Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 13 februari 2019 op het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2009/103/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid (COM(2018)0336 – C8-0211/2018 – 2018/0168(COD))(1)
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Amendement 1 Voorstel voor een richtlijn Overweging 1
(1) De verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven (motorrijtuigenverzekering) is van bijzonder groot belang voor de Europese burgers, of zij nu verzekeringnemers zijn of potentiële slachtoffers van een ongeval. De motorrijtuigenverzekering is tevens van groot belang voor verzekeringsondernemingen: zij vormt een aanzienlijk segment van het schadeverzekeringsbedrijf in de Unie. Daarnaast heeft de motorrijtuigenverzekering gevolgen voor het vrije verkeer van personen, goederen en voertuigen. Een van de hoofddoelstellingen van het optreden van de Unie op het gebied van financiële diensten moet derhalve een versterking en consolidering van de interne markt voor motorrijtuigenverzekering zijn.
(1) De verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven (motorrijtuigenverzekering) is van bijzonder groot belang voor de Europese burgers, of zij nu verzekeringnemers zijn of potentiële benadeelden bij een ongeval. De motorrijtuigenverzekering is tevens van groot belang voor verzekeringsondernemingen: zij vormt een aanzienlijk segment van het schadeverzekeringsbedrijf in de Unie. Daarnaast heeft de motorrijtuigenverzekering aanzienlijke gevolgen voor het vrije verkeer van personen, goederen en voertuigen, en dus voor de interne markt en het Schengengebied. Een van de hoofddoelstellingen van het optreden van de Unie op het gebied van financiële diensten moet derhalve een versterking en consolidering van de interne markt voor motorrijtuigenverzekering zijn.
(Als dit amendement wordt goedgekeurd, moeten verdere overeenkomstige wijzigingen worden aangebracht in de overwegingen van dit wijzigingsbesluit.)
Amendement 2 Voorstel voor een richtlijn Overweging 2
(2) De Commissie heeft een evaluatie verricht van de werking van Richtlijn 2009/103/EG van het Europees Parlement en de Raad15, met name van haar efficiëntie en doeltreffendheid en haar coherentie met andere beleidsmaatregelen van de Unie. De conclusie van de evaluatie was dat Richtlijn 2009/103/EG in het algemeen goed werkt en op de meeste punten geen wijziging behoeft. Er werden echter vier gebieden onderkend waarop gerichte wijzigingen passend zouden zijn: vergoeding van slachtoffers van ongevallen in geval van insolventie van een verzekeringsonderneming, verplichte minimumbedragen van verzekeringsdekking, verzekeringscontroles van voertuigen door de lidstaten en het gebruik van verklaringen betreffende het schadeverleden van verzekeringnemers door een nieuwe verzekeringsonderneming.
(2) De Commissie heeft een evaluatie verricht van de werking van Richtlijn 2009/103/EG van het Europees Parlement en de Raad15, met name van haar efficiëntie en doeltreffendheid en haar coherentie met andere beleidsmaatregelen van de Unie. De conclusie van de evaluatie was dat Richtlijn 2009/103/EG in het algemeen goed werkt en op de meeste punten geen wijziging behoeft. Er werden echter vier gebieden onderkend waarop gerichte wijzigingen passend zouden zijn: vergoeding van benadeelden bij ongevallen in geval van insolventie van een verzekeringsonderneming, verplichte minimumbedragen van verzekeringsdekking, verzekeringscontroles van voertuigen door de lidstaten en het gebruik van verklaringen betreffende het schadeverleden van verzekeringnemers door een nieuwe verzekeringsonderneming. Om benadeelden beter te beschermen moeten, naast deze vier gebieden, nieuwe regels worden ingevoerd inzake de aansprakelijkheid bij ongevallen met een aanhangwagen die wordt getrokken door een gemotoriseerd voertuig.
__________________
__________________
15 Richtlijn 2009/103/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid (PB L 263 van 7.10.2009, blz. 11).
15 Richtlijn 2009/103/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid (PB L 263 van 7.10.2009, blz. 11).
Amendement 3 Voorstel voor een richtlijn Overweging 3 bis (nieuw)
(3 bis) Sommige motorvoertuigen, zoals elektrische fietsen en segways, zijn echter kleiner en zullen dus waarschijnlijk minder aanzienlijke schade aan personen of goederen veroorzaken dan andere voertuigen. Het zou onevenredig en niet toekomstgericht zijn om dergelijke voertuigen op te nemen in het toepassingsgebied van Richtlijn 2009/103/EG, aangezien de desbetreffende voertuigen daardoor onder een dure en buitensporige dekking zouden vallen. Een dergelijke situatie zou ook veelvuldiger gebruik van deze voertuigen in de weg staan en innovatie ontmoedigen, hoewel er onvoldoende bewijs is dat ze op dezelfde schaal ongevallen met benadeelden zouden kunnen veroorzaken als andere voertuigen zoals auto's of vrachtwagens. Overeenkomstig de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid moeten de vereisten op Unieniveau betrekking hebben op voertuigen die aanzienlijke schade kunnen veroorzaken in een grensoverschrijdende situatie. Derhalve moet het toepassingsgebied van Richtlijn 2009/103/EG worden beperkt tot voertuigen waarvoor de Unie van oordeel is dat er veiligheidsvoorschriften nodig zijn voordat ze in de handel worden gebracht, d.w.z. de voertuigen waarvoor een EU-typegoedkeuring geldt.
Amendement 4 Voorstel voor een richtlijn Overweging 3 ter (nieuw)
(3 ter) Niettemin is het belangrijk dat de lidstaten op nationaal niveau zelf het passende niveau van bescherming mogen bepalen van potentiële benadeelden bij ongevallen waarbij andere voertuigen betrokken zijn dan die waarvoor een EU-typegoedkeuring geldt. Daarom is het van belang dat de lidstaten in staat worden gesteld nieuwe bindende bepalingen betreffende de bescherming van gebruikers van deze andere soorten voertuigen te handhaven of in te voeren, teneinde potentiële benadeelden bij een verkeersongeval te beschermen. Wanneer een lidstaat een dergelijke verzekeringsdekking verplicht stelt in de vorm van een verplichte verzekering, moet hij zowel rekening houden met de waarschijnlijkheid dat een voertuig in een grensoverschrijdende situatie kan worden gebruikt als met de behoefte aan bescherming van potentiële benadeelden in een andere lidstaat.
Amendement 5 Voorstel voor een richtlijn Overweging 3 quater (nieuw)
(3 quater) Het is ook aangewezen voertuigen die uitsluitend bestemd zijn voor motorsport uit te sluiten van het toepassingsgebied van Richtlijn 2009/103/EG, aangezien deze voertuigen, wanneer zij uitsluitend voor wedstrijden worden gebruikt, doorgaans door andere vormen van aansprakelijkheidsverzekering worden gedekt en niet onder de verplichte motorrijtuigenverzekering vallen. Aangezien deze voertuigen enkel in een gecontroleerde baan of ruimte worden gebruikt, is de kans op een ongeval met niet-gerelateerde voertuigen of personen eveneens beperkt. Niettemin is het van belang dat de lidstaten nieuwe bindende bepalingen handhaven of invoeren betreffende de dekking van voertuigen die deelnemen aan een motorsportevenement.
Amendement 6 Voorstel voor een richtlijn Overweging 3 quinquies (nieuw)
(3 quinquies) Deze richtlijn zorgt voor een passend evenwicht tussen het algemeen belang en de potentiële kosten voor overheidsinstanties, verzekeraars en verzekeringnemers, teneinde ervoor te zorgen dat de voorgestelde maatregelen kosteneffectief zijn.
Amendement 7 Voorstel voor een richtlijn Overweging 3 sexies (nieuw)
(3 sexies) Het gebruik van een voertuig in het verkeer moet het gebruik van een voertuig op openbare en particuliere wegen omvatten. Dit kan alle rijpaden, parkeerruimten en alle andere gelijkaardige zones op particulier terrein omvatten die voor het grote publiek toegankelijk zijn. Het gebruik van een voertuig in een gesloten zone waartoe het grote publiek geen toegang kan krijgen, mag niet worden beschouwd als het gebruik van een voertuig in het verkeer. Wanneer een voertuig op enig ogenblik in het verkeer wordt gebruikt en dus aan een verplichte verzekering is onderworpen, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat het voertuig gedurende de overeengekomen periode wordt gedekt door een verzekeringspolis die potentiële benadeelden omvat, ongeacht of het voertuig op het ogenblik van het ongeval al dan niet in het verkeer wordt gebruikt, maar met uitzondering van gevallen waarin het voertuig in een motorsportevenement wordt gebruikt. De lidstaten moeten een niet-verkeersgebonden verzekeringsdekking kunnen beperken indien er geen redelijke dekking kan worden verwacht, zoals wanneer een tractor betrokken is bij een ongeval en zijn voornaamste functie op het ogenblik van dat ongeval er niet in bestaat als vervoermiddel te dienen, maar wel als machine om arbeid te verrichten en de aandrijfkracht te genereren die nodig is om te functioneren.
