Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2018/0258(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A8-0460/2018

Ingediende teksten :

A8-0460/2018

Debatten :

PV 03/04/2019 - 18
CRE 03/04/2019 - 18

Stemmingen :

PV 15/01/2019 - 8.1
CRE 15/01/2019 - 8.1
PV 16/04/2019 - 8.26

Aangenomen teksten :

P8_TA(2019)0001
P8_TA(2019)0384

Aangenomen teksten
PDF 212kWORD 70k
Dinsdag 15 januari 2019 - Straatsburg
Vaststelling, in het kader van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer, van het instrument voor financiële steun voor douanecontroleapparatuur ***I
P8_TA(2019)0001A8-0460/2018

Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 15 januari 2019 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling, in het kader van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer, van het instrument voor financiële steun voor douanecontroleapparatuur (COM(2018)0474 – C8-0273/2018 – 2018/0258(COD))(1)

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Door de Commissie voorgestelde tekst   Amendement
Amendement 1
Voorstel voor een verordening
Overweging 1
(1)  De 2 140 douanekantoren2 langs de buitengrenzen van de Europese Unie moeten goed uitgerust zijn om de werking van de douane-unie te garanderen. De behoefte aan passende en gelijkwaardige douanecontroles is groter dan ooit, niet alleen wegens de traditionele functie van de douane, namelijk het innen van douanerechten, maar ook steeds meer omdat de controle op goederen die de Unie aan de buitengrenzen binnenkomen of verlaten, moet worden versterkt teneinde de veiligheid en beveiliging te garanderen. Tegelijkertijd mogen deze controles op goederenstromen die de buitengrenzen overschrijden, geen belemmering vormen voor legitieme handel met derde landen, maar moeten ze deze zelfs vergemakkelijken.
(1)  De 2 140 douanekantoren2 langs de buitengrenzen van de Europese Unie moeten goed uitgerust zijn om de efficiënte en doeltreffende werking van de douane-unie te garanderen. De behoefte aan passende en gelijkwaardige douanecontroles is groter dan ooit, niet alleen wegens de traditionele functie van de douane, namelijk het innen van douanerechten, maar ook steeds meer omdat de controle op goederen die de Unie aan de buitengrenzen binnenkomen of verlaten, moet worden versterkt teneinde de veiligheid en beveiliging te garanderen. Tegelijkertijd mogen deze controles op goederenstromen die de buitengrenzen overschrijden, geen belemmering vormen voor legitieme handel met derde landen, maar moeten ze deze zelfs vergemakkelijken met inachtneming van de veiligheids- en beveiligingsnormen.
__________________
__________________
2 Bijlage bij het verslag over de prestaties van de douane-unie in 2016: https://ec.europa.eu/info/publications/annual-activity-report-2016-taxation-and-customs-union_en.
2 Bijlage bij het verslag over de prestaties van de douane-unie in 2016: https://ec.europa.eu/info/publications/annual-activity-report-2016-taxation-and-customs-union_en.
Amendement 2
Voorstel voor een verordening
Overweging 1 bis (nieuw)
(1 bis)  De douane-unie is een hoeksteen van de Europese Unie, een van de grootste handelsblokken ter wereld, en is van essentieel belang voor de goede werking van de interne markt ten behoeve van zowel bedrijven als burgers. Het Parlement spreekt in zijn resolutie van 14 maart 20182 bis met name zijn bezorgdheid uit over de douanefraude, die een aanzienlijk inkomensverlies voor de begroting van de Unie tot gevolg heeft. Het Parlement herhaalde hierin dat een sterker en ambitieuzer Europa alleen mogelijk is als in meer financiële middelen wordt voorzien, en riep daarom op tot blijvende steun voor de bestaande maatregelen, tot meer middelen voor de vlaggenschipprogramma's van de Unie, en tot bijkomende bevoegdheden met daaraan gekoppeld bijkomende middelen.
__________________
2 bis Aangenomen teksten, P8_TA(2018)0075: Het volgende MFK: voorbereiding van het standpunt van het Parlement ten aanzien van het MFK voor de periode na 2020.
Amendement 3
Voorstel voor een verordening
Overweging 2
(2)  Momenteel bestaan er verschillen tussen de lidstaten bij de uitvoering van douanecontroles. Dit is zowel te wijten aan geografische verschillen tussen de lidstaten als aan hun respectieve capaciteiten en middelen. Of de lidstaten kunnen reageren op uitdagingen ten gevolge van voortdurend evoluerende mondiale bedrijfsmodellen en toeleveringsketens hangt niet alleen af van de menselijke factor, maar ook van de beschikbaarheid van moderne en betrouwbare douanecontroleapparatuur. De beschikbaarheid van gelijkwaardige douanecontroleapparatuur is daarom een belangrijk element om het evenwicht tussen de lidstaten te herstellen. Het zal de gelijkwaardigheid bij de uitvoering van douanecontroles in de lidstaten verbeteren en zo voorkomen dat goederenstromen gebruikmaken van de zwakste punten om de EU binnen te komen.
(2)  Momenteel bestaan er verschillen tussen de lidstaten bij de uitvoering van douanecontroles. Dit is zowel te wijten aan geografische verschillen tussen de lidstaten en hun respectieve capaciteiten en middelen als aan een gebrek aan gestandaardiseerde douanecontroles. Of de lidstaten kunnen reageren op uitdagingen ten gevolge van voortdurend evoluerende mondiale bedrijfsmodellen en toeleveringsketens hangt niet alleen af van de menselijke factor, maar ook van de beschikbaarheid en de goede werking van moderne en betrouwbare douanecontroleapparatuur. Andere uitdagingen, zoals de sterke toename van e-commerce, de digitalisering van de controles en de controleregisters, weerbaarheid tegen cyberaanvallen, sabotage, bedrijfsspionage en misbruik van gegevens, zullen ook de vraag naar een betere werking van douaneprocedures doen toenemen. De beschikbaarheid van gelijkwaardige douanecontroleapparatuur is daarom een belangrijk element om het evenwicht tussen de lidstaten te herstellen. Het zal de gelijkwaardigheid bij de uitvoering van douanecontroles in de lidstaten verbeteren en zo voorkomen dat goederenstromen gebruikmaken van de zwakste punten om de EU binnen te komen. Alle goederen die het douanegebied van de Unie binnenkomen moeten aan grondige controles worden onderworpen teneinde "port-shopping" door douanefraudeurs te vermijden. Om de douanecontroles in het algemeen te versterken en te zorgen voor convergentie bij de uitvoering ervan door de lidstaten moet een duidelijke strategie worden vastgesteld.
