Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2018/2091(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A8-0388/2018

Ingediende teksten :

A8-0388/2018

Debatten :

PV 10/12/2018 - 20
CRE 10/12/2018 - 20

Stemmingen :

PV 11/12/2018 - 5.18
CRE 11/12/2018 - 5.18
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P8_TA(2018)0499

Aangenomen teksten
PDF 161kWORD 61k
Dinsdag 11 december 2018 - Straatsburg
Nieuwe Europese Agenda voor cultuur
P8_TA(2018)0499A8-0388/2018

Resolutie van het Europees Parlement van 11 december 2018 over de nieuwe Europese agenda voor cultuur (2018/2091(INI))

Het Europees Parlement,

–  gezien de sociale top voor eerlijke banen en groei, gehouden te Göteborg op 17 november 2017, het debat over onderwijs en cultuur in het kader van de Leidersagenda van november 2017 en de conclusies van de Europese Raad van 14 december 2017 betreffende de sociale dimensie van de Unie, onderwijs en cultuur,

–  gezien zijn resolutie van 12 mei 2011 over "Het potentieel van culturele en creatieve industrieën vrijmaken"(1),

–  gezien zijn resolutie van 12 september 2013 over "Bevordering van de Europese culturele en creatieve sector als bron voor groei en banen"(2),

–  gezien zijn resolutie van 13 december 2016 over een coherent EU-beleid voor de culturele en creatieve sector(3),

–  gezien zijn resolutie van 10 april 2008 over de culturele industrieën in Europa(4),

–  gezien zijn resolutie van 7 juni 2007 over de sociale status van kunstenaars(5),

–  gezien zijn resolutie van 12 mei 2011 over de culturele dimensies van het externe optreden van de EU(6),

–  gezien zijn resolutie van 8 september 2015 naar een geïntegreerde aanpak van cultureel erfgoed voor Europa(7),

–  gezien zijn resolutie van 19 januari 2016 over de rol van interculturele dialoog, culturele diversiteit en onderwijs bij het uitdragen van de fundamentele waarden van de EU(8),

–  gezien zijn resolutie van 12 april 2016 over het leren over de EU op school(9),

–  gezien zijn resolutie van 10 april 2008 over een Europese agenda voor cultuur in het licht van de mondialisering(10),

–  gezien zijn resolutie van 14 juni 2018 over de structurele en financiële obstakels voor de toegang tot cultuur(11),

–  gezien zijn resolutie van 2 maart 2017 over de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 1295/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van het programma Creatief Europa (2014‑2020) en tot intrekking van de Besluiten nr. 1718/2006/EG, nr. 1855/2006/EG en nr. 1041/2009/EG(12),

–  gezien het Verdrag betreffende de bescherming en de bevordering van de diversiteit van cultuuruitingen, dat op 20 oktober 2005 door de Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (Unesco) is aangenomen,

–  gezien de Kaderconventie van de Raad van Europa over de waarde van cultureel erfgoed voor de samenleving (Conventie van Faro) van 27 oktober 2005,

–  gezien Verordening (EU) nr. 1295/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van het programma Creatief Europa (2014 - 2020) en tot intrekking van de Besluiten nr. 1718/2006/EG, nr. 1855/2006/EG en nr. 1041/2009/EG(13),

–  gezien de resolutie van de Raad van 16 november 2007 over een Europese agenda voor cultuur(14),

–  gezien de conclusies van de Raad van 23 december 2014 over een werkplan voor cultuur (2015-2018)(15),

–  gezien het EU-werkplan voor cultuur voor de periode 2015-2018,

–  gezien de conclusies van de Raad van 27 mei 2015 over culturele en creatieve kruisbestuiving ter stimulering van innovatie, economische duurzaamheid en sociale inclusie(16),

–  gezien de gezamenlijke mededeling van de Commissie en de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV) van 8 juni 2016 getiteld "Naar een EU-strategie voor internationale culturele betrekkingen" (JOIN(2016)0029),

–  gezien het verslag van de Commissie over de uitvoering van de Europese agenda voor cultuur (COM(2010)0390),

–  gezien het Groenboek van de Commissie van 27 april 2010 getiteld "Het potentieel van culturele en creatieve industrieën vrijmaken" (COM(2010)0183),

–  gezien het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad over het Europees Jaar van het cultureel erfgoed (2018) (COM(2016)0543),

–  gezien de mededeling van de Commissie van 26 september 2012 getiteld "Steun aan culturele en creatieve sectoren ten behoeve van groei en banen in de EU" (COM(2012)0537),

–  gezien de mededeling van de Commissie van 18 december 2012 over inhoud in de digitale interne markt (COM(2012)0789),

–  gezien de mededeling van de Commissie van 22 juli 2014 getiteld "Naar een geïntegreerde aanpak van cultureel erfgoed voor Europa" (COM(2014)0477),

–  gezien het verslag van 2012 van de werkgroep van deskundigen van de EU-lidstaten inzake toegang tot cultuur,

