Resolutie van het Europees Parlement van 13 februari 2019 over het resultaat van de beraadslagingen van de Commissie verzoekschriften tijdens het jaar 2018 (2018/2280(INI))
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over het resultaat van de beraadslagingen van de Commissie verzoekschriften,
– gezien de artikelen 10 en 11 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU),
– gezien de artikelen 24 en 227 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), die uiting geven aan het belang dat in het Verdrag wordt gehecht aan het recht van EU-burgers en -ingezetenen om hun zorgen onder de aandacht van het Europees Parlement te brengen,
– gezien artikel 228 van het VWEU inzake de rol en taken van de Europese Ombudsman,
– gezien artikel 44 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie inzake het recht om verzoekschriften in te dienen bij het Europees Parlement,
– gezien de bepalingen van het VWEU met betrekking tot de inbreukprocedure, en met name de artikelen 258 en 260,
– gezien artikel 52 en artikel 216, lid 7, van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie verzoekschriften (A8-0024/2019),
A. overwegende dat het recht om een verzoekschrift in te dienen de burgers een open, democratisch en transparant mechanisme biedt dat hen in staat stelt om formele klachten aan hun rechtstreekse vertegenwoordigers te richten, zodat deze op buitengerechtelijke wijze tot een oplossing kunnen worden gebracht, met name als het gaat om klachten die betrekking hebben op de werkzaamheden van de Europese Unie;
B. overwegende dat het recht om verzoekschriften in te dienen een essentieel onderdeel moet vormen van een participerende democratie om het recht van elke burger om rechtstreeks aan het democratische leven van de Unie deel te nemen daadwerkelijk te beschermen; overwegende dat het ervoor zorgt dat het Europees Parlement beter kan inspelen op de behoeften van de burgers en ingezetenen van de Europese Unie; overwegende dat echte democratie transparantie, effectieve bescherming van de grondrechten en praktische betrokkenheid van mensen in de besluitvorming moet verzekeren;
C. overwegende dat elk verzoekschrift zorgvuldig wordt beoordeeld en behandeld; overwegende dat elke indiener het recht heeft om binnen een redelijke termijn in zijn eigen taal of in de taal waarin het verzoekschrift is gesteld een uitvoerig antwoord en informatie over het door de Commissie verzoekschriften genomen ontvankelijkheidsbesluit te ontvangen;
D. overwegende dat de activiteiten van de Commissie verzoekschriften gebaseerd zijn op de inbreng en bijdragen van de indieners;
E. overwegende dat de Commissie verzoekschriften het Europees burgerinitiatief beschouwt als een uitermate belangrijk instrument van directe en participatieve democratie, dat burgers de mogelijkheid biedt tot actieve betrokkenheid bij de ontwikkeling van Europese wetgeving;
F. overwegende dat een aanzienlijk aantal verzoekschriften in openbare (en gestreamde) commissievergaderingen wordt behandeld; overwegende dat indieners veelvuldig gebruik maken van hun recht om hun verzoekschrift te presenteren, waarbij zij uit eerste hand informatie verstrekken aan de commissieleden, de Commissie en vertegenwoordigers van de lidstaten, indien aanwezig, en dus actief bijdragen aan de werkzaamheden van de commissie; overwegende dat in 2018 187 indieners een commissievergadering hebben bijgewoond om te kunnen deelnemen aan de behandeling van hun verzoekschrift;
G. overwegende dat indiening van een verzoekschrift EU-burgers en ‑ingezetenen nog meer waarborgen biedt dan indiening van een rechtstreekse klacht bij de Commissie, omdat het Parlement bij de verzoekschriftenprocedure betrokken is, waardoor de feiten beter gecontroleerd kunnen worden en er op transparante wijze en in aanwezigheid van indieners, leden van het Europees Parlement en de Commissie, en in voorkomend geval andere betrokken autoriteiten, gedebatteerd kan worden;
H. overwegende dat gedetailleerde informatie van indieners en de deskundigheid van de Commissie, de lidstaten en andere organen essentieel zijn voor de werkzaamheden en de geloofwaardigheid van de commissie;