Amendement 4
Voorstel voor een verordening
Overweging 3
(3)  De lidstaten hebben er herhaaldelijk op gewezen dat zij financiële steun nodig hebben en hebben een grondige analyse van de benodigde apparatuur gevraagd. In zijn conclusies3 over douanefinanciering van 23 maart 2017 heeft de Raad de Commissie verzocht om "een oordeel te vormen over de mogelijkheid om benodigde technische apparatuur te financieren uit toekomstige financiële programma's van de Commissie, en ten behoeve van de financiering de coördinatie te verbeteren en de samenwerking tussen douaneautoriteiten en andere rechtshandhavingsautoriteiten te versterken".
(3)  Diverse lidstaten hebben er herhaaldelijk op gewezen dat zij financiële steun nodig hebben en hebben een grondige analyse van de benodigde apparatuur gevraagd. In zijn conclusies3 over douanefinanciering van 23 maart 2017 heeft de Raad de Commissie verzocht om "een oordeel te vormen over de mogelijkheid om benodigde technische apparatuur te financieren uit toekomstige financiële programma's van de Commissie, en ten behoeve van de financiering de coördinatie te verbeteren en de samenwerking tussen douaneautoriteiten en andere rechtshandhavingsautoriteiten te versterken".
___________________
___________________
3.https://www.consilium.europa.eu/media/22301/st09581en17-vf.pdf
en http://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-7586-2017-INIT/en/pdf.
3.https://www.consilium.europa.eu/media/22301/st09581en17-vf.pdf
en http://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-7586-2017-INIT/en/pdf.
Amendement 5
Voorstel voor een verordening
Overweging 6
(6)  Het is dan ook opportuun een nieuw Instrument voor financiële ondersteuning van douanecontroleapparatuur op te zetten.
(6)  Het is dan ook opportuun een nieuw instrument voor financiële ondersteuning van douanecontroleapparatuur op te zetten, waarmee praktijken zoals het namaken van goederen en andere illegale handelspraktijken kunnen worden opgespoord. Hierbij moeten bestaande formules voor financiële ondersteuning in overweging worden genomen.
Amendement 6
Voorstel voor een verordening
Overweging 7
(7)  Aangezien de douaneautoriteiten van de lidstaten steeds meer verantwoordelijkheden op zich hebben genomen, vaak op het gebied van de beveiliging van de buitengrenzen, moeten de lidstaten passende financiële steun van de Unie krijgen om te zorgen voor gelijkwaardigheid bij het uitvoeren van grenscontroles en douanecontroles aan de buitengrenzen. Wat de controle van goederen en personen betreft, is het evenzeer belangrijk om de samenwerking te bevorderen tussen de nationale autoriteiten van de lidstaten die verantwoordelijk zijn voor grenscontroles of andere taken die aan de grenzen worden uitgevoerd.
(7)  Aangezien de douaneautoriteiten van de lidstaten steeds meer verantwoordelijkheden op zich hebben genomen, vaak op het gebied van de beveiliging van de buitengrenzen, moeten de lidstaten passende financiële steun van de Unie krijgen om te zorgen voor gelijkwaardigheid bij het uitvoeren van grenscontroles en douanecontroles aan de buitengrenzen. Wat de controle van goederen en personen betreft, is het evenzeer belangrijk om de samenwerking, met inachtneming van cyberveiligheid, te bevorderen tussen de nationale autoriteiten van de lidstaten die verantwoordelijk zijn voor grenscontroles of andere taken die aan de grenzen worden uitgevoerd.
Amendement 7
Voorstel voor een verordening
Overweging 11
(11)  In deze verordening worden voor het Instrument de financiële middelen vastgelegd die voor het Europees Parlement en de Raad in de loop van de jaarlijkse begrotingsprocedure het voornaamste referentiebedrag vormen in de zin van punt 17 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer6.
(11)  In deze verordening worden voor het Instrument de financiële middelen vastgelegd die voor het Europees Parlement en de Raad in de loop van de jaarlijkse begrotingsprocedure het voornaamste referentiebedrag vormen in de zin van punt 17 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer6. Om de nodige begrotingsdiscipline te waarborgen moeten duidelijke en welomschreven voorwaarden voor de prioritering van de subsidieverstrekking worden vastgelegd die zijn gebaseerd op de geconstateerde behoeften met het oog op de uitoefening van de taken van douanepunten.
__________________
_____________________
6 Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).
6 Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).
Amendement 8
Voorstel voor een verordening
Overweging 13 bis (nieuw)
(13 bis)  In het kader van dit Instrument gefinancierde douanecontroleapparatuur dient te voldoen aan de hoogst mogelijke normen op het gebied van veiligheid, met inbegrip van cyberveiligheid, milieu en gezondheid.
Amendement 9
Voorstel voor een verordening
Overweging 13 ter (nieuw)
(13 ter)  Gegevens die zijn geproduceerd door douanecontroleapparatuur die uit hoofde van dit Instrument wordt gefinancierd, mag uitsluitend worden opgevraagd en verwerkt door naar behoren gemachtigde personeelsleden van de autoriteiten en moet op passende wijze worden beschermd tegen ongeoorloofde toegang of verstrekking. De lidstaten moeten volledige controle hebben over die gegevens.
Amendement 10
Voorstel voor een verordening
Overweging 13 quater (nieuw)
(13 quater)  Douanecontroleapparatuur die op grond van dit Instrument wordt gefinancierd, moet bijdragen tot een optimaal douanerisicobeheer.
