Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2018/2170(REG)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A8-0462/2018

Ingediende teksten :

A8-0462/2018

Debatten :

PV 30/01/2019 - 28
CRE 30/01/2019 - 28

Stemmingen :

PV 31/01/2019 - 9.1
CRE 31/01/2019 - 9.1
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P8_TA(2019)0046

Aangenomen teksten
PDF 204kWORD 70k
Donderdag 31 januari 2019 - Brussel
Wijzigingen van het Reglement van het Europees Parlement
P8_TA(2019)0046A8-0462/2018

Besluit van het Europees Parlement van 31 januari 2019 tot wijziging van het Reglement van het Europees Parlement met betrekking tot titel I, hoofdstukken 1 en 4; titel V, hoofdstuk 3; titel VII, hoofdstukken 4 en 5; titel VIII, hoofdstuk 1; titel XII; titel XIV en bijlage II (2018/2170(REG))

Het Europees Parlement,

–  gezien de artikelen 226 en 227 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie constitutionele zaken (A8-0462/2018),

1.  besluit onderstaande wijzigingen in zijn Reglement op te nemen;

2.  besluit dat de wijzigingen in werking zullen treden op de eerste dag van de volgende vergaderperiode, met uitzondering van de wijzigingen tot invoeging van de tweede alinea van lid 3 sexies in artikel 11 en van de punten 6 en 7 van de Code voor passend gedrag voor leden van het Europees Parlement bij de uitvoering van hun taken, alsook van de wijzigingen van de artikelen 196 en 204, die in werking zullen treden bij de opening van de eerste vergaderperiode na de volgende verkiezingen voor het Europees Parlement, die plaatsvinden in 2019;

3.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit ter informatie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Bestaande tekst   Amendement
Amendement 1
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 11 – titel
Financiële belangen van de leden en gedragsregels
Gedragsregels
Amendement 2
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 11 – lid 1
1.  Het Parlement stelt transparantieregels inzake de financiële belangen van zijn leden vast in de vorm van een als bijlage4 bij dit Reglement gevoegde gedragscode die door de meerderheid van zijn leden is goedgekeurd.
Schrappen
Deze regels mogen de leden niet anderszins belemmeren of beperken bij de uitoefening van hun mandaat en daarmee samenhangende politieke of andere activiteiten.
______________
4 Zie bijlage I.
Amendement 3
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 11 – lid 2
2.  De leden dienen als vaste praktijk te hanteren dat zij slechts belangenvertegenwoordigers ontmoeten die zijn ingeschreven in het transparantieregister dat is ingevoerd bij het Akkoord tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie over het transparantieregister5.
Schrappen
______________
5 Akkoord van 16 april 2014 tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie over het transparantieregister voor organisaties en als zelfstandige werkzame personen die betrokken zijn bij het maken en het uitvoeren van het EU-beleid (PB L 277 van 19.9.2014, blz. 11).
Amendement 4
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 1 – lid 3 – alinea 1
Het gedrag van de leden wordt ingegeven door wederzijds respect, berust op de waarden en beginselen zoals vastgelegd in de Verdragen en met name in het Handvest van de grondrechten, en doet geen afbreuk aan de waardigheid van het Parlement. Voorts mag dit gedrag geen afbreuk doen aan het goede verloop van de werkzaamheden van het Parlement, de handhaving van veiligheid en orde in de gebouwen van het Parlement en de werking van de apparatuur van het Parlement.
Het gedrag van de leden wordt ingegeven door wederzijds respect en berust op de waarden en beginselen zoals vastgelegd in de Verdragen en met name in het Handvest van de grondrechten. De leden doen geen afbreuk aan de waardigheid van het Parlement en tasten zijn goede naam niet aan.
Amendement 5
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 11 – lid 3 – alinea 2
Tijdens parlementaire debatten onthouden leden zich van lasterlijk, racistisch en xenofoob taalgebruik of gedrag, alsook van het ontvouwen van spandoeken.
Schrappen
Amendement 6
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 11 – lid 3 – alinea 3
De leden houden zich aan de voorschriften van het Parlement met betrekking tot de behandeling van vertrouwelijke informatie.
Schrappen
Amendement 7
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 11 – lid 3 – alinea 4
Niet-naleving van deze grondbeginselen en voorschriften kan leiden tot de toepassing van maatregelen overeenkomstig de artikelen 165, 166 en 167.
Schrappen
Amendement 8
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 11 – lid 3 bis (nieuw)
3 bis.  De leden doen geen afbreuk aan het goede verloop van de werkzaamheden van het Parlement, de handhaving van veiligheid en orde in de gebouwen van het Parlement en de werking van de apparatuur van het Parlement.
Amendement 9
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 11 – lid 3 ter (nieuw)
3 ter.  De leden verstoren de orde in de vergaderzaal niet en onthouden zich van ongepast gedrag. Zij tonen geen spandoeken.
Amendement 10
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 11 – lid 3 quater (nieuw)
3 quater.  Tijdens parlementaire debatten in de vergaderzaal onthouden de leden zich van beledigend taalgebruik.
Amendement 11
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 11 – lid 3 quater (nieuw) – uitlegging
Bij de beoordeling van de vraag of het door een lid gebezigd taalgebruik tijdens een parlementair debat al dan niet beledigend is, wordt onder meer rekening gehouden met de klaarblijkelijke intentie van de spreker, met de wijze waarop het publiek de uiting opvat, met de mate waarin de uiting schade toebrengt aan de waardigheid en de reputatie van het Parlement, en met de vrijheid van meningsuiting van het betrokken lid. Zo is er bij lasterlijk taalgebruik, "haatzaaiende uitingen" en het aanzetten tot discriminatie, met name op een van de in artikel 21 van het Handvest van de grondrechten genoemde gronden doorgaans sprake van "beledigend taalgebruik" in de zin van dit artikel.