Amendement 8 Voorstel voor een richtlijn Overweging 3 septies (nieuw)
(3 septies) Het gebruik van voertuigen in niet-verkeersgebonden situaties moet worden uitgesloten van het toepassingsgebied van Richtlijn 2009/103/EG. De lidstaten mogen geen verzekering vereisen voor voertuigen waarvan de registratie tijdelijk of permanent is stopgezet vanwege het feit dat ze niet als vervoermiddel kunnen worden gebruikt, bijvoorbeeld omdat ze zich in een museum bevinden, worden hersteld of om een andere reden, zoals seizoensgebonden gebruik, gedurende een langere periode niet worden gebruikt.
Amendement 9 Voorstel voor een richtlijn Overweging 4
(4) De lidstaten moeten er zich momenteel van onthouden verzekeringscontroles te verrichten van voertuigen die gewoonlijk op het grondgebied van een andere lidstaat zijn gestald en van voertuigen die gewoonlijk op het grondgebied van een derde land zijn gestald wanneer deze hun grondgebied binnenkomen vanuit het grondgebied van een andere lidstaat. Nieuwe technologische ontwikkelingen maken het mogelijk verzekeringscontroles van voertuigen te verrichten zonder dat deze halt hoeven te houden, en dus zonder het vrije verkeer van voertuigen en personen te belemmeren. Het is dus passend verzekeringscontroles van voertuigen toe te staan, maar alleen als die controles niet-discriminerend, noodzakelijk en evenredig zijn, deel uitmaken van een algemeen systeem van controles op het nationale grondgebied en niet vereisen dat het voertuig halthoudt.
(4) De lidstaten onthouden er zich momenteel van verzekeringscontroles te verrichten van voertuigen die gewoonlijk op het grondgebied van een andere lidstaat zijn gestald en van voertuigen die gewoonlijk op het grondgebied van een derde land zijn gestald wanneer deze hun grondgebied binnenkomen vanuit het grondgebied van een andere lidstaat. Nieuwe technologische ontwikkelingen, zoals nummerplaatherkenningstechnologie, maken het mogelijk onopvallende verzekeringscontroles van voertuigen te verrichten zonder dat deze halt hoeven te houden, en dus zonder het vrije verkeer van voertuigen en personen te belemmeren. Het is dus passend verzekeringscontroles van voertuigen toe te staan, maar alleen als die controles niet-discriminerend, noodzakelijk en evenredig zijn, deel uitmaken van een algemeen systeem van controles op het nationale grondgebied die ook worden uitgevoerd op voertuigen die op het grondgebied van de controlerende lidstaat zijn gestald en niet vereisen dat het voertuig halt houdt, en worden uitgevoerd met volledige inachtneming van de rechten, vrijheden en rechtmatige belangen van de betrokkene.
Amendement 10 Voorstel voor een richtlijn Overweging 4 bis (nieuw)
(4 bis) Opdat een dergelijk systeem kan functioneren, moet er tussen de lidstaten onderling informatie worden uitgewisseld om controles op de dekking van de motorrijtuigenverzekering mogelijk te maken, zelfs als een voertuig in een andere lidstaat staat ingeschreven. Deze uitwisseling van informatie, op basis van het bestaande Eucaris-systeem ("het Europees voertuig- en rijbewijsinformatiesysteem"), moet op niet-discriminerende wijze plaatsvinden, aangezien alle voertuigen aan dezelfde verificatie moeten worden onderworpen. De bij deze richtlijn ingevoerde wijzigingen zullen slechts beperkte gevolgen hebben voor de overheidsdiensten, aangezien dit systeem al bestaat en wordt gebruikt om verkeersovertredingen aan te pakken.
Amendement 11 Voorstel voor een richtlijn Overweging 4 ter (nieuw)
(4 ter) Onverzekerd rijden, oftewel het gebruik van een motorrijtuig zonder de verplichte verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid, wordt in de Unie een steeds groter probleem. De kosten die voortvloeien uit onverzekerd rijden, zijn in 2011 geraamd op 870 miljoen EUR aan schadevorderingen voor de Unie als geheel. Er zij op gewezen dat onverzekerd rijden negatieve gevolgen heeft voor een breed scala van belanghebbenden: slachtoffers van ongevallen, verzekeraars, garantiefondsen en motorrijtuigenverzekeringnemers.
Amendement 12 Voorstel voor een richtlijn Overweging 5 bis (nieuw)
(5 bis) Overeenkomstig deze beginselen mogen de lidstaten gegevens niet langer bewaren dan nodig is om na te gaan of een voertuig geldig verzekerd is. Wanneer blijkt dat een voertuig gedekt is, moeten alle gegevens met betrekking tot deze controle worden gewist. Wanneer met behulp van het verificatiesysteem niet kan worden aangetoond of een voertuig al dan niet verzekerd is, mogen deze gegevens slechts voor maximaal 30 dagen worden bewaard of totdat kan worden vastgesteld – als dit eerder gebeurt – dat het voertuig een geldige verzekeringsdekking heeft. Voor voertuigen waarvan is vastgesteld dat zij niet gedekt zijn door een geldige verzekering, is het redelijk te eisen dat deze gegevens worden bewaard totdat de administratieve of gerechtelijke procedures zijn voltooid en het voertuig door een geldige verzekering is gedekt.
Amendement 13 Voorstel voor een richtlijn Overweging 7
(7) Doeltreffende en efficiënte bescherming van slachtoffers van verkeersongevallen vereist dat die slachtoffers altijd worden vergoed voor hun lichamelijk letsel of voor hun materiële schade, ongeacht of de verzekeringsonderneming van de aansprakelijke voor het ongeval al dan niet solvent is. De lidstaten moeten derhalve een orgaan oprichten of aanwijzen dat benadeelden die gewoonlijk op hun grondgebied wonen, initieel vergoedt en het recht heeft om die schadevergoeding te verhalen op het orgaan dat voor hetzelfde doel is opgericht of aangewezen in de lidstaat van vestiging van de verzekeringsonderneming die de polis van het voertuig van de aansprakelijke voor het ongeval heeft afgegeven. Om te voorkomen dat parallel vorderingen worden ingediend, mag slachtoffers van verkeersongevallen echter niet worden toegestaan dat zij een verzoek tot schadevergoeding bij dat orgaan indienen als zij hun verzoek tot schadevergoeding al bij de betrokken verzekeringsonderneming hebben ingediend of daartegen al een vordering hebben ingesteld, en dat verzoek nog in behandeling is of die vordering nog aanhangig is.
(7) Doeltreffende en efficiënte bescherming van benadeelden bij verkeersongevallen vereist dat die benadeelden altijd de verschuldigde bedragen worden vergoed voor hun lichamelijk letsel of voor hun materiële schade, ongeacht of de verzekeringsonderneming van de aansprakelijke voor het ongeval al dan niet solvent is. De lidstaten moeten derhalve onverwijld een orgaan oprichten of aanwijzen dat benadeelden die gewoonlijk op hun grondgebied wonen, initieel vergoedt, ten minste binnen de grenzen van de in artikel 9, lid 1, van Richtlijn 2009/103/EG bedoelde verplichte verzekering of de door de lidstaat vastgestelde garantiegrenzen indien deze hoger zijn, en het recht heeft om die schadevergoeding te verhalen op het orgaan dat voor hetzelfde doel is opgericht of aangewezen in de lidstaat van vestiging van de verzekeringsonderneming die de polis van het voertuig van de aansprakelijke voor het ongeval heeft afgegeven. Om te voorkomen dat parallel vorderingen worden ingediend, mag slachtoffers van verkeersongevallen echter niet worden toegestaan dat zij een verzoek tot schadevergoeding bij dat orgaan indienen als zij hun verzoek tot schadevergoeding al bij de betrokken verzekeringsonderneming hebben ingediend en dat verzoek nog in behandeling is.