Amendement 11
Voorstel voor een verordening
Overweging 13 quinquies (nieuw)
(13 quinquies)  Bij de vervanging van oude douanecontroleapparatuur met behulp van dit Instrument moeten de lidstaten de verantwoordelijkheid dragen voor de milieuvriendelijke verwijdering van de oude douanecontroleapparatuur.
Amendement 12
Voorstel voor een verordening
Overweging 15
(15)  De meeste douanecontroleapparatuur is eveneens geschikt voor controles op de naleving van andere wetgeving, zoals de bepalingen m.b.t. grensbeheer, visa of politiesamenwerking. Het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer is dan ook opgevat als twee complementaire instrumenten, met een verschillend maar samenhangend toepassingsgebied voor de aankoop van apparatuur. Enerzijds komt apparatuur die zowel voor grensbeheer als voor douanecontroles kan worden gebruikt niet in aanmerking voor het bij Verordening [2018/XXX]10 opgezette instrument voor grensbeheer en visa. Anderzijds verleent het bij de onderhavige verordening opgezette instrument voor financiële steun voor douanecontroleapparatuur niet alleen financiële steun voor apparatuur die douanecontroles als hoofddoel heeft, maar staat het ook toe dat die apparatuur voor andere doeleinden, zoals grenscontroles en beveiliging, wordt gebruikt. Deze opdeling zal de samenwerking tussen instanties in het kader van het Europees geïntegreerd grensbeheer, zoals bedoeld in artikel 4, onder e), van Verordening (EU) 2016/162411, bevorderen en douane- en grensautoriteiten in staat stellen samen te werken met gedeelde en interoperabele apparatuur, waardoor de begroting van de Unie een zo groot mogelijk effect krijgt.
(15)  De meeste douanecontroleapparatuur is eveneens geschikt voor controles op de naleving van andere wetgeving, zoals de bepalingen m.b.t. grensbeheer, visa of politiesamenwerking. Het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer is dan ook opgevat als twee complementaire instrumenten, met een verschillend maar samenhangend toepassingsgebied voor de aankoop van apparatuur. Enerzijds komt apparatuur die zowel voor grensbeheer als voor douanecontroles kan worden gebruikt niet in aanmerking voor het bij Verordening [2018/XXX]10 opgezette instrument voor grensbeheer en visa. Anderzijds verleent het bij de onderhavige verordening opgezette instrument voor financiële steun voor douanecontroleapparatuur niet alleen financiële steun voor apparatuur die douanecontroles als hoofddoel heeft, maar staat het ook toe dat die apparatuur voor andere gerelateerde doeleinden, zoals grenscontroles, veiligheid en beveiliging, wordt gebruikt. Deze opdeling zal de samenwerking tussen instanties in het kader van het Europees geïntegreerd grensbeheer, zoals bedoeld in artikel 4, onder e), van Verordening (EU) 2016/162411, bevorderen en douane- en grensautoriteiten in staat stellen samen te werken met gedeelde en interoperabele apparatuur, waardoor de begroting van de Unie een zo groot mogelijk effect krijgt. Om ervoor te zorgen dat alle door het fonds gefinancierde instrumenten en apparaten permanent in onmiddellijk bezit blijven van het aangewezen douanecontrolepunt dat de apparatuur in eigendom heeft, moet de handeling van het delen en de interoperabiliteit van apparatuur tussen douane- en grensautoriteiten als niet-systematisch en niet-regelmatig worden gedefinieerd.
__________________
__________________
10 COM(2018)0473.
10 COM(2018)0473.
11 Verordening (EU) 2016/1624 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 betreffende de Europese grens- en kustwacht, tot wijziging van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 863/2007 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad en Besluit 2005/267/EG van de Raad (PB L 251 van 16.9.2016, blz. 1).
11 Verordening (EU) 2016/1624 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 betreffende de Europese grens- en kustwacht, tot wijziging van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 863/2007 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad en Besluit 2005/267/EG van de Raad (PB L 251 van 16.9.2016, blz. 1).
Amendement 13
Voorstel voor een verordening
Overweging 16
(16)  In afwijking van het Financieel Reglement is financiering van een actie door verschillende programma's of instrumenten van de Unie toegestaan om, in voorkomend geval, domeinoverschrijdende samenwerking en interoperabiliteit mogelijk te maken. In dergelijke gevallen mogen de bijdragen echter niet dezelfde kosten dekken, overeenkomstig het in het Financieel Reglement vastgestelde verbod op dubbele financiering.
(16)  In afwijking van het Financieel Reglement is financiering van een actie door verschillende programma's of instrumenten van de Unie toegestaan om, in voorkomend geval, domeinoverschrijdende samenwerking en interoperabiliteit mogelijk te maken. In dergelijke gevallen mogen de bijdragen echter niet dezelfde kosten dekken, overeenkomstig het in het Financieel Reglement vastgestelde verbod op dubbele financiering. Indien aan een lidstaat reeds een bijdrage uit een ander programma van de Unie of steun uit een Uniefonds is toegekend, of deze reeds heeft ontvangen, voor de aankoop van de apparatuur in kwestie, moet deze bijdrage of steun worden vermeld in de aanvraag.
Amendement 14
Voorstel voor een verordening
Overweging 16 bis (nieuw)
(16 bis)   De Commissie moet gezamenlijke aankopen en tests van douanecontroleapparatuur door de lidstaten stimuleren.
Amendement 15
Voorstel voor een verordening
Overweging 17
(17)  Gezien de snelle evolutie van de douaneprioriteiten, bedreigingen en technologieën, mogen werkprogramma's geen lange looptijd hebben. Jaarlijkse werkprogramma's zouden echter de administratieve last voor zowel de Commissie als de lidstaten doen toenemen, zonder dat dit nodig is voor de tenuitvoerlegging van het Instrument. Daarom moeten werkprogramma's in beginsel betrekking hebben op meer dan één jaar.