I. overwegende dat het Europees Parlement op het internationale toneel lange tijd een voortrekkersrol heeft gespeeld wat betreft de ontwikkeling van de verzoekschriftenprocedure, en dat het Parlement een uitzonderlijk open en transparante verzoekschriftenprocedure heeft, die indieners in staat stelt om actief aan de activiteiten van het Parlement deel te nemen;
J. overwegende dat in 2018 vier informatiebezoeken hebben plaatsgevonden, overeenkomstig artikel 216 bis van het Reglement: naar Lausitz (Duitsland) om onderzoek te doen naar de gevolgen van bruinkoolwinning voor de lokale bevolking, met name de Sorbische gemeenschap, en naar de verontreiniging van de rivier de Spree en aangrenzende wateren, naar Famagusta (Cyprus) om onderzoek te doen naar de teruggave van het afgesloten deel van de bezette stad Famagusta aan de oorspronkelijke bewoners, naar Doñana (Spanje) om onderzoek te doen naar de situatie van het milieu en de mogelijke achteruitgang van het milieu in het beschermde gebied van het nationaal park Doñana ten gevolge van een gasopslagproject en de overexploitatie van grondwatervoorraden, en naar Valledora (Italië) om onderzoek te doen naar milieuschade door afvalstortplaatsen en groeven;
K. overwegende dat het Parlement in zijn resolutie van 5 juli 2018 over de nadelige gevolgen van de Amerikaanse Foreign Account Tax Compliance Act (FATCA) voor EU-burgers en met name "accidental Americans"(1) de Commissie en de Raad heeft verzocht een gezamenlijke EU-aanpak ten aanzien van de FATCA voor te stellen om de rechten van Europese burgers (en met name "accidental Americans") adequaat te beschermen en de wederkerigheid bij de automatische uitwisseling van informatie door de VS te verbeteren;
L. overwegende dat ontvankelijke verzoekschriften vaak waardevolle input leveren voor de werkzaamheden van de verschillende parlementaire commissies, aangezien daarin mogelijke inbreuken op het EU-recht onder de aandacht worden gebracht;
M. overwegende dat verzoekschriften nuttige instrumenten zijn om inbreuken op het EU-recht aan het licht te brengen, en het Parlement en andere EU-instellingen in staat stellen om de omzetting en toepassing van het EU-recht en de gevolgen ervan voor EU-burgers en -ingezetenen te beoordelen;
N. overwegende dat de Commissie verzoekschriften overeenkomstig het Reglement verantwoordelijk is voor de betrekkingen met de Europese Ombudsman, die klachten van EU-burgers aangaande mogelijk wanbeheer binnen EU-instellingen en -organen onderzoekt; overwegende dat Emily O'Reilly, de huidige Europese Ombudsman, haar jaarverslag voor 2017 tijdens de vergadering van 16 mei 2018 aan de Commissie verzoekschriften heeft gepresenteerd en overwegende dat het jaarverslag van de Commissie verzoekschriften op zijn beurt gedeeltelijk gebaseerd is op het jaarverslag van de Ombudsman;
O. overwegende dat de Commissie verzoekschriften lid is van het Europees netwerk van ombudsmannen, waar ook de Europese Ombudsman, nationale en regionale ombudsmannen en soortgelijke instanties van de lidstaten, kandidaat-lidstaten en andere landen van de Europese Economische Ruimte deel van uitmaken, en dat ten doel heeft de uitwisseling van informatie over het recht en het beleid van de EU en het delen van beste praktijken te bevorderen;
P. overwegende dat er diverse technische verbeteringen zijn doorgevoerd om het webportaal voor verzoekschriften gebruikersvriendelijker en toegankelijker te maken voor de burgers, bijvoorbeeld een verbetering van de zoekfunctie, waardoor het aantal treffers stijgt en gebruikers verzoekschriften kunnen vinden aan de hand van gemarkeerde trefwoorden in de titel en de samenvatting van het verzoekschrift, en het gebruik van specifiekere mededelingen aan gebruikers in hun eigen taal; overwegende dat er sinds de tweede helft van 2018 statistieken m.b.t. het webportaal beschikbaar zijn, en dat deze statistieken nuttige informatie geven over het verkeer op de website en het gedrag van gebruikers; overwegende dat er nog meer technische verbeteringen zijn doorgevoerd, waaronder de invoering van een nieuwe editor voor veelgestelde vragen (FAQ) en andere verbeteringen in de beheermodule; overwegende dat een groot aantal individuele ondersteuningsaanvragen met succes is behandeld; overwegende dat de volledige integratie van bepaalde functies, waardoor het portaal niet alleen interactiever zal worden maar ook zal veranderen in een realtime-informatiebron voor indieners en medeondertekenaars, nog op zich laat wachten;
