Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2017/0309(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A8-0180/2018

Ingediende teksten :

A8-0180/2018

Debatten :

PV 30/05/2018 - 22
CRE 30/05/2018 - 22
PV 12/02/2019 - 4
CRE 12/02/2019 - 4

Stemmingen :

PV 31/05/2018 - 7.6
CRE 31/05/2018 - 7.6
Stemverklaringen
PV 12/02/2019 - 9.9
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P8_TA(2018)0236
P8_TA(2019)0070

Aangenomen teksten
PDF 131kWORD 50k
Dinsdag 12 februari 2019 - Straatsburg
Uniemechanisme voor civiele bescherming ***I
P8_TA(2019)0070A8-0180/2018
Resolutie
 Tekst
 Bijlage

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 12 februari 2019 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit nr. 1313/2013/EU betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (COM(2017)0772/2 – C8-0409/2017 – 2017/0309(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2017)0772/2),

–  gezien artikel 294, lid 2, en artikel 196 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0409/2017),

–  gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien het gemotiveerde advies dat in het kader van Protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid is uitgebracht door de Italiaanse Kamer van Afgevaardigden, en waarin wordt gesteld dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel,

–  gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 18 oktober 2018(1),

–  gezien het advies van het Comité van de Regio’s van 16 mei 2018(2),

–  gezien het overeenkomstig artikel 69 septies, lid 4, van zijn Reglement door de bevoegde commissie goedgekeurde voorlopig akkoord en de door de vertegenwoordiger van de Raad bij brief van 19 december 2018 gedane toezegging om het standpunt van het Europees Parlement overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie goed te keuren,

–  gezien artikel 59 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid en de adviezen en het standpunt in de vorm van amendementen van de Commissie ontwikkelingssamenwerking, de Begrotingscommissie, de Commissie regionale ontwikkeling en de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (A8-0180/2018),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast(3);

2.  hecht zijn goedkeuring aan de gemeenschappelijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die als bijlage bij de onderhavige resolutie is gevoegd;

3.  verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

4.  verzoekt de Commissie geen herschikkingen te gebruiken voor de financiering van nieuwe beleidsprioriteiten die in de loop van een lopend meerjarig financieel kader worden vastgesteld, omdat dit onvermijdelijk een negatief effect zal hebben op de uitvoering van andere belangrijke activiteiten van de Unie;

5.  verzoekt de Commissie in het volgende meerjarig financieel kader dat in 2021 van start gaat, te voorzien in voldoende financiering voor het Uniemechanisme voor civiele bescherming (UCPM), voortbouwend op de huidige herziening van het UCPM;

6.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

(1) Nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt.
(2) PB C 361 van 5.10.2018, blz. 37.
(3) Dit standpunt vervangt de amendementen die zijn aangenomen op 31 mei 2018 (Aangenomen teksten, P8_TA(2018)0236).


Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 12 februari 2019 met het oog op de vaststelling van Besluit (EU) 2019/... van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit nr. 1313/2013/EU betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming
P8_TC1-COD(2017)0309

(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Besluit (EU) 2019/420.)


BIJLAGE BIJ DE WETGEVINGSRESOLUTIE

Gemeenschappelijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie

De bijkomende financiële enveloppe voor de tenuitvoerlegging van het Uniemechanisme voor civiele bescherming in 2019 en 2020 is vastgesteld op 205,6 miljoen EUR. Onverminderd de bevoegdheden van de begrotingsautoriteit dient een deel van de totale verhoging van de rescEU-begroting beschikbaar te worden gesteld via herschikkingen in rubriek 3 (Veiligheid en burgerschap) en rubriek 4 (Europa als wereldspeler) van het meerjarig financieel kader 2014-2020. De drie instellingen herinneren eraan dat een deel van de herschikkingen reeds in de begroting 2019 is opgenomen en dat 15,34 miljoen EUR reeds in de financiële programmering voor 2020 is opgenomen.

In het kader van de begrotingsprocedure 2020 wordt de Commissie verzocht een bijkomend bedrag van18,24 miljoen EUR aan herschikkingen voor te stellen, teneinde onder dezelfde rubrieken 50 % te bereiken voor 2019 en 2020.

Laatst bijgewerkt op: 27 januari 2020Juridische mededeling - Privacybeleid