Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2015/0288(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A8-0043/2018

Ingediende teksten :

A8-0043/2018

Debatten :

PV 26/03/2019 - 4
CRE 26/03/2019 - 4

Stemmingen :

PV 26/03/2019 - 7.13

Aangenomen teksten :

P8_TA(2019)0233

Aangenomen teksten
PDF 125kWORD 47k
Dinsdag 26 maart 2019 - Straatsburg
Overeenkomsten voor de verkoop van goederen ***I
P8_TA(2019)0233A8-0043/2018
Resolutie
 Tekst

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 26 maart 2019 over het gewijzigd voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende bepaalde aspecten van overeenkomsten voor de verkoop van goederen, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2009/22/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad (COM(2017)0637 – C8-0379/2017 – 2015/0288(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2015)0635), en het gewijzigd voorstel (COM(2017)0637),

–  gezien artikel 294, lid 2, en artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0379/2017),

–  gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien het gemotiveerde advies dat in het kader van Protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid is uitgebracht door de Franse Senaat, en waarin wordt gesteld dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel,

–  gezien de adviezen van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 27 april 2016(1) en 15 februari 2018(2),

–  gezien het overeenkomstig artikel 69 septies, lid 4, van zijn Reglement door de bevoegde commissie goedgekeurde voorlopig akkoord en de door de vertegenwoordiger van de Raad bij brief van 6 februari 2019 gedane toezegging om het standpunt van het Europees Parlement overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie goed te keuren,

–  gezien artikel 59 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie interne markt en consumentenbescherming (A8-0043/2018),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

(1) PB C 264 van 20.7.2016, blz. 57.
(2) PB C 227 van 28.6.2018, blz. 58.


Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 26 maart 2019 met het oog op de vaststelling van Richtlijn (EU) 2019/... van het Europees Parlement en de Raad betreffende bepaalde aspecten van overeenkomsten voor de verkoop van goederen, tot wijziging van Verordening (EU) 2017/2394 en Richtlijn 2009/22/EG, en tot intrekking van Richtlijn 1999/44/EG
P8_TC1-COD(2015)0288

(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Richtlijn (EU) 2019/771.)

Laatst bijgewerkt op: 20 april 2020Juridische mededeling - Privacybeleid