1. wijst erop dat de Commissie verzoekschriften, binnen haar bevoegdheden, een belangrijke rol speelt bij het verdedigen en bevorderen van de rechten van de burgers en ingezetenen van de Unie, doordat zij ervoor zorgt dat er aandacht wordt besteed aan de zorgen van de indieners en dat gegronde klachten zo mogelijk snel en op doeltreffende wijze worden opgelost; herinnert aan de verantwoordelijkheid van de Commissie en de autoriteiten van de lidstaten om met de Commissie verzoekschriften samen te werken, met name waar het gaat om het leveren van degelijke feedback met betrekking tot de uitwisseling van relevante informatie; benadrukt dat deze samenwerking essentieel is om aan de behoeften van indieners tegemoet te komen, overeenkomstig de Verdragen en het Handvest van de grondrechten;
2. wijst op de mogelijkheden die verzoekschriften het Europees Parlement en andere EU-instellingen bieden om met EU-burgers die worden geraakt door de toepassing van het EU-recht in dialoog te treden; vindt het belangrijk dat de samenwerking van EU-instellingen en -organen met nationale, regionale en lokale autoriteiten aangaande kwesties met betrekking tot de toepassing van het EU-recht bevorderd wordt; verzoekt de EU-instellingen en de lidstaten om het recht van burgers om een verzoekschrift in te dienen meer onder de aandacht te brengen, en om meer voorlichting te geven over de bevoegdheden van de EU en de mogelijkheden die het Europees Parlement heeft om via de behandeling van verzoekschriften bepaalde problemen op te lossen;
3. herinnert eraan dat verzoekschriften worden behandeld overeenkomstig artikel 227 VWEU, dat bepaalt dat iedere burger van de Unie, alsmede iedere natuurlijke of rechtspersoon met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat het recht heeft om individueel of tezamen met ander burgers of personen een verzoekschrift tot het Europees Parlement te richten betreffende een onderwerp dat tot de werkterreinen van de Unie behoort;
4. wijst opnieuw op de noodzaak van een permanent openbaar debat over de werkterreinen van de Unie, de grenzen daarvan en de toekomst van de Unie, om ervoor te zorgen dat de burgers goed weten op welke niveaus besluitvorming plaatsvindt en om te voorkomen dat Brussel overal de schuld van krijgt, zoals in sommige onverantwoordelijke lidstaten gebeurt; dringt aan op een intensievere en gestructureerde halfjaarlijkse dialoog tussen de Commissie verzoekschriften en leden van de verzoekschriftencommissies van de nationale parlementen over verzoekschriften waarin belangrijke zorgen van Europese burgers aan de orde komen, om een echt debat tussen leden van het Europees Parlement en nationale parlementsleden over verzoekschriften te bevorderen, waarmee de bekendheid met het EU-beleid en de duidelijkheid over de bevoegdheden van de EU en de lidstaten kunnen worden vergroot;
5. verzoekt de Commissie om de bevoegdheden die zij als hoedster van de Verdragen heeft, naar behoren uit te oefenen, omdat dit van cruciaal belang is voor de werking van de EU, zowel voor de burgers en als voor de Europese wetgevers; pleit voor een vlotte behandeling van inbreukprocedures, zodat situaties waarin het EU-recht niet wordt geëerbiedigd zo snel mogelijk worden beëindigd;
6. verzoekt de Commissie om zowel in het kader van lopende EU-pilotprocedures die verband houden met verzoekschriften als met betrekking tot reeds afgeronde EU-pilotprocedures en inbreukprocedures transparantie en toegang tot documenten en informatie te waarborgen;
7. herinnert de Commissie eraan dat verzoekschriften een uniek middel vormen om situaties op te sporen waarin het EU-recht niet wordt nageleefd en om dergelijke situaties te onderzoeken door middel van politieke controle van het Europees Parlement;