Amendement 14 Voorstel voor een richtlijn Overweging 8
(8) Eerdere verklaringen betreffende het schadeverleden van verzekeringnemers die een nieuw verzekeringscontract met een verzekeringsonderneming willen sluiten, moeten gemakkelijk authenticeerbaar zijn, zodat dergelijke verklaringen gemakkelijker kunnen worden erkend bij de sluiting van een nieuwe verzekeringspolis. Om de verificatie en de authenticatie van verklaringen betreffende het schadeverleden te vereenvoudigen, is het belangrijk dat de vorm en inhoud van die verklaringen in alle lidstaten dezelfde zijn. Bovendien mogen verzekeringsondernemingen die bij de bepaling van de premies voor de motorrijtuigenverzekering met het schadeverleden rekening houden, niet discrimineren op basis van nationaliteit of louter op basis van de vorige lidstaat van woonplaats van de verzekeringnemer. Om de lidstaten in staat te stellen te verifiëren hoe verzekeringsondernemingen de verklaringen betreffende het schadeverleden behandelen, moeten verzekeringsondernemingen hun beleid op het gebied van het gebruik van verklaringen betreffende het schadeverleden bij de premieberekening bekendmaken.
(8) Eerdere verklaringen betreffende het schadeverleden van verzekeringnemers die een nieuw verzekeringscontract met een verzekeringsonderneming willen sluiten, moeten gemakkelijk authenticeerbaar zijn, zodat dergelijke verklaringen gemakkelijker kunnen worden erkend bij de sluiting van een nieuwe verzekeringspolis. Om de verificatie en de authenticatie van verklaringen betreffende het schadeverleden te vereenvoudigen, is het belangrijk dat de vorm en inhoud van die verklaringen in alle lidstaten dezelfde zijn. Bovendien mogen verzekeringsondernemingen die bij de bepaling van de premies voor de motorrijtuigenverzekering met het schadeverleden rekening houden, niet discrimineren op basis van nationaliteit of louter op basis van de vorige lidstaat van woonplaats van de verzekeringnemer. Bovendien moeten verzekeringsondernemingen een verklaring van een andere lidstaat als een binnenlandse verklaring behandelen en alle kortingen toepassen die voor een anderszins identieke potentiële cliënt beschikbaar zijn, alsook de kortingen die op grond van de nationale wetgeving van een lidstaat vereist zijn. De lidstaten moeten de vrijheid behouden om nationale wetgeving inzake het "bonus-malussysteem" vast te stellen, aangezien dergelijke systemen nationaal van aard zijn, zonder een grensoverschrijdend element, en daarom moet de besluitvorming met betrekking tot deze systemen overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel bij de lidstaten blijven berusten. Om de lidstaten in staat te stellen te verifiëren hoe verzekeringsondernemingen de verklaringen betreffende het schadeverleden behandelen, moeten verzekeringsondernemingen hun beleid op het gebied van het gebruik van verklaringen betreffende het schadeverleden bij de premieberekening bekendmaken.
Amendement 15 Voorstel voor een richtlijn Overweging 9
(9) Teneinde eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze richtlijn te garanderen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend met betrekking tot de vorm en inhoud van de verklaring betreffende het schadeverleden. Die uitvoeringsbevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad20.
Schrappen
__________________
20 Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
Amendement 16 Voorstel voor een richtlijn Overweging 9 bis (nieuw)
(9 bis) Teneinde het effect van het gebruik van verklaringen betreffende het schadeverleden bij de berekening van premies te maximaliseren, moeten de lidstaten de verzekeringsondernemingen aanmoedigen om deel te nemen aan transparante prijsvergelijkingstools.
Amendement 17 Voorstel voor een richtlijn Overweging 10
(10) Om te garanderen dat de minimumdekkingsbedragen in lijn blijven met de evoluerende economische werkelijkheid (en niet mettertijd worden uitgehold), moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen betreffende de aanpassing van die minimumdekkingsbedragen van de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid om rekening te houden met de evoluerende economische werkelijkheid, en om de procedurele taken en verplichtingen van de organen die overeenkomstig artikel 10 bis zijn opgericht om vergoeding te verlenen of met die taak zijn belast, met betrekking tot de terugbetaling te omschrijven. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016 1 bis. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.
(10) De bevoegdheid om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie dient, met het oog op de vaststelling van de inhoud en de vorm van verklaringen betreffende het schadeverleden, te worden gedelegeerd aan de Commissie. Om te garanderen dat de minimumdekkingsbedragen van de motorrijtuigenverzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid in lijn blijven met de evoluerende economische werkelijkheid (en niet mettertijd worden uitgehold), moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen betreffende de aanpassing van die minimumdekkingsbedragen en de omschrijving van de procedurele taken en verplichtingen van de organen die overeenkomstig artikel 10 bis van Richtlijn 2009/103/EG inzake de terugbetaling zijn opgericht om vergoeding te verlenen of met die taak zijn belast. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven1 bis. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.
__________________
1 bis PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.
Amendement 18 Voorstel voor een richtlijn Overweging 11
(11) In het kader van de evaluatie van de werking van de richtlijn moet de Europese Commissie de toepassing van de richtlijn monitoren, rekening houdend met het aantal slachtoffers, het bedrag aan uitstaande verzoeken ten gevolge van vertragingen bij de uitkering naar aanleiding van gevallen van grensoverschrijdende insolventie, het niveau van de minimumdekkingsbedragen in de lidstaten, het bedrag aan verzoeken ten gevolge van onverzekerd rijden met betrekking tot grensoverschrijdend verkeer en het aantal klachten over verklaringen betreffende het schadeverleden.
(11) In het kader van de evaluatie van de werking van Richtlijn 2009/103/EG moet de Europese Commissie de toepassing van die richtlijn monitoren, rekening houdend met het aantal benadeelden, het bedrag aan uitstaande verzoeken ten gevolge van vertragingen bij de uitkering naar aanleiding van gevallen van grensoverschrijdende insolventie, het niveau van de minimumdekkingsbedragen in de lidstaten, het bedrag aan verzoeken ten gevolge van onverzekerd rijden met betrekking tot grensoverschrijdend verkeer en het aantal klachten over verklaringen betreffende het schadeverleden. Ook moet de Commissie Richtlijn 2009/103/EG herzien en evalueren in het licht van de technologische ontwikkelingen, met inbegrip van het toegenomen gebruik van autonome en semiautonome voertuigen, om ervoor te zorgen dat zij haar doel blijft dienen, namelijk de bescherming van potentiële benadeelden bij ongevallen waarbij motorvoertuigen zijn betrokken. Verder moet zij het aansprakelijkheidsstelsel van snelle lichtgewichtvoertuigen bestuderen en nagaan of er eventueel een Uniebrede oplossing mogelijk is voor het bonus-malussysteem.
Amendement 19 Voorstel voor een richtlijn Overweging 12
(12) Daar de doelstellingen van deze richtlijn, met name de slachtoffers van verkeersongevallen in de hele Unie een gelijke minimumbescherming garanderen en de bescherming van slachtoffers in geval van insolventie van verzekeringsondernemingen garanderen, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege hun gevolgen beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.
(12) Daar de doelstellingen van deze richtlijn, met name benadeelden bij verkeersongevallen in de hele Unie verzekeren van een gelijke minimumbescherming en van bescherming bij insolventie vanverzekeringsondernemingen, en potentiële verzekeringnemers die binnengrenzen van de Unie overschrijden, een gelijke behandeling garanderen bij de authenticatie van verklaringen betreffende het schadeverleden door verzekeraars, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege hun gevolgen beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.
Amendement 20 Voorstel voor een richtlijn Overweging 13 bis (nieuw)
(13 bis) Om een consistente aanpak te bevorderen voor benadeelden bij ongevallen waarbij een motorrijtuig wordt gebruikt als wapen om een gewelddadige misdaad of een terroristische daad te plegen, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat hun schadevergoedingsorgaan, dat overeenkomstig artikel 10 van Richtlijn 2009/103/EG is opgericht of erkend, alle vorderingen behandelt die uit een dergelijke daad of misdaad voortvloeien.
Amendement 21 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt -1 (nieuw)
(-1) De term "slachtoffer(s)" wordt in de hele richtlijn vervangen door "benadeelde(n)".
(De exacte schrijfwijze van de term "benadeelde" moet per geval worden vastgesteld op basis van de grammaticale context. De goedkeuring van deze wijziging houdt in dat er verdere overeenkomstige wijzigingen moeten worden aangebracht aan de gewijzigde richtlijn.)