–  gezien de mededeling van de Commissie van 20 december 2010, getiteld "Wegwerken van grensoverschrijdende fiscale obstakels voor EU-burgers" (COM(2010)0769),

–  gezien de mededeling van de Commissie van 11 november 2011 over dubbele belasting op de interne markt (COM(2011)0712),

–  gezien het verslag van 2015 van de deskundigengroep van de Commissie inzake het wegwerken van fiscale obstakels voor personen die over de grenzen heen actief zijn binnen de EU, getiteld "Ways to tackle cross-border tax obstacles facing individuals within the EU",

–  gezien het verslag van 2017 van de werkgroep van deskundigen van de EU-lidstaten inzake interculturele dialoog in het kader van de open coördinatiemethode, getiteld "How culture and the arts can promote intercultural dialogue in the context of the migratory and refugee crisis",

–  gezien de verklaring van Rome van 25 maart 2017 waarin de leiders van 27 lidstaten van de EU en de EU-instellingen hebben verkondigd te streven naar een ambitieuze Unie "waar de burgers nieuwe mogelijkheden voor culturele en sociale ontwikkeling en economische groei worden geboden", "een Unie die ons culturele erfgoed bewaart en culturele diversiteit bevordert",

–  gezien de verklaring van Davos van 22 januari 2018 over een kwalitatief hoogstaande Baukultur voor Europa, waarin de Europese ministers van Cultuur wijzen op de "dringende noodzaak [...] nieuwe benaderingswijzen te ontwikkelen om de culturele waarden van de Europese gebouwde omgeving te beschermen en te bevorderen" en op de dringende behoefte aan "een integrale, cultuurgerichte benadering van de gebouwde omgeving",

–  gezien artikel 52 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie cultuur en onderwijs (A8-0388/2018),

A.  overwegende dat de prioriteiten voor de nieuwe agenda en de sectorspecifieke benadering moeten worden toegejuicht; overwegende dat gelijke steun op maat die op de sectorspecifieke uitdagingen is afgestemd, moet worden geboden voor alle culturele en creatieve sectoren, en dat culturele diversiteit en interculturele dialoog als transversale prioriteiten moeten worden gehandhaafd; overwegende dat cultuur een algemeen goed is en dat de nieuwe agenda voor cultuur gericht moet zijn op het behouden, uitbreiden en verspreiden van een levendig en gevarieerd cultureel aanbod, waarbij de toegang voor iedereen wordt gewaarborgd en deelname wordt bevorderd;

B.  overwegende dat de nieuwe agenda voor cultuur een flexibel kader moet bieden om culturele ecosystemen te wijzigen en synergieën tussen sectoren te bevorderen;

C.  overwegende dat Europa herstellende is van een ernstige financiële crisis, waarin de nationale en regionale begrotingen voor cultuur helaas vaak tot de eerste behoorden waarop werd bezuinigd;

D.  overwegende dat Europa wordt geconfronteerd met toenemende sociale ongelijkheid en jeugdwerkloosheid, om zich heen grijpend populisme en radicalisering, en een steeds diversere bevolking heeft; overwegende dat cultuur daarom belangrijker is dan ooit om sociale cohesie en interculturele dialoog tot stand te brengen en om de vrijheid en diversiteit van meningsuiting, communicatie en creatie van de burgers te waarborgen, en om bruggen te slaan tussen personen;

E.  overwegende dat de culturele en creatieve sector de sterkste troef van de EU is; overwegende dat zij goed zijn voor 4,2 % van het bbp van de EU en 8,4 miljoen banen, wat neerkomt op 3,7 % van de totale werkgelegenheid in de EU, en dat zij economisch veerkrachtig zijn, zelfs in periodes van crisis; overwegende dat deze sectoren de creativiteit bevorderen, die alle bedrijfstakken stimuleert, en dat in deze sectoren een hoger percentage jongeren en vrouwen werkt dan in andere sectoren;

F.  overwegende dat de Europese muzieksector zeer dynamisch is en goed is voor 1 miljoen banen en een omzet van 25 miljard EUR; overwegende dat deze echter ernstig ondergefinancierd blijft, met name wanneer rekening wordt gehouden met nieuwe onlinedistributiemodellen; overwegende dat van de totale begroting van Creatief Europa ter hoogte van 1,46 miljard EUR per juli 2018 slechts een bedrag van 51 miljoen EUR aan muziekprojecten is besteed, die hoofdzakelijk klassieke muziek betreffen; overwegende dat dit niet de diversiteit van de Europese muzieksector weerspiegelt, noch de economische, sociale en culturele bijdrage ervan;

G.  overwegende dat cultuur een belangrijke rol speelt voor de sociale cohesie en integratie, met name door de deelname van minderheden, kansarme groepen, gemarginaliseerde gemeenschappen, migranten en vluchtelingen aan het cultureel en maatschappelijk leven, en overwegende dat de speciale oproep tot het indienen van voorstellen op het gebied van integratie van migranten in het kader van Creatief Europa doeltreffend is gebleken, maar dat bij lange na niet alle projectaanvragen konden worden gehonoreerd en dat er te weinig financiering voorhanden was;