(17)  Gezien de snelle evolutie van de douaneprioriteiten, bedreigingen en technologieën, mogen werkprogramma's geen lange looptijd hebben. Jaarlijkse werkprogramma's zouden echter de administratieve last voor zowel de Commissie als de lidstaten doen toenemen, zonder dat dit nodig is voor de tenuitvoerlegging van het Instrument. Daarom moeten werkprogramma's in beginsel betrekking hebben op meer dan één jaar. Om de integriteit van de strategische belangen van de Unie te waarborgen wordt er bij de lidstaten op aangedrongen om bij aanbestedingen voor nieuwe douanecontroleapparatuur zorgvuldig aandacht te schenken aan cyberveiligheid en de risico's van het eventuele vrijgeven van gevoelige gegevens buiten de Unie.
Amendement 16
Voorstel voor een verordening
Overweging 18
(18)  Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van het werkprogramma in het kader van deze verordening, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad12.
Schrappen
__________________
12 Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
Amendement 17
Voorstel voor een verordening
Overweging 19
(19)  Gezien de technische aard van dit Instrument is centrale tenuitvoerlegging onontbeerlijk om de specifieke doelstelling van gelijkwaardige douanecontroles te bereiken, maar er zijn voorbereidende werkzaamheden nodig op technisch niveau. De tenuitvoerlegging moet dan ook worden ondersteund door behoeftenevaluaties die gebaseerd zijn op de nationale deskundigheid en ervaring van de douanediensten van de lidstaten. Voor de uitvoering van deze evaluaties moet een duidelijke methode worden gevolgd, met een minimumaantal stappen voor het verzamelen van de benodigde informatie.
(19)  Gezien de technische aard van dit Instrument is centrale tenuitvoerlegging onontbeerlijk om de specifieke doelstelling van gelijkwaardige douanecontroles te bereiken, maar er zijn voorbereidende werkzaamheden nodig op technisch niveau. De tenuitvoerlegging moet dan ook worden ondersteund door individuele behoeftenevaluaties die gebaseerd zijn op de nationale deskundigheid en ervaring van de douanediensten van de lidstaten. Voor de uitvoering van deze evaluaties moet een duidelijke methode worden gevolgd, met een minimumaantal stappen voor het verzamelen van de benodigde informatie ter zake.
Amendement 18
Voorstel voor een verordening
Overweging 20
(20)  Om regelmatige monitoring en rapportering te garanderen, moet worden voorzien in een passend kader voor toezicht op de resultaten die worden bereikt door het Instrument en de acties in het kader daarvan. Deze monitoring en rapportage moeten worden gebaseerd op indicatoren waarbij de gevolgen van de acties in het kader van het Instrument worden gemeten. Evenredige rapporteringseisen moeten bepaalde minimuminformatie bevatten over douanecontroleapparatuur boven een bepaalde kostendrempel.
(20)  Om regelmatige monitoring en rapportering te garanderen, moet worden voorzien in een passend kader voor toezicht op de resultaten die worden bereikt door het Instrument en de acties in het kader daarvan. Deze monitoring en rapportage moeten worden gebaseerd op kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren waarbij de gevolgen van de acties in het kader van het Instrument worden gemeten. De lidstaten moeten zorgen voor een transparante en duidelijke aanbestedingsprocedure. Evenredige rapporteringseisen moeten gedetailleerde informatie over douanecontroleapparatuur en aanbestedingsprocedures boven een bepaalde kostendrempel bevatten, evenals een verantwoording van de kosten.
Amendement 19
Voorstel voor een verordening
Overweging 22
(22)  Om op passende wijze te kunnen reageren op veranderende beleidsprioriteiten, bedreigingen en technologieën, moet de bevoegdheid om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie worden gedelegeerd aan de Commissie, zodat zij de lijst van voorwerpen van douanecontroles kan wijzigen voor acties die in aanmerking komen voor steun uit hoofde van het Instrument, alsook de lijst van indicatoren om de verwezenlijking van de specifieke doelstellingen te meten. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.
(22)  Om op passende wijze te kunnen reageren op veranderende beleidsprioriteiten, bedreigingen en technologieën, moet de bevoegdheid om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie worden gedelegeerd aan de Commissie, zodat zij deze verordening kan wijzigen teneinde werkprogramma's vast te stellen en de lijst van voorwerpen van douanecontroles kan wijzigen voor acties die in aanmerking komen voor steun uit hoofde van het Instrument, alsook de lijst van indicatoren om de verwezenlijking van de specifieke doelstellingen te meten. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende en volledig transparante raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.
Amendement 20
Voorstel voor een verordening
Overweging 24
(24)  Horizontale financiële regels die door het Europees Parlement en de Raad zijn vastgesteld op basis van artikel 322 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zijn van toepassing op deze verordening. Deze regels zijn neergelegd in het Financieel Reglement en bepalen met name de procedure voor het opstellen en uitvoeren van de begroting door middel van subsidies, overheidsopdrachten, prijzen, indirecte uitvoering, en voorzien in controles op de verantwoordelijkheid van financiële actoren. De op basis van artikel 322 VWEU vastgestelde regels hebben ook betrekking op de bescherming van de begroting van de Unie in geval van algemene tekortkomingen ten aanzien van de rechtsstaat in de lidstaten, aangezien de eerbiediging van de rechtsstaat een essentiële basisvoorwaarde is voor een goed financieel beheer en effectieve EU-financiering.
(24)  Horizontale financiële regels die door het Europees Parlement en de Raad zijn vastgesteld op basis van artikel 322 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zijn van toepassing op deze verordening. Deze regels zijn neergelegd in het Financieel Reglement en bepalen met name de procedure voor het opstellen en uitvoeren van de begroting door middel van subsidies, overheidsopdrachten, prijzen, indirecte uitvoering, en voorzien in controles op de verantwoordelijkheid van financiële actoren. De op basis van artikel 322 VWEU vastgestelde regels hebben ook betrekking op de bescherming van de begroting van de Unie in geval van algemene tekortkomingen ten aanzien van de rechtsstaat in de lidstaten, aangezien de eerbiediging van de rechtsstaat een essentiële basisvoorwaarde is voor een goed financieel beheer en effectieve EU-financiering. Bij financiering in het kader van dit Instrument moeten de beginselen van transparantie, evenredigheid, gelijke behandeling en non-discriminatie in acht worden genomen.