Amendement 22 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 Richtlijn 2009/103/EG Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 bis
1 bis. "deelneming aan het verkeer van een voertuig": het gebruik van een voertuig, normaal gezien bestemd als vervoermiddel, dat overeenstemt met de gebruikelijke functie van dat voertuig, ongeacht de kenmerken van het voertuig en ongeacht het terrein waarop het motorrijtuig wordt gebruikt en of het stilstaat of in beweging is.
1 bis. "deelneming aan het verkeer van een voertuig": het gebruik van een voertuig in het verkeer, dat op het ogenblik van het ongeval overeenstemt met de functie van het voertuig als vervoermiddel, ongeacht de kenmerken van het voertuig en ongeacht het terrein waarop het motorrijtuig wordt gebruikt en of het stilstaat of in beweging is;
Amendement 23 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 bis (nieuw) Richtlijn 2009/103/EG Artikel 2 – alinea’s 1 bis en 1 ter (nieuw)
(1 bis) aan artikel 2 worden de volgende alinea's toegevoegd:
"Deze richtlijn is enkel van toepassing op voertuigen die onder Verordening (EU) 2018/858*, Verordening (EU) nr. 167/2013** of Verordening (EU) nr. 168/2013*** vallen.
Deze richtlijn is niet van toepassing op voertuigen die uitsluitend bestemd zijn om binnen een gesloten zone te worden gebruikt in het kader van deelname aan sportwedstrijden of verwante sportactiviteiten.
__________________
*Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 715/2007 en (EG) nr. 595/2009 en tot intrekking van Richtlijn 2007/46/EG (PB L 151 van 14.6.2018, blz. 1).
**Verordening (EU) nr. 167/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 5 februari 2013 inzake de goedkeuring van en het markttoezicht op landbouw- en bosbouwvoertuigen (PB L 60 van 2.3.2013, blz. 1).
***Verordening (EU) nr. 168/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 15 januari 2013 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op twee- of driewielige voertuigen en vierwielers (PB L 60 van 2.3.2013, blz. 52)."
Amendement 24 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 ter (nieuw) Richtlijn 2009/103/EG Artikel 3 – alinea 4 bis (nieuw)
(1 ter) in artikel 3 wordt de volgende alinea toegevoegd:
"Wanneer een voertuig verplicht een verzekering moet hebben overeenkomstig de eerste alinea, zorgen de lidstaten ervoor dat deze verzekering ook geldig is en betrekking heeft op benadeelden bij ongevallen:
(a) in gevallen waarin een voertuig deelneemt aan het verkeer en niet wordt gebruikt in overeenstemming met zijn primaire functie; en
(b) in andere gevallen dan wanneer een voertuig in het verkeer wordt gebruikt.
De lidstaten mogen beperkingen opleggen voor deze dekking met betrekking tot gebruik van een voertuig buiten het verkeer als bedoeld in alinea 5, onder b). Deze bepaling moet, alleen wanneer dit noodzakelijk is, bij wijze van uitzondering worden toegepast indien de lidstaten van oordeel zijn dat een dergelijke dekking verder gaat dan redelijkerwijs van een motorrijtuigenverzekering kan worden verwacht. Deze bepaling mag op generlei wijze worden ingezet om de beginselen en voorschriften van deze richtlijn te omzeilen.
Amendement 25 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2009/103/EG Artikel 4 – lid 1 – alinea 2
Zij kunnen echter dergelijke verzekeringscontroles verrichten mits die controles niet-discriminerend zijn en noodzakelijk en evenredig om het nagestreefde doel te bereiken, en:
Zij kunnen echter dergelijke verzekeringscontroles verrichten mits die controles niet-discriminerend zijn, noodzakelijk en evenredig zijn om het nagestreefde doel te bereiken, de rechten, vrijheden en rechtmatige belangen van de betrokkene waarborgen, en:
Amendement 26 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2009/103/EG Artikel 4 – lid 1 – alinea 2 – letter b
b) deel uitmaken van een algemeen systeem van controles op het nationale grondgebied en niet vereisen dat het voertuig halthoudt.
b) deel uitmaken van een algemeen systeem van controles op het nationale grondgebied die ook worden uitgevoerd op voertuigen welke gewoonlijk gestald zijn op het grondgebied van de controlerende lidstaat, en die niet vereisen dat het voertuig halt houdt.
Amendement 27 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2009/103/EG Artikel 4 – lid 1 bis (nieuw)
1 bis. Met het oog op de controle van de verzekering als bedoeld in lid 1 verleent een lidstaat de andere lidstaten toegang tot de volgende nationale voertuigregistratiegegevens, evenals toestemming om geautomatiseerde zoekopdrachten uit te voeren met betrekking tot die gegevens:
(a) antwoord op de vraag of een voertuig al dan niet gedekt is door een verplichte verzekering;
(b) gegevens over de eigenaars of houders van het voertuig in verband met hun verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid uit hoofde van artikel 3.
De toegang tot deze gegevens wordt verleend via de nationale contactpunten van de lidstaten, als aangewezen overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Richtlijn (EU) 2015/413*.
__________________
*Richtlijn (EU) 2015/413 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 ter facilitering van de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over verkeersveiligheidsgerelateerde verkeersovertredingen (PB L 68 van 13.3.2015, blz. 9).
Amendement 28 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2009/103/EG Artikel 1 – lid 1 ter (nieuw)
1 ter. Bij een bevraging in de vorm van een uitgaand verzoek maakt het nationale contactpunt van de lidstaat die een controle van de verzekering verricht, gebruik van een volledig registratienummer. Deze bevragingen worden uitgevoerd overeenkomstig de procedures van hoofdstuk 3 van de bijlage bij Besluit 2008/616/JBZ*. De lidstaat die een verzekeringscontrole uitvoert, gebruikt de verkregen gegevens om vast te stellen of een voertuig gedekt is door een geldige verplichte verzekering als bedoeld in artikel 3 van deze richtlijn.
__________________
*Besluit 2008/616/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 betreffende de uitvoering van Besluit 2008/615/JBZ inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit (PB L 210 van 6.8.2008, blz. 12).
Amendement 29 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2009/103/EG Artikel 4 – lid 1 quater (nieuw)
1 quater. De lidstaten zorgen voor de beveiliging en bescherming van de verzonden gegevens, voor zover mogelijk door middel van bestaande softwaretoepassingen, zoals die welke in artikel 15 van Besluit 2008/616/JBZ is vermeld, en gewijzigde versies van die softwaretoepassingen, overeenkomstig hoofdstuk 3 van de bijlage bij Besluit 2008/616/JBZ. De gewijzigde versies van de softwaretoepassingen voorzien in zowel een online-modus voor real-time-uitwisselingen als een modus voor batch-uitwisselingen, waarbij deze laatste het mogelijk maakt meerdere zoekopdrachten of antwoorden uit te wisselen in één bericht.
Amendement 30 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2009/103/EG Artikel 4 – lid 2 – alinea’s 1 bis, 1 ter en 1 quater (nieuw)
De lidstaten specificeren met name de precieze doeleinden, verwijzen naar de desbetreffende rechtsgrond, voldoen aan de desbetreffende beveiligingsvereisten en eerbiedigen de beginselen van noodzaak, evenredigheid en doelbinding, en stellen een evenredige termijn voor gegevensbewaring vast.
De persoonsgegevens die op grond van dit artikel worden verwerkt, worden niet langer bewaard dan nodig is om een verzekeringscontrole te behandelen. Deze gegevens worden volledig gewist zodra zij voor dit doel niet langer nodig zijn. Wanneer uit een verzekeringscontrole blijkt dat een voertuig gedekt is door een verplichte verzekering overeenkomstig artikel 3, worden deze gegevens onmiddellijk door de verwerkingsverantwoordelijke gewist. Wanneer door middel van een controle niet kan worden aangetoond of een voertuig al dan niet gedekt is door een verplichte verzekering overeenkomstig artikel 3, worden de gegevens bewaard gedurende een evenredige periode van ten hoogste 30 dagen of totdat kan worden vastgesteld – als dit eerder gebeurt – dat het voertuig een geldige verzekeringsdekking heeft.
Wanneer een lidstaat vaststelt dat een voertuig onderweg is zonder verplichte verzekering als bedoeld in artikel 3, kan hij de overeenkomstig artikel 27 vastgestelde sancties opleggen.