Amendement 12
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 11 – lid 3 quinquies (nieuw)
3 quinquies.  De leden houden zich aan de voorschriften van het Parlement met betrekking tot de behandeling van vertrouwelijke informatie.
Amendement 13
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 11 – lid 3 sexies (nieuw)
3 sexies.  De leden onthouden zich van elke vorm van psychologische of seksuele intimidatie en nemen de als bijlage1 bis bij dit Reglement gevoegde code voor passend gedrag voor de leden van het Europees Parlement bij de uitoefening van hun mandaat in acht.
Leden zijn niet verkiesbaar voor functies in het Parlement of diens organen, kunnen niet tot rapporteur worden benoemd en kunnen niet deelnemen aan een officiële delegatie of interinstitutionele onderhandelingen, zolang zij de verklaring bij deze code niet hebben ondertekend.
____________________
1 bis De code voor passend gedrag voor de leden van het Europees Parlement bij de uitvoering van hun taken, vastgesteld door het Bureau op 2 juli 2018, wordt als bijlage bij dit Reglement gevoegd.
Amendement 14
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 11 – lid 4
4.  De toepassing van dit artikel doet anderszins geen afbreuk aan de levendigheid van de parlementaire debatten noch aan de vrijheid van meningsuiting.
Schrappen
Zij is gebaseerd op de volledige inachtneming van de prerogatieven van de leden, zoals vastgelegd in het primaire recht en het Statuut van de leden.
Zij berust op het beginsel van transparantie en waarborgt dat elke bepaling ter zake ter kennis wordt gebracht van de leden, die persoonlijk van hun rechten en plichten in kennis worden gesteld.
Amendement 15
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 11 – lid 5
5.  Indien een persoon die werkt voor een lid of een persoon die door een lid toegang tot de gebouwen of apparatuur van het Parlement is verschaft, zich niet houdt aan de in lid 3 uiteengezette gedragsregels, kunnen aan het betrokken lid indien passend de in artikel 166 vastgestelde sancties worden opgelegd.
5.  Indien een persoon die werkt voor een lid of een persoon die door een lid toegang tot de gebouwen of apparatuur van het Parlement is verschaft, zich niet houdt aan de in dit artikel uiteengezette gedragsregels, kan dit gedrag in voorkomend geval aan het betrokken lid worden toegerekend.
Amendement 16
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 11 – lid 5 bis (nieuw)
5 bis.  De toepassing van dit artikel doet anderszins geen afbreuk aan de levendigheid van de parlementaire debatten noch aan de vrijheid van meningsuiting.
Amendement 17
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 11 – lid 5 ter (nieuw)
5 ter.  Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de organen, de commissies en de delegaties van het Parlement.
Amendement 18
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 11 – lid 6
6.  De quaestoren bepalen hoeveel medewerkers ieder lid maximaal mag registreren.
Schrappen
Amendement 19
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 11 – lid 7
7.  De gedragsregels, rechten en voorrechten van de voormalige leden worden vastgesteld bij besluit van het Bureau. Er wordt geen onderscheid gemaakt in de behandeling van voormalige leden.
Schrappen
Amendementen 20 en 75
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 11 bis (nieuw)
Artikel 11 bis
Financiële belangen van de leden en transparantieregister
1.  Het Parlement stelt transparantieregels inzake de financiële belangen van zijn leden vast in de vorm van een als bijlage1 bis bij dit Reglement gevoegde gedragscode die door de meerderheid van zijn leden is goedgekeurd.
Die regels mogen de leden niet anderszins belemmeren of beperken bij de uitoefening van hun mandaat en daarmee samenhangende politieke of andere activiteiten.
2.  De leden dienen als vaste praktijk te hanteren dat zij slechts belangenvertegenwoordigers ontmoeten die zijn ingeschreven in het transparantieregister dat is ingevoerd bij het Akkoord tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie over het transparantieregister1 ter.
3.  De leden dienen alle geplande bijeenkomsten met belangenvertegenwoordigers die onder de werkingssfeer van het transparantieregister vallen online te publiceren. Voor elk verslag zorgen rapporteurs, schaduwrapporteurs en commissievoorzitters voor online publicatie van alle geplande bijeenkomsten met belangenvertegenwoordigers die onder de werkingssfeer van het transparantieregister vallen, onverminderd artikel 4, lid 6, van bijlage I. Het Bureau voorziet in de noodzakelijke infrastructuur op de website van het Parlement.
4.  Het Bureau voorziet in de noodzakelijke infrastructuur op de ledenpagina op de website van het Parlement indien leden wensen over te gaan tot publicatie van een vrijwillige controle of van een in de toepasselijke regeling van het statuut van de leden en de bepalingen ter uitvoering ervan voorziene bevestiging dat hun aanwending van de algemene kostenvergoeding in overeenstemming is met de toepasselijke regeling in het statuut van de leden en de bepalingen ter uitvoering ervan.
5.  Deze regels mogen de leden niet anderszins belemmeren of beperken bij de uitoefening van hun mandaat en daarmee samenhangende politieke of andere activiteiten.
6.  De gedragsregels, rechten en voorrechten van de voormalige leden worden vastgesteld bij besluit van het Bureau. Er wordt geen onderscheid gemaakt in de behandeling van voormalige leden.
__________________
1 bis Zie bijlage I.