H.  overwegende dat kunstenaars en professionals uit de cultuursector vaak te maken hebben met een precaire en onstabiele situatie, geen of weinig sociale bescherming genieten en een onvoorspelbaar inkomen hebben;

I.  overwegende dat cultureel bewustzijn en culturele expressie op EU-niveau zijn erkend in de herziene aanbeveling inzake sleutelcompetenties voor een leven lang leren; overwegende dat de kunsten en menswetenschappen volledig in de onderwijsstelsels moeten worden geïntegreerd om bij te dragen tot de vorming van een Europa dat berust op samenwerking en creativiteit en zich inzet om duurzaamheid, integratie en burgerlijke samenhang te bevorderen;

J.  overwegende dat culturele netwerken een krachtig instrument zijn om banden tussen mensen en duurzame vreedzame betrekkingen en dialoog over de landsgrenzen heen tot stand te brengen, en bijgevolg ook om internationale culturele betrekkingen te bevorderen die centraal staan in het kader van mondiale regelgeving en de opkomst van een Europese culturele ruimte;

Algemene opmerkingen

1.  is ingenomen met de nieuwe agenda voor cultuur en benadrukt dat deze een uitstekende gelegenheid biedt om een omvattend en samenhangend cultuurbeleid op Europees niveau vast te stellen dat door de Europese burgers en buiten de EU wordt erkend; benadrukt echter dat de agenda alleen succesvol kan zijn als deze wordt ondersteund door een aanzienlijke verhoging van de begroting voor Creatief Europa en door de ontwikkeling van synergieën en interacties met andere door de EU gefinancierde programma's om tot een holistische, transversale benadering van cultuur te komen;

2.  bevestigt de rol van cultuur en de culturele en creatieve sector als drijvende kracht achter de doelstellingen van het cohesiebeleid en de sociale inclusie in de hele Unie, en dringt erop aan dat hier rekening mee wordt gehouden bij de toewijzing van subsidies uit de structuurfondsen en het Cohesiefonds;

3.  onderkent dat het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed 2018 een gelegenheid biedt om het bewustzijn te verhogen van de unieke kracht en diversiteit en intrinsieke waarde van de Europese cultuur en het cultureel erfgoed en van de essentiële rol die deze in onze samenleving en economie spelen om een samenhorigheidsgevoel te creëren, actief burgerschap te bevorderen en onze identiteit en fundamentele waarden vrijheid, diversiteit, gelijkheid, solidariteit en sociale rechtvaardigheid te preciseren;

4.  is verheugd over het voornemen van de Commissie om met een actieplan voor cultureel erfgoed te komen en benadrukt dat bijzondere aandacht moet worden besteed aan zowel materiële als immateriële aspecten van het Europese erfgoed en aan de verbanden daarvan met hedendaagse artistieke en creatieve projecten en uitingen; benadrukt bovendien de noodzaak van een permanente gestructureerde dialoog met de belanghebbenden om kennis te vergaren, capaciteit op te bouwen en de bescherming van het cultureel erfgoed in Europa te coördineren, als middel om de erfenis van het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed op lange termijn te bestendigen en om de uitvoering van het actieplan te ondersteunen; benadrukt dat deze gestructureerde dialoog alle culturele en creatieve sectoren en de erfgoedsector moet omvatten; roept de lidstaten bovendien op om aanvullende actieplannen op nationaal niveau op te stellen en beschouwt het actieplan als een kans om alle kwesties aan te pakken die in verband met de tien Europese initiatieven voor na het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed 2018 aan de orde zijn gesteld en om de tijdens dat jaar gedane aanbevelingen voor te stellen;

5.  verzoekt de Commissie er zorg voor te dragen dat de noodzaak om op nieuwe, onvoorziene omstandigheden te reageren niet in de weg staat aan de verwezenlijking van reeds overeengekomen doelstellingen op het gebied van cultuur; herinnert eraan dat nieuwe initiatieven moeten worden gefinancierd uit een nieuwe begroting met inkomsten uit nieuwe bronnen en niet door de hertoewijzing van bestaande middelen;

6.  roept de Commissie op één EU-portaalsite voor het cultureel erfgoed op te zetten, waarop informatie van alle EU-programma's voor steunverlening voor het cultureel erfgoed gebundeld wordt, ingedeeld in drie hoofdstukken: financieringsmogelijkheden voor cultureel erfgoed, een databank met voorbeelden van best practices en topkwaliteit op het gebied van het cultureel erfgoed, met de bijbehorende verwijzingen, en nieuws en links over beleidsontwikkelingen, acties en evenementen op het gebied van het cultureel erfgoed;