Amendement 31 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 Richtlijn 2009/103/EG Artikel 9 – lid 1 – alinea 1 – letter a
(a) voor lichamelijk letsel: 6 070 000 EUR per ongeval, ongeacht het aantal slachtoffers, of 1 220 000 EUR per slachtoffer;
(a) voor lichamelijk letsel: 6 070 000 EUR per ongeval, ongeacht het aantal benadeelden, of 1 220 000 EUR per benadeelde;
Amendement 32 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 Richtlijn 2009/103/EG Artikel 9 – lid 1 – alinea 1 – letter b
(b) voor materiële schade: 1 220 000 EUR per verzoek, ongeacht het aantal slachtoffers.
(b) voor materiële schade: 1 220 000 EUR per ongeval, ongeacht het aantal benadeelden.
Amendement 33 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 bis (nieuw) Richtlijn 2009/103/EG Artikel 10 – lid 1 – alinea 1
(3 bis) Artikel 10, lid 1, eerste alinea, wordt vervangen door:
Elke lidstaat stelt een orgaan in of erkent een orgaan dat tot taak heeft materiële schade en lichamelijk letsel die zijn veroorzaakt door een niet-geïdentificeerd voertuig of een voertuig waarvoor niet aan de in artikel 3 bedoelde verzekeringsplicht is voldaan, ten minste binnen de grenzen van de verplichte verzekering te vergoeden.
"Elke lidstaat stelt een orgaan in of erkent een orgaan dat tot taak heeft materiële schade en lichamelijk letsel te vergoeden die zijn veroorzaakt door een niet-geïdentificeerd voertuig of een voertuig waarvoor niet aan de in artikel 3 bedoelde verzekeringsplicht is voldaan, met inbegrip van ongevallen waarbij een motorrijtuig wordt gebruikt als wapen om een gewelddadige misdaad of een terroristische daad te plegen, ten minste binnen de grenzen van de in artikel 9, lid 1 bedoelde verplichte verzekering of de door de lidstaat vastgestelde garantiegrenzen indien deze hoger zijn."
Amendement 34 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 Richtlijn 2009/103/EG “Artikel 10 bis
Artikel 10 bis
Artikel 10 bis
Bescherming van benadeelden in geval van insolventie van of gebrek aan samenwerking door een verzekeringsonderneming
Bescherming van benadeelden in geval van insolventie van een verzekeringsonderneming
-1. De lidstaten nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat benadeelden, ten minste binnen de grenzen van de in artikel 9, lid 1, bedoelde verplichte verzekering oof de door de lidstaat vastgestelde garantiegrenzen indien deze hoger zijn, het recht hebben om vergoeding te eisen voor lichamelijk letsel of materiële schade veroorzaakt door een voertuig dat verzekerd is door een verzekeringsonderneming die zich in een van de volgende situaties bevindt:
(a) de verzekeringsonderneming is onderworpen aan een faillissementsprocedure; of
(b) de verzekeringsonderneming is onderworpen aan een afwikkelingsprocedure in de zin van artikel 268, onder d), van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad*.
1. De lidstaten stellen een orgaan in of erkennen een orgaan dat benadeelden die gewoonlijk op hun grondgebied wonen, ten minste binnen de grenzen van de in artikel 9, lid 1, bedoelde verplichte verzekering vergoedt voor lichamelijk letsel of materiële schade veroorzaakt door een voertuig dat verzekerd is door een verzekeringsonderneming die zich in een van de volgende situaties bevindt:
1. Elke lidstaat stelt een orgaan in of erkent een orgaan dat benadeelden die gewoonlijk op hun grondgebied wonen, in de in lid -1 bedoelde situaties vergoedt.
(a) de verzekeringsonderneming is onderworpen aan een faillissementsprocedure;
(b) de verzekeringsonderneming is onderworpen aan een afwikkelingsprocedure in de zin van artikel 268, onder d), van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad***;
(c) de verzekeringsonderneming of haar schaderegelaar heeft geen met redenen omkleed antwoord op de punten in een verzoek tot vergoeding verstrekt binnen drie maanden na de datum waarop de benadeelde zijn verzoek tot schadevergoeding bij die verzekeringsonderneming heeft ingediend.
2. Benadeelden mogen geen verzoek bij het in lid 1 bedoelde orgaan indienen, als zij direct een verzoek hebben ingediend bij of direct een vordering hebben ingesteld tegen de verzekeringsonderneming en dat verzoek nog in behandeling of die vordering nog aanhangig is.
3. Het in lid 1 bedoelde orgaan doet een voorstel voor het verzoek binnen twee maanden na de datum waarop de benadeelde zijn verzoek tot vergoeding heeft ingediend.
3. De benadeelde kan bij het in lid 1 bedoelde orgaan rechtstreeks een verzoek tot schadevergoeding indienen. Dit orgaan verstrekt de benadeelde op grond van de informatie die het op zijn verzoek van de benadeelde heeft gekregen, binnen drie maanden na het verzoek om vergoeding door de benadeelde een met redenen omkleed antwoord met betrekking tot de betaling van vergoeding.
Indien de benadeelde voor vergoeding in aanmerking komt, betaalt het in lid 1 bedoelde orgaan binnen drie maanden na mededeling van zijn antwoord de volledige vergoeding van de geleden schade aan de benadeelde, of start het orgaan, in het geval van uitbetaling in termijnen, met de periodieke betalingen.
Indien de benadeelde een schadeclaim heeft ingediend bij een verzekeringsmaatschappij of zijn schaderegelaar en laatstgenoemden tijdens of voorafgaand aan de indiening ervan in een van de in lid -1 bedoelde situaties zijn terechtgekomen, en de benadeelde nog geen met redenen omkleed antwoord heeft ontvangen van de desbetreffende verzekeringsmaatschappij of schaderegelaar, kan de benadeelde zijn claim opnieuw indienen bij het in lid 1 bedoelde orgaan.
4. Indien de benadeelde in een andere lidstaat woont dan de lidstaat waar de in lid 1 bedoelde verzekeringsonderneming gevestigd is, kan het in lid 1 bedoelde orgaan dat de benadeelde in zijn lidstaat van woonplaats heeft vergoed, de betaalde schadevergoeding verhalen op het in lid 1 bedoelde orgaan in de lidstaat waar de verzekeringsonderneming die de polis van de aansprakelijke voor het ongeval heeft afgegeven, gevestigd is.
4. Indien de verzekeringsonderneming de vergunning overeenkomstig artikel 14 van Richtlijn 2009/138/EG in een andere lidstaat heeft gekregen dan de lidstaat waarvoor het in lid 1 bedoelde orgaan bevoegd is, kan dit orgaan de betaalde schadevergoeding verhalen op het in lid 1 bedoelde orgaan in de lidstaat waar de verzekeringsonderneming de vergunning heeft gekregen.
5. De leden 1 tot en met 4 doen geen afbreuk aan:
5. De leden -1 tot en met 4 doen geen afbreuk aan:
(a) het recht van de lidstaten om aan de door het in lid 1 bedoelde orgaan betaalde vergoeding al dan niet een subsidiair karakter te geven;
(a) het recht van de lidstaten om aan de door het in lid 1 bedoelde orgaan betaalde vergoeding al dan niet een subsidiair karakter te geven;
(b) het recht van de lidstaten om te voorzien in de afhandeling van de verzoeken ter zake van hetzelfde ongeval tussen:
(b) het recht van de lidstaten om te voorzien in de afhandeling van de verzoeken ter zake van hetzelfde ongeval tussen:
(i) het in lid 1 bedoelde orgaan;
(i) het in lid 1 bedoelde orgaan;
(ii) de aansprakelijke of aansprakelijken voor het ongeval;
(ii) de aansprakelijke of aansprakelijken voor het ongeval;
(iii) andere verzekeringsondernemingen of socialezekerheidsorganen die gehouden zijn de benadeelde te vergoeden.
(iii) andere verzekeringsondernemingen of socialezekerheidsorganen die gehouden zijn de benadeelde te vergoeden.
6. De lidstaten mogen het in lid 1 bedoelde orgaan niet toestaan de uitkering van de vergoeding afhankelijk te stellen van andere dan de in deze richtlijn vastgestelde vereisten en met name niet van de vereiste dat de benadeelde aantoont dat de aansprakelijke voor het ongeval niet kan of niet wil betalen.
6. De lidstaten mogen het in lid 1 bedoelde orgaan niet toestaan de uitkering van de vergoeding afhankelijk te stellen van kortingen of andere dan de in deze richtlijn vastgestelde vereisten. De lidstaten mogen het in lid 1 bedoelde orgaan met name niet toestaan de uitkering van de vergoeding afhankelijk te stellen van de vereiste dat de benadeelde aantoont dat de aansprakelijke voor het ongeval of de verzekeringsonderneming niet kan of niet wil betalen.