Amendement 21
Voorstel voor een verordening
Overweging 25
(25)  De soorten financiering en de uitvoeringsmethoden in het kader van deze verordening worden gekozen op grond van hun vermogen om de specifieke doelstelling van de acties te verwezenlijken en resultaten op te leveren, met name rekening houdend met de controlekosten, de administratieve lasten en het verwachte risico van niet-naleving. Dit houdt mede in dat het gebruik van vaste bedragen, forfaits en eenheidskosten moet worden overwogen, alsmede financiering die niet gekoppeld is aan de kosten die bedoeld zijn in artikel 125, lid 1, van het Financieel Reglement.
(25)  De soorten financiering en de uitvoeringsmethoden in het kader van deze verordening worden gekozen op grond van hun vermogen om de specifieke doelstelling van de acties te verwezenlijken en resultaten op te leveren, met name rekening houdend met de controlekosten, de administratieve lasten en het verwachte risico van niet-naleving. Dit houdt mede in dat het gebruik van vaste bedragen, forfaits en eenheidskosten moet worden overwogen, alsmede financiering die niet gekoppeld is aan de kosten die bedoeld zijn in artikel 125, lid 1, van het Financieel Reglement. Voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het Instrument moeten een betere uitvoering en een betere kwaliteit van de bestedingen als richtsnoeren worden gehanteerd, waarbij een optimale benutting van de financiële middelen moet worden gewaarborgd.
Amendement 22
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 1
1.  Als onderdeel van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer, is de algemene doelstelling van het Instrument de douane-unie en de douaneautoriteiten te ondersteunen bij het beschermen van de financiële en economische belangen van de Unie, de beveiliging en veiligheid in de Unie te garanderen, de Unie te beschermen tegen oneerlijke en illegale handel, en tegelijk legitieme bedrijfsactiviteiten te faciliteren.
1.  Als onderdeel van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer en met het oog op de langetermijndoelstelling dat alle douanediensten in de Unie worden gestandaardiseerd, is de algemene doelstelling van het Instrument de douane-unie en de douaneautoriteiten te ondersteunen bij het beschermen van de financiële en economische belangen van de Unie en haar lidstaten, samenwerking tussen instanties te bevorderen aan de grenzen van de Unie bij de controle van goederen en personen, de beveiliging en veiligheid in de Unie te garanderen, de Unie te beschermen tegen oneerlijke en illegale handel, en tegelijk legitieme bedrijfsactiviteiten te faciliteren.
Amendement 23
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 2
2.  De concrete doelstelling van het Instrument is bij te dragen tot passende en gelijkwaardige douanecontroles door de aankoop, het onderhoud en de modernisering van relevante, state-of-the-art en betrouwbare douanecontroleapparatuur.
2.  De concrete doelstelling van het Instrument is bij te dragen tot passende en gelijkwaardige douanecontroles door de volledig transparante aankoop, het onderhoud en de modernisering van relevante, state-of-the-art, goed beveiligde, tegen cyberdreigingen beschermde, veilige, milieuvriendelijke en betrouwbare douanecontroleapparatuur. Daarnaast heeft het ten doel de kwaliteit van douanecontroles in de lidstaten te verbeteren en te voorkomen dat goederen naar de zwakkere punten worden geleid om de Unie binnen te komen.
Amendement 24
Voorstel voor een verordening
Artikel 3  lid 2 bis (nieuw)
2 bis.  Het Instrument draagt bij aan de tenuitvoerlegging van Europees geïntegreerd grensbeheer door steun te bieden voor samenwerking tussen instanties, alsook voor gedeelde en interoperabele nieuwe apparatuur die via het instrument is verkregen.
Amendement 25
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 1
1.  De financiële middelen voor de uitvoering van het Instrument voor de periode 2021 tot en met 2027 bedragen 1 300 000 000 euro in lopende prijzen.
1.  De financiële middelen voor de uitvoering van het Instrument voor de periode 2021 tot en met 2027 bedragen 1 149 175 000 EUR in prijzen van 2018 (1 300 000 000 EUR in lopende prijzen).
Amendement 26
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 2
2.  Het in lid 1 vermelde bedrag kan ook de uitgaven omvatten voor voorbereiding, monitoring, controle, audit, evaluatie en andere activiteiten voor het beheer van het Instrument en de evaluatie van de mate waarin de doelstellingen worden bereikt. Het kan voorts ook de uitgaven omvatten met betrekking tot studies, vergaderingen van deskundigen, informatie en communicatieacties, voor zover deze verband houden met de doelstellingen van het Instrument, alsmede uitgaven in verband met informatietechnologienetwerken voor informatieverwerking en -uitwisseling, daaronder begrepen institutionele informatietechnologie-instrumenten, en andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die nodig zijn voor het beheer van het Instrument.
2.  Het in lid 1 vermelde bedrag kan ook de legitieme en geverifieerde uitgaven omvatten voor voorbereiding, monitoring, controle, audit, evaluatie en andere activiteiten voor het beheer van het Instrument en de evaluatie van de prestaties ervan en de mate waarin de doelstellingen worden bereikt. Het kan voorts ook de eveneens legitieme en geverifieerde uitgaven omvatten met betrekking tot studies, vergaderingen van deskundigen, informatie en communicatieacties, gegevensuitwisseling tussen betrokken lidstaten voor zover deze verband houden met de specifieke doelstellingen van het instrument ter ondersteuning van de algemene doelstelling, alsmede uitgaven in verband met informatietechnologienetwerken voor informatieverwerking en ‑uitwisseling, daaronder begrepen institutionele informatietechnologie-instrumenten, en andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die nodig zijn voor het beheer van het instrument.
Amendement 27
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 1 bis (nieuw)
1 bis.   Als de ondersteunde actie betrekking heeft op de aankoop of modernisering van apparatuur, stelt de Commissie passende vrijwarings- en noodmaatregelen in om ervoor te zorgen dat alle apparatuur die met steun van programma's en instrumenten van de Unie wordt aangekocht, in alle relevante gevallen door de bevoegde douaneautoriteiten wordt gebruikt.