1 ter Akkoord van 16 april 2014 tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie over het transparantieregister voor organisaties en als zelfstandige werkzame personen die betrokken zijn bij het maken en het uitvoeren van het EU-beleid (PB L 277 van 19.9.2014, blz. 11).
Amendement 88
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 32 – lid 5
5.   De oprichting van een fractie wordt in een verklaring aan de Voorzitter meegedeeld. Deze verklaring vermeldt de naam van de fractie, de namen van haar leden en de samenstelling van haar bureau. De verklaring wordt door alle leden van de fractie ondertekend.
5.   De oprichting van een fractie wordt in een verklaring aan de Voorzitter meegedeeld. Deze verklaring omvat:
–  de naam van de fractie,
–  een politieke verklaring, waarin de doelstelling van de fractie wordt vermeld, alsmede
–  de namen van haar leden en de samenstelling van haar bureau.
Alle leden van de fractie verklaren schriftelijk in een bijlage bij de verklaring dat zij dezelfde politieke verwantschap hebben.
Amendement 21
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 34 – lid 1 bis (nieuw)
1 bis.  Interfractiewerkgroepen alsook andere niet-officiële groeperingen zijn volledig transparant in hun werkzaamheden en mogen geen activiteiten ontplooien die kunnen leiden tot verwarring met de officiële activiteiten van het Parlement en van zijn organen. Zij mogen geen evenementen in derde landen organiseren die samenvallen met een taak van een officieel orgaan van het Parlement, waaronder een officiële verkiezingswaarnemingsdelegatie.
Amendement 22
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 34 – lid 2
2.  Dergelijke groeperingen zijn volledig transparant in hun werkzaamheden en mogen geen activiteiten ontplooien die kunnen leiden tot verwarring met de officiële activiteiten van het Parlement en zijn organen. Mits is voldaan aan de voorwaarden die zijn neergelegd in de door het Bureau vastgestelde regeling inzake de oprichting van die groeperingen, mogen de fracties de activiteiten ervan faciliteren door verlening van logistieke steun.
2.  Mits is voldaan aan de voorwaarden die zijn neergelegd in de interne regeling van het Parlement inzake de oprichting van dergelijke groeperingen, mag een fractie de activiteiten ervan faciliteren door verlening van logistieke steun.
Amendement 23
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 34 – lid 3 – alinea 1 bis (nieuw)
Overige niet-officiële groeperingen zijn tevens gehouden om vóór het einde van de daaropvolgende maand opgave te doen van elke vorm van steun, in geld of in natura, waarvan de leden geen afzonderlijke opgave hebben gedaan overeenkomstig hun verplichtingen uit hoofde van bijlage I.
Amendement 24
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 34 – lid 3 bis (nieuw)
3 bis.  Uitsluitend in het transparantieregister geregistreerde belangenvertegenwoordigers kunnen deelnemen aan interfractiewerkgroepen of aan andere op locatie van het Parlement georganiseerde activiteiten van niet-officiële groeperingen, bijvoorbeeld door vergaderingen of evenementen van de interfractiewerkgroep of de andere niet-officiële groepering bij te wonen, door deze te ondersteunen of door in samenwerking met anderen evenementen ervan te organiseren.
Amendement 25
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 34 – lid 4
4.  De quaestoren houden een register van de in lid 3 bedoelde opgaven bij. Dit register wordt op de website van het Parlement gepubliceerd. De quaestoren stellen nadere regels voor die opgaven vast en zorgen voor de effectieve toepassing van dit artikel.
4.  De quaestoren houden een register van de in lid 3 bedoelde opgaven bij. De quaestoren stellen nadere regels vast voor die opgaven en voor de publicatie ervan op de website van het Parlement.
Amendement 26
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 34 – lid 4 bis (nieuw)
4 bis.  De quaestoren zorgen voor de effectieve toepassing van dit artikel.
Amendement 27
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 128 – lid 4
4.  Een van de vraagstellers kan de vraag toelichten. De adressaat geeft antwoord.
4.  Een van tevoren door de vraagstellers aangewezen lid licht de vraag toe. Is dit lid niet aanwezig, dan komt de vraag te vervallen. De adressaat geeft antwoord.
Amendement 28
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 130 – lid 1
1.  Ieder lid kan overeenkomstig de in een bijlage bij dit Reglement neergelegde criteria27 de voorzitter van de Europese Raad, de Raad, de Commissie of de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid vragen stellen met verzoek om schriftelijk antwoord. Enkel de vraagstellers zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de vragen.
1.  Ieder lid en iedere fractie of commissie kan overeenkomstig de in een bijlage bij dit Reglement neergelegde criteria27 de voorzitter van de Europese Raad, de Raad, de Commissie of de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid vragen stellen met verzoek om schriftelijk antwoord. Enkel de vraagstellers zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de vragen.
________________________
____________________
27 Zie bijlage II.
27 Zie bijlage II.
Amendement 29
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 130 – lid 2
2.  De vragen worden ingediend bij de Voorzitter. Over kwesties met betrekking tot de ontvankelijkheid van een vraag wordt beslist door de Voorzitter. De beslissing van de Voorzitter wordt niet alleen op grond van de bepalingen van de in lid 1 bedoelde bijlage, maar op grond van de bepalingen van het Reglement in het algemeen genomen. De vraagsteller wordt in kennis gesteld van de gemotiveerde beslissing van de Voorzitter.
2.  De vragen worden in elektronische vorm ingediend bij de Voorzitter. Over kwesties met betrekking tot de ontvankelijkheid van een vraag wordt beslist door de Voorzitter. De beslissing van de Voorzitter wordt niet alleen op grond van de bepalingen van de in lid 1 bedoelde bijlage, maar op grond van de bepalingen van het Reglement in het algemeen genomen. De vraagsteller wordt in kennis gesteld van de gemotiveerde beslissing van de Voorzitter.