7.  roept de Commissie en de lidstaten op nieuwe benaderingen te ontwikkelen voor systematische verzameling van gegevens voor alle culturele en creatieve sectoren en om ervoor te zorgen dat doeltreffende statistische codes en meer kwalitatieve indicatoren worden gebruikt om zo de kloof te dichten tussen de publieke sector, die steeds meer verstoken is van gegevens, en aanbieders van digitale diensten, die over grote hoeveelheden gegevens beschikken en deze informatie gebruiken om marktaandeel te verwerven en marktspelers te destabiliseren;

8.  verzoekt de Commissie EU-scoreborden te introduceren om cultureel en mediapluralisme te meten, indicatoren te ontwikkelen en toezicht te houden op de vrijheid van artistieke expressie op Europees niveau en diversiteit bij de creatie, de distributie en het aanbod van creatieve werken;

9.  is verheugd over de start van "Music Moves Europe", een belangrijke eerste stap voor het stimuleren van creativiteit, diversiteit en innovatie in de Europese muzieksector, en de sectorale actie op het gebied van muziek in het kader van het programma Creatief Europa; verzoekt de Commissie om bij de ontwikkeling van verdere EU-acties op het gebied van muziek aandacht te besteden aan mobiliteit van kunstenaars en verspreiding van repertoire binnen Europa en daarbuiten, distributie, financiering van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's), transparantie en verantwoordelijkheid van digitale platforms ten aanzien van kunstenaars, diversiteit van streamingdiensten, toegankelijkheid van online-informatie en het in kaart brengen van de sector;

10.  is ingenomen met de totstandkoming van een onlinebestand van Europese films en de lancering van de eerste EU-filmweek en spoort de Commissie en de lidstaten aan om in samenwerking met kunstenaars en de creatieve sectoren de Europese film in Europa en op wereldschaal bekender te maken, met name door de beschikbaarheid van Europese films te vergroten en de ontwikkeling te bevorderen van Europese platforms die toegang bieden tot films uit de EU waarvoor een licentie is verleend, en die in een billijke vergoeding voor kunstenaars en rechthebbenden voorzien en het territorialiteitsbeginsel eerbiedigen; benadrukt bovendien de positieve ervaringen die met de LUX-filmprijs zijn opgedaan met het oog op de promotie van Europese films en de bevordering van de distributie ervan;

11.  roept de Commissie op het belang van de stedelijke agenda voor de EU te erkennen en de samenwerking tussen de lidstaten en steden, naast andere belanghebbenden, aan te moedigen om de groei, leefbaarheid en innovatie in de Europese steden te stimuleren en maatschappelijke uitdagingen vast te stellen en met succes aan te pakken;

12.  verzoekt de Commissie te komen met een specifieke actie voor de mobiliteit van kunstwerken, mogelijk in de vorm van een subsidie om op tournee te gaan, aangezien dit de levenscyclus zou verlengen van talrijke projecten die in het kader van Creatief Europa worden gefinancierd;

Culturele en artistieke dimensie

13.  erkent de intrinsieke waarde van vrije culturele, artistieke en creatieve expressie en van een zo breed mogelijke publieke toegang tot cultuur, ook door middel van specifieke maatregelen;

14.  roept de Commissie op ervoor te zorgen dat Europese festivals worden gesteund, aangezien zij een essentieel element vormen om burgers uit heel Europa en daarbuiten bij elkaar te brengen en tegelijkertijd de banden tussen hen te versterken; benadrukt dat festivals een verbindende kracht zijn en impact hebben op de samenleving, het burgerschap, de economie, het cultureel erfgoed en de externe ontwikkeling;

15.  verzoekt de Commissie te overwegen om een Europese cultuurpersoon van het jaar aan te wijzen, met daarrond een reeks activiteiten en projecten in heel Europa om het leven en werk van deze persoon te eren en zijn of haar impact op de bevordering van de Europese waarden en identiteit te benadrukken;

16.  dringt erop aan dat het professionalisme van kunstenaars, auteurs, culturele actoren, tekstschrijvers en audiovisuele actoren wordt gebruikt ter noodzakelijke ondersteuning van de ontwikkeling van een Europese culturele dimensie, interculturele dialoog, culturele en artistieke innovatie, territoriale samenhang en sociale inclusie;

17.  roept de Commissie op cultuur te erkennen als "zachte kracht" die burgers in staat stelt om verantwoordelijke leiders in de samenleving te zijn, met integriteit, enthousiasme en empathie;

18.  roept de Commissie op Europa in staat te stellen een plaats te zijn van verantwoordelijke burgers die relaties opbouwen die verder reiken dan hun eigen cultuur, die het denken onder de loep nemen en innovatie aanmoedigen, en die anderen ontwikkelen en motiveren;

19.  roept de Commissie op de culturele diversiteit, de integratie van migranten en de kwaliteit van het burgerschap te bevorderen;

20.  roept de Commissie op de samenwerking tussen professionals uit de cultuursector, lesgevers, betrokken burgers en zakenmensen aan te moedigen om een hernieuwde publieke belangstelling voor cultuur aan te wakkeren;