Amendement 28
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 3
3.  Als de ondersteunde actie betrekking heeft op de aankoop of modernisering van apparatuur, zet de Commissie een coördinatiemechanisme op teneinde de efficiëntie en interoperabiliteit te waarborgen tussen alle apparatuur die met steun van programma's en instrumenten van de Unie wordt aangekocht.
3.  Als de ondersteunde actie betrekking heeft op de aankoop of modernisering van apparatuur, zet de Commissie een coördinatiemechanisme op dat in de raadpleging en deelname van de relevante agentschappen van de Unie voorziet, en met name van het Europees Grens- en kustwachtagentschap, teneinde de efficiëntie en interoperabiliteit te waarborgen tussen alle apparatuur die met steun van programma's en instrumenten van de Unie wordt aangekocht. Het coördinatiemechanisme omvat de deelname en raadpleging van het Europees Grens- en kustwachtagentschap ter optimalisering van de Europese meerwaarde op het gebied van grensbeheer.
Amendement 29
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 3 bis (nieuw)
3 bis.   Als de ondersteunde actie betrekking heeft op de aankoop of modernisering van apparatuur, stelt de Commissie passende vrijwarings- en noodmaatregelen in om ervoor te zorgen dat alle apparatuur die met steun van programma's en instrumenten van de Unie wordt aangekocht, voldoet aan de overeengekomen normen voor regelmatig onderhoud.
Amendement 30
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 2
2.  Bij wijze van uitzondering op lid 1 mogen de acties in gerechtvaardigde gevallen ook betrekking hebben op de aankoop, het onderhoud en de modernisering van douanecontroleapparatuur voor het testen van nieuwe onderdelen of nieuwe functies in operationele omstandigheden.
2.  Bij wijze van uitzondering op lid 1 mogen de acties in gerechtvaardigde gevallen ook betrekking hebben op de volledig transparante aankoop, het onderhoud en de modernisering van douanecontroleapparatuur voor het testen van nieuwe onderdelen of nieuwe functies in operationele omstandigheden.
Amendement 31
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 3
3.  De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 14 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de in lid 1, onder b), en in bijlage 1 vermelde lijst van voorwerpen van douanecontrole, als dit noodzakelijk wordt geacht.
3.  De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 14 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de in lid 1, onder b), en in bijlage 1 vermelde lijst van voorwerpen van douanecontrole, als dit noodzakelijk wordt geacht, onder meer om gelijke tred te houden met technologische ontwikkelingen, veranderende praktijken op het gebied van goederensmokkel of slimme en innovatieve oplossingen voor douanecontroledoeleinden.
Amendement 32
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 4
4.  Douanecontroleapparatuur die in het kader van dit Instrument wordt gefinancierd, mag nog voor andere doeleinden dan douanecontroles worden gebruikt, zoals controles van personen ter ondersteuning van de nationale autoriteiten voor grensbeheer en onderzoeksdoeleinden.
4.  Douanecontroleapparatuur die in het kader van dit Instrument wordt gefinancierd, moet hoofdzakelijk voor douanecontroles worden gebruikt, maar mag nog voor andere doeleinden dan douanecontroles worden gebruikt, zoals controles van personen ter ondersteuning van de nationale autoriteiten voor grensbeheer en onderzoeksdoeleinden, om te voldoen aan de algemene en specifieke doelstellingen van het Instrument als uiteengezet in artikel 3.
Amendement 33
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 4 bis (nieuw)
4 bis.   De Commissie stimuleert gezamenlijke aankopen en tests van douanecontroleapparatuur door de lidstaten.
Amendement 34
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – lid 2 bis (nieuw)
2 bis.   Financiering boven dit maximumpercentage kan worden toegekend bij gezamenlijke aankopen en tests van douanecontroleapparatuur door de lidstaten.
Amendement 35
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – lid 2 ter (nieuw)
2 ter.   Onder de in lid 2 bedoelde uitzonderlijke omstandigheden vallen bijvoorbeeld de aankoop van nieuwe douanecontroleapparatuur en de registratie daarvan in het kader van de pool van technische uitrusting van het Europees Grens- en kustwachtagentschap. De ontvankelijkheid van de apparatuur in het kader van de pool van technische uitrusting wordt overeenkomstig artikel 5, lid 3, geverifieerd.
Amendement 36
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – alinea 1 – inleidende formule
De volgende kosten komen niet in aanmerking voor financiering in het kader van het instrument:
Alle kosten in verband met de in artikel 6 genoemde acties komen in aanmerking voor financiering in het kader van het instrument, met uitzondering van:
Amendement 37
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – alinea 1 – letter a bis (nieuw)
a bis)  kosten die verband houden met voor het gebruik van de apparatuur vereiste opleidingen of bijscholingen;
Amendement 38
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – alinea 1 – letter c
c)  kosten die verband houden met elektronische systemen, met uitzondering van software die rechtstreeks noodzakelijk is om de douanecontroleapparatuur te gebruiken;
c)  kosten die verband houden met elektronische systemen, met uitzondering van software en software updates die rechtstreeks noodzakelijk is om de douanecontroleapparatuur te gebruiken, en met uitzondering van de elektronische software en programmering die noodzakelijk is voor de onderlinge koppeling tussen de bestaande software en de douanecontroleapparatuur;
Amendement 39
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – alinea 1 – letter d
d)  kosten voor netwerken, zoals beveiligde of onbeveiligde communicatiekanalen, of abonnementen;
d)  kosten voor netwerken, zoals beveiligde of onbeveiligde communicatiekanalen, of abonnementen, met uitzondering van netwerken of abonnementen die rechtstreeks noodzakelijk zijn om de douanecontroleapparatuur te gebruiken;
Amendement 40
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 2
2.  De werkprogramma's worden door de Commissie vastgesteld via een uitvoeringshandeling. Die uitvoeringshandeling wordt vastgesteld volgens de in artikel 15 bedoelde onderzoeksprocedure.
2.  De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 14 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van bijlage 2 bis om werkprogramma's vast te leggen.