8. herinnert aan vier openbare hoorzittingen over verschillende onderwerpen, te weten de gezamenlijke hoorzitting met de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken van 1 februari 2018 over de rechten van burgers na de brexit, de gezamenlijke hoorzitting met de Commissie constitutionele zaken van 21 februari 2018 over het Europees burgerinitiatief en de herziening van de verordening, en de gezamenlijke hoorzitting met de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid van 22 maart 2018 over de gevolgen van hormoonontregelende stoffen voor de gezondheid en de hoorzitting van 9 oktober 2018 over de rechten van personen met een handicap; herinnert de commissieleden aan het belang van het bijwonen van openbare hoorzittingen die door de commissie worden aangevraagd en georganiseerd; verzoekt het verzoekschriftennetwerk om voorstellen in te dienen voor specifieke openbare hoorzittingen en om onderwerpen voor te dragen voor studies en resoluties van het Europees Parlement, om op die manier een koppeling te realiseren tussen lopende wetgevingswerkzaamheden en de politieke controle door het Parlement en verzoekschriften waarin de Europese burgers de voor hen belangrijke kwesties onder de aandacht brengen; benadrukt dat het verzoekschriftennetwerk het passende forum is voor het voorstellen van gemeenschappelijke initiatieven inzake de behandeling van verzoekschriften, die het Europees Parlement in staat stellen de door Europese burgers ingediende verzoekschriften naar behoren te behandelen;
9. herinnert eraan dat een delegatie van leden van de Commissie verzoekschriften op 15 en 16 februari 2018 in het kader van democratieondersteuning die geboden werd door het Europees Parlement en zijn coördinatiegroep democratieondersteuning en verkiezingen (DEG) heeft deelgenomen aan een werkbezoek aan Lima (Peru), met als doel de uitwisseling met de Commissie constitutionele zaken van het Peruviaanse parlement van goede praktijken op het gebied van de behandeling van verzoekschriften;
10. bekrachtigt dat de politieke en technische dialoog met de verzoekschriftencommissies van de nationale parlementen moet worden versterkt; is verheugd dat de Commissie verzoekschriften van de Duitse Bondsdag tijdens de vergadering van de Commissie verzoekschriften van 9 oktober 2018 aanwezig was om kwesties van algemeen belang onder de aandacht te brengen en relevante verzoekschriften te bespreken; wijst op de interparlementaire commissievergadering met nationale parlementen, die plaatsvond op 27 november 2018, en die samen met de Commissie juridische zaken en in samenwerking met het Europees netwerk van ombudsmannen werd georganiseerd, en waarin de uitvoering en toepassing van het Unierecht werd besproken, en in het bijzonder de rol van verzoekschriften aan parlementen in dit verband;
11. verwacht dat het verzoekschriftennetwerk ertoe kan bijdragen dat de Commissie verzoekschriften meer zichtbaarheid krijgt en in het kader van de werkzaamheden van de andere commissies een belangrijker rol gaat spelen, zodat er bij wetgevingswerkzaamheden meer rekening gehouden wordt met verzoekschriften; herhaalt van mening te zijn dat vergaderingen van het verzoekschriftennetwerk van essentieel belang zijn voor het versterken van de samenwerking tussen de parlementaire commissies door middel van de uitwisseling van informatie en het delen van beste praktijken tussen de leden van het netwerk;
12. benadrukt dat de Commissie verzoekschriften zich ten doel stelt de zorgen van burgers in plenaire debatten onder de aandacht te brengen; vestigt de aandacht op de mondelinge vraag over het ontnemen van het stemrecht in de EU, die behandeld is tijdens de plenaire vergadering van 2 oktober 2018, de mondelinge vraag over de deelname van personen met een handicap aan de Europese verkiezingen, die op 21 maart 2018 in de commissie werd goedgekeurd en op de mondelinge vraag over zorgen over beschermde Natura 2000-gebieden op grond van ontvangen verzoekschriften, die samen met de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid werd ingediend en die op 21 november 2018 in de commissie werd goedgekeurd; verzoekt de Commissie en de Raad om binnen zes maanden nadat resoluties op basis van verzoekschriften zijn aangenomen hierop in een plenair debat te reageren, om ervoor te zorgen dat op tijdige en doeltreffende wijze wordt gereageerd op specifieke zorgen van Europese burgers;
13. vestigt de aandacht op de namens de commissie in de voltallige vergadering overeenkomstig artikel 128, lid 5, of artikel 216, lid 2, van het Reglement aangenomen ontwerpresoluties, in het bijzonder de ontwerpresolutie over de bescherming en non-discriminatie ten aanzien van minderheden in de EU-lidstaten(2), de ontwerpresolutie over het reageren op verzoekschriften over de aanpak van onzekere arbeidsomstandigheden en het misbruik van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd(3), de ontwerpresolutie over de nadelige gevolgen van de Amerikaanse Foreign Account Tax Compliance Act (FATCA) voor EU-burgers en met name "accidental Americans"(4) en over de rol van het Duitse bureau voor jeugdzorg (Jugendamt) in grensoverschrijdende familiegeschillen(5);