Amendement 30
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 130 – lid 3
3.  De vragen worden in elektronische vorm ingediend. Ieder lid mag ten hoogste twintig vragen per voortschrijdende periode van drie maanden stellen.
3.  Ieder lid en iedere fractie of commissie mag ten hoogste twintig vragen per voortschrijdende periode van drie maanden stellen. In de regel worden de vragen binnen zes weken na toezending aan de adressaat door hem beantwoord. Ieder lid en iedere fractie of commissie kan evenwel elke maand een vraag aanmerken als "vraag met voorrang" die de adressaat binnen drie weken na toezending dient te beantwoorden.
Amendement 31
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 130 – lid 5
5.  Kan een vraag door de adressaat niet binnen drie weken (vraag met voorrang) of binnen zes weken (vraag zonder voorrang) na toezending aan de adressaat worden beantwoord, dan kan zij op verzoek van de vraagsteller op de agenda van de volgende vergadering van de bevoegde commissie worden geplaatst.
5.  Wordt een vraag niet binnen de in lid 3 voorziene uiterste termijn door de adressaat beantwoord, dan kan de bevoegde commissie besluiten de vraag op de agenda van haar volgende vergadering te plaatsen.
Amendement 32
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 130 – lid 6
6.  Ieder lid mag eenmaal per maand een vraag met voorrang stellen.
Schrappen
Amendement 33
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 130 – lid 7
7.  Vragen worden met antwoorden, met inbegrip van daarbij behorende bijlagen, op de website van het Parlement gepubliceerd.
7.  (Niet van toepassing op de Nederlandse versie)
Amendement 34
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 130 bis
Artikel 130 bis
Schrappen
Beperkte interpellaties met verzoek om schriftelijk antwoord
1.   Door middel van beperkte interpellaties bestaande in vragen met verzoek om schriftelijk antwoord kan de Raad, de Commissie of de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid door een commissie, een fractie of ten minste vijf procent van de leden van het Parlement worden verzocht informatie te verstrekken over specifiek aangewezen kwesties.
Dergelijke vragen worden ingediend bij de Voorzitter die de adressaat vraagt binnen twee weken te antwoorden, op voorwaarde dat de vragen in overeenstemming zijn met het Reglement in het algemeen en met de in een bijlage bij dit Reglement28 vastgestelde criteria in het bijzonder. De Voorzitter kan deze termijn in overleg met de vraagstellers verlengen.
2.  De vragen worden met de antwoorden op de website van het Parlement gepubliceerd.
_____________________
28 Zie Bijlage II.
Amendement 35
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 130 ter – titel
Uitgebreide interpellaties met verzoek om schriftelijk antwoord en debat
Uitgebreide interpellaties met verzoek om schriftelijk antwoord
Amendement 36
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 130 ter – lid 1
1.  Door middel van uitgebreide interpellaties, bestaande in vragen met verzoek om schriftelijk antwoord en debat, kunnen die vragen door een commissie, een fractie of ten minste vijf procent van de leden van het Parlement worden voorgelegd aan de Raad, de Commissie of de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid. Vragen kunnen een korte toelichting bevatten.
1.  Een uitgebreide interpellatie bestaat uit vragen met verzoek om schriftelijk antwoord, door een fractie voor te leggen aan de Raad, de Commissie of de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid.
Dergelijke vragen worden schriftelijk ingediend bij de Voorzitter, die – mits de vragen in overeenstemming zijn met dit Reglement in het algemeen en met de in een bijlage bij dit Reglement29 vastgestelde criteria in het bijzonder – de adressaat onmiddellijk in kennis stelt van de vraag en hem verzoekt mee te delen of en wanneer de vraag zal worden beantwoord.
_____________________
29 Zie Bijlage II.
Amendement 37
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 130 ter – lid 1 bis (nieuw)
1 bis.   De uitgebreide interpellatie is van algemeen belang en wordt schriftelijk ingediend bij de Voorzitter. De uitgebreide interpellatie is niet langer dan 500 woorden. De Voorzitter legt de uitgebreide interpellatie – mits deze in overeenstemming is met de bepalingen van het Reglement in het algemeen – onmiddellijk voor aan de adressaat met een verzoek om schriftelijk antwoord.
Amendement 38
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 130 ter – lid 1 ter (nieuw)
1 ter.   Er worden jaarlijks ten hoogste 30 uitgebreide interpellaties voorgelegd. De Conferentie van voorzitters ziet erop toe dat deze interpellaties gelijkelijk over de fracties worden verdeeld, waarbij geen enkele fractie meer dan een interpellatie per maand mag indienen.
Amendement 39
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 130 ter – lid 1 quater (nieuw)
1 quater.  Indien de adressaat verzuimt de uitgebreide interpellatie binnen zes weken na doorsturing te beantwoorden, wordt de interpellatie op verzoek van de opsteller op de definitieve ontwerpagenda van het Parlement geplaatst overeenkomstig de in artikel 149 voorziene procedure en met inachtneming van lid 3 bis.
Amendement 40
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 130 ter – lid 2
2.  Na ontvangst van het schriftelijk antwoord wordt de uitgebreide interpellatie op de ontwerpagenda van het Parlement geplaatst overeenkomstig de procedure van artikel 149. Indien een commissie, een fractie of ten minste vijf procent van de leden van het Parlement hierom verzoekt, moet er een debat plaatsvinden.