21.  roept de Commissie op ervoor te zorgen dat culturele netwerken worden ondersteund als instrumenten voor collectieve kennis, ervaring en herinnering, die een informele uitwisseling van informatie mogelijk maken, die de discussie en de ontwikkeling van cultuur stimuleren om de mogelijkheden inzake mobiliteit en samenwerking te verbeteren en die bijdragen tot een geïntegreerde Europese culturele ruimte;

Sociale dimensie

22.  is verheugd dat de Commissie voornemens is om in het kader van Creatief Europa met een specifieke actie inzake mobiliteit te komen, maar onderstreept dat daarvoor een passende begroting en vereenvoudigde administratieve procedures vereist zijn ter voorkoming van belemmeringen in verband met bijvoorbeeld visa, met name die van derde landen; benadrukt dat specifieke actie vereist is om de belemmeringen en obstakels aan te pakken die leiden tot buitensporige of dubbele belasting van kunstenaars;

23.  verzoekt de Commissie om één portaalsite op te zetten die informatie biedt over alle beschikbare verblijfprogramma's en mogelijkheden op het vlak van mobiliteit;

24.  verzoekt de lidstaten te overwegen om artikel 17 van het OESO-modelbelastingverdrag te schrappen uit bilaterale belastingverdragen tussen lidstaten van de EU; roept de Commissie op om als tussentijdse oplossing een sectorspecifieke gedragscode voor bronbelasting op te stellen, waarin de mogelijkheden worden uiteengezet om de kosten te verminderen en de procedures te vereenvoudigen, door beste praktijken en toepasselijke uitzonderingen te presenteren;

25.  dringt aan op waarborging van het recht van werknemers in creatieve sectoren en kunstenaars op een billijke vergoeding en billijke contractuele overeenkomsten en arbeidsomstandigheden; vestigt de aandacht op de projectgebaseerde, onzekere en atypische arbeidssituatie van werknemers in de culturele sector in Europa; roept de lidstaten derhalve op alomvattende maatregelen te nemen om het grijze gebied te verkleinen door middel van harmonisatie en de contractvoorwaarden voor kunstenaars en werknemers in creatieve sectoren in de hele EU en op Europese schaal te verbeteren met betrekking tot collectieve vertegenwoordiging, sociale zekerheid en directe en indirecte belastingen; dringt erop aan dat in de socialezekerheidsstelsels van de hele Unie ten volle rekening wordt gehouden met de specifieke kenmerken van atypische arbeidsvormen;

26.  onderstreept dat cultureel erfgoed en culturele ruimten een belangrijke rol spelen voor stedelijke vernieuwing en de bevordering van cohesie tussen de bewoners; spoort de Commissie en haar Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC), waarvan de werkzaamheden de verhalen van steden zin en richting geven, daarom aan om verder te werken aan de ontwikkeling van de monitor van culturele en creatieve steden, en roept steden en gemeenten op hier beter gebruik van te maken;

27.  erkent de toegevoegde waarde van culturele buurtactiviteiten om lokale gemeenschappen sociale, economische en gezondheidsvoordelen te bieden, met name in gemarginaliseerde en lage-inkomensgebieden, zoals buitenwijken en plattelandsgebieden; roept de lidstaten, steden en gemeenten dan ook op om deze activiteiten te ondersteunen door middel van concrete maatregelen, zoals stedenbouwkundige voorschriften op maat, financieringsinitiatieven en het hergebruik van verlaten voorzieningen;

28.  onderstreept dat cultuur een aantoonbaar effect heeft op de bevordering van de sociale cohesie en de verbetering van het welbevinden en het welzijn, en dat zij daarom een cruciale rol speelt bij het verlichten van de druk waarmee Europa wordt geconfronteerd bij het opvangen van een cultureel steeds diversere bevolking; benadrukt de rol die cultuur en de interculturele dialoog kunnen spelen bij het mondig maken van migranten en het bevorderen van hun integratie;

29.  betreurt dat volgens de Eurobarometer-enquête van 2017 36 % van de Europeanen in het jaar voorafgaand aan de enquête niet aan enige culturele activiteit had deelgenomen; verzoekt de Commissie en de lidstaten derhalve voor een sterkere koppeling tussen cultuur, kunst, creatie, onderwijs, innovatie en kunstzinnig onderzoek te zorgen; roept de Commissie en de lidstaten bovendien op te investeren in publieksbinding, betrokkenheid van de gemeenschap en culturele capaciteit, en de nodige maatregelen toe te passen om de toegang tot en de deelname aan het culturele leven te waarborgen, in het bijzonder voor de meest achtergestelde groepen;

30.  stimuleert nauwere synergieën tussen de culturele sector en het onderwijs, bijvoorbeeld door buitenschoolse activiteiten of de betrokkenheid van kunstenaars bij scholen aan te moedigen; herinnert er in dit verband aan dat kunstenaars, managers, leraren, begeleiders, maatschappelijk werkers en andere werknemers in deze sectoren voldoende financiële steun van de overheid moeten krijgen;