14. merkt op dat het FACTA-kader van de Verenigde Staten in de Unie wordt uitgevoerd door middel van bilaterale intergouvernementele overeenkomsten (IGA's) die zijn overeengekomen tussen de Verenigde Staten en de afzonderlijke lidstaten; betreurt dat de lidstaten onvoldoende in actie komen om de problemen die gemeld worden door burgers die door deze wetgeving getroffen worden te verhelpen; wijst erop dat het de taak van de Unie is om een doeltreffende uitvoering van de regels inzake gegevensbescherming te waarborgen, om een hoog niveau van bescherming van de gerelateerde grondrechten van EU-burgers te garanderen; verzoekt de Commissie om nauw samen te werken met de nationale gegevensbeschermingsautoriteiten om een feitenonderzoek te initiëren om eventuele schendingen van het EU-recht inzake de bescherming van persoonsgegevens door de lidstaten in kaart te brengen; verzoekt de Commissie voorts om in samenwerking met het Europees Comité voor gegevensbescherming een landenstudie in gang te zetten om te beoordelen of en in welke mate in de IGA's inzake FACTA het recht op privacy van EU-burgers wordt geëerbiedigd; benadrukt dat de lidstaten discriminatie van consumenten die legaal in de Unie verblijven moeten voorkomen, ongeacht of zij al dan niet als "Amerikanen" worden beschouwd en of hun economische en persoonlijke banden met de Verenigde Staten van belang zijn;
15. herinnert aan het informatiebezoek naar Famagusta, Cyprus, dat op 7 en 8 mei 2018 plaatsvond (tien jaar na het vorige informatiebezoek van de Commissie verzoekschriften) met als doel de situatie in Famagusta opnieuw te beoordelen en de kennis van de commissie daarover te actualiseren, in het bijzonder wat betreft het afgesloten deel van de stad Varosha, een en ander naar aanleiding van verzoekschrift 733/2004, ingediend door Loizos Afxentiou, namens de Famagusta Refugee Movement; spreekt opnieuw zijn steun uit voor de aanbeveling die in het verslag van het informatiebezoek werd gedaan om de Commissie, de hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Raad en alle EU-lidstaten te verzoeken aan te dringen op een nieuwe resolutie in de VN-Veiligheidsraad waarin wordt aangedrongen op politieke en economische sancties tegen Turkije vanwege de daden van agressie van dat land in het oostelijk Middellandse Zeegebied en het feit dat Turkije resoluties 550 (1984) en 789 (1992) van de VN-Veiligheidsraad niet naleeft;
16. herinnert eraan dat de Commissie verzoekschriften adviezen op verslagen van het Parlement heeft goedgekeurd over een breed scala van onderwerpen die in verzoekschriften onder de aandacht zijn gebracht, onder meer het advies inzake de controle op de toepassing van het EU-recht in 2016(6), inzake de coördinatie van socialezekerheidsstelsels(7), inzake het Europees burgerinitiatief(8), inzake het uitvoeringsverslag betreffende Verordening (EG) nr. 1/2005 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer binnen en buiten de EU(9), inzake het voorstel tot wijziging van Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt(10) en inzake de tenuitvoerlegging van de verdragsbepalingen inzake EU-burgerschap(11); benadrukt dat de Commissie verzoekschriften sinds het begin van deze zittingsperiode nog meer adviezen heeft ingediend met betrekking tot lopende Europese wetgevingsprocedures;
17. wijst op de succesvolle samenwerking tussen het Parlement en de Europese Ombudsman en op de betrokkenheid van het Parlement bij het Europese netwerk van ombudsmannen; wijst op de zeer goede betrekkingen binnen het institutionele kader tussen de Ombudsman en de Commissie verzoekschriften; waardeert met name de regelmatige bijdragen die de Ombudsman gedurende het hele jaar levert aan de werkzaamheden van de commissie; is stellig van oordeel dat de instellingen, organen en instanties van de Unie moeten zorgen voor een consistente en doeltreffende follow-up van de aanbevelingen van de Ombudsman;