7. De Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om volgens de in artikel 28 bis bedoelde procedure gedelegeerde handelingen vast te stellen om de procedurele taken en verplichtingen van de overeenkomstig artikel 10 bis opgerichte of erkende organen met betrekking tot de terugbetaling te omschrijven.
7. Dit artikel treedt in werking:
(a) nadat er een overeenkomst is gesloten tussen alle in lid 1 bedoelde organen die door de lidstaten zijn opgericht of erkend betreffende hun taken en verplichtingen en de wijze van terugbetaling;
(b) vanaf de datum die door de Commissie wordt vastgesteld nadat zij zich in nauwe samenwerking met de lidstaten ervan heeft vergewist dat de onder a) bedoelde overeenkomst is gesloten."
7 bis. De in artikel 20, lid 1, bedoelde benadeelden kunnen in de in lid -1 bedoelde gevallen een vergoeding aanvragen bij het in artikel 24 bedoelde schadevergoedingsorgaan in de lidstaat waar zij wonen.
7 ter. De benadeelde kan zich rechtstreeks tot het schadevergoedingsorgaan wenden, dat aan de hand van de inlichtingen die het op zijn verzoek van de benadeelde heeft gekregen, binnen drie maanden na het verzoek om vergoeding door de benadeelde een met redenen omkleed antwoord zal geven.
Bij ontvangst van de vordering stelt het schadevergoedingsorgaan de volgende personen of organen in kennis van het feit dat het van de benadeelde een vordering heeft ontvangen:
(a) de verzekeringsonderneming die onderworpen is aan een faillissementsprocedure of een afwikkelingsprocedure;
(b) de voor die verzekeringsonderneming aangewezen curator, als omschreven in artikel 268, onder f), van Richtlijn 2009/138/EG;
(c) het schadevergoedingsorgaan in de lidstaat waar het ongeval zich heeft voorgedaan; en
(d) het schadevergoedingsorgaan in de lidstaat waar de verzekeringsonderneming de vergunning overeenkomstig artikel 14 van Richtlijn 2009/138/EG heeft gekregen, indien dit een andere lidstaat is dan de lidstaat waar het ongeval zich heeft voorgedaan.
7 quater. Na ontvangst van de in lid 7 ter bedoelde informatie stelt het schadevergoedingsorgaan in de lidstaat waar het ongeval zich heeft voorgedaan het schadevergoedingsorgaan in de lidstaat van de woonplaats van de benadeelde ervan in kennis of de vergoeding door het in lid 1 bedoelde orgaan als subsidiair dan wel als niet-subsidiair moet worden beschouwd. Het schadevergoedingsorgaan in de lidstaat van de woonplaats van de benadeelde houdt bij het uitkeren van een vergoeding rekening met deze informatie.
7 quinquies. Het schadevergoedingsorgaan dat de benadeelde in de lidstaat van zijn of haar woonplaats heeft vergoed, kan de uitbetaalde vergoeding verhalen op het schadevergoedingsorgaan in de lidstaat waar de verzekeringsonderneming de vergunning overeenkomstig artikel 14 van Richtlijn 2009/138/EG heeft gekregen.
7 sexies. Dit laatste orgaan treedt in de rechten van de benadeelde tegen het in lid 1 bedoelde orgaan dat gevestigd is in de lidstaat waar de verzekeringsonderneming de vergunning overeenkomstig artikel 14 van Richtlijn 2009/138/EG heeft gekregen, voor zover het schadevergoedingsorgaan in de lidstaat van de woonplaats van de benadeelde een vergoeding voor zijn persoonlijk letsel of materiële schade heeft betaald.
Elke lidstaat is verplicht deze subrogatie zoals die door een andere lidstaat is geregeld, te erkennen.
7 septies. De overeenkomst tussen schadevergoedingsorganen als bedoeld in artikel 24, lid 3, bevat bepalingen met betrekking tot de uit dit artikel voortvloeiende taken, verplichtingen en terugbetalingsprocedures van de schadevergoedingsorganen.
7 octies. Bij gebrek aan de in lid 7, onder a), bedoelde overeenkomst, of bij gebrek aan een wijziging van de in lid 7 septies bedoelde overeenkomst [twee jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn], wordt de Commissie de bevoegdheid toegekend om volgens de in artikel 28 bis bedoelde procedure gedelegeerde handelingen vast te stellen waarin de procedurele taken en verplichtingen van de overeenkomstig dit artikel opgerichte of erkende organen met betrekking tot de terugbetaling worden vastgelegd, en/of de overeenkomst tussen schadevergoedingsorganen als bedoeld in artikel 24, lid 3, te wijzigen.
__________________
*Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1).
*** Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1).
Amendement 35 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 bis (nieuw) Richtlijn 2009/103/EG Artikel 15
(4 bis) artikel 15 wordt vervangen door:
Artikel 15
"Artikel 15
Voertuigen die worden verzonden vanuit een lidstaat naar een andere lidstaat
Voertuigen die worden verzonden vanuit een lidstaat naar een andere lidstaat
1. In afwijking van artikel 2, onder d), tweede streepje, van Richtlijn 88/357/EEG wordt, wanneer een voertuig vanuit een lidstaat naar een andere lidstaat wordt verzonden, de lidstaat van bestemming, vanaf de aanvaarding van de levering door de koper, gedurende een periode van dertig dagen beschouwd als de lidstaat waar het risico is gelegen, zelfs indien het voertuig in de lidstaat van bestemming niet officieel is geregistreerd.
1. In afwijking van artikel 13, punt 13, onder b), van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad*, wordt, wanneer een voertuig vanuit een lidstaat naar een andere lidstaat wordt verzonden, hetzij de lidstaat van registratie hetzij vanaf de aanvaarding van de levering door de koper de lidstaat van bestemming gedurende een periode van dertig dagen beschouwd als de lidstaat waar het risico is gelegen, zelfs indien het voertuig in de lidstaat van bestemming niet officieel is geregistreerd.
2. Wanneer het voertuig gedurende dein lid 1 van dit artikel genoemde periode bij een ongeval betrokken raakt zonder dat hetverzekerd is, is het in10, lid 1, bedoelde orgaan in de lidstaat van bestemming gehouden tot de in artikel 9 bepaalde schadevergoeding.
2. De lidstaten nemen denodige maatregelen om ervoor te zorgen dat verzekeringsondernemingen het informatiecentrum van de lidstaat waar het voertuig is geregistreerd ervan inkennis stellen dat zij een verzekeringspolis hebben afgesloten voor het gebruik van het betrokken voertuig.
__________________
*Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1).
Amendement 36 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 ter (nieuw) Richtlijn 2009/103/EG Artikel 15 bis (nieuw)
(4 ter) het volgende artikel wordt ingevoegd:
"Artikel 15 bis
Aansprakelijkheid bij een ongeval met een aanhangwagen die wordt getrokken door een gemotoriseerd voertuig
Bij een ongeval dat wordt veroorzaakt door een voertuigcombinatie bestaande uit een aanhangwagen die wordt getrokken door een gemotoriseerd voertuig, moet de benadeelde worden vergoed door de onderneming die de aanhangwagen heeft verzekerd, indien:
— de aansprakelijkheid van afzonderlijke derden is geëlimineerd; en
— de aanhangwagen kan worden geïdentificeerd, maar het gemotoriseerd voertuig dat deze trok niet kan worden geïdentificeerd.
De onderneming die in dit geval de benadeelde vergoedt, moet, indien dit volgens het nationale recht is voorgeschreven, verhaal halen bij de onderneming die het gemotoriseerde voertuig heeft verzekerd."
Amendement 37 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter b Richtlijn 2009/103/EG Artikel 16 – alinea 3
De lidstaten zorgen ervoor dat verzekeringsondernemingen of organen als bedoeld in de tweede alinea, wanneer zij rekening houden met verklaringen betreffende het schadeverleden die door andere verzekeringsondernemingen of andere organen als bedoeld in de tweede alinea zijn verstrekt, verzekeringnemers niet op een discriminerende manier behandelen of geen hogere premies in rekening brengen vanwege hun nationaliteit of louter op basis van hun vorige lidstaat van woonplaats.
De lidstaten zorgen ervoor dat verzekeringsondernemingen en organen als bedoeld in de tweede alinea, wanneer zij rekening houden met verklaringen betreffende het schadeverleden die door andere verzekeringsondernemingen of andere organen als bedoeld in de tweede alinea zijn verstrekt, verzekeringnemers niet op een discriminerende manier behandelen of geen hogere premies in rekening brengen vanwege hun nationaliteit of louter op basis van hun vorige lidstaat van woonplaats.