Amendement 41
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 3 – alinea 1 – inleidende formule
De in lid 1 vermelde werkprogramma's worden gebaseerd op een behoeftenevaluatie die minstens bestaat uit:
De in lid 1 vermelde werkprogramma's worden gebaseerd op een afzonderlijke behoeftenevaluatie die bestaat uit:
Amendement 42
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 3 – alinea 1 – letter b
b)  een uitputtende inventaris van de beschikbare douanecontroleapparatuur;
b)  een uitputtende inventaris van de beschikbare en werkende douanecontroleapparatuur;
Amendement 43
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 3 – alinea 1 – letter c
c)  een gemeenschappelijke definitie van een minimum- en een optimale norm voor douanecontroleapparatuur, per categorie grensovergang; en
c)  een gemeenschappelijke definitie van een technische minimumnorm voor douanecontroleapparatuur, per categorie grensovergang;
Amendement 44
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 3 – alinea 1 – letter c bis (nieuw)
c bis)  een beoordeling van een optimale uitrusting met douanecontroleapparatuur, per categorie grensovergang; en
Amendement 45
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 3 – alinea 1 – letter d
d)  een gedetailleerde raming van de financiële behoeften.
d)  een gedetailleerde raming van de financiële behoeften, afhankelijk van de omvang van de douaneverrichtingen en de ermee gepaard gaande werklast.
Amendement 46
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 – lid 1
1.  Bijlage 2 bij dit voorstel bevat indicatoren voor de rapportage over de voortgang van het Instrument bij de verwezenlijking van de in artikel 3 genoemde algemene en specifieke doelstellingen.
1.  Overeenkomstig haar rapportageverplichting op grond van artikel 38, lid 3, punt e)(i), van het Financieel Reglement legt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad informatie over de prestaties van het programma voor. De rapportage van de Commissie over de prestaties bevat informatie over zowel de voortgang als de tekortkomingen.
Amendement 47
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 – lid 2
2.  Om een doeltreffende beoordeling van de voortgang op weg naar de verwezenlijking van de doelstellingen van het Instrument te waarborgen, wordt de Commissie gemachtigd om overeenkomstig artikel 14 gedelegeerde handelingen vast te stellen om bijlage 2 te wijzigen, teneinde de indicatoren indien nodig te herzien of aan te vullen en teneinde deze verordening aan te vullen met bepalingen inzake de vaststelling van een monitoring- en evaluatiekader.
2.  Bijlage 2 bij dit voorstel bevat indicatoren voor de rapportage over de voortgang van het Instrument bij de verwezenlijking van de in artikel 3 opgenomen algemene en specifieke doelstellingen. Om een doeltreffende beoordeling van de voortgang op weg naar de verwezenlijking van de doelstellingen van het Instrument te waarborgen, wordt de Commissie gemachtigd om overeenkomstig artikel 14 gedelegeerde handelingen vast te stellen om bijlage 2 te wijzigen, teneinde de indicatoren indien nodig te herzien of aan te vullen en teneinde deze verordening aan te vullen met bepalingen inzake de vaststelling van een monitoring- en evaluatiekader teneinde aan het Europees Parlement en de Raad geactualiseerde kwalitatieve en kwantitatieve informatie te verstrekken over de prestaties van het programma.
Amendement 48
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 – lid 3
3.  Het systeem voor de rapportage van de evaluaties moet garanderen dat de gegevens voor monitoring van de tenuitvoerlegging en de resultaten van het Instrument efficiënt, doeltreffend en tijdig worden verzameld. Te dien einde moeten evenredige rapportagevereisten worden opgelegd aan de ontvangers van middelen van de Unie.
3.  Het systeem voor de rapportage van de evaluaties moet garanderen dat de gegevens voor monitoring van de tenuitvoerlegging en de resultaten van het Instrument vergelijkbaar en volledig zijn, en efficiënt, doeltreffend en tijdig worden verzameld. Te dien einde moeten evenredige rapportagevereisten worden opgelegd aan de ontvangers van middelen van de Unie. De Commissie verstrekt het Europees Parlement en de Raad betrouwbare informatie over de kwaliteit van de gebruikte prestatiegegevens.
Amendement 49
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 – lid 4 – letter c bis (nieuw)
c bis)   de aanwezigheid en de toestand van de uit de Uniebegroting gefinancierde stukken apparatuur vijf jaar na inbedrijfstelling;
Amendement 50
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 – lid 4 – letter c ter (nieuw)
c ter)   informatie over de onderhoudsbeurten van de douanecontroleapparatuur;
Amendement 51
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 – lid 4 – letter c quater (nieuw)
c quater)   informatie over de aanbestedingsprocedure;
Amendement 52
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 – lid 4 – letter c quinquies (nieuw)
c quinquies)   verantwoording van de kosten.
Amendement 53
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 1
1.  De evaluaties moeten tijdig worden verricht, zodat zij in de besluitvorming kunnen worden meegenomen.
1.  De evaluaties van de in artikel 6 vermelde acties die in het kader van het instrument worden gefinancierd moeten een beoordeling van de resultaten, het effect en de doeltreffendheid van het Instrument omvatten, en moeten tijdig worden verricht, zodat zij op efficiënte wijze in de besluitvorming kunnen worden meegenomen.
Amendement 54
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 2
2.  De tussentijdse evaluatie van het Instrument wordt uitgevoerd zodra voldoende informatie over de uitvoering van het Instrument beschikbaar is, maar uiterlijk vier jaar nadat met de uitvoering van het Instrument is begonnen.
2.  De tussentijdse evaluatie van het Instrument wordt uitgevoerd zodra voldoende informatie over de uitvoering van het Instrument beschikbaar is, maar uiterlijk drie jaar nadat met de uitvoering van het Instrument is begonnen.
Amendement 55
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 2 – alinea 1 bis (nieuw)
De tussentijdse evaluatie omvat de bevindingen die nodig zijn om een besluit te nemen over een vervolg op het programma na 2027 en de doelstellingen daarvan.
Amendement 56
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 3
3.  Aan het einde van de uitvoering van het Instrument, maar uiterlijk vier jaar na afloop van de in artikel 1 genoemde periode, voert de Commissie een eindevaluatie van het Instrument uit.