31.  benadrukt het belang van doeltreffende maatregelen ter bevordering van de intellectuele en culturele ontwikkeling van kinderen; roept de Commissie en de lidstaten op om in het kader van hun respectieve bevoegdheden voldoende middelen uit te trekken voor de ondersteuning van culturele producties voor kinderen;

32.  benadrukt de toegevoegde waarde van kunst, muziek en menswetenschappen in het schoolonderwijs, aangezien deze bijdragen tot de bevordering van creativiteit, belangstelling wekken voor cultuur en kritisch denken stimuleren; onderstreept dat de behoefte aan culturele en creatieve vaardigheden in de digitale omgeving steeds meer toeneemt en roept de Commissie en de lidstaten daarom op om een strikte scheiding tussen disciplines op te heffen, om zowel in het formele als in het niet-formele onderwijs te zorgen voor een transitie van de STEM-benadering (Science, Technology, Engineering and Mathematics) naar een STEAM-benadering en om voor werknemers in de culturele en creatieve sector en in de audiovisuele sector een benadering in het kader van een leven lang leren te hanteren; erkent de belangrijke rol van muziek en kunst in het schoolonderwijs; verzoekt de Commissie en de lidstaten zich over de ontwikkeling van een handboek over Europese cultuurgeschiedenis te beraden;

33.  benadrukt dat een veilige en adequate leeromgeving voor leerlingen en leraren van essentieel belang is om cultuur te laten bloeien; dringt er in dit verband bij de lidstaten op aan om fors te investeren in het onderhoud van openbare voorzieningen, met name scholen, teneinde de aardbevingsbestendigheid te verbeteren en bouwkundige belemmeringen weg te nemen;

34.  merkt op dat het tempo van de technologische veranderingen het absoluut noodzakelijk maakt om een benadering in het kader van een leven lang leren te hanteren die toegankelijk is voor cultuurbeoefenaars en om de synergieën tussen cultuur en formeel en niet-formeel onderwijs te versterken;

35.  onderkent het potentieel van creatieve centra als gedeelde werkplekken voor professionals uit de culturele en creatieve sector; benadrukt echter dat de sectoren in de eerste plaats behoefte hebben aan capaciteitsopbouw op het gebied van digitale en leidinggevende vaardigheden en zich niet zonder meer zouden mogen concentreren op verdere digitale innovatie;

36.  merkt op dat democratische beginselen en Europese waarden zoals vrijheid van meningsuiting, eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat, democratie en solidariteit steeds meer onder druk staan als gevolg van de toenemende polarisatie, zowel binnen Europa als wereldwijd; verzoekt de Commissie en de lidstaten derhalve een strategische benadering te ontwikkelen ter bescherming van culturele rechten, de vrijheid van artistieke expressie en pluralisme van de media, en van het recht om vrijelijk deel te nemen aan het culturele leven, onder meer door de ontwikkeling van indicatoren en monitoringsystemen op Europees niveau te ondersteunen;

37.  is het ermee eens dat culturele participatie en dagelijkse creativiteit in hoge mate bijdragen tot de bevordering van de interculturele dialoog en de opbouw van gezonde samenlevingen; benadrukt echter dat binnen de financieringsinstrumenten van de EU voldoende ruimte moet zijn om rekening te houden met de intrinsieke en unieke waarde van het werk van kunstenaars;

38.  wijst op de noodzaak om de toegang van vrouwen tot alle artistieke, culturele en creatieve beroepen te bevorderen en spoort de lidstaten aan om de belemmeringen voor vrouwen bij de toegang tot leidinggevende functies in culturele instellingen en stichtingen, academies en universiteiten weg te nemen;

Economische dimensie

39.  benadrukt dat de Commissie en de lidstaten moeten bijdragen aan de ontwikkeling van culturele organisaties door stabiele, betrouwbare en continue financiële steun te verlenen; betreurt dat Creatief Europa, ondanks de toegevoegde waarde van culturele investeringen voor de EU, slechts 0,15 % van de totale begroting van de EU uitmaakt, en dat slechts 31 % van de begroting voor dat programma bestemd is voor cultuur; stelt vast dat de beleidsterreinen van Creatief Europa zullen worden uitgebreid; neemt kennis van het voorstel voor het nieuwe meerjarig financieel kader (MFK) en verwelkomt de voorgestelde verhoging van de financiering als een goede eerste stap, maar dringt erop aan dat de begroting voor het nieuwe programma Creatief Europa wordt verdubbeld en dat het programma toegankelijker wordt gemaakt voor kleine organisaties;