18. wijst op de werkzaamheden van de Commissie verzoekschriften op het gebied van gehandicaptenvraagstukken en op haar beschermende rol binnen het EU-kader met betrekking tot het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (UNCRPD); herinnert eraan dat er in juni 2018 een brief naar de permanente vertegenwoordigingen van alle lidstaten is verzonden met het verzoek om concrete maatregelen te nemen om toegankelijkheid voor personen met een handicap te waarborgen; wijst op de omvattende antwoorden die van sommige lidstaten zijn ontvangen; herhaalt zijn verzoek aan de lidstaten om de vereiste maatregelen ten uitvoer te leggen, omdat toegankelijkheid een essentieel aspect is van een kwaliteitsvol leven;
19. is verheugd over de nieuwe aanpak van de Europese Rekenkamer om zeer nauw samen te werken met de commissies van het Parlement en haar verslagen aan deze commissies voor te leggen; vestigt de aandacht op de presentatie, tijdens de vergadering van de Commissie verzoekschriften van 8 oktober 2018, van het verslag van de Rekenkamer over de tenuitvoerlegging van het EU-recht; is ingenomen met de conclusies en aanbevelingen in dat verslag; wijst op het grote aantal verzoekschriften met betrekking tot het EU-recht waaraan door de lidstaten nog geen of slechts onvolledig gevolg is gegeven;
20. wijst erop dat de Commissie verzoekschriften in het kader van de week van de mensenrechten die door het Parlement werd georganiseerd, diverse verzoekschriften met betrekking tot mensenrechtenkwesties heeft behandeld en een geactualiseerde studie heeft gepresenteerd over de richtlijn inzake hulpverlening en de criminalisering van humanitaire bijstand aan irreguliere migranten; verzoekt de Commissie om een voorstel te doen tot wijziging van artikel 1, lid 2, van Richtlijn 2002/90/EG van de Raad van 28 november 2002 tot omschrijving van hulpverlening bij illegale binnenkomst, illegale doortocht en illegaal verblijf(12), in die zin dat lidstaten geen sancties mogen opleggen voor het verlenen van humanitaire bijstand in gevallen van binnenkomst, doortocht of verblijf;
21. is ervan overtuigd dat het secretariaat van de Commissie verzoekschriften verzoekschriften op doeltreffende wijze en uiterst zorgvuldig behandelt, in overeenstemming met de richtsnoeren van de commissie en de procedure voor de behandeling van verzoekschriften door de administratie van het Europees Parlement; dringt aan op verdere verbeteringen op het gebied van de behandeling van verzoekschriften, waarbij rekening wordt gehouden met de laatste technologische ontwikkelingen, zodat de hele procedure duidelijker en transparanter wordt voor de Europese burgers;
22. wijst op het belang van het webportaal voor verzoekschriften voor de algehele vlotte en transparante behandeling van verzoekschriften; wijst erop dat een van de onmiddellijke prioriteiten bestaat in het verbeteren van de communicatie met indieners en medeondertekenaars via hun accounts, om de administratieve lasten te verlichten en de afhandeling van verzoekschriften sneller te laten verlopen; herhaalt dat het nodig is te blijven werken aan de technische ontwikkeling van het portaal, het af te stemmen op de normen van de website van het Parlement en de zichtbaarheid ervan op het EP-platform en onder burgers te vergroten; benadrukt dat de inspanningen om het portaal toegankelijker te maken voor gebruikers, met name voor personen met een handicap, moeten worden voortgezet;
23. wijst op de belangrijke rol van het Solvit-netwerk, dat burgers en bedrijven de mogelijkheid biedt om hun bezorgdheid te uiten over mogelijke inbreuken op het EU-recht door overheidsinstanties in andere lidstaten; verzoekt de Commissie en de lidstaten om Solvit te steunen en ervoor te zorgen dat dit netwerk vaker gebruikt wordt en zichtbaarder wordt voor de burgers; is in dit verband ingenomen met het door de Commissie in mei 2017 gepresenteerde actieplan ter versterking van het Solvit-netwerk; verzoekt de Commissie om aan het Europees Parlement verslag uit te brengen over de resultaten van het actieplan ter versterking van het Solvit-netwerk dat in mei 2017 door de Commissie werd gepubliceerd;
24. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie en het verslag van de Commissie verzoekschriften te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de Europese Ombudsman, de regeringen en de parlementen van de lidstaten, alsmede aan hun verzoekschriftencommissies en nationale ombudsmannen of andere soortgelijke organen in de lidstaten.