2.  Na ontvangst van het schriftelijk antwoord, en indien leden, een fractie of meerdere fracties die ten minste de lage drempel bereiken hierom verzoeken, wordt de uitgebreide interpellatie op de definitieve ontwerpagenda van het Parlement geplaatst overeenkomstig de procedure van artikel 149 en met inachtneming van lid 3 bis.
Amendement 41
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 130 ter – lid 3
3.  Indien de adressaat weigert op de vraag te antwoorden of verzuimt dit binnen drie weken te doen, wordt de vraag op de ontwerpagenda geplaatst. Indien een commissie, een fractie of ten minste vijf procent van de leden van het Parlement hierom verzoekt, moet er een debat plaatsvinden. Voorafgaand aan het debat kan een van de vraagstellers worden toegestaan aanvullende redenen voor de vraag te vermelden.
Schrappen
Amendement 42
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 130 ter – lid 3 bis
3 bis.  Gedurende een vergaderperiode wordt over ten hoogste drie uitgebreide interpellaties gedebatteerd. Wordt gedurende eenzelfde vergaderperiode naar aanleiding van meer dan drie uitgebreide interpellaties verzocht om een debat, dan neemt de Conferentie van voorzitters de verzoeken om een debat in de ontwerpagenda op in de volgorde waarin zij deze heeft ontvangen.
Amendement 43
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 130 ter – lid 4
4.   Een van de vraagstellers kan de vraag toelichten. Een lid van de betrokken instelling geeft antwoord.
4.  Een lid dat daartoe van tevoren is aangewezen door de opsteller of door degenen die overeenkomstig lid 2 verzoeken om het debat, licht de uitgebreide interpellatie toe. Is dit lid niet aanwezig, dan komt de uitgebreide interpellatie te vervallen. De adressaat geeft antwoord.
Artikel 123, leden 2 tot en met 5, betreffende de indiening van en stemming over ontwerpresoluties, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 123, leden 2 tot en met 8, betreffende de indiening van en stemming over ontwerpresoluties, is van overeenkomstige toepassing.
Amendement 44
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 130 ter – lid 5
5.  Dergelijke vragen worden met de antwoorden daarop op de website van het Parlement gepubliceerd.
5.  Dergelijke interpellaties worden met de antwoorden daarop op de website van het Parlement gepubliceerd.
Amendement 45
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 165 – lid 1
1.  De Voorzitter roept een lid dat het goede verloop van de vergadering verstoort of wiens gedrag niet strookt met de relevante bepalingen van artikel 11 tot de orde.
1.  De Voorzitter roept een lid dat de in artikel 11, leden 3 ter of 3 quater, vastgestelde gedragsregels schendt, tot de orde.
Amendement 46
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 165 – lid 2
2.  Bij herhaling roept de Voorzitter het lid een tweede keer tot de orde en in dat geval wordt hiervan melding gemaakt in de notulen.
2.  (Niet van toepassing op de Nederlandse versie)
Amendement 47
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 165 – lid 3
3.  Indien de ordeverstoring aanhoudt of bij een nieuwe herhaling kan de Voorzitter het lid het woord ontnemen en voor de verdere duur van de vergadering de toegang tot de vergaderzaal ontzeggen. In gevallen van uitzonderlijke ernst kan de Voorzitter het betrokken lid ook onmiddellijk de toegang tot de vergaderzaal ontzeggen voor de resterende duur van de vergadering, zonder het lid nogmaals tot de orde te roepen. De secretaris-generaal ziet onverwijld erop toe dat dergelijke tuchtmaatregelen met de hulp van de parlementaire bodes en zo nodig de veiligheidsdienst van het Parlement worden toegepast.
3.  Indien de inbreuk aanhoudt of bij een nieuwe herhaling kan de Voorzitter het lid het woord ontnemen en voor de verdere duur van de vergadering de toegang tot de vergaderzaal ontzeggen. In gevallen van uitzonderlijke ernst kan de Voorzitter het betrokken lid ook onmiddellijk de toegang tot de vergaderzaal ontzeggen voor de resterende duur van de vergadering, zonder het lid nogmaals tot de orde te roepen. De secretaris-generaal ziet onverwijld erop toe dat dergelijke tuchtmaatregelen met de hulp van de parlementaire bodes en zo nodig de veiligheidsdienst van het Parlement worden toegepast.
Amendement 48
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 165 – lid 5
5.  De Voorzitter kan beslissen de rechtstreekse uitzending van de vergadering te onderbreken in geval van lasterlijk, racistisch of xenofoob taalgebruik of gedrag van een lid.
5.  De Voorzitter kan beslissen de rechtstreekse uitzending van de vergadering te onderbreken in geval van inbreuk op artikel 11, leden 3 ter of 3 quater, door een lid.
Amendement 49
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 165 – lid 6 – alinea 1
De Voorzitter kan gelasten onderdelen van een toespraak door een lid waarin lasterlijk, racistisch of xenofoob taalgebruik voorkomt, te verwijderen uit het audiovisuele verslag van de vergadering.
De Voorzitter kan gelasten onderdelen van een toespraak door een lid die een inbreuk vormen op artikel 11, leden 3 ter of 3 quater, te verwijderen uit het audiovisuele verslag van de vergadering.
Amendement 50
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 166 – lid 1
1.  In ernstige gevallen van ordeverstoring of verstoring van de werkzaamheden van het Parlement in strijd met de in artikel 11 neergelegde beginselen, legt de Voorzitter bij een met redenen omkleed besluit de passende sanctie op.
1.  In ernstige gevallen van schending van artikel 11, leden 3 bis tot en met 5 ter, legt de Voorzitter het betrokken lid overeenkomstig dit artikel bij een met redenen omkleed besluit de passende sanctie op.