40.  benadrukt dat de populariteit van Creatief Europa, in combinatie met de onderfinanciering en de administratieve complexiteit ervan, ervoor heeft gezorgd dat slechts 16,2 % van de aanvragen kon worden gehonoreerd en wat de ondersteunde projecten betreft tot een aanzienlijk regionaal en geografisch onevenwicht heeft geleid; wijst erop dat dit in combinatie met de administratieve complexiteit een ontmoedigende werking heeft en frustraties veroorzaakt ten aanzien van het programma en het culturele optreden van de EU, en veel actoren uit de culturele en creatieve sector ervan weerhoudt een aanvraag in te dienen; dringt er daarom op aan dat het selectieproces opnieuw wordt overdacht, samen met de tekortkomingen die in het verslag van de evaluatie halverwege zijn vastgesteld;

41.  onderstreept hoe belangrijk het is de toegang tot Creatief Europa voor kleine culturele actoren en kmo's te vergemakkelijken en te stroomlijnen; benadrukt in dit verband de noodzaak om een specifiek onderdeel in te voeren voor deze actoren en ondernemingen, met name uit gebieden die door natuurrampen worden getroffen;

42.  betreurt dat cultuur en kunst in het MFK-voorstel van de Commissie niet worden vermeld in het kader van de meeste beleidsgebieden waaraan zij een bijdrage leveren, en verzoekt de Commissie daarom om in samenwerking met de culturele en creatieve sector holistische en gecoördineerde strategieën te ontwerpen voor de integratie van cultuur en kunst in andere beleidsgebieden, met bijzondere aandacht voor de toegankelijkheid van de financiering voor kleine organisaties;

43.  onderstreept dat cultuur een sectoroverschrijdende impact heeft en verzoekt de Commissie en de lidstaten om verslag te doen van alle financiering die in het kader van steunprogramma's aan cultuur wordt toegewezen, en ervoor te zorgen dat daarvoor in totaal ten minste 1 % van het volgende MFK wordt uitgetrokken; verzoekt de regio's van de EU om cultuur, cultureel erfgoed en de culturele en creatieve sector in de structuurfondsen als prioriteit aan te wijzen en de lidstaten aan te sporen om een culturele dimensie op te nemen in de strategische doelstellingen van hun operationele programma's;

44.  verzoekt de Commissie één centraal portaal te ontwikkelen dat op gebruiksvriendelijke, omvattende, innovatieve en efficiënte wijze een overzicht geeft van alle bestaande financieringsinstrumenten van de EU, met duidelijke richtlijnen en bijstand voor de aanvragers;

45.  verzoekt de Commissie en de lidstaten te garanderen dat in het kader van de financieringsinstrumenten van de EU voldoende middelen worden toegewezen op basis van de intrinsieke waarde van artistieke en creatieve projecten;

46.  verzoekt de Commissie bijzondere aandacht te besteden aan culturele gebieden die door een gebrek aan financiering of aandacht in gevaar komen, zoals poëzie.

47.  roept de Commissie en de lidstaten op om voor elke sector een aanpak op maat vast te stellen; wijst erop dat subsidies van cruciaal belang zijn wanneer wordt gekeken naar het culturele ecosysteem als geheel, immateriële activa correct worden gewaardeerd en innovatieve artistieke en culturele praktijken worden ondersteund; wijst erop dat financieringsinstrumenten zoals garanties, leningen en eigen vermogen weliswaar geschikt zijn voor op winst gerichte projecten, maar dat subsidies de belangrijkste financieringsbron moeten blijven, met name voor kleine entiteiten;

48.  verzoekt de Commissie verslag te doen van de tenuitvoerlegging van de financiële garantiefaciliteit voor de culturele en creatieve sector; betreurt dat de faciliteit een beperkte geografische dekking heeft en stelt voor om microfinanciering te verstrekken aan heel kleine actoren, aangezien de culturele en creatieve sector voor het overgrote deel uit kmo's bestaat, waarbij het voor 95 % om micro-ondernemingen gaat; onderstreept dat ervoor moet worden gezorgd dat banken auteursrechten en immateriële activa beter waarderen;

49.  spoort aan tot verdere ontwikkeling van het initiatief "Culturele Hoofdsteden van Europa" en van duurzaam cultureel toerisme door in samenwerking met de culturele sectoren, gemeenschappen en burgers en met Unesco erfgoedlocaties aan te wijzen en door in samenwerking met de Raad van Europa culturele routes te ontwikkelen; pleit voor de bevordering van EU-regio's als Europese topbestemmingen (EDEN);

Digital4Culture

50.  merkt op dat de wijze waarop kunst en cultuur worden geproduceerd, gedistribueerd en gebruikt, door de digitale revolutie een radicale verandering heeft ondergaan die kansen biedt, maar tegelijkertijd gepaard gaat met grote uitdagingen in verband met de toch al moeilijke arbeidsomstandigheden van kunstenaars en werknemers uit creatieve sectoren, waardoor zij in hun economische bestaan worden bedreigd; roept de Commissie en de lidstaten dan ook op om een billijke vergoeding, fatsoenlijke arbeidsomstandigheden en de modernisering van de sociale zekerheid voor de culturele en creatieve sector te bevorderen, alsook de erkenning van de status van kunstenaars;

