe dat de externe dienstverlener is onderworpen aan het toezicht van de toezichthoudende autoriteiten voor gegevensbescherming overeenkomstig artikel 51, lid 1, van Verordening (EU) 2016/679.
Amendement 71
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 33 – letter b
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 48 – lid 1 bis – letter c
c)  te zorgen voor een gemeenschappelijke vertaling van het aanvraagformulier, indien van toepassing;
c)  te zorgen voor een gemeenschappelijke vertaling van het aanvraagformulier en van het standaardformulier voor kennisgeving en motivering van het weigeren, nietig verklaren of intrekken van een visum, indien van toepassing;
Amendement 72
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 33 – letter d
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 48 – lid 3 – letter b – punt vi
vi)  tendensen op het gebied van weigeringen;
vi)  tendensen op het gebied van en redenen voor weigeringen;
Amendement 73
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 33 – letter d
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 48 – lid 3 – letter d
d)  informatie over verzekeringsmaatschappijen die een adequate medische reisverzekering aanbieden, inclusief verificatie van de dekking en het eigen risico.
Schrappen
Amendement 74
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 34 bis (nieuw)
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 49
(34 bis)   Artikel 49 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 49
"Artikel 49
Bepalingen betreffende de Olympische en Paralympische Spelen
Bepalingen betreffende de Olympische en Paralympische Spelen en andere internationale sportcompetities op hoog niveau
Lidstaten die optreden als gastland voor de Olympische of de Paralympische Spelen passen de bijzondere procedures en voorwaarden van bijlage XI toe, die de afgifte van visa vergemakkelijken.
Lidstaten die optreden als gastland voor de Olympische of de Paralympische Spelen of andere internationale sportcompetities op hoog niveau passen de bijzondere procedures en voorwaarden van bijlage XI toe, die de afgifte van visa vergemakkelijken."
Amendement 75
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 35
Verordening (EG) nr. 810/2009
Artikel 50 ter – lid 1
1.  Een overeenkomstig dit artikel vastgestelde gedelegeerde handeling treedt onverwijld in werking en is van toepassing zolang geen bezwaar wordt gemaakt overeenkomstig lid 2. In de kennisgeving van de gedelegeerde handeling aan het Europees Parlement en de Raad wordt vermeld om welke redenen gebruik wordt gemaakt van de spoedprocedure.
1.  Een overeenkomstig dit artikel vastgestelde gedelegeerde handeling treedt onverwijld in werking en is van toepassing zolang geen bezwaar wordt gemaakt overeenkomstig lid 2. De kennisgeving van de gedelegeerde handeling aan het Europees Parlement en de Raad geschiedt gelijktijdig en onverwijld en vermeldt om welke redenen gebruik wordt gemaakt van de spoedprocedure.
Amendement 76
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – lid 1
1.  Drie jaar na [de datum van inwerkingtreding van deze verordening] verricht de Commissie een evaluatie van de toepassing van deze verordening. Daarin worden de bereikte resultaten getoetst aan de doelstellingen en wordt nagegaan hoe de verordening is toegepast.
1.  Twee jaar na [de datum van inwerkingtreding van deze verordening] verricht de Commissie een evaluatie van de toepassing van deze verordening. Daarin worden de bereikte resultaten getoetst aan de doelstellingen en wordt nagegaan hoe de verordening is toegepast.
Amendement 77
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – lid 2 bis (nieuw)
2 bis.   Uiterlijk een jaar na [de datum van inwerkingtreding van deze verordening] dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een evaluatieverslag in over de afschaffing van visumstickers en de invoering van het digitale visum waardoor een Schengenvisum kan worden afgegeven in de vorm van een eenvoudige registratie in het VIS en een elektronische kennisgeving aan de aanvrager.
Amendement 78
Voorstel voor een verordening
Bijlage IV bis (nieuw)
Verordening (EG) nr. 810/2009
Bijlage XI
BIJLAGE XI BIJZONDERE PROCEDURES EN VOORWAARDEN TER VEREENVOUDIGING VAN DE AFGIFTE VAN VISA AAN LEDEN VAN DE OLYMPISCHE FAMILIE DIE DEELNEMEN AAN DE OLYMPISCHE OF DE PARALYMPISCHE SPELEN
BIJLAGE XI BIJZONDERE PROCEDURES EN VOORWAARDEN TER VEREENVOUDIGING VAN DE AFGIFTE VAN VISA AAN LEDEN VAN DE OLYMPISCHE FAMILIE EN ANDERE SPORTGERELATEERDE FAMILIES DIE DEELNEMEN AAN DE OLYMPISCHE OF DE PARALYMPISCHE SPELEN EN SPORTCOMPETITIES OP HOOG NIVEAU

(1) De zaak werd voor interinstitutionele onderhandelingen terugverwezen naar de bevoegde commissie op grond van artikel 59, lid 4, vierde alinea, van het Reglement (A8-0434/2018).

Laatst bijgewerkt op: 21 november 2019Juridische mededeling - Privacybeleid