De Voorzitter kan uit hoofde van artikel 11, leden 3 ter of 3 quater een met redenen omkleed besluit nemen, ongeacht de vraag of aan het betreffende lid al dan niet reeds eerder een onmiddellijke maatregel in de zin van artikel 165 is opgelegd.
De Voorzitter kan uitsluitend een met redenen omkleed besluit uit hoofde van artikel 11, lid 3 sexies, nemen nadat overeenkomstig de toepasselijke interne administratieve procedure inzake intimidatie en de preventie ervan is vastgesteld dat sprake is van intimidatie.
In gevallen waarin dit Reglement of een door het Bureau op grond van artikel 25 vastgesteld besluit voorziet in toepassing van dit artikel, kan de Voorzitter een lid een sanctie opleggen.
Het betrokken lid wordt door de Voorzitter verzocht om schriftelijke opmerkingen in te dienen vooraleer het besluit wordt vastgesteld. In uitzonderlijke gevallen kan de Voorzitter een mondelinge hoorzitting met het betrokken lid bijeenroepen.
Dat besluit wordt bij aangetekende brief of, in dringende gevallen, via de bodes, ter kennis gebracht van het betrokken lid.
Nadat dat besluit ter kennis is gebracht van het betrokken lid, worden alle aan het lid opgelegde sancties door de Voorzitter meegedeeld ter plenaire vergadering. De voorzitters van de organen, commissies en delegaties waarvan de betrokkene lid is, worden op de hoogte gebracht.
Nadat de sanctie definitief is geworden, wordt deze gepubliceerd op een prominente plaats op de website van het Parlement gedurende de resterende zittingsperiode.
Amendement 51
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 166 – lid 1 bis (nieuw)
1 bis.  Het betrokken lid wordt door de Voorzitter verzocht om schriftelijke opmerkingen in te dienen vooraleer het besluit wordt vastgesteld. De Voorzitter kan besluiten in plaats daarvan een mondelinge hoorzitting bijeen te roepen telkens wanneer dit passender is.
Het besluit tot oplegging van de sanctie wordt bij aangetekende brief of, in dringende gevallen, via de bodes, ter kennis gebracht van het betrokken lid.
Nadat dat besluit ter kennis is gebracht van het betrokken lid, worden alle aan het lid opgelegde sancties door de Voorzitter meegedeeld ter plenaire vergadering. De voorzitters van de organen, commissies en delegaties waarvan de betrokkene lid is, worden op de hoogte gebracht.
Nadat de sanctie definitief is geworden, wordt deze gepubliceerd op een prominente plaats op de website van het Parlement gedurende de resterende zittingsperiode.
Amendement 52
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 166 – lid 2
2.  Bij de beoordeling van het waargenomen gedrag wordt rekening gehouden met het uitzonderlijke, recurrente dan wel permanente karakter en de ernst ervan.
2.  Bij de beoordeling van het waargenomen gedrag wordt rekening gehouden met het uitzonderlijke, recurrente dan wel permanente karakter en de ernst ervan. Tevens wordt, indien van toepassing, rekening gehouden met eventuele aantasting van de waardigheid en de reputatie van het Parlement.
Een onderscheid moet worden gemaakt tussen visuele gedragingen, die kunnen worden getolereerd voor zover zij niet beledigend, lasterlijk, racistisch of xenofoob zijn en binnen redelijke grenzen blijven, en gedragingen die tot actieve verstoring van parlementaire werkzaamheden leiden.
Amendement 53
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 166 – lid 4
4.  De in lid 3, onder b) tot en met e), bedoelde maatregelen kunnen worden verdubbeld bij herhaling van de overtreding of wanneer het lid weigert te voldoen aan een overeenkomstig artikel 165, lid 3, genomen maatregel.
4.  De in lid 3, onder b) tot en met e), bedoelde maatregelen kunnen worden verdubbeld bij herhaling van de inbreuk of wanneer het lid weigert te voldoen aan een overeenkomstig artikel 165, lid 3, genomen maatregel.
Amendement 54
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 174 – lid 7
7.  De Voorzitter mag andere amendementen die elkaar aanvullen en bloc in stemming brengen, tenzij een fractie of leden die ten minste de lage drempel bereiken om aparte stemming of stemming in onderdelen hebben verzocht. De indieners van amendementen mogen ook dergelijke stemmingen en bloc voorstellen wanneer hun amendementen elkaar aanvullen.
7.  De Voorzitter mag andere amendementen die elkaar aanvullen en bloc in stemming brengen, tenzij een fractie of leden die ten minste de lage drempel bereiken om aparte stemming of stemming in onderdelen hebben verzocht. De indieners van amendementen mogen ook stemmingen en bloc over hun amendementen voorstellen.
Amendement 55
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 174 – lid 10
10.  Over amendementen waarvoor om hoofdelijke stemming is verzocht, wordt apart gestemd.
10.  Over amendementen waarvoor om hoofdelijke stemming is verzocht, wordt afzonderlijk van andere amendementen gestemd.
Amendement 56
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 177 – uitlegging
Overtreding van dit artikel wordt als een ernstig geval van ordeverstoring in de zin van artikel 166, lid 1, beschouwd en heeft de in dat artikel genoemde rechtsgevolgen.
Overtreding van dit artikel wordt als een ernstige inbreuk op artikel 11, lid 3 ter, beschouwd.
Amendement 57
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 196
Artikel 196
Artikel 196
Instelling van vaste commissies
Instelling van vaste commissies
Op voorstel van de Conferentie van voorzitters stelt het Parlement vaste commissies in. Hun bevoegdheden worden omschreven in een bijlage bij dit Reglement52. Deze bijlage wordt vastgesteld bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Hun leden worden benoemd in de eerste vergaderperiode van het nieuwgekozen Parlement en vervolgens nogmaals na verloop van twee en een half jaar.