3.  Aan het einde van de uitvoering van het Instrument, maar uiterlijk drie jaar na afloop van de in artikel 1 genoemde periode, voert de Commissie een eindevaluatie van het Instrument uit.
Amendement 57
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 4
4.  De Commissie deelt de conclusies van de evaluaties samen met haar opmerkingen mee aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's.
4.  De Commissie deelt de conclusies van de evaluaties samen met haar opmerkingen en opgedane ervaringen mee aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's.
Amendement 58
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 4 bis (nieuw)
4 bis.  In het verslag van de Commissie over de "bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie – fraudebestrijding" worden jaarlijks deelevaluaties opgenomen.
Amendement 59
Voorstel voor een verordening
Artikel 14 – lid 2
2.  De in artikel 6, lid 3, en artikel 12, lid 2, bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt aan de Commissie toegekend tot 31 december 2028.
2.  De in artikel 6, lid 3, artikel 11, lid 2, en artikel 12, lid 2, bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt aan de Commissie toegekend tot 31 december 2028.
Amendement 60
Voorstel voor een verordening
Artikel 14 – lid 3
3.  Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 6, lid 3, en artikel 12, lid 2, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Een besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het besluit wordt van kracht op de dag die volgt op de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een in dat besluit genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
3.  Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 6, lid 3, artikel 11, lid 2, en artikel 12, lid 2, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Een besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het besluit wordt van kracht op de dag die volgt op de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een in dat besluit genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
Amendement 61
Voorstel voor een verordening
Artikel 14 – lid 6
6.  Een overeenkomstig artikel 6, lid 3, en artikel 12, lid 2, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt in werking indien het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad wordt die termijn met twee maanden verlengd.
6.  Een overeenkomstig artikel 6, lid 3, artikel 11, lid 2, en artikel 12, lid 2, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt in werking indien het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad wordt die termijn met twee maanden verlengd.
Amendement 62
Voorstel voor een verordening
Artikel 15
Artikel 15
Schrappen
Comitéprocedure
1.  De Commissie wordt bijgestaan door het in artikel 18 van Verordening (EU) [2018/XXX]23 bedoelde comité van het Douane-programma.
2.  Wanneer naar deze alinea wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) 182/2011 van toepassing.
__________________
23 COM(2018)0442.
Amendement 63
Voorstel voor een verordening
Artikel 16 – lid 1
1.  De ontvangers van financiering van de Unie erkennen de oorsprong van en geven zichtbaarheid aan de financiering van de Unie (met name wanneer zij de acties en de resultaten ervan promoten) door meerdere doelgroepen, waaronder de media en het grote publiek, doelgericht en op samenhangende, doeltreffende en evenredige wijze te informeren.
1.  De ontvangers van financiering van de Unie erkennen de oorsprong van en geven zichtbaarheid aan de financiering van de Unie (met name wanneer zij de acties en de resultaten ervan promoten) door meerdere doelgroepen, waaronder de media en het grote publiek, doelgericht en op samenhangende, doeltreffende en evenredige wijze te informeren, waardoor de toegevoegde waarde van de Unie wordt aangetoond en de inspanningen van de Commissie op het gebied van gegevensverzameling worden ondersteund om de budgettaire transparantie te vergroten.
Amendement 64
Voorstel voor een verordening
Artikel 16 – lid 2
2.  De Commissie voert informatie- en communicatieacties uit met betrekking tot het Instrument alsmede de acties en de resultaten ervan. De aan het Instrument toegewezen financiële middelen dragen tevens bij aan de institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover zij verband houden met de in artikel 3 genoemde doelstellingen.
2.  Om transparantie te waarborgen, verstrekt de Commissie het publiek regelmatig informatie met betrekking tot het Instrument, de acties en de resultaten, waarbij zij onder meer verwijst naar de in artikel 11 bedoelde werkprogramma's.
Amendement 65
Voorstel voor een verordening
Bijlage 1 – kolom 3 – regel 1
Containers, vrachtwagens, treinwagons
Containers, vrachtwagens, treinwagons en voertuigen
Amendement 66
Voorstel voor een verordening
Bijlage 1 – kolom 3 – regel 3 bis (nieuw)
Voertuigen
Amendement 67
Voorstel voor een verordening
Bijlage 1 – kolom 2 – regel 5
Röntgenstraalterugverstrooiing
Op röntgenstraling gebaseerde terugverstrooiing
Amendement 68
Voorstel voor een verordening
Bijlage 1 – kolom 2 – regel 6 bis (nieuw)
Op millimetergolfstraling gebaseerde veiligheidsscanner
Amendement 69
Voorstel voor een verordening
Bijlage 2 – punt 1 bis (nieuw)
1 bis.  Beveiliging en veiligheid
a)  Mate van naleving van beveiligingsnormen voor douanecontroleapparatuur bij alle grensovergangen, inclusief cyberbeveiliging
b)  Mate van naleving van veiligheidsnormen voor douanecontroleapparatuur bij alle grensovergangen
Amendement 70
Voorstel voor een verordening
Bijlage 2 – punt 1 ter (nieuw)
1 ter.  Gezondheid en milieu
a)  Mate van naleving van gezondheidsnormen voor douanecontroleapparatuur bij alle grensovergangen
b)  Mate van naleving van milieunormen voor douanecontroleapparatuur bij alle grensovergangen
Amendement 71
Voorstel voor een verordening
Bijlage 2 bis (nieuw)
Bijlage 2 bis
Werkprogramma's
Amendement 72
Voorstel voor een verordening
Bijlage 2 ter (nieuw)
BIJLAGE 2 ter
Uitzonderlijke omstandigheden voor financiering boven het maximumpercentage

(1) De zaak werd voor interinstitutionele onderhandelingen terugverwezen naar de bevoegde commissie op grond van artikel 59, lid 4, vierde alinea, van het Reglement (A8-0460/2018).

Laatst bijgewerkt op: 12 november 2019Juridische mededeling - Privacybeleid