Amendement 38 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter b Richtlijn 2009/103/EG Artikel 16 – alinea 3 bis (nieuw)
De lidstaten zorgen ervoor dat, wanneer een verzekeringsonderneming bij de vaststelling van de premies rekening houdt met verklaringen betreffende het schadeverleden, zij ook rekening houdt met verklaringen betreffende het schadeverleden van verzekeringsondernemingen die zijn uitgegeven door in andere lidstaten gevestigde verzekeringsondernemingen en dat ze deze op gelijke wijze behandelt als die welke door een verzekeringsonderneming in dezelfde lidstaat zijn afgegeven, en dat zij overeenkomstig het nationale recht alle wettelijke vereisten inzake de behandeling van premies toepast.
Amendement 39 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter b Richtlijn 2009/103/EG Artikel 16 – alinea 4
De lidstaten zorgen ervoor dat verzekeringsondernemingen hun beleid op het gebied van het gebruik van verklaringen betreffende het schadeverleden bij de premieberekening bekendmaken.
De lidstaten zorgen ervoor dat verzekeringsondernemingen, onverminderd hun prijsbeleid, hun beleid op het gebied van het gebruik van verklaringen betreffende het schadeverleden bij de premieberekening bekendmaken.
Amendement 40 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter b Richtlijn 2009/103/EG Artikel 16 – alinea 5
De Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om volgens de in artikel 28 bis, lid 2, bedoelde procedure gedelegeerde handelingen vast te stellen tot nadere bepaling van de vorm en inhoud van de in de tweede alinea bedoelde verklaring betreffende het schadeverleden. Die verklaring bevat informatie over alle volgende punten:
De Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om volgens de in artikel28 ter vastgestelde procedure gedelegeerde handelingen vast te stellen tot nadere bepaling van de vorm en inhoud van de in de tweede alinea bedoelde verklaring betreffende het schadeverleden. Die verklaring bevat ten minste informatie over alle volgende punten:
(a) de identiteit van de verzekeringsonderneming die de verklaring betreffende het schadeverleden verstrekt;
(a) de identiteit van de verzekeringsonderneming die de verklaring betreffende het schadeverleden verstrekt;
(b) de identiteit van de verzekeringnemer;
(b) de identiteit, de geboortedatum, het contactadres en, indien van toepassing, het nummer en de afgiftedatum van het rijbewijs van de verzekeringnemer;
(c) het verzekerde voertuig;
(c) het verzekerde voertuig en het voertuigidentificatienummer ervan;
(d) de periode van dekking van het verzekerde voertuig;
(d) de begin- en einddatum van de verzekering van het voertuig;
(e) het aantal en de waarde van de door derden ingediende schadevorderingen tijdens de periode waarop de verklaring betreffende het schadeverleden ziet.
(e) het aantal door derden ingediende schadevorderingen tijdens de periode waarop de verklaring betreffende het schadeverleden waarbij de verzekeringnemer in de fout was, betrekking heeft, met inbegrip van de datum en de aard van elke vordering, in de zin van materiële schade en/of persoonlijk letsel, en antwoord op de vraag of het een nog openstaande of inmiddels gesloten vordering betreft.
Amendement 41 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter b Richtlijn 2009/103/EG Artikel 16 – alinea 5 bis (nieuw)
Alvorens deze gedelegeerde handelingen vast te stellen, raadpleegt de Commissie alle relevante belanghebbenden en streeft zij naar wederzijdse overeenstemming tussen de belanghebbenden over de inhoud en de vorm van de verklaring betreffende het schadeverleden.
Amendement 42 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 bis (nieuw) Richtlijn 2009/103/EG Artikel 16 bis (nieuw)
(5 bis) het volgende artikel wordt ingevoegd:
"Artikel 16 bis
Prijsvergelijkingstool
1. De lidstaten zorgen ervoor dat consumenten gratis toegang hebben tot ten minste één onafhankelijke vergelijkingstool waarmee zij algemene prijzen en tarieven tussen aanbieders van de verplichte verzekering overeenkomstig artikel 3 kunnen vergelijken en evalueren, op basis van door de consumenten verstrekte informatie.
2. De aanbieders van de verplichte verzekering verstrekken de bevoegde autoriteiten alle informatie die voor een dergelijke tool vereist is en zorgen ervoor dat deze informatie, met het oog op het waarborgen van nauwkeurigheid, zo accuraat en actueel mogelijk is. Een dergelijke tool kan ook aanvullende opties voor de dekking van de motorrijtuigenverzekering omvatten die verder gaan dan de verplichte verzekering als bedoeld in artikel 3.
3. Deze vergelijkingstool:
(a) is operationeel onafhankelijk van dienstaanbieders, en waarborgt dat dienstaanbieders in de zoekresultaten gelijk worden behandeld;
(b) vermeldt duidelijk wie de eigenaar van de vergelijkingstool is en wie deze tool beheert;
(c) vermeldt duidelijke, objectieve criteria waarop de vergelijking wordt gebaseerd;
(d) maakt gebruik van gewone en ondubbelzinnige taal;
(e) geeft nauwkeurige en geactualiseerde informatie, met vermelding van het tijdstip van de meest recente actualisering;
(f) staat open voor elke aanbieder van de verplichte verzekering die de relevante informatie beschikbaar stelt, en omvat een zo volledig mogelijke reeks aanbiedingen die een significant deel van de markt bestrijkt, en vermeldt in voorkomend geval duidelijk, en voordat de zoekresultaten worden getoond, dat de gepresenteerde informatie geen volledig overzicht van de markt biedt;
(g) voorziet in een effectieve procedure om incorrecte informatie te melden;
(h) bevat een verklaring dat de prijzen gebaseerd zijn op de verstrekte informatie en niet bindend zijn voor de verzekeraars.
4. De vergelijkingstools die aan de eisen van lid 3, punten a) tot en met h), voldoen, worden op verzoek van de aanbieder van de tool gecertificeerd door de bevoegde instanties.
5. De Commissie is bevoegd om overeenkomstig de in artikel 28 ter bedoelde procedure een gedelegeerde handeling vast te stellen tot aanvulling van deze richtlijn, door het vaststellen van de vorm en de functies van een dergelijke vergelijkingstool en de soorten informatie die door de verzekeraars moeten worden verstrekt in het licht van het geïndividualiseerde karakter van verzekeringspolissen.
6. Onverminderd andere wetgeving van de Unie en overeenkomstig artikel 27 kunnen de lidstaten voorzien in sancties, met inbegrip van boetes, voor exploitanten van vergelijkingstools die consumenten misleiden of niet duidelijk vermelden wie de eigenaar van de tool is en of zij een vergoeding ontvangen van een verzekeraar."
Amendement 43 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 ter (nieuw) Richtlijn 2009/103/EG Artikel 18 bis (nieuw)
(5 ter) het volgende artikel wordt ingevoegd:
"Artikel 18 bis
Toegang tot ongevallenverslagen
De lidstaten waarborgen het recht van de benadeelde om tijdig een kopie van het ongevallenverslag van de bevoegde autoriteiten te verkrijgen. Wanneer een lidstaat het volledige ongevallenverslag overeenkomstig het nationale recht niet onmiddellijk kan vrijgeven, verstrekt hij de benadeelde een bewerkte versie in afwachting dat de volledige versie beschikbaar is. Elke wijziging van de tekst moet beperkt blijven tot die welke strikt noodzakelijk en vereist zijn om te voldoen aan het recht van de Unie of van de lidstaten."
Amendement 44 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 quater (nieuw) – letter a (nieuw) Richtlijn 2009/103/EG Artikel 23 – lid 1 bis (nieuw)
(5 quater) artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:
(a) het volgende lid wordt ingevoegd:
"1 bis. De lidstaten zorgen ervoor dat verzekeringsondernemingen verplicht zijn alle noodzakelijke gegevens te verstrekken die zijn voorgeschreven in het in lid 1, onder a), bedoelde register, met inbegrip van alle registratienummers waarvoor een verzekeringsonderneming een verzekeringspolis heeft afgegeven. De lidstaten schrijven tevens voor dat verzekeringsondernemingen het informatiecentrum op de hoogte moeten brengen wanneer een polis vóór de vervaldatum afloopt of op een andere wijze niet langer een geregistreerd voertuig dekt."