51.  erkent de positieve bijdrage van digitale technologieën aan het vergemakkelijken en verbreden van de mogelijkheden voor het behoud van en de toegang tot culturele, artistieke, creatieve en audiovisuele inhoud en diensten, bijvoorbeeld door middel van toegevoegde en virtuele realiteit en interfaces tussen mens en machine, maar ook door de productie van educatieve en narratieve videospellen en de creatie van een cultureelerfgoedcloud; roept de Commissie en de lidstaten in dit verband op om synergieën op dit gebied aan te moedigen, met name met de programma's Digitaal Europa en Horizon Europa;

52.  is van mening dat de bescherming van auteursrechten van fundamenteel belang is voor de inkomsten van de culturele en creatieve sector en is verheugd over het voorstel voor de nieuwe richtlijn inzake auteursrechten en de daarin vervatte maatregelen om nieuwsuitgevers te beschermen, de waardekloof tussen de creatieve sector en digitale platforms te dichten, voor transparantere en evenwichtigere contractuele betrekkingen van auteurs en uitvoerend kunstenaars te zorgen, en zich te hoeden voor schending van intellectuele-eigendomsrechten; benadrukt dat het van essentieel belang is een eerlijke digitale markt tot stand te brengen die een billijke vergoeding voor werknemers uit creatieve sectoren waarborgt;

53.  roept de Commissie en de lidstaten op ervoor te zorgen dat digitale platforms die een actieve rol spelen bij de distributie, promotie en commerciële exploitatie van auteursrechtelijk beschermde inhoud, er duidelijk toe worden verplicht licenties van rechthebbenden te verkrijgen en aan kunstenaars, auteurs, nieuwsuitgevers, producenten, journalisten en ander werknemers uit creatieve sectoren een billijke vergoeding te betalen voor het digitale gebruik van hun werk;

54.  benadrukt dat de koppeling tussen de Europese agenda voor cultuur en de digitale agenda moet worden gehandhaafd om de bestaande synergieën te versterken;

55.  herinnert eraan dat het belangrijk is om, met name onder minderjarigen, gegevensbescherming en digitale en mediageletterdheid te bevorderen, aangezien dit de meest doeltreffende oplossing is om onder meer onlinemanipulatie en microtargeting aan te pakken;

56.  benadrukt dat het van cruciaal belang is werknemers in de culturele sector toe te rusten met toereikende digitale vaardigheden en competenties, om de bevordering en het genot van cultureel erfgoed te stimuleren;

Externe dimensie

57.  betreurt dat de bescherming en bevordering van cultuur niet als doel is opgenomen in de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling; beklemtoont dat cultuur een motor voor duurzame ontwikkeling en interculturele dialoog is en dat synergieën kunnen worden benut gezien de nabuurschaps- en internationale dimensie van Creatief Europa;

58.  verzoekt de Commissie regelmatig verslag uit te brengen aan het Parlement over de uitvoering van de strategie voor internationale culturele betrekkingen en de middelen voor EU-delegaties voor culturele promotie-initiatieven en -projecten te verhogen, ook in samenwerking met de nationale instituten voor cultuur van de Europese Unie (EUNIC);

59.  staat achter het initiatief van de Raad om een alomvattende benadering inzake internationale culturele betrekkingen uit te werken en pleit voor de oprichting van culturele steunpunten in alle EU-delegaties, passende opleiding van ambtenaren en de betrokkenheid van lokale actoren en actoren die aan de basis actief zijn, het maatschappelijk middenveld en internationale culturele netwerken, onder meer bij de voorbereidende actie inzake Europese cultuurhuizen; herhaalt zijn verzoek aan de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden om verslag uit te brengen om de twee jaar over de stand van zaken van de internationale culturele betrekkingen;

o
o   o

60.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen van de lidstaten.

(1) PB C 377 E van 7.12.2012, blz. 142.
(2) PB C 93 van 9.3.2016, blz. 95.
(3) PB C 238 van 6.7.2018, blz. 28.
(4) PB C 247 E van 15.10.2009, blz. 25.
(5) PB C 125 E van 22.5.2008, blz. 223.
(6) PB C 377 E van 7.12.2012, blz. 135.
(7) PB C 316 van 22.9.2017, blz. 88.
(8) PB C 11 van 12.1.2018, blz. 16.
(9) PB C 58 van 15.2.2018, blz. 57.
(10) PB C 247 E van 15.10.2009, blz. 32.
(11) Aangenomen teksten, P8_TA(2018)0262.
(12) PB C 263 van 25.7.2018, blz. 19.
(13) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 221.
(14) PB C 287 van 29.11.2007, blz. 1.
(15) PB C 463 van 23.12.2014, blz. 4.
(16) PB C 172 van 27.5.2015, blz. 13.

Laatst bijgewerkt op: 7 oktober 2019Juridische mededeling - Privacybeleid