Op voorstel van de Conferentie van voorzitters stelt het Parlement vaste commissies in. Hun bevoegdheden worden omschreven in een bijlage bij dit Reglement52. Deze bijlage wordt vastgesteld bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen. De benoeming van de leden van deze commissies vindt plaats in de eerste vergaderperiode van het nieuwgekozen Parlement.
De bevoegdheden van de vaste commissies kunnen ook op een ander tijdstip dan de datum van instelling worden omschreven.
De bevoegdheden van de vaste commissies kunnen ook op een ander tijdstip dan de datum van instelling opnieuw worden omschreven.
_________________
_________________
52 Zie bijlage V.
52 Zie bijlage V.
Amendement 58
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 204 – lid 1
1.  In de eerstvolgende commissievergadering na de benoeming van de leden van de commissie overeenkomstig artikel 199 kiest de commissie uit haar gewone leden een voorzitter en, bij aparte stemmingen, ondervoorzitters, die het commissiebureau vormen. Het aantal te kiezen ondervoorzitters wordt op voorstel van de Conferentie van voorzitters door het Parlement vastgesteld. De samenstelling van de commissiebureaus moet een afspiegeling vormen van de diversiteit van het Parlement; een commissiebureau mag niet bestaan uit uitsluitend mannelijke of uitsluitend vrouwelijke leden en de ondervoorzitters mogen niet allen uit dezelfde lidstaat afkomstig zijn.
1.  In de eerstvolgende commissievergadering na de benoeming van de leden van de commissie overeenkomstig artikel 199, en vervolgens nogmaals na verloop van twee en een half jaar, kiest de commissie uit haar gewone leden een voorzitter en, bij aparte stemmingen, ondervoorzitters, die het commissiebureau vormen. Het aantal te kiezen ondervoorzitters wordt op voorstel van de Conferentie van voorzitters door het Parlement vastgesteld. De samenstelling van de commissiebureaus moet een afspiegeling vormen van de diversiteit van het Parlement; een commissiebureau mag niet bestaan uit uitsluitend mannelijke of uitsluitend vrouwelijke leden en de ondervoorzitters mogen niet allen uit dezelfde lidstaat afkomstig zijn.
Amendement 59
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 210 bis – titel
Procedure voor de raadpleging door een commissie van door het Parlement ontvangen vertrouwelijke informatie
Procedure voor de raadpleging door een commissie van vertrouwelijke informatie in een commissievergadering met gesloten deuren
Amendement 60
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 210 bis – lid 3 – alinea 1
Zodra de commissievoorzitter heeft verklaard dat de vertrouwelijkheidsprocedure wordt gevolgd, wordt de vergadering alleen nog bijgewoond door de commissieleden, alsmede de op voorhand door de voorzitter aangewezen ambtenaren en deskundigen van wie de aanwezigheid strikt noodzakelijk is.
Zodra de commissievoorzitter heeft verklaard dat de vertrouwelijkheidsprocedure wordt gevolgd, vindt de vergadering met gesloten deuren plaats en mag deze alleen nog worden bijgewoond door de commissieleden, met inbegrip van de plaatsvervangende leden. De commissie kan in overeenstemming met het toepasselijke interinstitutionele rechtskader en ingevolge artikel 206, lid 3, besluiten dat andere leden de vergadering kunnen bijwonen. De vergadering kan tevens worden bijgewoond door personen die op voorhand door de voorzitter zijn aangewezen omdat zij voor de uitoefening van hun taken op de hoogte moeten zijn, met inachtneming van eventuele beperkingen die voortvloeien uit de toepasselijke regels inzake de behandeling van vertrouwelijke informatie door het Parlement. Wat betreft de raadpleging van informatie met rubricering CONFIDENTIEL UE/EU CONFIDENTIAL of hoger, of in geval van specifieke toegangsbeperkingen die voortvloeien uit het interinstitutioneel rechtskader, kunnen bijkomende beperkingen van toepassing zijn.
Amendement 61
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 210 bis – lid 4
4.  Leden of een fractie of fracties die ten minste de middelhoge drempel bereiken in een commissie die de vertrouwelijkheidsprocedure heeft toegepast, kunnen verzoeken om een schending van de geheimhoudingsplicht te behandelen. Dit verzoek kan op de agenda van de eerstvolgende commissievergadering worden geplaatst. De commissie kan bij meerderheid van haar leden besluiten de zaak aan de Voorzitter voor te leggen voor verdere behandeling overeenkomstig de artikelen 11 en 166.
4.  Onverminderd de toepasselijke regels inzake schending van de geheimhoudingsplicht in het algemeen, kunnen leden of een fractie of fracties die ten minste de middelhoge drempel bereiken in een commissie die de vertrouwelijkheidsprocedure heeft toegepast, verzoeken om een schending van de geheimhoudingsplicht te behandelen. Dit verzoek kan op de agenda van de eerstvolgende commissievergadering worden geplaatst. De commissie kan bij meerderheid van haar leden besluiten de zaak aan de Voorzitter voor te leggen voor verdere behandeling overeenkomstig de artikelen 11 en 166.