Amendement 45 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 quater (nieuw) – letter b (nieuw) Richtlijn 2009/103/EG Artikel 23 – alinea 5 bis (nieuw)
(b) het volgende lid wordt ingevoegd:
"5 bis. De lidstaten zorgen ervoor dat het in lid 1, onder a), bedoelde register wordt bijgehouden en geactualiseerd, en volledig wordt geïntegreerd in de databanken voor de registratie van voertuigen, en dat het register toegankelijk is voor de nationale contactpunten als bedoeld in Richtlijn (EU) 2015/413."
Amendement 46 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 quater (nieuw) – letter c (nieuw) Richtlijn 2009/103/EG Artikel 23 – alinea 6
(c) alinea 6 wordt vervangen door:
6. Bijde verwerking van persoonsgegevens die op grond van de leden 1 tot en met 5 zijn verkregen, moeten de krachtens Richtlijn 95/46/EG genomen nationale maatregelen in acht worden genomen.
"6. De verwerking van persoonsgegevens krachtens de leden1 tot en met5 bis gebeurt overeenkomstig Verordening (EU) 2016/679."
Amendement 47 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 quinquies (nieuw) Richtlijn 2009/103/EG Artikel 26 bis (nieuw)
(5 quinquies) het volgende artikel 26 bis wordt ingevoegd:
"Artikel 26 bis
Schadevergoedingsorganen
1. De lidstaten zorgen ervoor dat de in de artikelen 10, 10 bis en 24 bedoelde schadevergoedingsorganen als één enkele administratieve eenheid worden beheerd, die alle functies van de verschillende door deze richtlijn bestreken schadevergoedingsorganen omvat.
2. Wanneer een lidstaat deze organen niet als één administratieve eenheid beheert, stelt hij de Commissie en de andere lidstaten daarvan in kennis, onder vermelding van de redenen voor zijn besluit."
Amendement 48 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 sexies (nieuw) Richtlijn 2009/103/EG Artikel 26 ter (nieuw)
(5 sexies) het volgende artikel wordt ingevoegd:
"Artikel 26 ter
Verjaringstermijn
1. De lidstaten zorgen ervoor dat een verjaringstermijn van ten minste vier jaar van toepassing is bij maatregelen in verband met schadevergoeding voor letsel en schade aan eigendom als gevolg van een verkeersongeval met een grensoverschrijdend karakter zoals bepaald in artikel 19 en artikel 20, lid 2. De verjaringstermijn gaat in op de dag waarop de eiser zich bewust wordt, of aannemelijke redenen had om zich bewust te worden, van de omvang van het letsel, het verlies of de schade, de oorzaak daarvan en de identiteit van de aansprakelijke persoon en de verzekeringsmaatschappij die deze persoon verzekert tegen wettelijke aansprakelijkheid of de schaderegelaar of schadevergoedingsinstantie die verantwoordelijk is voor het toekennen van schadevergoeding en jegens wie de vordering moet worden ingesteld.
2. De lidstaten waarborgen dat wanneer de nationale, voor de vordering geldende wet in een langere verjaringstermijn dan vier jaar voorziet, die verjaringstermijn van toepassing is.
3. De lidstaten voorzien de Commissie van actuele informatie over hun nationale regels inzake verjaring bij door verkeersongevallen veroorzaakte schade. De Commissie maakt een samenvatting van de door de lidstaten meegedeelde algemene informatie openbaar en toegankelijk in alle officiële talen van de Unie."
Amendement 49 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 septies (nieuw) Richtlijn 2009/103/EG Artikel 26 quater (nieuw)
(5 septies) het volgende artikel wordt ingevoegd:
"Artikel 26 quater
Opschorting van de verjaringstermijn
1. De lidstaten waarborgen dat de in artikel 26 ter genoemde verjaringstermijn gedurende de periode tussen het instellen van de vordering door de eiser wordt opgeschort bij:
(a) de verzekeringsmaatschappij van de persoon die het ongeval heeft veroorzaakt, of zijn schaderegelaar zoals bedoeld in de artikelen 21 en 22; of
(b) de schadevergoedingsinstantie zoals bedoeld in de artikelen 24 en 25 van deze richtlijn; en de afwijzing van de vordering door de verweerder.
2. Indien de resterende duur van de verjaringstermijn na afloop van de opschorting minder dan zes maanden bedraagt, zorgen de lidstaten ervoor dat de eiser een minimumtermijn van nog eens zes maanden wordt toegekend om een procedure aanhangig te maken.
3. De lidstaten waarborgen dat indien een termijn op een zaterdag, zondag of een van hun feestdagen eindigt, deze wordt verlengd tot het einde van de eerste daaropvolgende werkdag."
Amendement 50 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 octies (nieuw) Richtlijn 2009/103/EG Artikel 26 quinquies (nieuw)
(5 octies) het volgende artikel wordt ingevoegd:
"Artikel 26 quinquies
Berekening van termijnen
De lidstaten waarborgen dat alle termijnen die bij deze richtlijn worden voorgeschreven, als volgt worden berekend:
(a) de berekening gaat in op de dag volgende op die waarop de betrokken gebeurtenis zich heeft voorgedaan;
(b) indien een termijn in jaren wordt uitgedrukt eindigt deze in het desbetreffende daaropvolgende jaar in de maand met dezelfde naam en op de dag met dezelfde datum als de maand waarin en de dag waarop genoemde gebeurtenis heeft plaatsgevonden. Indien de desbetreffende daaropvolgende maand geen dag heeft met dezelfde datum, eindigt de termijn op de laatste dag van die maand;
(c) de termijnen worden niet geschorst door de gerechtelijke vakanties."
Amendement 51 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 Richtlijn 2009/103/EG Artikel 28 bis
"Artikel 28 bis
Schrappen
Comitéprocedure
1. De Commissie wordt bijgestaan door het Europees Comité voor verzekeringen en bedrijfspensioenen, ingesteld bij Besluit 2004/9/EG van de Commissie****. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad*****.
2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 4 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
Amendement 52 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 Richtlijn 2009/103/EG Artikel 28 ter – lid 2
2. De in artikel 9, lid 2, en artikel10 bis, lid 7, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt met ingang van de in artikel 30 bedoelde datum voor onbepaalde tijd aan de Commissie verleend.
2. De in artikel 9, lid 2, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van ... [datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsrichtlijn].De in artikel 10 bis, lid 7 octies, artikel 16, vijfde alinea en artikel 16 bis, lid 5, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een periode van vijf jaar met ingang van [de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsrichtlijn].
Amendement 53 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 Richtlijn 2009/103/EG Artikel 28 ter – lid 5
5. Een overeenkomstig artikel9, lid 2, en artikel 10 bis, lid 7, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.
5. Een overeenkomstig artikel 9, lid 2, artikel 10bis, lid 7 octies, artikel 16, vijfde alinea en artikel 16 bis, lid 5, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.
Amendement 54 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 Richtlijn 2009/103/EG Artikel 28 quater
Artikel 28 quater
Artikel 28 quater
Evaluatie
Evaluatie en herziening
Uiterlijk zeven jaar na de datum van omzetting van deze richtlijn wordt een evaluatie van deze richtlijn verricht. De Commissie deelt de conclusies van de evaluatie samen met haar opmerkingen mee aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité.
Uiterlijk vijf jaar na de datum van omzetting van deze richtlijn dient de Commissie een verslag in bij het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité, waarin zij de tenuitvoerlegging van deze richtlijn evalueert, met name wat betreft:
(a) de toepassing ervan in het licht van de technologische ontwikkelingen, met name op het gebied van autonome en semiautonome voertuigen;
(b) de geschiktheid ervan in het licht van het risico op ongevallen dat verschillende motorrijtuigen met zich meebrengen, met name snelle kleine voertuigen die in de voertuigcategorieën vallen die zijn uiteengezet in artikel 2, lid 2, onder h), i), j) en k), van Verordening (EU) nr. 168/2013, zoals elektrische fietsen, segways en elektrische scooters, en de mate waarin het aansprakelijkheidsstelsel waarin de richtlijn voorziet naar verwachting aan de toekomstige behoeften zal voldoen;
(c) de aan verzekeringsmaatschappijen gerichte aansporing om in verzekeringsovereenkomsten een verplicht bonus-malussysteem op te nemen dat "no-claimkortingen" omvat, waarbij premies worden beïnvloed door de verklaringen betreffende het schadeverleden van de verzekeringnemers.
Dat verslag gaat vergezeld van de opmerkingen van de Commissie en, indien van toepassing, een wetgevingsvoorstel.
De zaak werd voor interinstitutionele onderhandelingen terugverwezen naar de bevoegde commissies op grond van artikel 59, lid 4, vierde alinea, van het Reglement (A8-0035/2019)