Amendement 62
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 211 – titel
Openbare hoorzitting naar aanleiding van een burgerinitiatief
Openbare hoorzitting en plenair debat naar aanleiding van een burgerinitiatief
Amendement 63
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 211 – lid 7 bis (nieuw)
7 bis.  Het Parlement houdt tijdens een vergaderperiode aansluitend op de hoorzitting een debat over een burgerinitiatief dat overeenkomstig artikel 10, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 211/2011 in het desbetreffende register is gepubliceerd, en besluit bij plaatsing van het debat op de agenda of het al dan niet met een resolutie wordt afgesloten. Het Parlement neemt tot afsluiting van het debat een resolutie aan indien tijdens dezelfde of de volgende vergaderperiode een identiek of gelijksoortig onderwerp wordt behandeld, tenzij de Voorzitter om uitzonderlijke redenen een ander voorstel doet. Indien het Parlement besluit een resolutie tot afsluiting van het debat aan te nemen, kunnen de ter zake bevoegde commissie, een fractie of leden die ten minste de lage drempel bereiken een ontwerpresolutie indienen. Artikel 123, leden 3 tot en met 8, betreffende de indiening van en stemming over ontwerpresoluties is van overeenkomstige toepassing.
Amendement 76
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 211 – lid 8
8.  Ingeval de Commissie binnen een periode van 12 maanden nadat zij een positief advies heeft uitgebracht over een met succes overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) nr. 211/2011 ingediend burgerinitiatief geen voorstel voor een rechtshandeling ter zake indient en niet in een mededeling uiteenzet welke maatregelen zij voornemens is te nemen, kan de ter zake bevoegde commissie in overleg met de organisatoren van het burgerinitiatief een hoorzitting organiseren en zo nodig de in artikel 46 neergelegde procedure in gang zetten met het oog op de uitoefening van het recht van het Parlement om de Commissie te verzoeken een passend voorstel in te dienen.
8.  Naar aanleiding van de mededeling van de Commissie waarin zij haar juridische en politieke conclusies uiteenzet over een specifiek burgerinitiatief, beoordeelt het Parlement de maatregelen die de Commissie op grond van deze mededeling neemt. Ingeval de Commissie geen passend voorstel met betrekking tot een burgerinitiatief indient, kan de ter zake bevoegde commissie in overleg met de organisatoren van het burgerinitiatief een hoorzitting organiseren. Voorts kan het Parlement besluiten of het een plenair debat houdt en of dit debat met een resolutie wordt afgesloten. De procedure van lid 211, lid 7 bis, is mutatis mutandis van toepassing. Het Parlement kan ook besluiten de door artikel 225 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie toegekende bevoegdheid uit te oefenen, en daarmee de procedure van artikel 46 in gang te zetten.
Amendement 64
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 223 bis – titel – voetnoot
61Artikel 223 bis is uitsluitend van toepassing op Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen als bedoeld in artikel 2, leden 3 en 4, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014. Zie ook de voetnoten bij de artikelen 224 en 225.
61Artikel 223 bis is uitsluitend van toepassing op Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen als bedoeld in artikel 2, leden 3 en 4, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014.
Amendement 65
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 223 bis – lid 2 bis (nieuw)
2 bis.   Op grond van de eerste alinea van artikel 10, lid 3, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014, kan een groep van ten minste 50 burgers een gemotiveerd verzoek indienen, waarin zij het Parlement verzoekt om de in lid 2 genoemde verificatie. Het gemotiveerd verzoek wordt ingediend noch ondertekend door de leden. Het verzoek bevat feitelijke gegevens waaruit blijkt dat de Europese politieke partij of de Europese politieke stichting in kwestie niet voldoet aan de in lid 2 genoemde voorwaarden.
De Voorzitter zendt ontvankelijke verzoeken van groepen burgers voor nadere behandeling door aan de bevoegde commissie.
Na deze behandeling, die binnen vier maanden na verwijzing door de Voorzitter plaats dient te vinden, kan de bevoegde commissie bij meerderheid van haar leden die ten minste drie fracties vertegenwoordigen, een voorstel indienen om aan het verzoek gevolg te geven, en stelt zij de Voorzitter daarvan in kennis.
De groep burgers wordt in kennis gesteld van de uitkomsten van de behandeling in de commissie.
Onmiddellijk na ontvangst van het voorstel van de commissie stelt de Voorzitter het Parlement van het verzoek in kennis.
Na kennisgeving door de Voorzitter besluit het Parlement bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen om al dan niet een verzoek in te dienen bij de Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen.
De commissie stelt richtsnoeren vast voor de behandeling van dergelijke verzoeken van groepen burgers.
Amendement 89/rev
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 228 bis (nieuw)
Artikel 228 bis
Gendermainstreaming
Het Bureau stelt een genderactieplan op om te bewerkstelligen dat in alle activiteiten van het Parlement, op alle niveaus en in alle fasen, een genderperspectief wordt geïntegreerd. Het genderactieplan wordt tweejaarlijks geëvalueerd en ten minste iedere vijf jaar herzien.
Amendement 66
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 229 – lid 3
Deze bepalingen gelden niet voor verzoekschriften en voor mededelingen waarover geen besluit behoeft te worden genomen.
Deze bepalingen gelden niet voor verzoekschriften, voor burgerinitiatieven en voor mededelingen waarover geen besluit behoeft te worden genomen.
Amendement 67
Reglement van het Europees Parlement
Bijlage II – titel
CRITERIA VOOR VRAGEN EN INTERPELLATIES MET VERZOEK OM SCHRIFTELIJK ANTWOORD OVEREENKOMSTIG DE ARTIKELEN 130, 130 BIS, 130 TER, 131 EN 131 BIS
CRITERIA VOOR VRAGEN EN INTERPELLATIES MET VERZOEK OM SCHRIFTELIJK ANTWOORD OVEREENKOMSTIG DE ARTIKELEN 130, 131 EN 131 BIS
Laatst bijgewerkt op: 13 december 2019Juridische mededeling - Privacybeleid